Waterschapsblad van Waterschap Vechtstromen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Waterschap Vechtstromen | Waterschapsblad 2025, 9362 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Waterschap Vechtstromen | Waterschapsblad 2025, 9362 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Tweede wijziging Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Vechtstromen
In deze verordening wordt verstaan onder:
administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens alsmede het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van het waterschap en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;
Artikel 4 Vaststelling begroting en investeringskredieten
Voor investeringen die in de loop van het begrotingsjaar in uitvoering worden genomen en waarvoor geen autorisatie is verleend bij het vaststellen van het investeringskader per programma in de begroting, legt het dagelijks bestuur voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan het algemeen bestuur voor.
Artikel 5 Uitvoering begroting
Het dagelijks bestuur zorgt voor het per programma verzamelen en vastleggen van gegevens over de maatregelen die getroffen zijn en prestaties die geleverd worden, de doelstellingen en effecten die bereikt worden en de baten en lasten die gemaakt worden, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid en rechtmatigheid van de beheershandelingen, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur, kunnen worden getoetst.
Artikel 6 Actieve informatieplicht, tussentijdse rapportage en begrotingswijzigingen
Het algemeen bestuur autoriseert de secretaris-directeur om binnen het totaal van de door het algemeen bestuur geautoriseerde budgetten voor personeelslasten en -baten, programma-overstijgende begrotingswijzigingen door te voeren, mits het totaal van de personele lasten per saldo hetzelfde blijft en hierover in de beleids- en verantwoordingscyclus verantwoording wordt afgelegd
Artikel 6a Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording
Voor zover het totaalbedrag aan rechtmatigheidsfouten of het totaalbedrag aan onduidelijkheden in het kader van de financiële rechtmatigheid hoger is dan de verantwoordingsgrens zoals deze door het algemeen bestuur wordt vastgesteld in het controleprotocol,
neemt het dagelijks bestuur deze op in de rechtmatigheidsverantwoording.
In de paragraaf bedrijfsvoering in het jaarverslag worden de geconstateerde rechtmatigheidsfouten of onduidelijkheden nader toegelicht, voor zover het totaalbedrag aan rechtmatigheidsfouten of het totaalbedrag aan onduidelijkheden groter is dan de rapporteringsgrens, zoals deze door het algemeen bestuur wordt vastgesteld in het controleprotocol.
Artikel 6b Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium als bedoeld in artikel 1 heeft betrekking op de eisen/voorwaarden die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Artikel 6c Begrotingscriterium
Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal per programma geautoriseerde investeringskader. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaal per programma geautoriseerde investeringskader, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.
Onder tijdig wordt verstaan bij de momenten in de door het algemeen bestuur vastgestelde beleids- en verantwoordingscyclus als bedoeld in artikel 2.
Voor de overschrijdingen of onderschrijdingen die zijn ontstaan in het begrotingsjaar, geldt dat het melden en toelichten in het jaarverslag als tijdig wordt gezien.
Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 9 april 2025.
Het algemeen bestuur,
dr. S.M.M. Kuks, watergraaf
drs. R.I. Andringa, secretaris
Toelichting Tweede wijziging Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Vechtstromen
De Wet versterking decentrale rekenkamers bevat naast de wettelijke verplichting tot het instellen van een volledig onafhankelijke, extern samengestelde rekenkamer ook de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording door het dagelijks bestuur.
Met het van kracht worden van de Wet versterking decentrale rekenkamers is het dagelijks bestuur met ingang van het verslaggevingsjaar 2025 voortaan verplicht zelf een verklaring afleggen over de vraag of de in de jaarrekening opgenomen financiële feiten in overeenstemming met de daarvoor geldende regelgeving tot stand zijn gekomen.
