Vragen van het lid Van der Linden (Fractie-Nanninga) medegedeeld aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake NOW-gelden aan failliete bedrijven (ingezonden 20 oktober 2022).

Antwoorden van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 5 december 2022).

Vraag 1a

Is de Minister ermee bekend dat tijdens het optuigen van grote steunpakketten zoals de NOW aan het begin van de COVID-crisis, we een debat gevoerd hebben over de onwenselijke uitbetaling van NOW-steun aan failliete bedrijven?

Antwoord 1a

Ja, daar ben ik mee bekend.

Vraag 1b

Kan de Minister aangeven hoe zij heden ten dage aankijkt tegen de volgende uitspraak van haar voorganger destijds:1 «...Eerder is in de schriftelijke antwoorden duidelijk gemaakt dat er zo'n 6 miljoen euro aan NOW-subsidie is uitgekeerd aan bedrijven die inmiddels failliet zijn gegaan. Het is niet duidelijk hoeveel daarvan is uitgekeerd aan bedrijven die al in staat van faillissement verkeerden op het moment dat deze gelden zijn uitgekeerd. Ik zal uitleggen waarom dat zo is. In beginsel wordt geen geld uitgekeerd aan reeds failliete of in staat van surseance verkerende bedrijven. Het uitkeren van NOW-subsidies aan failliete bedrijven wordt natuurlijk onwenselijk geacht. Deze bedrijven hebben op grond van de NOW ook geen recht op subsidie als ze in staat van faillissement verkeren. Dat is de juridische vraag die de heer Van der Linden heeft gesteld.»

Antwoord 1b

Ik zou deze uitspraak graag willen aanvullen. Voor elke voorschotbetaling checkt UWV op basis van de eigen werkgeversadministratie (WGA) of een bedrijf failliet is verklaard of in surseance van betaling verkeert. Als dit zo is, zal UWV niet overgaan tot de betaling. Omdat UWV de voorschotten bij de meeste NOW-tranches in twee of drie keer heeft uitbetaald, kan het zo zijn dat een aanvrager al wel een gedeelte van het (totale) voorschot heeft ontvangen, waarna het bedrijf alsnog failliet ging. De resterende betalingen van het voorschot zijn dan niet meer uitgekeerd. Daarnaast speelt ook mee dat er een beperkte vertraging zit tussen de verwerking van de betaling en de aanlevering van de gegevens van de WGA. Hierdoor bestaat er dus een, weliswaar kleine, kans dat een betaling van UWV een faillissementsuitspraak kruist.

Het kan ook zo zijn dat een bedrijf failliet gaat ná de betreffende NOW-subsidieperiode, dus na uitkering van de voorschotten. Dat houdt dan in dat gedurende de NOW-subsidieperiode de werknemers nog in dienst waren en hun loon doorbetaald hebben gekregen. Over deze periode bestaat dan ook recht op NOW, natuurlijk ook mede afhankelijk van de daadwerkelijke omzetdaling die het bedrijf heeft geleden. Wanneer een bedrijf failliet is gegaan voordat deze een vaststellingsaanvraag voor de NOW heeft ingediend, zal UWV aan de curator vragen dit alsnog te doen. In het geval van faillissement neemt de curator de rol van de werkgever over. Wanneer uit de door de curator ingediende vaststellingsaanvraag blijkt dat er te veel NOW-voorschot is uitgekeerd, zal UWV deze vordering indienen bij de curator. Wanneer blijkt dat er te weinig NOW-voorschot is uitgekeerd, zal UWV dit nabetalen aan de curator. De werknemers waren in dat geval gedurende de betreffende NOW-periode nog in dienst en er bestaat dan dus recht op NOW (als daarbij ook aan alle andere NOW-voorwaarden is voldaan).

Vraag 2a

Is het juist dat er een kentering van beleid heeft plaatsgevonden ten aanzien van het recht op subsidie van failliete bedrijven? Zo ja, wanneer en wat was de reden daar dan van?

