Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 9 april 2008 over de Landbouw- en Visserijraad.

De voorzitter:

Ik deel de leden mee dat wij er, gelet op de overvolle agenda, van uitgaan dat u alle argumenten hebt gewisseld in het algemeen overleg en dat u nu slechts de gelegenheid krijgt om, als u dat wilt, moties in te dienen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik zal voldoen aan alle criteria die u zojuist hebt genoemd. Ik heb drie moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie het levend plukken van ganzen voor dons afwijst omdat het onnodig pijn, leed en letsel veroorzaakt en omdat dit een inbreuk vormt op artikel 3 van Richtlijn 98/58/EG;

constaterende dat in Hongarije nog steeds ganzen levend worden geplukt voor dons en dat dit dons vrij verhandeld kan worden binnen de Europese Unie;

constaterende dat de Europese Commissie begin 2006 heeft aangegeven, een inbreukprocedure te overwegen, maar dat deze tot op heden nog niet is gestart;

verzoekt de regering, er bij de Europese Commissie op aan te dringen om de inbreukprocedure tegen Hongarije te starten om daarmee een einde te maken aan het levend plukken van ganzen voor dons,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand en Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 277(21501-32).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie het levend plukken van ganzen voor dons afwijst omdat het onnodig pijn, leed en letsel veroorzaakt en omdat dit een inbreuk vormt op artikel 3 van Richtlijn 98/58/EG;

constaterende dat in Hongarije nog steeds ganzen levend worden geplukt voor dons en dat dit dons vrij verhandeld kan worden binnen de Europese Unie;

constaterende dat producten waarin dit dons is verwerkt, ook op de Nederlandse markt worden verkocht;

constaterende dat deze producten niet als zodanig zijn geëtiketteerd, waardoor consumenten mogelijk ongewild en zonder het te weten producten aanschaffen waarin dons van levend geplukte ganzen is verwerkt;

verzoekt de regering, een etiketteringsplicht in te voeren voor producten waarin dons van levende ganzen is verwerkt en de Kamer hierover binnen een halfjaar te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand en Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 278(21501-32).

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter, mag ik een vraag stellen?

De voorzitter:

Nee. Het gaat nu alleen om het indienen van moties. Straks kan dat eventueel bij het antwoord van de minister.

De heer Atsma (CDA):

Wij mogen toch vragen aan mevrouw Ouwehand hoe zij dit gerealiseerd had willen hebben?

De voorzitter:

Ik ga ervan uit dat de minister daar straks op ingaat. Mevrouw Ouwehand, uw derde motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,Ouwehand

constaterende dat de FAO begin juni een conferentie organiseert over voedselzekerheid, waaraan de Nederlandse regering zal deelnemen;

overwegende dat de minister van LNV in dit kader heeft aangegeven, vooral geïnteresseerd te zijn in de problematiek rondom biobrandstoffen, maar dat de voedselzekerheiddiscussie veel verder strekt dan deze problematiek;

van mening dat de Kamer zich moet kunnen uitspreken over de Nederlandse inzet tijdens de conferentie;

verzoekt de regering om de voedselzekerheiddiscussie in brede zin te benaderen en haar inzet, standpunten en thema's in het kader van de FAO-conferentie over voedselzekerheid tijdig aan de Kamer kenbaar te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand en Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 279(21501-32).

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie heeft geen behoefte meer om een motie in te dienen.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering totdat de minister over de moties beschikt.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Verburg:

Voorzitter. Met begrip voor het kerstregime op deze prachtige aprildag zoom ik – als u mij toestaat – in op de ingediende moties.

De eerste motie verzoekt de regering er bij de Europese Commissie op aan te dringen de inbreukprocedure tegen Hongarije te starten om daarmee een einde te maken aan het, voor het verkrijgen van dons, levend plukken van ganzen. Ik heb tijdens het AO gezegd dat de Europese Commissie hiervoor volop aandacht heeft. De Europese Commissie doorloopt een proces en weegt af of er een inbreukprocedure noodzakelijk is. Ik ontraad deze motie, omdat ik de indruk heb dat de Europese Commissie hier zorgvuldig mee bezig is.

De tweede motie verzoekt de regering om een etiketteringsplicht in te voeren voor producten waarin dons van levende ganzen is verwerkt en om de Kamer hierover binnen een half jaar te informeren. Ook deze vraag heeft mevrouw Ouwehand al tijdens het AO gesteld. Ik heb daarin aangegeven dat etikettering een zaak van het bedrijfsleven – de keten – zelf is. Als het gaat om dons uit Hongarije, dan is het voor de overheid al helemaal geen begaanbare weg, maar het principiële punt is dat etikettering een zaak van het bedrijfsleven zelf is. Ik ontraad ook deze motie.

De derde motie verzoekt de regering om de voedselzekerheiddiscussie in brede zin te benaderen en haar inzet, standpunt en thema's in het kader van de FAO-conferentie over voedselzekerheid tijdig aan de Kamer kenbaar te maken. Ik moet hier opmerken dat mevrouw Ouwehand dan in het AO slecht heeft opgelet. Het spijt mij dat te moeten constateren, maar ik ben de minister die als eerste zegt dat als het gaat om de keuze – de competitie – tussen voedsel en brandstoffen, voorrang en voorkeur moeten worden gegeven aan de mond. Daar neem ik helemaal niets van terug. Dat zal ook uit de inzet voor de FAO-conferentie blijken. Ik heb daar tijdens de conferentie van november 2007 mede het initiatief toe genomen. Ik heb gezegd dit punt op de agenda te zetten. Dat was voor dat het allemaal heel hoog ging opspelen. Het speelt pas een paar maanden hoog op. Ik heb dit in november al op de agenda gezet omdat ik dit soort discussies en debatten al zag aankomen. Tijdens datzelfde overleg heb ik aangekondigd dat ik de inzet van de regering naar uw Kamer zou sturen. Dat alles maakt deze motie overbodig.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik heb mij laten vertellen dat de argumenten rondom deze moties inderdaad gewisseld zijn in het AO. De ingediende moties worden op de stemmingslijst voor morgenavond geplaatst.

Naar boven