Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over particulier grondeigendom van de staatssecretaris (ingezonden 14 februari 2011).

Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 18 februari 2011).

Vraag 1

Klopt het dat u per 1 februari jl. uw particulier grondeigendom waarover u natuursubsidie ontving hebt verkocht voor € 1,– met een terugkoopbeding als u geen staatssecretaris meer bent? Kunt u de reden van deze constructie toelichten?1

Antwoord 1

Ja. Hiermee heb ik ook het eigendom overgedragen, na eerder het belang al op afstand geplaatst te hebben.

Vraag 2

Heeft u aan de minister-president bij uw aantreden als staatssecretaris gemeld dat u gronden in eigendom had waarover u natuursubsidie ontvangt? Heeft hij met u besproken dat er sprake zou kunnen zijn van belangenverstrengeling bij de uitoefening van uw ambt daar u als staatssecretaris natuurbeheer in portefeuille heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat waren zijn en uw afwegingen daarbij?

Antwoord 2

Uit het gesprek met de formateur worden geen mededelingen gedaan. Ik verwijs u naar de brief van de minister-president van 15 oktober 2010, 32 417, nr. 18.

Vraag 3

Was u als gedeputeerde van Groningen verantwoordelijk voor het natuurbeleid in Groningen? In hoeverre was u als gedeputeerde voor landbouw en natuur zelf direct of indirect verantwoordelijk voor plaatsing van uw terreinen op de kaart van het provinciale natuurgebiedsplan?

Antwoord 3

In mijn derde periode als gedeputeerde in het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen, april 2007–mei 2009, was ik gedeputeerde voor landbouw, natuur, milieu en bestuurlijke organisatie. De plaatsing van deze gronden binnen de begrensde EHS heeft plaatsgevonden geruime tijd voor dat ik als gedeputeerde aantrad.

Vraag 4, 5 en 6

In hoeverre heeft u zelf een rol gespeeld in de procedure van subsidietoekenning aan de aanvraag die uw ex-vrouw heeft ingediend?

Is een dergelijke constructie opgezet om te verhullen dat u mede eigenaar van de gronden bent waarover subsidie is verkregen? Zo nee, waarom niet?

Erkent u dat een dergelijke handelwijze de schijn van belangenverstrengeling oproept? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4, 5 en 6

Daarin heb ik geen enkele rol gespeeld. De subsidieaanvraag is bij de Rijksoverheid, het toenmalige Ministerie van LNV, ingediend en door de toenmalige minister van LNV toegekend.

Vraag 7

Vindt u met de kennis en inzicht van heden dat u destijds juist hebt gehandeld? Zou u nu weer hetzelfde doen? Kunt u uw antwoord nader motiveren?

Antwoord 7

Ja. Zoals ik in mijn brief van 2 februari 2011 heb aangegeven, hebben mijn toenmalige echtgenote en ik een subsidieverzoek ingediend bij het toenmalige Ministerie van LNV. Dit is conform alle gangbare regels ingediend en afgehandeld. Daarna heb ik zowel als gedeputeerde, als als Staatssecretaris, geen enkele betrokkenheid gehad bij dit subsidieverzoek.


X Noot
1

Afschrift openbaar register.

Naar boven