Antwoord 2a

Nee dat is niet juist. Het beleid zoals mijn voorganger heeft geschetst geldt nog steeds. Bij mijn antwoord op vraag 1b heb ik dit beleid nader toegelicht.

Vraag 2b

Is de Minister bekend met bijgaande NOW-factsheet voor curatoren van het UWV? Kan zij toelichten hoe zich dat verhoudt tot ons debat van destijds?

Antwoord 2b

Ja, ik ben met deze factsheet bekend. Zoals uit het antwoord op vraag 1b blijkt, kan een curator een rol spelen bij het indienen van een vaststellingsaanvraag. Vanuit dienstverleningsoogpunt heeft UWV, in samenwerking met de Vereniging Insolventierecht Advocaten (INSOLAD), de factsheet opgesteld.

Vraag 2c

Kan de Minister artikel 22 van deze factsheet verhelderend toelichten? Daar staat in dat het UWV geen NOW-regelingen met elkaar verrekent. En dat tijdens faillissementen afspraken gemaakt kunnen worden over deelbetalingen op NOW-vorderingen, ter compensatie van niet uitgekeerde NOW-nabetalingen. Wat is de bedoeling van deze werkwijze, ook in relatie tot voorgaand geciteerd debat?

Antwoord 2c

De curator wordt door de rechtbank aangewezen op het moment dat een bedrijf failliet wordt verklaard. De curator neemt na een faillissement de bedrijfsvoering en bevoegdheden van het bedrijf over en heeft de (wettelijke) taak om schulden en baten te vereffenen. Als de curator een vaststellingsaanvraag doet en er blijkt recht te zijn op een nabetaling voor een specifieke NOW-tranche omdat aan de voorwaarden is voldaan (waaronder loondoorbetaling tijdens de subsidieperiode), dan wordt deze nabetaling uitbetaald, ook al zijn er openstaande vorderingen bij deze werkgever (c.q. curator) met betrekking tot andere NOW-tranches. Binnen de NOW-systematiek is automatische verrekening (systeemtechnisch) niet mogelijk. Dit is inherent aan de snelle totstandkoming en uitvoering van de regeling sinds april 2020. Handmatige verrekening is voor UWV ook niet uitvoerbaar gebleken omdat dit zeer arbeidsintensief en foutgevoelig is.

Hierbij bestaat wel het risico dat een curator alleen vaststellingen aanvraagt voor de regelingen waarbij hij een nabetaling verwacht, en bij tranches waarvoor moet worden terugbetaald, geen vaststellingsaanvraag indient. Om dit risico te verkleinen, zoekt UWV bij grote nabetalingen (vanaf € 50.000) altijd contact met de curator om afspraken te maken over de te verrekenen NOW-schuld, waarbij verrekening tussen verschillende NOW-periodes ook wordt besproken.

Vraag 3

Is de Minister ermee bekend dat curatoren op grote schaal NOW-afrekeningen opstellen van failliete bedrijven, met als doel om extra middelen in de boedel te laten vloeien? Hoe beoordeelt de Minister dit?

Antwoord 3

UWV herkent niet dat er op grote schaal vaststellingsaanvragen door curatoren worden ingediend. Wanneer de curator een vaststelling aanvraagt en uit de vaststelling blijkt dat het bedrijf recht had op een nabetaling, dan dient UWV volgens de wet- en regelgeving deze aan de curator uit te betalen. Het is vervolgens aan de curator hoe deze de ontvangen gelden meeneemt en verdeelt in de boedel.

