Vragen van het lid Paulus Jansen (SP) aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de meettarieven (ingezonden 15 juli 2011).

Antwoord van minister Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 31 augustus 2011).

Vraag 1

Kan worden aangegeven hoeveel de opbrengsten en kosten in verband met de meterhuur sinds 2001 jaarlijks bedroegen?1

Antwoord 1

Een overzicht van opbrengsten en kosten in verband met de meterhuur sinds 2001 is niet mogelijk. De metermarkt was in 2000 een geliberaliseerde markt, er was geen tariefregulering en de kosten en opbrengsten werden niet door de NMa gemonitord. Mijn voorgangers hebben in nauw overleg met uw Kamer middels een reeks van wetswijzigingen de markt steeds scherper gereguleerd. Per 1 januari 2012 zal de metermarkt voor gas en elektriciteit volledig gereguleerd zijn. Met de introductie van de slimme meter zal een belangrijke investering gedaan wordt in de kwaliteit van het netwerk om daarmee de werking van de consumentenmarkt te verbeteren en een toekomstbestendige energie-infrastructuur te realiseren.

De wijziging van de metermarkt is ingezet nadat de NMa op basis van signalen uit de markt in 20042 constateerde dat de vrije metermarkt gebrekkig functioneerde. Er was sprake van een stijging van de tarieven voor meting, zonder dat deze aanwijsbaar gebaseerd kon worden op stijgende kosten. Hierop zijn door de Kamer in 2004 bij amendement artikelen opgenomen bij de wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter implementatie en aanscherping van het toezicht op het netbeheer.3 Vervolgens is bij de wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb. 614) artikel 30a van de Elektriciteitswet 1998 aangevuld met een bepaling die inhoudt dat ook het gebruik van de ter beschikking gestelde meter onderdeel uitmaakt van de tarieven voor meting. Dit artikel is per 1 januari 2008 in werking getreden.

Voor de jaren 2008, 2009 en 2010 is vervolgens een jaarlijkse ministeriële regeling vastgesteld waarin maximumtarieven op het niveau van 2005 zijn opgelegd voor elektriciteitsmeters die al in beheer van de netbeheerders waren. Meters die niet in het beheer waren van netbeheerders vielen toen nog buiten deze regeling. Er was een wetswijziging nodig om alle meetactiviteiten voor kleinverbruikers voor elektriciteit en gas volledig te reguleren: de wet Marktmodel. Per 1 januari 2012 zullen de relevante artikelen van deze wet in werking treden en zal naast het tarief voor elektriciteit ook het meettarief voor gas zijn gereguleerd. De Regeling meettarieven voorziet voor de komende jaren voor elektriciteit en gas in meettarieven op het niveau van 2005 gecorrigeerd voor inflatie. De NMa zal met het oog op de uitvoering van de regeling kosten en opbrengsten monitoren, en geconstateerde verschillen kunnen vervolgens in de jaren daarna door de NMa worden verdisconteerd.

De regelingen van de jaren 2008 tot en met 2010 kenden geen kostenoriëntatie, maar maximumtarieven. De netbeheerders is indertijd de ruimte geboden om eventuele marges binnen deze maximumtarieven te reserveren voor de uitrol van de slimme meter. De regeling heeft dit echter juridisch niet verplicht. Bij de totstandkoming van de regeling voor 2009 heeft de NMa vervolgens in haar uitvoerings- en handhavingtoets gevraagd om de mogelijkheid om eventuele marges die worden gemaakt op analoge meters te kenmerken als gelden ten behoeve van toekomstige investeringen in op afstand afleesbare meters. In de toelichting van de regeling van 2009 is daarover opgemerkt dat met de NMa zal worden gesproken over de noodzaak en mogelijkheid hiervan. Ook werd op dat moment nog aangenomen dat de uitrol van de slimme meter en bijbehorende infrastructuur in 2009 zou beginnen. Vervolgens is overleg gevoerd met de netbeheerders en de NMa, en heb ik besloten tot aanscherping van het reguleringskader middels de Regeling meettarieven. Met deze regeling scherp ik de regulering verder aan. De regeling zorgt – bezien over de looptijd van de regeling – voor kostengeoriënteerde tarieven en zorgt voor een zo stabiel mogelijk tarief tijdens de introductie van de slimme meter. De consument betaalt daarmee niet meer dan de kosten inclusief een redelijke rendement voor de netbeheerder. Ik heb u hierover op 19 november 2010 per brief geïnformeerd.4

Vraag 2

Wat klopt er volgens u niet aan de rekensom van Greenchoice en hoe ziet de rekensom er volgens u dan wél uit?5

Antwoord 2

In de brief aan uw Kamer van 7 juli 2011 heb ik aangegeven dat het meettarief naast de aanschaf van de meter ook betrekking heeft op de installatie, eventueel onderhoud en het registeren, verzamelen en verspreiden van gegevens. Het bericht6 gaat daarnaast voorbij aan het gegeven dat de regulering van de meters pas in een later stadium is gestart, waarbij er gedurende de jaren 2008–2010 alleen sprake was van maximumtarieven. Zoals hiervoor is uiteengezet, komen de tarieven pas sinds dit jaar (bezien over de gehele periode van de huidige Regeling meettarieven) op een kostengeoriënteerde manier tot stand. De huidige Regeling meettarieven zorgt er namelijk voor dat de consument gemiddeld niet meer dan de kosten en een redelijk rendement betaalt voor de meetactiviteiten.

