Vragen van het lid Koopmans (CDA) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over uitbetaling toeslagrechten (ingezonden 25 februari 2011).

Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 8 maart 2011).

Vraag 1

Kent u het bericht «Veenweide boer wacht op toeslag»?1

Antwoord 1

Ja, ik heb kennis genomen van dat artikel.

Vraag 2

Klopt het dat er nogal wat bedrijven zijn die door de late uitbetaling van toeslagrechten het risico lopen failliet te gaan en hun financiering aan moeten passen? Heeft de regering zicht op de aantallen bedrijven die dit aangaat? Hebben LTO, NMV en andere organisaties daar zicht op?

Antwoord 2

Voor de uitvoering van de Bedrijfstoeslagregeling (BTR) is het niet nodig om financiële bedrijfsgegevens te verzamelen. Daarom zijn er op voorhand geen gegevens bekend over bedrijven die in financiële moeilijkheden verkeren. Ik ben afhankelijk van signalen uit de sector, maar die signalen, voor zover ze er al zijn, zijn voor mij niet verifieerbaar. Ik heb immers geen toegang tot gegevens die de noodlijdende financiële positie van deze landbouwers zouden kunnen onderbouwen. Aangezien er geen verifieerbare signalen zijn, is het voor mij ook niet mogelijk om vast te stellen hoe groot dit aantal zou zijn. Ik heb regelmatig contact met LTO en NMV, maar ook van deze organisaties heb ik deze signalen niet ontvangen.

Vraag 3

Deelt u de mening dat bedrijven die mogelijk in hun continuïteit bedreigd worden door de indeling van de betaalschema versneld geholpen dienen te worden? Bent u bereid om zulks op te pakken?

Antwoord 3

Zoals ik in antwoord op vraag 2 al aangaf, heb ik geen verifieerbare signalen ontvangen van bedrijven die in acute financiële problemen zijn gekomen door het uitbetalingschema van de BTR 2010. Maar daarnaast is al meer dan 70% van de BTR 2010 uitbetaald en zou ingrijpen in het proces in een dergelijk laat stadium alleen maar leiden tot vertraging van de uitbetaling van andere landbouwers. Ik verwijs hierbij naar mijn brief van 28 januari jl. (Kamerstuk 28 625, nr. 112), waar ik de complexiteit van het verwerkings- en controleproces van de BTR hebt geschetst. Mijn inspanning zal er op gericht zijn om het toegezegde betaalschema uit te voeren zodat eind volgende maand 90 tot 95% van de landbouwers hun geld hebben ontvangen.


X Noot
1

Nieuwe Oogst, 18 februari.

Naar boven