Vragen van het lid Ormel (CDA) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de bestrijding van de eikenprocessierups (ingezonden 12 mei 2010).

Mededeling van minister Verburg (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 4 juni 2010).

Vraag 1

Is het verspreidingsgebied van de eikenprocessierups, sinds mijn vragen in augustus 2004 over chaos bij de bestrijding van deze rups, toegenomen en kunt u uiteenzetten welke inspanningen u hebt ondernomen om deze verspreiding tegen te gaan?1

Vraag 2

Wat is uw oordeel over een proef om de eikenprocessierups te bestrijden door parasitering?

Vraag 3

Zijn er risico’s voor verspreiding van deze parasiet onder rupsen van andere vlindersoorten?

Vraag 4

Is er een vergunning vereist voor het uitzetten van parasieten ter bestrijding van insectensoorten?

Vraag 5

Acht u de klinische symptomen die bij mensen door brandharen van de eikenprocessierups kunnen worden veroorzaakt en door u in de beantwoording van eerdere vragen2 omschreven, slechts overlast of een risico voor de volksgezondheid?

Vraag 6

Acht u het in het belang van de volksgezondheid nodig om de eikenprocessierups harder aan te pakken ? Wordt het geen tijd voor een landelijk gecoördineerd bestrijdingsprogramma en meer aandacht voor onderzoek naar de bestrijdingsmogelijkheden? Zo ja, welke stappen kunnen worden verwacht? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

De door het lid Ormel (CDA) gestelde vragen over de bestrijding van de eikenprocessierups kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord vanwege de noodzakelijke interdepartementale afstemming.


XNoot
1

Dit is de dag, 10 mei 2010.

XNoot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2004–2005, nr. 1933.

Naar boven