Vraag 3 t/m 5

Hoe groot is de spaarpot voor de toekomstige uitrol van slimme meters ultimo 2010?7 8

Als de omvang van deze spaarpot kleiner is dan de optelsom van het verschil tussen opbrengsten en kosten over de periode na 2001, wat is hiervoor dan de verklaring?

Indien een deel van de spaarpot is weggelekt naar private partijen die in het verleden verantwoordelijk waren voor de meetdiensten, is het dan mogelijk – en zo ja, bent u bereid – om deze oneigenlijk verkregen inkomsten terug te vorderen?

Antwoord 3 t/m 5

De NMa zal op basis van de huidige Regeling meettarieven, vanaf 2011 voor elektriciteit en vanaf 2012 voor gas, het verschil tussen kosten en opbrengsten in kaart brengen en vervolgens dit bedrag in de tweede periode van de regeling betrekken bij de vaststelling van het maximum meettarief. Per saldo zorgt dit voor een evenwicht binnen de termijn van de ministeriële regeling en daarmee voor een kostengeoriënteerd tarief. Ik verwacht de eerste inzichten op basis van de monitoring medio 2012. Voor de periode voorafgaand aan 2011 is, zoals hierboven is toegelicht, op grond van de toen geldende regels geen «spaarpot» aangelegd.

De inkomsten in het verleden – hetzij tijdens de periode dat de tarieven in de markt tot stand kwamen, hetzij tijdens de periode tussen 2008 en 2010 – zijn gerealiseerd binnen de op dat moment geldende wetgeving en regulering en zijn daarmee rechtmatig. Terugvordering is daarom niet aan de orde.

Vraag 6 t/m 8

Ziet u, nu de uitrol van de slimme meter vertraagd is, een limiet aan de omvang van de spaarpot? Zo ja, welke?

Zijn de netbeheerders verplicht om in hun jaarverslag verantwoording af te leggen over de toevoegingen en onttrekkingen aan hun spaarpot?

Onderschrijft u de conclusie dat het toezicht op de spaarpot dient te worden aangescherpt en dat bij twijfel over nut en noodzaak van zo’n omvangrijke reserve de meettarieven op korte termijn verlaagd dienen te worden?

Antwoord 6 t/m 8

Ik voorzie een maximum aan de wenselijke omvang van het bedrag opgebouwd in de eerste periode van de huidige Regeling meettarieven, dat vervolgens door de NMa in de tweede periode verdisconteerd wordt. Een exact niveau heb ik hierbij nog niet voor ogen, maar ik zal dit samen met de NMa beoordelen. Het moment dat de eerste periode van de regeling eindigt en de tweede periode begint is nog niet vastgesteld. Deze overgang wordt bewerkstelligd middels een wijziging van de Regeling meettarieven, en daarmee kan ik voorkomen dat het door de NMa te verdisconteren bedrag te ver oploopt. Het verschil tussen kosten en opbrengsten in 2011 en 2012 – de kleinschalige uitrol – zullen, samen met de voortgang van de uitrol van de slimme meter en bijbehorende stijging van kosten, de NMa en mij inzicht verschaffen over hoe dit bedrag zich naar verwachting zal ontwikkelen. Een stabiel tarief vind ik wenselijk, ook tijdens de uitrol van de slimme meter. Bij een te hoog oplopend te verdisconteren bedrag zal ik, in overleg met de NMa, besluiten om de tweede periode van de Regeling meettarieven te laten beginnen.

De netbeheerders zijn niet verplicht om in hun jaarverslag hierover verantwoording af te leggen; wel kunnen de netbeheerders besluiten om eventuele reserveringen hierin inzichtelijk te maken. Via het regulatorische regime dat in de regeling meettarieven is vervat, monitort de NMa wel de kosten en opbrengsten, en de NMa kan de verschillen in de eerste periode betrekken bij de vaststelling van de tarieven in de tweede periode. Daarnaast kan ik indien nodig de tweede periode laten ingaan middels een eenvoudige wijziging van de huidige ministeriële regeling meettarieven.


X Noot
1

Naar aanleiding van de antwoorden d.d. 7 juli 2011 op eerdere vragen van het lid Paulus Jansen over hetzelfde onderwerp (2011Z12979).

X Noot
2

Advies Metermarkt, 19 mei 2004.

X Noot
3

Kamerstukken II 2003/2004, 29 372, nr. 23, amendement Crone, Hessels en De Krom.

X Noot
4

Kamerstukken 32 374, nr. 11.

X Noot
5

Greenchoice gaat uit er van dat per aansluiting per jaar € 15 meer in rekening is gebracht dan de werkelijke kosten, een totale overwinst van € 180 miljoen/jaar; de omvang van de spaarpot zou daarmee in de orde van € 1,5–2 miljard bedragen.

X Noot
6

AD, 14 juni 2011.

X Noot
7

Antwoord vraag 1, d.d. 7 juli 2011.

X Noot
8

Antwoord vraag 4, d.d. 7 juli 2011.

Naar boven