Vraag 4

Heeft het kabinet overwogen om in te grijpen in de regelingen en met maatregelen te komen om NOW-afrekeningen waarbij gelden vloeien naar failliete bedrijven onmogelijk te maken? Zo ja, waarom is dat niet gebeurd? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Een belangrijke maatregel om onterechte uitbetaling bij een faillissement te voorkomen is de check die UWV doet bij elke NOW-voorschotbetaling, zie hiervoor ook het antwoord op vraag 1b. Wanneer een bedrijf failliet gaat, vraagt UWV conform het reguliere proces de curator altijd om een vaststellingsaanvraag in te dienen. Wanneer een curator geen vaststellingsaanvraag doet, zal uiteindelijk het volledige voorschotbedrag door UWV worden terugvorderen bij de curator. Hierbij moet worden opgemerkt dat, zoals ook in de recent verstuurde brief «Stand van zaken NOW oktober 2022»2 waarvan uw Kamer een afschrift heeft ontvangen, UWV bij de NOW een concurrente schuldeiser is. Een concurrente schuldeiser zal doorgaans nooit de gehele vordering, en veelal slechts een klein bedrag, voldaan krijgen.

Vraag 5

Kan de Minister een inschatting geven hoeveel het totale bedrag aan coronasteunpakketten (NOW, TVL, etc.) er tot op heden is uitgekeerd aan bedrijven, nadat ze failliet verklaard zijn? Indien mogelijk per regeling en hoe dit zich in de tijd heeft ontwikkeld.

Antwoord 5

Met betrekking tot de NOW is het voor UWV niet mogelijk om deze bedragen te expliciteren. Dat komt omdat een deel van deze bedrijven of de curator geen vaststellingsaanvraag heeft ingediend, of nóg geen vaststellingsaanvraag hebben ingediend want veel vaststellingsloketten staan nog open. Van de circa 1200 faillissementen sinds maart 2020 (van bedrijven die gebruik hebben gemaakt van de NOW) zijn er meer dan 1000 nog lopend. UWV weet in deze gevallen dan ook niet hoeveel zij nog zal ontvangen. Daarbij merk ik graag op dat het bedrag dat is uitgekeerd aan failliete bedrijven niet noodzakelijkerwijs onterecht is uitgekeerd, zoals ook in het antwoord op vraag 1b is uiteengezet. Daarnaast zijn er failliete bedrijven waarbij de (terug)betalingsverplichtingen zijn overgegaan op de ex-ondernemer als natuurlijk persoon of op de rechtsopvolger.

Met betrekking tot de TVL zijn er alleen gegevens bekend van aanvragen die reeds zijn vastgesteld. Over TVL-aanvragen die (nog) niet zijn vastgesteld zijn geen gegevens bekend. Het kan dat een deel van deze bedrijven of de curator (nog) geen vaststellingsaanvraag heeft ingediend. Bij de vastgestelde TVL-aanvragen gaat het om 13 ondernemingen, waarbij het totaalbedrag € 93.000 bedraagt. Daarbij merk ik op dat ook TVL die is uitgekeerd aan failliete bedrijven niet noodzakelijkerwijs onrechtmatig of doelmatig is uitgekeerd. De TVL is immers bedoeld om in de vaste lasten van een onderneming te voorzien; een eventueel faillissement hoeft dat niet uit te sluiten. Mocht blijken dat de gefailleerde onderneming geen recht heeft op TVL, dan wordt de subsidie teruggevorderd.

Vraag 6

Kan de Minister aangeven hoeveel zij nog aan afrekeningen en uitbetalingen aan steunpakketten verwacht te doen aan reeds failliet verklaarde bedrijven?

Antwoord 6

Nee, dat is op dit moment niet mogelijk. Ten eerste omdat niet kan worden voorspeld of, wanneer en hoeveel bedrijven onverhoopt failliet gaan.

Ten tweede omdat op dit moment de vaststellingsloketten van de NOW3 tot en met NOW6 (ofwel: aanvraagperiode 3 t/m 8) nog openstaan. Het laatste loket van de NOW6 sluit pas in de zomer van 2023 en vervolgens krijgen aanvragers nog langer de tijd om een vordering terug te betalen. Pas daarna is het mogelijk om een eindstand van de totale NOW-afrekening op te maken. UWV stelt de komende jaren alles op alles om alle vaststellingsaanvragen, ook bij afrekeningen van failliete bedrijven, definitief vast te stellen en eventuele terugvorderingen en nabetalingen te voldoen.