Met deze rechtmatigheidsverantwoording wordt het gesprek over de financiële rechtmatigheid tussen het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur gestimuleerd met als doel de kaderstellende en controlerende rol van het algemeen bestuur op dit vlak te versterken. Naar verwachting zal de rechtmatigheidsverantwoording een kwaliteitsimpuls geven aan de interne processen en beheersing bij het waterschap, zodat het dagelijks bestuur kan steunen op een adequaat functionerend systeem. Omdat het dagelijks bestuur ook beheersmaatregelen moet formuleren om onrechtmatigheden in de toekomst te voorkomen, zal naar verwachting ook meer vooruitgekeken worden naar het oplossen van onrechtmatigheden.
Waar de accountant voorheen een oordeel vormde over de getrouwheid én rechtmatigheid van de jaarverslaggeving, beperkt de accountant zich nu tot een oordeel over het getrouwe beeld van de jaarrekening.
De rechtmatigheidsverantwoording van het dagelijks bestuur maakt (straks) onderdeel uit van de jaarrekening. Hierdoor ziet het getrouwheidsoordeel van de accountant in de toekomstige situatie ook op de rechtmatigheidsverantwoording die afgelegd wordt door het dagelijks bestuur. De accountant geeft vanaf het verslaggevingsjaar 2025 dus geen afzonderlijk oordeel meer over de rechtmatigheid.
De invoering van een rechtmatigheidsverantwoording heeft onder meer als doel:
Het geven van een impuls aan de kaderstellende en controlerende rol van het algemeen bestuur, voor wat betreft de rechtmatigheid van de baten, lasten en balansmutaties. De Rekenkamer heeft een belangrijke taak bij het ondersteunen van het algemeen bestuur, bij het vellen van een oordeel over de rechtmatigheid. De rechtmatigheidsverantwoording door het dagelijks bestuur geeft een extra handvat aan rekenkamers, voor het beoordelen van de rechtmatigheid.
De verdere uitwerking van de rechtmatigheidsverantwoording heeft plaatsgevonden in hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit (De beleidsvoorbereiding en de -verantwoording). Zo zijn enkele begripsbepalingen toegevoegd en enkele bepalingen aangescherpt.
Het Waterschapsbesluit is verder (meer) in overeenstemming gebracht met het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), zodat voor provincies, gemeenten en waterschappen dezelfde voorschriften gelden.
Als laatste komt hoofdstuk 5 van het Waterschapsbesluit (De accountantscontrole) te vervallen. In het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO) staan de bepalingen voor de accountantscontrole voor gemeenten en provincies. Het BADO wordt van toepassing verklaart op de waterschappen.
De hiervoor beschreven wetsontwikkelingen treden voor de waterschappen in werking op 1 januari 2025, over het verslagjaar 2025.
En betekenen ook dat de financiële verordening van het waterschap zelf gewijzigd moeten worden. Met dit wijzigingsbesluit wordt de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Vechtstromen (op basis van artikel 108 Waterschapswet) gewijzigd.
In het kader van de rechtmatigheidsverantwoording worden een aantal begrippen verwijderd en toegevoegd.
De verslaggevingsregels zijn gericht op het leveren van een bijdrage aan de mogelijkheden om de beleidsbepalende, kaderstellende, controlerende en verantwoordende rol van het algemeen bestuur te versterken. Door het toepassen van de verslaggevingsregels kunnen het beleidsmatige karakter van met name de meerjarenraming, de begroting en de jaarstukken worden vergroot en kunnen deze instrumenten van uitvoeringsinformatie worden ontdaan.
In de Waterschapswet zijn de data genoemd wanneer de begroting (voor 1 december) en jaarrekening (voor 15 juli) aan de gedeputeerde staten verzonden (en dus vastgesteld) moeten zijn.
Binnen Vechtstromen kennen we (nu) vaste onderdelen in de bestuurlijke beleids- en verantwoordingscyclus (planning en control) in een begrotingsjaar: 1) meerjarenverkenning, 2) programmabegroting, 3) eerste begrotingswijziging, 4) bestuurlijke voortgangsrapportage, 5) eventueel een tweede begrotingswijziging en 6) het jaarverslag inclusief jaarrekening.
