Vragen van de leden Omtzigt en Ormel (beiden CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het onteigenen van landerijen van het Mor Gabriel (ingezonden 1 maart 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 18 maart 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat voor de tweede keer in een maand tijd het Turkse hof een deel van de landerijen van het Mor Gabriel uit 397 onteigent?1 

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Is een vertegenwoordiger van de EU lidstaten aanwezig geweest bij het proces, zoals toegezegd in Kamervragen?2 Kunt u zijn/haar bevindingen over het verloop en de uitkomst van het proces delen met de Kamer?

Heeft u kennisgenomen van het artikel van professor Oran Baskin (http://www.suryoyo.uni-goettingen.de/news/morgabriel-Baskinoran.html), waarin hij helder stelt dat de Turkse staat alle mogelijke manieren gebruikt om de eigendommen van Mor Gabiel te confisceren? Deelt u die mening? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2 en 3

De Nederlandse Ambassade volgt de rechtszaak over het Mor Gabriël-klooster op de voet. Zo is Nederland regelmatig bij zittingen aanwezig geweest. Indien dit niet het geval was, werd ons land vertegenwoordigd door de EU-delegatie of andere EU-lidstaten. Het Kabinet deelt de conclusie van de Europese Commissie in haar laatste voortgangsrapport, dat een flinke inspanning vereist is ten aanzien van de rechten van religieuze minderheden.

Het artikel van professor Baskin roept terecht op de omgang in Turkije met religieuze minderheden en hun erfgoed kritisch te blijven monitoren.

Vraag 4 en 5

Bent u bereid om in de Raad van Ministers van de Raad van Europa Turkije te vragen de onteigening terug te draaien en binnen twee weken antwoord te geven op de vragen?3

Bent u bereid de Turkse ambassadeur in een onderhoud mee te delen dat de onteigening van het klooster Mor Gabriel voor Nederland onacceptabel is?

Antwoord 4 en 5

Mede op aandringen van Nederland, heeft de EU-vertegenwoordiging in Turkije op 15 februari jl. bij de Turkse regering gedémarcheerd, om namens alle EU-lidstaten haar zorg uit te spreken over het verloop van de Mor Gabriël-rechtszaak. Verder heeft Nederland zich herhaaldelijk in Raad van Europa-verband hiervoor ingezet, waarbij de godsdienstvrijheid voor alle Turkse inwoners werd benadrukt. Ook heb ik zelf mijn zorgen geuit over deze zaak in consultaties met mijn Turkse collega op 2 februari jl. Het Kabinet zal, tot slot, de reguliere bilaterale contacten blijven aanwenden om aandacht te vragen voor de rechten van (religieuze) minderheden in Turkije. Dit zal ook in gesprekken met de Turkse Ambassadeur aan de orde komen.


X Noot
1

http://www.presseportal.de/pm/7846/1771979/cdu_csu_bundestagsfraktion

X Noot
2

Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 1705.

X Noot
3

In januari 2010 nam de Raad van Europa een resolutie aan (http://assembly.coe.int/Mainf.asp?link=/Documents/AdoptedText/ta10/ERES1704.htm), waarin zij vroeg aan Turkije om «19.6. ensure that the Orthodox Syriac monastery of Mor Gabriel, one of the oldest Christian monasteries in the world, founded in 397 ad, is not deprived of its lands, and that it is protected in its entirety.» en om voor 20 februari 2011 te antwoorden. Turkije heeft dat nog steeds niet gedaan.

Naar boven