Vragen van de leden Pechtold (D66), Cohen (PvdA), Roemer (SP), Halsema (Groenlinks), Rouvoet (ChristenUnie) en Thieme (PvdD) aan de minister van Infrastructuur en Milieu over afrekenbare en controleerbare kabinetsdoelen met betrekking tot de maximumsnelheid naar 130 km/h (ingezonden 13 december 2010).

Antwoord van minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 14 maart 2011).

Vraag 1

Klopt het dat het kabinet de maximumsnelheid naar 130 km/h verhogen wil?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 t/m 6

Kan hier voor het meten van de voortgang als indicator «kilometers baanvak waar 130 km/h geoorloofd is» gehanteerd worden? Zo nee, wat is de indicator die het kabinet wil hanteren?

Wat is op basis van deze indicator de doelstelling voor het kabinet?

Wat zijn de tussendoelen voor deze doelstelling op 31 december in 2011, 2012, 2013, 2014 en 2015?

Wat gaat het kabinet doen om deze doelstelling te bereiken?

Wanneer gaat het kabinet dit doen?

Antwoord 2 t/m 6

In mijn brief van 11 februari jl. (Kamerstuk 32 646, nr. 1) heb ik aangegeven dat het mijn ambitie is om de maximumsnelheid overal te verhogen waar dat mogelijk is, of dit nu naar 130, 120 of 100 km/h is.

De komende maanden wordt op acht trajecten de maximumsnelheid verhoogd naar 130 km/h, als onderdeel van een experiment met dynamische maximumsnelheden. De experimenttrajecten hebben samen een lengte van ca. 330 kilometer. De resultaten van het experiment gebruik ik om de landelijke uitrol vorm te geven.

Ik heb aangegeven dat ik verwacht op minimaal een derde van de autosnelwegen de maximumsnelheid in deze kabinetsperiode permanent naar 130 km/h te verhogen. Zie hiervoor het kaartje bij mijn brief van 11 februari jl. Naar deze trajecten doe ik op dit moment nader onderzoek.

In mijn brief heb ik eveneens aangegeven dat ik op dit moment onderzoek of de maximumsnelheid op nog meer trajecten verhoogd kan worden, permanent of dynamisch.

In het najaar stuur ik u een brief waarin ik mijn plannen voor de uitrol uitwerk.

Vraag 7

Welke instrumenten en middelen zijn er beschikbaar om deze doelen te bereiken?

Antwoord 7

Op basis van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) kan ik op grond van een experimentverkeersbesluit experimenteren met dynamische maximumsnelheden. Met het hierboven genoemde experiment heb ik van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

Verder heb ik bij regeling van 7 februari jl.2 de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens zodanig gewijzigd, dat met behulp van verkeersbord A1 of A33 op autosnelwegen tevens een maximumsnelheid van 130 km/h kan worden ingesteld.

Uit het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990) volgt daarnaast op dit moment de verkeersregel dat de maximumsnelheid op autosnelwegen 120 km/h is. Die verkeersregel kan ik zodanig wijzigen dat de maximumsnelheid op autosnelwegen 130 km/h wordt. Over deze mogelijke wijziging zal ik dit jaar een besluit nemen.

In mijn brief van 11 februari heb ik aangegeven dat het mijn ambitie is om de maximumsnelheid overal te verhogen waar dat mogelijk is, zonder dat daarvoor grote investeringen nodig zijn.

Vraag 8

Op welke manier en wanneer gaat het kabinet jaarlijks verantwoording afleggen?

Antwoord 8

Het kabinet zal bij de begrotingsbehandeling verantwoording afleggen.


X Noot
1

Regeerakkoord, pagina 42.

X Noot
3

Verkeersborden A1 en A3 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

Naar boven