Vraag 2 t/m 7
Is het waar dat zowel de rechtbank in Zwolle-Lelystad als die in Leeuwarden hebben vastgesteld dat er geen uitzonderingen
mogelijk zijn van de Benelux-overeenkomst die onder meer het gebruik van restlichtversterkers, knaldempers en het gebruik
van kunstlicht tijdens de jacht c.q. beheer en schadebestrijding verbiedt?
Kunt u toelichten of er provincies zijn waar gebruik van restlichtversterkers, knaldempers, kunstlicht, audiovisuele registratieapparatuur
of anderszins volgens het Benelux-verdrag verboden jachtmiddelen worden gedoogd? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat opgetreden dient te worden tegen het gebruik van middelen die volgens het Benelux-verdrag niet zijn
toegestaan bij jacht en/of beheer en schadebestrijding en dat vergunningen waarin dergelijke middelen worden gedoogd c.q toegestaan,
vernietigd dienen te worden? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid de Algemene Inspectie Dienst (AID) opdracht te geven tot versterkt toezicht op het gebruik van genoemde illegale
jachtmiddelen? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat een provincie als Gelderland die in haar vergunningen toestemming heeft gegeven tot het gebruik van
genoemde verboden middelen daarmee heeft aangezet tot wetsovertreding c.q stroperij? Zo ja, bent u bereid de provincie Gelderland
hierop aan te spreken en herhaling onmogelijk te maken? Zo nee, waarom niet?
Kunt u uiteenzetten waarom het zo lang geduurd heeft alvorens er een eenduidig oordeel kwam over toepassing van het Benelux-verdrag,
gelet op eerder gestelde vragen?2
Antwoord 2 t/m 7
Onlangs hebben zowel de rechtbank Leeuwarden, als de rechtbank Zwolle-Lelystad zich uitgesproken over de ruimte die de Benelux-overeenkomst
biedt voor het gebruik van restlichtversterkers, geluiddempers en kunstlicht tijdens de jacht en beheer en schadebestrijding.
Tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden heeft de provincie Friesland hoger beroep aangetekend. De rechtbank Zwolle-Lelystad
heeft slechts de aangevraagde voorlopige voorziening toegewezen, maar deze is evenmin onherroepelijk geworden. Zolang de vraag
welke middelen op grond van de Benelux-overeenkomst mogen worden gebruikt tijdens de jacht en beheer en schadebestrijding
onder de rechter is, kan en wil ik hier niet inhoudelijk op ingaan. Zodra de rechterlijke uitspraak over de interpretatie
van de Benelux-overeenkomst onherroepelijk is geworden, zal ik mij beraden over te nemen stappen, waarover ik de Kamer zal
informeren.