Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 2430 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 2430 |
Wat is uw reactie op het artikel «Subsidiekraan PGO-organisaties druppelt»?1
Uit dit artikel komt een beeld naar voren dat alle, en dat zijn er ruim 200, patiënten-, gehandicapten en ouderenorganisaties er financieel op achteruitgaan. Dit beeld is onjuist en doet geen recht aan het vele positieve wat er gebeurt in de pgo-wereld.
De historisch gegroeide ongelijkheid tussen de subsidiebedragen van de pgo-organisaties wordt gelijkgetrokken. Daardoor ontvangen 30 pgo-organisaties, stapsgewijs in vier jaar tijd, uiteindelijk in 2012 minder instellingssubsdie. In het genoemde artikel zijn vooral deze organisaties aan het woord.
Tot 2008 ging er jaarlijks ca. € 30 miljoen aan subsidies naar de pgo-organisaties. Vanwege het belang dat de staatssecretaris en ik destijds hechtten aan de pgo-organisaties hebben wij vanaf 2008 jaarlijks structureel € 10 miljoen extra uitgetrokken (TK 29214. nr. 24). Dit bedrag is bij het herzien van de subsidieregeling in stand gebleven. Van bezuinigen is dus geen sprake. Van dit bedrag gaat overigens circa driekwart naar de instellingssubsidies en wordt een kwart besteed aan projectsubsidies.
Erkent u dat het projectsubsidiesysteem enkel subsidies toekent aan projecten die in uw straatje vallen, zoals de directeur van de CSO stelt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Nee, projectsubsidies hebben tot doel bij te dragen aan het versterken van de positie van patiënten, gehandicapten en ouderen in de stelsels van zorg en ondersteuning. Dit doel is vastgelegd in het met het veld besproken en aan Uw Kamer voorgelegde beleids- en beoordelingskader. De onafhankelijke Programmaraad die de projecten beoordeelt op hun relevantie en kwaliteit, heeft bij de beoordeling van de inhoudelijke relevantie van de projecten gekeken of aan het gestelde doel wordt voldaan.
De directeur van CSO doelt op projecten zoals het participeren in pensioenfondsen. Deze projecten zijn in de eerste ronde inderdaad niet toegekend, omdat ik van mening ben dat projecten gericht op zorg en ondersteuning de voorkeur verdienen. In een aangenomen motie Willemse-Van der Ploeg c.s. (TK 29214 nr. 41) van 17 december 2009 is echter gevraagd bij de toekenning van de projectsubsidies vanaf de tweede tranche op alle doelstellingen het levensbrede terrein volwaardig mee te nemen». Bij brief van 23 december (TK 29214, nr. 44) aan Uw Kamer heb ik daarom aangegeven dat daar met de tweede tranche wel rekening mee wordt gehouden.
Hoe oordeelt u over de stelling van de directeur van LOC Zeggenschap die stelt dat de onafhankelijkheid van de cliëntenbeweging in gevaar komt? Kunt u uw antwoord toelichten?
De directeur van het LOC geeft aan dat de plannen steeds meer bij moeten dragen aan het beleid. Voor de projectsubsidies (ca. een kwart van het totaal beschikbare bedrag) klopt dat inderdaad, daarmee wil ik dat pgo-organisaties een bijdrage leveren aan het beleid om de positie van de patiënt, gehandicapte of ouderen te versterken. Mijn beleid definieer ik dit bewust ruim, om ruimte te laten voor initiatieven van de organisaties. De instellingssubsidies (ca. driekwart van totaal beschikbare budget) kunnen organisaties naar eigen inzicht besteden en hoeven pas achteraf te worden verantwoord. Ik ben van mening dat de onafhankelijkheid niet in gevaar komt, temeer niet omdat de versterking van de positie van de patiënt, gehandicapte of ouderen convergeert met de kerndoelstelling van PGO-organisaties zelf.
Op welke wijze komt u cliëntorganisaties, zoals KansPlus, tegemoet zoals toegezegd in het algemeen overleg van december 2009?
Zoals aangegeven in het algemeen overleg van 3 december ben ik bereid om de hardheidsclausule uit de Subsidieregeling PGO toe te passen voor een incidentele overbruggingsbijdrage, wanneer blijkt dat organisaties in zulke onoverkomelijke financiële problemen raken dat zij zich niet meer kunnen kwalificeren voor de tweede tranche projectsubsidies. Over eventuele toepassing van de hardheidsclausule besluit ik per individueel geval. Ik heb de Unit Fonds PGO van het CIBG gevraagd om aanvullende informatie op te vragen bij organisaties die zich met financiële problematiek hebben gemeld. Als harde randvoorwaarde geldt wel dat alle pgo-organisaties uiterlijk in 2013 de instellingssubsidie ontvangen waar zij overeenkomstig de systematiek van de nieuwe subsidieregeling recht op hebben. Om in aanmerking te kunnen komen voor een overbrugging zullen organisaties dus met dat perspectief moeten kunnen en willen voortbestaan.
Bent u van mening dat het verdwijnen van cliëntorganisaties, zoals Pandora, gewenst resultaat is van uw beleid? Kunt u uw antwoord toelichten?
Nee, met het wijzigen van de subsidieregeling beoog ik gelijke organisaties op gelijke wijze te subsidiëren. Dat sommige organisaties hierdoor minder subsidie krijgen is daarvan een uitkomst. Deze vermindering vindt plaats over vier jaar tijd. Organisaties hebben dus tijd om aan deze vermindering te wennen. Voor die organisaties voor wie dat te kort is, geldt mijn antwoord op vraag vijf. Ik wil graag benadrukken dat de subsidie voor het overgrote deel van de organisaties gelijk blijft, of zelfs stijgt.
De Stichting Pandora heeft overigens zelf besloten haar activiteiten elders onder te brengen en niet verder te zoeken naar andere mogelijkheden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2430.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.