Vragen van de leden Pechtold (D66), Cohen (PvdA), Roemer (SP), Halsema (Groenlinks), Rouvoet (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP) en Thieme (PvdD) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over afrekenbare en controleerbare kabinetsdoelen met betrekking tot marktwerking in de cure (ingezonden 13 december 2010).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 24 januari 2011).

Vraag 1

Klopt het dat het kabinet de marktwerking in de cure wil uitbreiden?1

Antwoord 1

Het kabinet heeft in het regeerakkoord uiteengezet dat zij voornemens is een aantal samenhangende maatregelen te nemen die tezamen beogen de curatieve zorg meer te enten op beloning naar prestatie en daarmee meer ruimte te geven voor ondernemerschap.

Het gaat in het bijzonder om de volgende maatregelen:

  • Uitbreiden van de vrije prijsvorming, het zogenaamde het B-segment;

  • Verbeteren van de prijs-kwaliteitsverhouding door de invoering van uniforme productdefinities (DOT);

  • Afschaffen van de functionele bekostiging vanwege het gelijktrekken van de bekostigingssystematiek. In de bekostigingssystematiek worden ook kwaliteitscriteria opgenomen;

  • In verantwoord tempo afschaffen van de ex-post compensaties voor zorgverzekeraars;

  • Mogelijk maken van winstuitkering onder voorwaarden die ervoor zorgen dat de publieke belangen van het zorgstelsel gewaarborgd zijn;

  • Doorzetten van het wetsvoorstel Wet Marktordening Gezondheidszorg (WMG) waarmee wordt beoogd de macrobeheersing van de uitgaven in ieder geval in de transitiefase naar prestatiebekostiging te versterken;

  • Voortzetten van geïnitieerde maatregelen ter bevordering van samenhangende sturing op kwaliteit, richtlijnconformiteit, verzekerde aanspraak en pakketbeheer en verankeren middels samenvoeging van relevante instituties op dit terrein in een Kwaliteitsinstituut.

Deze set aan maatregelen moet in 2015 € 0,09 mld en structureel € 0,325 mld opleveren. Ik zal begin 2011 de speerpunten van mijn beleid uiteenzetten in een brief aan de Tweede Kamer; daarin zal ik in brede zin ingaan op de hierboven genoemde maatregelen.

Ten aanzien van de invoering van prestatiebekostiging ben ik voornemens om in februari 2011 een brief naar de Tweede Kamer te sturen over de voorgenomen uitwerking van de bijbehorende maatregelen.

Vraag 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8

Wat is het exacte doel, uitgedrukt in meetbare indicatoren?

Welke effect- en prestatie-indicatoren worden gehanteerd?

Wat is het uitgangspunt (nulmeting) per 1 januari 2011 uitgedrukt in deze meetbare indicatoren?

Wat zijn de tussendoelen voor deze doelstelling op 31 december in 2011, 2012, 2013, 2014 en 2015?

Wat gaat het kabinet doen om deze doelstelling te bereiken?

Wanneer gaat het kabinet dit doen?

Welke instrumenten en middelen zijn er beschikbaar om deze doelen te bereiken?

Antwoord 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8

Ik streef er naar om begin 2011 in genoemde brieven in te gaan op de doelen, instrumenten en middelen met betrekking tot de kabinetsagenda rondom marktwerking in de cure en prestatiebekostiging.

Vraag 9

Op welke manier en wanneer gaat het kabinet jaarlijks verantwoording afleggen?

Antwoord 9

De Tweede Kamer ontvangt al minimaal halfjaarlijks een voortgangsrapportage, conform de motie Van der Veen (TK 29 248, nr. 57). Hierin zijn in elk geval opgenomen de gegevens over de prijs- en volumeontwikkelingen in het B-segment, de stand van zaken rondom de kapitaallasten en de stand van zaken rondom de vereenvoudiging van de DBC’s. Gezien deze inhoud kunnen deze periodieke rapportages tevens dienstbaar zijn als voortgangsrapportages rondom de feitelijke implementatie van de agenda rondom prestatiebekostiging.


XNoot
1

Financiële bijlage regeerakkoord, pagina 18.

Naar boven