Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 26 juni 2008 over de ministeriële regeling voor splitsingsplannen.

De voorzitter:

Ik heet de minister van Economische Zaken welkom.

De heer Samsom (PvdA):

Voorzitter. Er gaat iets niet helemaal goed bij de voorgenomen splitsing van de energiebedrijven. In de motie die ik daarover indien, wordt uitgelegd wat er aan de hand is en wat wij daaraan moeten doen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de energiebedrijven uitvoering geven aan de splitsing op grond van de Wet onafhankelijk netbeheer;

constaterende dat er aanwijzingen zijn dat de netbeheerders daarbij een te hoge schuldpositie toebedeeld krijgen;

overwegende dat daardoor de investeringen in de netten en uiteindelijk de leveringszekerheid in gevaar kunnen komen;

overwegende dat dit in strijd is met de bedoeling van de Wet onafhankelijk netbeheer;

overwegende dat correctie achteraf moeilijk zal zijn en kan leiden tot grote vertraging;

verzoekt de minister, de energiebedrijven per ommegaande te informeren dat het buitenproportioneel belenen van de netbedrijven krachtens de Wet onafhankelijk netbeheer ontoelaatbaar is;

verzoekt de minister om al haar beschikbare bevoegdheden, al dan niet via de Energiekamer, in te zetten om de overbelening van de netbeheerders tegen te gaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Samsom, Hessels, Ortega-Martijn, Jansen, Van der Vlies, Ouwehand, Neppérus en Graus.

Zij krijgt nr. 70(30212).

Minister Van der Hoeven:

Voorzitter. Het uitgangspunt is helder. De wet eist een gezonde netbeheerder. Dat is mijn toetsingskader en dat heb ik ook aangegeven. Om dat te realiseren, biedt de Wet onafhankelijk netbeheer ook een aantal extra waarborgen. Ik wijs op de AMvB financieel beheer, de maximering van de tegenprestatie voor economisch eigendom – dat is het punt waar het om draait – en de splitsingsplannen. Er zullen dus eisen worden gesteld aan de financiële slagkracht van de netbeheerder. Ik ben het zeer met de Kamer eens dat een te hoge schuldpositie niet kan. De NMa zal strikt toezien op naleving van de AMvB, wat een goede zaak is. Sinds afgelopen dinsdag moet de netbeheerder beschikken over het economische eigendom van het net en de wet heeft ook de tegenprestatie gemaximeerd. Er mag dus niet te veel voor betaald worden. Daar wordt ook op toegezien.

Voorts kan ik naar aanleiding van splitsingsplannen een aanwijzing geven, bijvoorbeeld als er geen financieel gezonde netbeheerder ontstaat. Dat is naar mijn mening ook waar de motie op duidt. Ik wijs er verder op dat de netbeheerder geen handelingen mag aangaan die strijdig kunnen zijn met het eigen belang. Het aangaan van een te hoge schuld valt daaronder. De wet eist dat de wijze van splitsing zo veel mogelijk bijdraagt aan een beheerste tariefsontwikkeling. Ook dit betekent dat er sprake moet zijn van een gezonde netbeheerder.

Kortom: aan de manier waarop ik op de motie reageer, merkt men wel dat ik de inhoud van de motie kan plaatsen. Ik zal daarom het oordeel over de motie graag aan de Kamer overlaten en de motie, indien zij wordt aangenomen, met genoegen uitvoeren. Overigens verwacht ik dat alle Kamerleden hun eigen partijgenoten bij gemeente en provincie – dat zijn de aandeelhouders – aansporen om zelf zorgvuldig invulling te geven aan hun rol, wat ook inhoudt het borgen van de belangen van het netbeheer. Als gemeenten of provincies zich met een te hoge schuld laten opzadelen, zijn zij immers zelf de klos. Wij hebben dat gezien in Eindhoven en dat moeten wij geen tweede keer hebben.

De voorzitter:

Het is bijna jammer dat u zelf geen motie mag indienen, maar wij hebben het begrepen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De stemming over de motie zal aan het eind van de vergadering plaatsvinden.

Voorzitter: Verbeet

Naar boven