Waterschapsblad van Waterschap Drents Overijsselse Delta
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Waterschap Drents Overijsselse Delta | Waterschapsblad 2025, 9750 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Waterschap Drents Overijsselse Delta | Waterschapsblad 2025, 9750 | beleidsregel |
Activabeleid 2025 van Waterschap Drents Overijsselse Delta
Hoofdstuk 2 Activering en waardering
Het kan voorkomen dat een actief ‘om niet’ wordt overgenomen. Een dergelijk actief is normaal in bedrijf en vertegenwoordigt derhalve een bepaalde waarde. Dit actief wordt opgenomen in de activa administratie en vertegenwoordigt geen waarde op de balans. Hiervoor zal in de jaarrekening een toelichting worden opgenomen.
De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs wordt in beginsel zowel de inzet van eigen personeel als de rente (bouwrente), over het tijdvak waarin de vervaardiging van het actief plaatsvindt opgenomen.
Een materieel vast actief waarvoor een financieel leasecontract is aangegaan en waarbij het waterschap het genot heeft, het risico op waardeverandering draagt en bijvoorbeeld kosten van onderhoud, verzekering betaalt (economisch eigendom), wordt op de balans onder de materiële vaste activa verantwoord. Bij operational lease is geen sprake van economisch eigendom en wordt het actief niet op de balans opgenomen. Een dergelijke verplichting wordt wel nader in de jaarstukken toegelicht.
Artikel 4 Inzet van eigen personeel
Kosten voor aansturing en ondersteuning van direct bij de realisatie van het actief betrokken eigen medewerkers mogen door middel van een opslag op de uurtarieven van het personeel dat direct bijdraagt aan de realisatie worden geactiveerd. Dekkingsverschillen tussen de werkelijke kosten en de doorbelasting worden in beginsel naar rato toegerekend aan de onderhanden werken. Het DB stelt hiervoor een uitwerkingsnotitie op.
Subsidievoorschotten die werkelijk ontvangen zijn, maar vanwege de voortgang naar rato van het project nog niet toegerekend mogen worden en daarom als vooruitontvangen bedrag op de balans staan, worden op basis van het gemiddelde verrekend met de gemiddelde boekwaarde van het project (toe te rekenen bouwrente). De uiteindelijk (per saldo) netto toegerekende bouwrente mag niet lager dan nul zijn.
Artikel 8 Onderhoud, groot onderhoud en componentenmethode
Onderhoud is erop gericht om een activum in goede staat te houden en ervoor te zorgen dat dit gedurende zijn gebruiksduur goed blijft functioneren. De kosten van dit onderhoud worden in de exploitatierekening verantwoord, tenzij er sprake is van een groot onderhoudsinvestering die leidt tot levensduurverlenging, kwaliteitsverbetering en/of verplicht is om daarmee te voldoen aan wettelijke voorschriften. In een dergelijke situatie mogen de kosten worden geactiveerd, mits deze boven de minimale ondergrens voor activering uitkomen.
Activering vindt waar mogelijk plaats volgens de componentenbenadering. Dit houdt in dat uitgaven voor een bepaald onderdeel van het actief, waarvan de vervanging telkens na een langere gebruiksperiode plaatsvindt, bij aanvang van het gebruik van het actief als afzonderlijk activacomponent met bijbehorende afschrijvingstermijn wordt geactiveerd en afgeschreven. De desbetreffende component van het actief moet op het moment van activering als zelfstandig financieel onderdeel herleidbaar zijn. Dit component wordt dan afgeschreven tot aan het moment van vervanging (d.w.z. aan het einde van de gebruiksduur) conform bestand beleid. De investering wordt opnieuw geactiveerd, waarna dit afzonderlijke component opnieuw op dezelfde wijze wordt afgeschreven (zie bijlage: Toelichting).
Hoofdstuk 3 Afschrijving en waardering
Artikel 9 Afschrijvingsmethode
Budget voor nazorg is maximaal gelijk aan het verschil tussen het beschikbare krediet en de uitgevoerde deelactivering, tenzij anders door het kredietverstrekkende orgaan wordt besloten. Na oplevering van de nazorg-fase vindt activering plaats. De afschrijvingstermijn eindigt op hetzelfde moment als de afschrijvingstermijn van de bijbehorende deelactivering.
Artikel 10 Afschrijvingstermijnen
Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden afgeschreven in 5 jaar, mits dit actief ook tot stand komt. Wanneer later blijkt dat het actief om wat voor redenen dan ook niet doorgaat, zal de boekwaarde in één keer worden afgeschreven ten laste van de exploitatie in het betreffende jaar.