Vraag 7a

Is de Minister bekend met het artikel «Als bedrijf coronasteun gehad en toch failliet gegaan? Dan gaat de bank met het geld lopen» in het AD?3 Kan de Minister kort reflecteren op de belangrijkste bevindingen in dit artikel?

Antwoord 7a

Ja, ik ben bekend met dit artikel. In de antwoorden op voorgaande vragen ben ik reeds ingegaan op de meeste bevindingen uit het artikel. Hieronder ga ik graag nog in op twee onderwerpen, namelijk het claimen van pandrecht door banken en de situatie dat terugbetaling aan UWV zou leiden tot een faillissement.

  • 1. Het claimen van pandrecht door banken

    In het artikel wordt beschreven dat banken claimen pandrecht te hebben op loonsteun. UWV werkt niet mee aan stille/onderhandse verpanding, omdat de aard van de NOW zich er tegen verzet dat een vordering kan worden overgedragen. De NOW is immers bedoeld als ondersteuning voor werkgevers bij het zoveel mogelijk doorbetalen van salarissen. Bij de afhandeling van een faillissement door een curator met een bank, is UWV geen partij. In de uitspraak (waar in het artikel naar wordt verwezen) bevestigt de rechter dat verpanding van NOW-subsidies niet is toegestaan. In deze specifieke casus was er echter sprake van verrekening door de bank en die verrekening mocht volgens de rechter plaatsvinden omdat de bank te goeder trouw handelde, omdat in deze specifieke casus de bank niet wist dat er een faillissement aan zat te komen. Als een bank ná faillissement dus toch wil verrekenen, kan de curator hier op basis van deze uitspraak tegen ageren.

  • 2. Faillissement als gevolg van terugbetaling aan UWV

    Het artikel beschrijft ook dat in sommige gevallen een terugbetaling kan leiden tot faillissement. Het is mogelijk dat ook in de toekomst dergelijke situaties zich zullen voordoen. Inherent aan de systematiek van de NOW is dat het voorschot gebaseerd was op onder meer een inschatting van het omzetverlies van het bedrijf en dat er een reële kans was dat dit omzetverlies positiever (lager) zou uitvallen. Dat betekent dat het bedrijf de NOW-subsidie (deels) moet terugbetalen. UWV biedt ruime terugbetalingsmogelijkheden. Wanneer bedrijven aangeven niet (direct) te kunnen terugbetalen, zijn er renteloze terugbetalingsafspraken te maken met UWV tot maximaal 5 jaar. Bedrijven kunnen met UWV ook een betaalpauze van maximaal 1 jaar afspreken (binnen de maximale 5 jaar). UWV heeft aangegeven dat veel werkgevers de NOW-vordering direct terugbetalen en dat in de meeste andere situaties deze terugbetalingsafspraken vooralsnog voldoen. In de periodieke monitoringsbrieven informeren ik uw Kamer ook over de stand van zaken met betrekking tot terugvorderingen en terugbetalingen van NOW-subsidies.

Vraag 7b

Ziet de Minister mogelijkheden om op korte termijn bij te sturen op in dit artikel geschetste ongewenste praktijken? Zo ja, welke mogelijkheden? En wat levert dit op? Zo niet, waarom kan dit niet of wil de Minister dit niet?

Antwoord 7b

In de antwoorden op verschillende bovenstaande vragen is reeds ingegaan op het staande beleid, waarin UWV alles binnen de (juridische) mogelijkheden doet om aanvragen vast te stellen en te veel uitbetaalde subsidies terug te vorderen en evt. nabetalingen te voldoen. Ik zie geen aanleiding om aanpassingen te doen aan het huidige beleid.

Naar boven