Vragen van het lid Blanksma (CDA) aan de minister van Financiën over de biedingsstrijd om NYSE Euronext (ingezonden 6 april 2011).

Antwoord van minister De Jager (Financiën) (ontvangen 13 april 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Biedingstrijd om NYSE Euronext»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat vindt u van deze biedingstrijd? Op welke wijze bent u, als minister van Financiën, betrokken bij deze strijd? Op welke wijze zijn andere relevante instanties, zoals DNB en AFM2 hierbij betrokken? Over welke mogelijkheden en bevoegdheden beschikt u ten aanzien van deze strijd?

Antwoord 2

Het Ministerie van Financiën, noch DNB en AFM zijn betrokken bij de biedingstrijd. Ten aanzien van deze biedingstrijd heeft de minister van Financiën ook geen bevoegdheden. Op de verschillende voorziene biedingprocedures zijn Duits en Amerikaans recht van toepassing. Pas wanneer de betrokken partijen een verzoek doen om een verklaring van geen bezwaar, al dan niet gecombineerd met een wijziging van de vergunning, zullen het Ministerie, DNB en AFM een rol gaan spelen in het proces dat kan leiden tot hun samengaan.

Vraag 3

Is het waar dat de Wft (art 5:32d) voorschrijft dat u een verklaring van geen bezwaar moet verlenen alvorens eigendomsverhoudingen in de marktexploitant (NYSE Euronext) kunnen worden gewijzigd? De vvgb wordt verleend tenzij onder meer (art 5:32 lid 2 sub c Wft) «de handeling een bedreiging voor de gezonde en prudente bedrijfsvoering van de gereglementeerde markt zou kunnen vormen», wanneer en onder welke omstandigheden is dit volgens u aan de orde?

Antwoord 3

Ja. Artikel 5:32d, tweede lid, van de Wft bevat drie criteria waaraan de directe of indirecte gekwalificeerde deelneming getoetst moet worden. De verklaring van geen bezwaar mag er niet toe niet leiden dat :

  • 1. de marktexploitant zodanig wordt verbonden met personen in een formele of feitelijke zeggenschapstructuur dat deze een belemmering vormt voor toezicht;

  • 2. dit leidt tot invloed op de marktexploitant die in strijd is met de belangen die de Wet op het financieel toezicht beoogt te beschermen; en

  • 3. dit een bedreiging voor de gezonde en prudente bedrijfsvoering van GM zou kunnen vormen. (art. 5:32d Wft).

Deze criteria zijn nader uitgewerkt in de Beleidslijn verklaringen van geen bezwaar voor een gekwalificeerde deelneming in een marktexploitant op grond van artikel 5:32d Wft (Stcrt. 2008, 27). De criteria uit de beleidslijn laten onverlet dat bij elke aanvraag opnieuw onderzocht moet worden of er nog andere factoren zijn die ertoe kunnen leiden dat een verklaring van geen bezwaar op grond van de criteria in artikel 5:32d, eerste lid van de Wft niet afgegeven kan worden.

Vraag 4 t/m 7

Wat vindt u van de scenario’s dat er een splitsing voor Euronext Amsterdam dreigt, dat de optiebeurs mogelijk in handen komt van ICE en de aandelenmarkt in handen van de Nasdaq, of dat er een fusie met het Deutsche Börse aankomt? Deelt u de mening dat een vertrek van de beurs uit Amsterdam niet wenselijk is?

Bent u op de hoogte van het feit dat er afspraken liggen met Deutsche Börse waaruit volgt dat de hoofdkantoren van een eventuele fusiebeurs in Frankfurt en New York zullen zijn gevestigd?

Wat zijn de gevolgen voor het Nederlandse vestigingsklimaat indien zo’n splitsing of fusie plaatsvindt? Wat zijn de gevolgen voor de werkgelegenheid in de kring dienstverleners rondom de beurs zoals advocaten, banken, consultants etc.? Op welke wijze wordt met al deze belangen rekening gehouden?

Wat zijn de financiële risico’s van zo’n splitsing of fusie? Wat zijn de gevolgen voor het Nederlandse financiële landschap? Wat zijn de gevolgen voor aandeelhouders en andere belanghebbenden? Wat zijn de gevolgen voor het Nederlandse clearing verkeer? Op welke wijze houdt u hier zicht op?

Antwoord 4 t/m 7

Ik ben op de hoogte met het voornemen van de fusiepartners NYSE Euronext en Deutsche Börse, dat zij hun hoofdkantoren in Frankfurt en New York willen vestigen. Ten aanzien van de voornemens van NYSE Euronext, Deutsche Börse, dan wel Nasdaq OMS en ICE ontbreekt echter nog veel essentiële informatie. Derhalve is het op dit moment niet mogelijk om een afgewogen standpunt in te nemen of een inschatting te geven van de mogelijke gevolgen. Wanneer de betrokken partijen een formeel bod hebben gedaan en een aanvraag voor een verklaring van geen bezwaar hebben ingediend en er voldoende informatie beschikbaar is, zal ik in nauw overleg met de AFM en DNB, de voornemens van de betrokken partijen op hun merites beoordelen en toetsen aan de toepasselijke regelgeving. Wel kan ik u meedelen dat ik een vertrek van de beurs uit Amsterdam onwenselijk acht.


X Noot
1

Financieele Dagblad, 2 april 2011.

X Noot
2

DNB: De Nederlandsche Bank.

AFM: Autoriteit Financiële Markten.

Naar boven