Voorbereidingskosten (in de vorm van een separaat investeringskrediet) worden afgeschreven in dezelfde termijn als ook het project waartoe ze behoort. Wanneer een project een lange voorbereidingstijd kent dan wordt het verstandig geacht om op voorhand al te starten met de afschrijving op deze kosten gedurende de termijn dat ook het project wordt afgeschreven. Wanneer later blijkt dat een project om wat voor redenen dan ook niet doorgaat, zal de boekwaarde in één keer worden afgeschreven ten laste van de exploitatie in het betreffende jaar.
Indien de afschrijvingstermijnen genoemd in lid 4 niet voorzien in een duiding van de verwachte economische levensduur van een actief; wordt een nadere inschatting gemaakt op basis van algemeen geaccepteerde standaarden (bijv. opgave fabrikant). De ingeschatte levensduur wordt ter vaststelling voorgelegd aan het kredietverstrekkende bestuursorgaan.
Op het moment van activeren wordt bekeken of de aangegeven afschrijvingstermijn bij het vrijmaken van het investeringskrediet nog steeds correct is voor het gerealiseerde c.q. verkregen actief. Hierbij wordt tevens getoetst of conform de raming de afschrijvingstermijn van toepassing is voor het gehele actief of dat er bijvoorbeeld op basis van de uitgevoerde werkzaamheden sprake is van verschillende afschrijvingstermijnen. Indien dit laatste het geval is, wordt op het moment van activeren op basis van een financiële onderbouwing bepaald welke afschrijvingstermijn van toepassing is voor welk deel van het opgeleverde actief.
Voor het toerekenen van rentekosten tijdens de afschrijvingsperiode wordt gebruik gemaakt van de renteomslag-methode. De renteomslag-methode gaat uit van totaalfinanciering. Dit wil zeggen dat er geen verband wordt gelegd tussen individuele activa en de wijze van financiering. Hierbij worden de rentelasten periodiek toegerekend aan de kostendragers op basis van de boekwaarde per 1 januari van reeds geactiveerde investeringen. De toegerekende rente komt ten laste van de exploitatie.
Artikel 12 Desinvestering, sloopkosten en verkoop
Van een desinvestering is sprake, als een vast actief, voordat het volledig is afgeschreven, uit het productieproces wordt gehaald, vanwege sloop, verkoop of buitengebruikstelling. Op dat moment moet de restant boekwaarde als een extra afschrijving in één keer ten laste van de exploitatierekening gebracht worden en wordt het actief uit de activa- administratie verwijderd.
De toe te rekenen bouwrente wordt als volgt berekend:
Activering van het OHW (geheel of gedeeltelijk) vindt in principe per ultimo het boekjaar plaats.
Bij de berekening van de toe te rekenen bouwrente wordt rekening gehouden met de maand waarin het project opgeleverd/gestart is. De bouwrente wordt dus naar rato berekend.
Aanschaf/bouw van een gebouw met een kostprijs van € 2.000.000. Op het moment van investeren worden de volgende schattingen gemaakt m.b.t. het gebouw zelf, de lift en de dakbedekking. De gebruiksduur van het gebouw bedraagt 40 jaar. Eens per 10 jaar dient de bitumenlaag van het dak te worden vervangen (investering € 50.000). De lift zal om de vijf jaar worden geïnspecteerd en er zullen onderdelen worden vervangen. Het investeringsbedrag voor de lift bedraagt € 100.000. Na vijf jaar wordt de lift daadwerkelijk aangepakt ten bedrage van € 110.000 en na acht jaar wordt de dakbedekking vervangen ten bedrage van € 45.000.
Indien de oorspronkelijke bestanddelen van de dakbedekking en de lift volgens de componenten-benadering zijn afgesplitst van de totale kostprijs, worden de afschrijvingen als volgt bepaald:
Na vijf jaar wordt de lift aangepakt: de kosten van de vervanging ad € 110.000 wordt als nieuw afzonderlijk bestanddeel geactiveerd en wordt vervolgens afgeschreven over de verwachte levensduur. Er is geen desinvestering noodzakelijk, aangezien de boekwaarde van het liftbestanddeel aan het eind van jaar vijf nihil is.
De kostprijs van het vervangen van de dakbedekking na acht jaar ad. € 45.000 wordt als nieuw afzonderlijk bestanddeel geactiveerd als onderdeel van het gebouw en wordt afgeschreven over de verwachte gebruiksduur. Aangezien de dakbedekking eerder wordt vervangen dan was voorzien, wordt de resterende boekwaarde van de initiële investering, ad € 10.000 (= € 50.000 minus 8 x € 5.000 afschrijving) als boekverlies verantwoord in de exploitatie.
De huidige werkwijze van activering van levensduur verlengend groot onderhoud is conform de hierboven beschreven componentenbenadering.
Voorbeelden groot onderhoud (niet geactiveerd via de componentenmethode)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2025-9750.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.