Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
1617
Vragen van het lid De Wit (SP) aan de minister van Justitie
over het verkopen van informatie door gerechtsdeurwaarders. (Ingezonden 26 mei 1999)
1
Kunt u de juistheid bevestigen van het bericht dat ruim 55 gerechtsdeurwaarderskantoren
persoonlijke informatie over het (betaal)gedrag van particulieren en ondernemingen
verkopen aan wie daarin is geïnteresseerd en daarvoor betaald?1
2
Is het volgens u geoorloofd dat deurwaarders door hen verzamelde informatie
in de aanbieding doen en te gelde maken? Zo ja, op grond van welke wettelijke
bepalingen?
3
Dreigt er op deze manier – na de recent in het nieuws gekomen handelsinformatiebureaus –
in ons land een «handel» te ontstaan in persoonlijke gegevens?
4
Is de Registratiekamer over dit initiatief van de bedoelde deurwaarderskantoren
om advies gevraagd, en zo ja, wat was haar oordeel?
5
Indien, zoals uit genoemd bericht blijkt, de in de aanbieding zijnde gegevens
niet alleen afkomstig zijn van deurwaarders, van wie komen die gegevens dan
nog verder?
6
Is u bekend voor welk bedrag de deurwaarders, verenigd in Incass Groep
Nederland hun gegevens hebben verkocht aan Experian Nederland?
7
Is naar uw mening de privacy van de burger nog wel voldoende gewaarborgd
als informatie over hem vrij te verkrijgen is voor wie dat maar wil en ongeacht
het doel waarvoor men die informatie inwint?
8
Vormt dit bericht voor u aanleiding een nader onderzoek in te stellen
en te bezien of nadere regelgeving nodig is ter bescherming van de privacy
van de burger?
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid
Weekers, ingezonden 26 mei 1999.
Antwoord
Antwoord van minister Korthals (Justitie) en staatssecretaris Cohen (Justitie). (Ontvangen 23 juni 1999)
1
Voor de beantwoording van deze vraag moge verwezen worden naar de beantwoording
van de vragen van het lid Weekers, met name vraag 1.1
2
Nee, dat is niet geoorloofd. Door de gerechtsdeurwaarder verkregen informatie
bij de uitoefening van zijn beroep valt onder zijn geheimhoudingsplicht. Tegen
schending van de geheimhoudingsplicht kan door het hoofd van dienst van het
college waarbij de gerechtsdeurwaarder is aangesteld disciplinair worden opgetreden.
Daarnaast vloeit de plicht tot geheimhouding voort uit de Gedragsregels van
de Koninklijke Vereniging van Gerechtsdeurwaarders. Er kan derhalve tevens
uit hoofde van het verenigingstuchtrecht tegen schending van de geheimhoudingsplicht
worden opgetreden.
3 en 7
Voor zover er onrechtmatige handel in persoonsgegevens dreigt te ontstaan,
zal daar met de beschikbare middelen tegen worden opgetreden.
4
Nee, tussen de betrokken gerechtsdeurwaarderskantoren en de Registratiekamer
heeft over deze aangelegenheid geen voorafgaand overleg plaatsgevonden. Evenmin
heeft overleg plaatsgevonden met het ministerie van Justitie.
5 en 6
Zoals uit de beantwoording van vraag 1. van het lid Weekers moge blijken
wordt door de betrokken gerechtsdeurwaarders geen informatie verkocht die
uit hoofde van praktijkuitoefening is verkregen. De Incass Groep Nederland
heeft mij meegedeeld dat de gegevens onder andere door Experian rechtstreeks
zijn ontrokken uit openbare registers (handelsregister, registers op basis
van de Faillissementswet e.d.). Het onderzoek van de Registratiekamer strekt
er mede toe de herkomst van gegevens in beeld te brengen.
8
Voor de beantwoording deze vraag moge verwezen worden naar de beantwoording
van vraag 2 van het lid Weekers.
XNoot
1 De Telegraaf, 21 mei jl.
XNoot
1 Aanhangsel Handelingen nr. 1616, Vergaderjaar 1998–1999.