Vragen van de leden
Lucas
(VVD) en
Jacobi
(PvdA) aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over de Afsluitdijk (ingezonden 11 maart 2011).
Antwoord van staatssecretaris
Atsma
(Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 7 april 2011).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraken van Fries gedeputeerde Jorritsma, in de Leeuwarder Courant van 1 maart 2011, waarin hij aangeeft
dat de provincie de regie zou moeten krijgen bij de aanpak van de Afsluitdijk?1
Vraag 2
Is het waar dat u, in reactie daarop, heeft gezegd dat het Rijk primair verantwoordelijk is voor de veiligheidsmaatregelen
op de Afsluitdijk? Zo ja, hoe ziet u de rol van de provincies bij de aanpak van de Afsluitdijk dan wel?
Antwoord 2
Ja. De rollen van de verschillende overheden verschillen per fase en per onderdeel. De huidige verkenning mondt uit in een
rijksstructuurvisie, waarin de voorkeursbeslissing is opgenomen. De totstandkoming van deze voorkeursbeslissing vindt, conform
de adviezen van de Commissie Elverding/Sneller en Beter, plaats in nauwe samenspraak met de decentrale overheden en belanghebbende
partijen. Het kabinet stelt de structuurvisie vast en legt die voor aan de Staten-Generaal. De structuurvisie bevat een keuze
voor de veiligheidsoplossing en geeft de uitgangspunten voor de ontwikkelingen voor ambities op het terrein van innovatie
en duurzaamheid, recreatie en toerisme, mobiliteit, natuur en landschap. Afspraken hierover zullen worden vastgelegd in een
bestuursovereenkomst. Bij de realisatie, die volgt op de vaststelling van de structuurvisie, heeft het Rijk in elk geval de
verantwoordelijkheid voor de maatregelen voor veiligheid. De verantwoordelijkheid voor de realisatie van de maatregelen op
de andere terreinen ligt in principe bij de decentrale overheden, maatschappelijke partijen en bedrijven onder regie van de
provincies. De nog op te stellen bestuursovereenkomst preciseert deze taakverdeling in de uitvoering.
Vraag 3
Op welke wijze zult u, bij het opstellen van de structuurvisie Afsluitdijk, invulling geven aan de motie-Jacobi c.s., waarin
de Kamer de regering verzoekt de structuurvisie als een masterplan te beschouwen, dat gefaseerd en in samenwerking met lokale
overheden en bedrijfsleven kan worden ingevuld, om zo, ondanks het financiële tekort, de integratie van de plannen te bewaren?2
Antwoord 3
Ik zie de vast te stellen structuurvisie en bestuursovereenkomst, met de gewenste ontwikkeling respectievelijk de wijze van
realisatie, tezamen als het masterplan voor de Toekomst van de Afsluitdijk. Hierin krijgen de keuzes voor de veiligheid en
de integrale ontwikkeling in het gebied, met oog voor duurzame energie, natuurontwikkeling, zilte teelt en recreatie gefaseerd
en in samenwerking met decentrale overheden en het bedrijfsleven vorm.
Vraag 4
Op welke wijze zijn de provincies Friesland en Noord-Holland betrokken bij de keuzes die ter voorbereiding op de structuurvisie
gemaakt worden?
Antwoord 4
De provincies Fryslân en Noord-Holland nemen deel aan het bestuurlijk overleg Afsluitdijk waar afstemming plaatsvindt over
de keuzes die ter voorbereiding op de structuurvisie worden gemaakt en over de gezamenlijk op te stellen bestuursovereenkomst.
Daarnaast stellen de provincies kennis en expertise beschikbaar en actieve medewerking aan de ambtelijke voorbereiding van
de besluitvorming als onderdeel van de projectorganisatie, met name waar het gaat om het vormgeven van de ambities, op het
gebied van duurzame energie, natuurontwikkeling, zilte teelt, naviduct en recreatie.
Vraag 5
Op welke wijze zijn de aanliggende gemeenten (Sudwest-Fryslan, Harlingen, Wieringen, Den Helder) betrokken bij de keuzes die
ter voorbereiding op de structuurvisie gemaakt worden?
Antwoord 5
Via de vertegenwoordiging in het bestuurlijk overleg Afsluitdijk en in de daaraan voorafgaande ambtelijke voorbereiding zijn
ook de aanliggende gemeenten Sud-West Fryslan en Wieringen actief betrokken bij de keuzes die ter voorbereiding op de structuurvisie
worden gemaakt.
Vraag 6
Op welke wijze zijn de consortia die de vier integrale visies hebben opgesteld betrokken, bij de keuzes die ter voorbereiding
op de structuurvisie gemaakt worden?
Antwoord 6
De consortia worden van de voortgang van de verkenning door de projectorganisatie op de hoogte gehouden. Ook zijn concepten
van onderzoeken/reviews met betrekking tot de beoordeling van (onderdelen van) de marktvisies voor reactie voorgelegd aan
de consortia. De marktvisies en de onderzoeken/reviews vormen tezamen de onderbouwing van de keuzes die in de structuurvisie
zullen worden gemaakt.
Vraag 7
Hoe ziet de planning van het verdere project eruit?
Antwoord 7
Mijn voornemen is om in overleg met de regio aanstaande zomer tot een voorkeursbeslissing te komen die wordt vastgelegd in
de ontwerp-structuurvisie Toekomst Afsluitdijk en die is onderbouwd met onder meer een Plan-MER. Vervolgens krijgt een ieder
de gelegenheid zienswijzen in te dienen op dit ontwerp en op het Plan-Mer. De Commissie voor de milieueffectrapportage wordt
gevraagd te adviseren over het Plan-MER en de regionale partners krijgen de gelegenheid voor bespreking en waar nodig besluitvorming
over hun inbreng. Vaststelling van de structuurvisie is voorzien in december 2011, waarna de structuurvisie aan de Staten-Generaal
zal worden toegezonden.
X Noot
1Leeuwarden.nu, Provincie wil regie bij aanpak Afsluitdijk, 1 maart 2011.