Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu tot wijziging van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens in verband met de verkeersborden waarmee op autosnelwegen een maximumsnelheid van 130 km per uur ingesteld kan worden

7 februari 2011

Nr. IenM/BSK-2011/757

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 14 van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens worden als volgt gewijzigd:

A

In hoofdstuk II, paragraaf 4, Bord A1 (maximumsnelheid), subparagraaf ‘Toepassing’, onderdeel 2, subonderdeel b, wordt na ‘op autosnelwegen: – op wegvakken’ ingevoegd: 130, 120, 110,.

B

In hoofdstuk II, paragraaf 4, Bord A2 Einde maximumsnelheid, subparagraaf ‘Toepassing’, wordt ‘bij de overgang naar een lagere maximumsnelheid, of’ geschrapt.

C

In hoofdstuk II, paragraaf 4, Bord A3 (maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord) subparagraaf ‘Toepassing’, wordt na ‘op autosnelwegen:’ ingevoegd: 130, 120, 110,.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen.

TOELICHTING

In het regeerakkoord dat als leidraad dient voor het kabinet-Rutte-Verhagen staat dat de maximumsnelheid op autosnelwegen omhoog gaat naar 130 km per uur. Verder staat in dit regeerakkoord dat er een uitbreiding van het dynamische systeem van maximumsnelheden komt. Ook volgt uit dit akkoord dat er een lagere maximumsnelheid zal gelden, indien dit nodig is voor de luchtkwaliteit, de geluidsbelasting of de verkeersveiligheid.

In het RVV 1990 is vooralsnog bepaald dat de maximumsnelheid voor motorvoertuigen op autosnelwegen 120 km per uur is.1 Deze verkeersregel geldt niet op de wegvakken van autosnelwegen waarnaast of waarboven verkeersbord A1 (‘maximumsnelheid’) of A3 (‘maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord’) is geplaatst.2 Op die wegvakken geldt de maximumsnelheid die met dat verkeersbord word aangeduid.3

Voorheen konden met de verkeersborden A1 en A3 slechts de volgende maximumsnelheden op autosnelwegen worden vastgesteld: 100, 90, 80, 70, 60 en 50 km per uur. De onderhavige ministeriële regeling heeft tot doel om de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens zodanig te wijzigen, dat met behulp van verkeersbord A1 of A3 op autosnelwegen tevens een maximumsnelheid van 130, 120 of 110 km per uur kan worden ingesteld.

Daarnaast wordt door middel van deze wijzigingsregeling een eis uit de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens geschrapt: de eis waaruit volgt dat verkeersbord A2 (‘einde maximumsnelheid’) niet wordt toegepast bij de overgang naar een lagere maximumsnelheid.

De bovengenoemde wijzigingen leiden er onder meer toe dat – indien na een wegvak van een autosnelweg waarop 130 km per uur gereden mag worden een wegvak volgt waarop 120 km per uur de maximumsnelheid is – deze laatste maximumsnelheid op twee manieren aan de weggebruiker duidelijk gemaakt kan worden:

  • door middel van verkeersbord A2 ‘einde maximumsnelheid’4, waardoor de verkeersregel dat de maximumsnelheid op autosnelwegen 120 km per uur is, gaat gelden;

  • door middel van verkeersbord A1 of A3 ‘maximumsnelheid 120 km per uur’. Dit is naar verwachting duidelijker voor de verkeersdeelnemer.

Deze wijzigingsregeling is in overeenstemming met mijn voornemen om vanaf maart 2011 het dynamische systeem van maximumsnelheden op autosnelwegen uit te breiden met een experiment op een aantal trajecten waarbij 130 km per uur een van die maximumsnelheden is. Dergelijke experimenten hebben tot doel inzicht te verkrijgen in de verkeerskundige effecten, de effecten op de geluidsbelasting en luchtkwaliteit, de effecten voor de verkeersveiligheid en de effecten op de naleving van de maximumsnelheid.

De onderhavige ministeriële regeling heeft op zichzelf geen gevolgen voor de handhaving. Het verkeersbesluit krachtens welke verkeersbord A1 of A3 wordt geplaatst, wordt genomen na overleg met de korpschef van het betrokken regionale politiekorps en de korpschef van het Korps landelijke politiediensten.5

De onderhavige wijzigingsregeling leidt niet tot administratieve lasten voor burgers of bedrijven.

Deze ministeriële regeling en de verkeersbesluiten krachtens welke verkeersborden A1 en A3 zullen worden geplaatst om een maximumsnelheid van 110, 120 of 130 km per uur aan te geven en die niet zonder deze wijzigingsregeling genomen zouden kunnen worden, zijn de facto in overeenstemming met de afspraken met betrekking tot de vaste verandermomenten. Deze ministeriële regeling zal minimaal twee maanden voor de plaatsing van de nieuwe verkeersborden gepubliceerd worden.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen.


XNoot
1

Zie artikel 21, onderdeel a, van het RVV 1990.

XNoot
2

Verkeersborden A1 en A3 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

XNoot
3

Uit artikel 63 van het RVV 1990 vloeit voort dat het verkeersbord in dit geval boven de verkeersregel gaat.

XNoot
4

Verkeersbord A2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

XNoot
5

Zie artikel 24 van het BABW.

Naar boven