Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het verheerlijken van een Hamas-topterrorist door de Palestijnse autoriteiten (ingezonden 15 april 2010).

Antwoord van minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 4 mei 2010).

Vraag 1 en 2

Heeft u kennisgenomen van het feit dat de Palestijnse Autoriteit (PA) opnieuw een topterrorist (Yahya Ayash) wil vereren door een straat in Ramallah – waar de PA zetelt – naar hem te vernoemen?1

Hoe beoordeelt u deze daad van de PA, waarbij een Hamas-terrorist wordt geëerd die verantwoordelijk is voor de dood van honderden burgers en expliciet de Oslo-akkoorden wilde saboteren?

Antwoord 1 en 2

Ik ben bekend met het bericht. De verantwoordelijkheid voor vernoeming van straten ligt in de Palestijnse Gebieden (PG) bij de gemeentebesturen. Het besluit om een straat in Ramallah te vernoemen naar de Hamasstrijder Yahya Ayash is reeds in 1998 door het toenmalige gemeentebestuur van Ramallah genomen en niet door de PA. De regering verwerpt dit besluit van het gemeentebestuur, aangezien het bijdraagt aan het verheerlijken van terreur en geweld.

Vraag 3 en 4

Bent u bereid om – in navolging van onder meer de Verenigde Staten – op de meest krachtige wijze publiek afstand te nemen van dit voornemen en tevens te bevorderen dat ook de EU dit voornemen van de PA krachtig veroordeelt?

Gegeven het feit dat de PA onlangs ook een plein vernoemd heeft naar een terroriste, Mughrabi, op welke wijze heeft u, zoals toegezegd aan de Kamer, er bij de PA op aangedrongen dat deze uitwassen zo snel mogelijk moeten worden gestopt?2 Heeft u hier ook in internationaal verband werk van gemaakt? Hoe heeft de PA daarop gereageerd? Hoe beoordeelt u het feit dat de PA nu gewoon doorgaat met het verheerlijken van terroristen?

Antwoord 3 en 4

De recente vernoeming van een rotonde in Ramallah naar de terroriste Dalal Mughrabi valt eveneens onder de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur van Ramallah, die wordt gedomineerd door vertegenwoordigers van Hamas en andere radicale groeperingen. In mijn contacten met de PA laat ik desalniettemin niet na kenbaar te maken dat de PA zich dient te houden aan de verplichtingen die het onder de Routekaart voor de Vrede heeft aangegaan, waaronder ook het stopzetten van ophitsing en haatzaaien door officiële Palestijnse instanties. De EU draagt dit ook consequent uit. De Nederlandse vertegenwoordiger bij de PA heeft namens mij bij de burgemeester van Ramallah, mw. Janet Michael (die in 2005 als onafhankelijke kandidaat verkozen is tot het burgemeesterschap) geprotesteerd tegen vernoeming van straten naar bekende terroristen.

Vraag 5

Gegeven deze houding van de Palestijnse autoriteiten ten aanzien van terroristische daden jegens Israëli’s, welke consequenties verbindt u hieraan voor uw inzet voor het vredesproces en dergelijke? Is het in dit klimaat niet volstrekt illusoir om op kortere termijn te streven naar een tweestatenoplossing en Israël daartoe aan te zetten? Moeten deze praktijken niet veeleer een aansporing vormen om primair van onderop te streven naar een verbetering van de verhoudingen tussen Palestijnen en Israëli’s?

Antwoord 5

Ik moge verwijzen naar mijn antwoord op de identieke vraag die hierover is gesteld in de Kamervragen waarnaar in vraag 4 hierboven wordt verwezen.

Vraag 6

Welke effectieve maatregelen wil u aan de EU en de internationale gemeenschap voorstellen om snel een einde te maken aan deze wanpraktijken van de PA? Welke sancties zou de internationale gemeenschap kunnen verbinden aan het blijven verheerlijken van terroristen door de PA? Bent u bereid dergelijke mogelijke sancties op zo kort mogelijke termijn te bevorderen?

Antwoord 6

De PA kan in deze aangelegenheden niet verweten worden rechtstreeks bij te dragen aan ophitsing. Bij monde van president Abbas heeft de PA zich duidelijk uitgesproken tegen terrorisme en voor onderhandelingen als de oplossing voor het Palestijns-Israëlisch conflict. Zolang de PA deze weg blijft volgen, ziet de regering geen aanleiding voor het treffen van sancties. Wij zullen echter de PA blijven aanspreken op noodzaak tot het tegenaan van aanzetten tot geweld en van verheerlijking van terroristen in de Palestijnse gebieden.


XNoot
1

Intelligence & Terrorism Information Center, 12 april 2010

http://www.terrorism-info.org.il/site/home/default.asp

XNoot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 1823.

Naar boven