Vragen van het lid
Verhoeven
(D66) aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het bericht «Nederlandse bedrijfsleven raakt verder
achterop met R&D» (ingezonden 21 januari 2011).
Antwoord van minister
Verhagen
(Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 23 februari 2011).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het CBS-bericht «Nederlandse bedrijfsleven raakt verder achterop met R&D»?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat onderzoek één van de basisgrondstoffen van innovatie is?
Antwoord 2
Ja, onderzoek is een belangrijke basisfactor voor innovatie, naast bijvoorbeeld menselijk kapitaal en ondernemerschap.
Vraag 3
Heeft u nog altijd de ambitie om tot de top 5 van kenniseconomieën te horen?
Antwoord 3
Ja, die ambitie is in het Regeerakkoord ook expliciet genoemd. De ambitie heeft betrekking op de prestaties van de gehele
kenniseconomie. R&D is hiervoor een belangrijke factor, maar zeker niet de enige. Menselijk kapitaal is een andere bepalende
factor voor de prestaties van de kenniseconomie.
Vraag 4
Wat is uw analyse van het feit dat Nederland qua private kennisinvesteringen niet in de top 5 staat, maar binnen de Organisatie
voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) op plaats 16, achter Tsjechië, maar net nog voor Hongarije?
Antwoord 4
Dat de private R&D-uitgaven in Nederland relatief laag zijn in vergelijking met het buitenland is niet nieuw. De Nederlandse
sectorstructuur (relatief veel diensten en relatief weinig hightech in de industrie) vormt hiervan de belangrijkste oorzaak.
Daarnaast is een hoofdoorzaak dat de R&D-uitgaven van buitenlandse bedrijven in Nederland laqer zijn dan op grond van de openheid
van de Nederlandse economie zou mogen worden verwacht. Nederlandse bedrijven doen veel onderzoek in het buitenland, maar Nederland
trekt relatief veel minder R&D van buitenlandse bedrijven aan.2
Vraag 5
Hoort Nederland volgens u thuis op plaats 16?
Antwoord 5
Nee, de Nederlandse ambitie ligt hoger. Met het nieuwe bedrijfslevenbeleid en de integrale aanpak op topsectoren zet het kabinet
alle zeilen bij om de zaak in beweging te krijgen. Dat het bedrijfsleven commitment toont aan de aanpak stemt positief. Maar
we moeten tegelijkertijd de blik niet vernauwen tot investeringen in R&D; dat is te beperkt om de diversiteit van het innovatieproces
recht te doen en de innovatiekracht van Nederland af te meten. Investeringen zijn input. Uiteindelijk gaat het om de outputprestaties.
Nederland is een van de meest welvarende landen ter wereld en scoort hoog op bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking
en de arbeidsproductiviteit per gewerkt uur. Ook de wetenschappelijke prestaties zijn van wereldklasse en de technologische
output gemeten aan de hand van aantallen octrooien is hoog. In het Innovation Union Scoreboard 2010 van de Europese Commissie
is Nederland op een brede index voor innovatie (met 24 achterliggende indicatoren) gestegen naar een achtste positie in de
EU27. Er is dus geen reden tot pessimisme.
Vraag 6, 7
Wat zou de Nederlandse ambitie moeten zijn in percentage bruto binnenlands product (BBP) voor private kennisinvesteringen?
Welke plaats in een rangorde van OESO-landen heeft u qua private kennisinvesteringen voor ogen?
Antwoord 6, 7
Het kabinet bepaalt de Nederlandse ambitie voor de R&D-uitgaven (publiek en privaat) in het kader van het Nationaal Hervormingsprogramma,
als nationale invulling van de Europese doelstelling voor R&D (zie Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 21 501-30, nr. 248). Het Nationaal Hervormingsprogramma zal in april 2011 aan de Europese Commissie worden gezonden en vooraf met de Tweede
Kamer worden besproken.
Vraag 8, 9
Welke plannen gaat u inzetten om het Nederlandse bedrijfsleven grotere kennisinvesteringen te laten doen?
Hoe denkt u dat u door het verdelen van minder specifieke innovatiemiddelen, gezien de huidige bezuinigingen, over meer terreinen,
gezien de plannen met de economische topgebieden, een vergroting bereikt van de private onderzoeksinvesteringen?
Antwoord 8, 9
Hiervoor verwijs ik u naar de hoofdlijnen van het nieuwe bedrijfslevenbeleid, beschreven in de brief «Naar de top». Die brief
is op 4 februari 2011 naar de Tweede Kamer gestuurd.
X Noot
1Cbs.nl, «Nederlandse bedrijfsleven raakt verder achterop met R&D», 17 januari 2011.
X Noot
2Innovatieplatform, ‘Analysis of the Netherlands’ private R&D position’, september 2008.