Vragen van het lid
Gesthuizen
(SP) aan de ministers van Veiligheid van Justitie en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over gebruikmaking van bedrijven
en hun diensten van gedragsprofilering over internetgebruikers (ingezonden 5 april 2011).
Antwoord van minister
Verhagen
(Economische Zaken, Landbouw en Innovatie), mede namens de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (ontvangen 3 mei 2011).
Vraag 1
Bent u bereid de Kamer te informeren naar aanleiding van het onderzoek van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit
(OPTA) over onrechtmatig cookiegebruik?1
Antwoord 1
Ik heb onlangs kennis genomen van het onderzoek inzake cookies, dat in opdracht van OPTA is uitgevoerd. OPTA heeft dit onderzoek
laten uitvoeren ter voorbereiding op de handhaving van de nieuwe wettelijke bepalingen met betrekking tot cookies. Het genoemde
onderzoek is, tezamen met een persbericht, medio maart jl. door OPTA gepubliceerd. OPTA is een zelfstandige organisatie die
zelfstandig onderzoeken laat uitvoeren en daarover rapporteert. Voor meer informatie over dit onderzoek verwijs ik u daarom
naar de website van OPTA2 (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3363).
De regering heeft vorig jaar een wetsvoorstel ingediend ter implementatie van de nieuwe Europese telecomrichtlijnen. In de
antwoorden op uw vragen naar aanleiding van het verslag ben ik al vrij uitvoerig ingegaan op de nieuwe regels met betrekking
tot cookies. Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel is er nog gelegenheid om nader van gedachten te wisselen
over de nieuwe regels met betrekking tot cookies, en ook over onderzoek dat in opdracht van OPTA is uitgevoerd.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het probleem zich niet beperkt tot onrechtmatig cookiegebruik maar dat het zich uitstrekt over het verzamelen
van gebruik- en gebruikergegevens op het internet in het algemeen?
Antwoord 2
Ja, het gebruik van cookies is slechts een van de manieren waarop gegevens van gebruikers op het internet kunnen worden verzameld.
Het gebruik van cookies is niet per definitie onrechtmatig. Er zijn vele andere mogelijkheden om het gedrag van gebruikers
en hun persoonsgegevens op het internet te verzamelen. Ook die vormen van gegevensverzameling zijn niet per definitie onrechtmatig
of problematisch. Wel moet steeds worden voldaan aan de toepasselijke wetgeving, te weten de Wet bescherming persoonsgegevens
en de Telecommunicatiewet.
Vraag 3
Kunt u uitsluiten dat doorverkoop van dergelijke gegevens plaats heeft, al dan niet in strijd met de wet, tegen de wens of
in ieder geval zonder de uitdrukkelijke toestemming van de internetgebruiker?
Antwoord 3
Nee. De richtlijn nr. 95/46/EG (de EU-privacyrichtlijn) en de Wet bescherming persoonsgegevens verplichten tot een zorgvuldige
omgang met persoonsgegevens, maar verbieden niet expliciet de verkoop, of het anderszins te gelde maken van persoonsgegevens.
In een concreet geval van verkoop van persoonsgegevens is het aan het CBP, en in voorkomende gevallen aan de OPTA, om te beoordelen
of er sprake is van onrechtmatige verwerking.
Vraag 4
Kunt u de Kamer op korte termijn informeren over de voortgang van de door de Europese Commissie geïnitieerde «volg-mij-niet»-wetgeving
(«do-not-track») en de implementatie van «het recht om vergeten te worden»?3 Op welke wijze brengt u de Nederlandse belangen naar voren in de discussie die op dit moment hierover op Europees niveau
wordt gevoerd? Wat zijn hierbij uw belangrijkste speerpunten?
Antwoord 4
Er is geen sprake van voorstellen van de Europese Commissie voor «volg-mij-niet»-wetgeving. De ePrivacy-richtlijn inzake elektronische
communicatie is eind 2009 gewijzigd. Ook de zogenaamde cookiebepaling is toen gewijzigd. Naar aanleiding daarvan heeft de
Europese Commissie een overleg met het bedrijfsleven geïnitieerd over praktische oplossingen om te kunnen voldoen aan de nieuwe
cookiebepaling. In dat kader heeft de industrie voorstellen gedaan voor een «volg-mij-niet»-functionaliteit. Verder wordt
op Europees niveau een discussie gevoerd over de herziening van de EU-privacyrichtlijn.
In de hiervoor geschetste context overweegt de Europese Commissie thans om in voorstellen voor een nieuw kader voor gegevensbescherming
«het recht om te worden vergeten» te verankeren. Zo krijgen de internetgebruikers de mogelijkheid om alle gegevens die websites
over hen bijhouden te vernietigen.
In het BNC-fiche inzake de Mededeling van de Europese Commissie «Een integrale aanpak van de bescherming van persoonsgegevens
in de Europese Unie» is het Nederlandse standpunt terzake van die gedachte verwoord (Kamerstukken II, vergaderjaar 2010–2011,
22 112, nr. 1116). De wetgevingsvoorstellen van de Europese Commissie worden tegen de zomer van dit jaar verwacht. Deze voorstellen zullen
door Nederland onder meer worden beoordeeld op basis van de wijze waarop de Commissie zich rekenschap geeft van het bestaan
van de vragen, die «het recht om te worden vergeten» oproepen. Bovendien zal Nederland, zoals ik in antwoord op eerdere vragen
van uw Kamer (TK, 2010–2011, 24 095, nr. 271) heb gemeld, proberen de lasten voor het bedrijfsleven zo beperkt mogelijk te houden.
X Noot
1 http://tweakers.net/nieuws/73281/bedrijven-overtreden-telecomwet-met-ongevraagd-cookiegebruik.html
X Noot
2 http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3363
X Noot
3 http://www.telegraph.co.uk/technology/internet/8388033/Online-right-to-be-forgotten-confirmed-by-EU.html