Vragen van de leden Helder en Van Klaveren (beiden PVV) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Binnenlandse Zaken over lekkende straatcoaches (ingezonden 4 april 2011).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 27 mei 2011) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 2327.

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Maassluis ontslaat tweetal op staande voet»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Op welke wijze is er ontdekt dat er informatie is gelekt? Om welke informatie gaat het precies?

Antwoord 2

Uit navraag bij de gemeente blijkt dat er geen politie-informatie is gelekt, maar dat belangrijke informatie afkomstig vanuit de doelgroepen door de straatcoaches niet aan de politie is doorgegeven.

Vraag 3

Kunt u aangeven wat de exacte reden is geweest dat de twee straatcoaches die vorig jaar werden aangesteld kort na aanstelling werden ontslagen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

De gemeente meldt dat er geen sprake was van ontslag. Eén van de twee straatcoaches is door het bedrijf waarbij hij in dienst was om bedrijfsmatige redenen op een ander project gezet. Voor diegene is toen een vervanger gekomen.

Vraag 4, 7

In hoeverre onderschrijft u de mening dat de 80 000 euro, die jaarlijks aan dit project wordt uitgegeven, weggegooid geld is, nu blijkt dat de straatcoaches geheime informatie lekten en de screening blijkbaar ook vrij weinig voorstelt?

In hoeverre bent u de mening toegedaan dat er helemaal gestopt moet worden met de inzet van straatcoaches en dat de politie op zo'n manier moet optreden dat de overlast op straat tot een minimum wordt beperkt?

Antwoord 4, 7

Deze mening deel ik niet. Omdat geconstateerd werd dat de problemen met groepen jongeren met name op straat en in de gezinnen lagen, heeft het Rijk de inzet van straatcoaches in een aantal gemeenten financieel ondersteund. Gemeenten hebben verschillende ervaringen met het inzetten van straatcoaches.

De keuze om straatcoaches in te zetten, de wijze waarop ze begeleid worden en de beoordeling van de effectiviteit vindt plaats op lokaal niveau.

Wat betreft de screening van straatcoaches in Maassluis kan ik u mededelen dat het kunnen overleggen van een Verklaring omtrent het Gedrag hiervan onderdeel uitmaakt.

Vraag 5

Deelt u de visie dat de daders vervolgd moeten worden en nooit of te nimmer nog een overheidsfunctie mogen bekleden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Het is aan de gemeente Maassluis om te bezien of er aanleiding bestaat aangifte te doen van een strafbaar feit. Het Openbaar Ministerie zal vervolgens beoordelen of vervolging aan de orde is.

De aanstelling van medewerkers bij de overheid is een zaak van het bevoegd gezag, waarbij een antecedentenonderzoek of een verklaring omtrent het gedrag kan worden verlangd.

Vraag 6

Welke maatregelen denkt u te gaan treffen om te voorkomen dat dit een volgende keer opnieuw gebeurt?

Antwoord 6

De gemeente heeft aangegeven dat de straatcoaches op straat een strakkere begeleiding krijgen en dat er in overleg met de politie duidelijke regels opgesteld worden wat wel en niet toelaatbaar is in de omgang met de doelgroep.

Vraag 8

Kunt u aangeven of de gemeente Maassluis doelstellingen heeft geformuleerd in het kader van de gelden die zij als gemeente waar veel Marokkanen wonen ontvangt? Zo ja, om welke doelstellingen gaat het? Op welke wijze zijn de resultaten gemeten en in hoeverre zijn deze doelstellingen behaald?

Antwoord 8

Het Rijk heeft met de 22 gemeenten, waaronder Maassluis, die deelnemen aan het samenwerkingsverband Aanpak Marokkaans-Nederlandse risicojongeren afgesproken dat ze in in de periode tot en met 2012 zorgen voor een dalende trend in de oververtegenwoordiging van Marokkaans-Nederlandse jongeren op schooluitval, werkloosheid en criminaliteit.

Met een jaarlijkse monitor wordt de mate van oververtegenwoordiging van de Marokkaans-Nederlandse jongeren in de 22 gemeenten op de bovengenoemde gebieden op een uniforme wijze in beeld gebracht. De eerste monitor is in 20102 verschenen en de volgende zal in oktober 2011 verschijnen. Met deze vervolgmeting worden de eerste ontwikkelingen in beeld gebracht. Hierover zal vervolgens bestuurlijk overleg met de gemeenten plaatsvinden.


X Noot
1

De Telegraaf, 1 april 2011.

X Noot
2

Marokkaanse Nederlanders 2010. Bijlage bij Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011,

31 268, nr. 37

Naar boven