Het is dan niet langer nodig dat het algemeen bestuur nog jaarlijks apart de planning voor deze onderdelen vaststelt. Bij het vaststellen van de programmabegroting voor het volgende jaar wordt bepaald wanneer deze onderdelen aan het algemeen bestuur worden aangeboden.
Met dit artikel wordt geregeld dat, na vaststelling van de begroting, het dagelijks bestuur de beschikking krijgt over de financiële middelen die zijn opgenomen in de begroting. Daarbij wordt onderscheidt gemaakt naar baten en lasten per programma en de exploitatie en investeringen per programma.
Het totaal van alle investeringsmiddelen wordt het ‘investeringskader’ genoemd. Het investeringskader wordt als totaalbedrag per programma beschikbaar gesteld aan het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur mag vervolgens binnen dat kader per investering de benodigde budgetten (kredieten) verstrekken. Als een nieuwe investering wordt opgestart, die nog geen onderdeel was van de begroting, dan wordt hiervoor een apart voorstel voorgelegd aan het algemeen bestuur, voordat gestart wordt.
Tot 1 januari 2025 werd in het Waterschapsbesluit uitgegaan van de nettokostenmethodiek. In plaats daarvan moet per 1 januari 2025 inzicht worden gegeven in de ontwikkeling van de brutobaten en -lasten. Artikel 5 wordt hier op aangepast.
Inzicht in brutobaten en -lasten geeft meer inzicht dan de netto kosten. Weergave van brutobaten- en lasten betekent dat in beide inzicht wordt gegeven. Bij netto kosten wordt alleen inzicht in het saldo van deze twee gegeven. De informatiewaarde van het laatste getal is minder, omdat bijvoorbeeld een stijging van inkomsten een kostenstijging kan compenseren die daarmee onzichtbaar blijft. Door deze aanpassing krijgt het algemeen bestuur meer inzicht in de samenstelling en ontwikkeling van de kosten en opbrengsten per programma.
In dit artikel geeft het algemeen bestuur aan welke informatie het dagelijks bestuur moet verstrekken zodat het algemeen bestuur de uitvoering van de begroting kan volgen en kan besluiten of bijsturing nodig is.
Dit lid gaat over de verplichting voor het dagelijks bestuur om belangrijke afwijkingen van de beleidsuitvoering ten opzichte van het vastgestelde beleid tijdig aan het algemeen bestuur te melden.
In lid 2a en lid 2b is aangegeven dat het dagelijks bestuur het algemeen bestuur informeert als blijkt dat de daadwerkelijke lasten hoger worden dan waarvoor het dagelijks bestuur budget heeft gekregen van het algemeen bestuur. Het gaat dan om overschrijdingen van de lasten binnen de exploitatie van een programma, maar ook een overschrijding van de lasten van het investeringskader per programma. In lid 2, onder c en d is geregeld dat het dagelijks bestuur het algemeen bestuur informeert op het moment dat de inkomsten (baten), zowel binnen de exploitatie per programma, als het investeringskader per programma lager dreigen uit te vallen dan waar het algemeen bestuur een besluit over heeft genomen.
In lid 3 is geregeld dat het dagelijks bestuur voorstellen doet aan het algemeen bestuur als blijkt dat de baten en/of lasten per programma en/of investeringen bijstellingen behoeven. Hetzelfde geldt voor eventuele bijstelling van beleid, als blijkt dat dat nodig is.
Op dit moment kunnen personele baten en lasten twee keer per jaar worden aangepast. Dit zijn de formele momenten van begrotingswijzigingen (juli en november).
Dit komt door het gebruik van een systematiek van doorbelasting van personeelslasten. Hierdoor hebben mutatie op de personele baten en lasten al snel een programma-overstijgend effect. Dit is een bevoegdheid van het algemeen bestuur.
Het is wenselijk om ook tussentijds begrotingswijzigingen op personele budgetten door te kunnen voeren. Dit om de sturing en het inzicht in deze budgetten beter te kunnen waarborgen. Bijvoorbeeld op het monitoren van vacatureruimte en door het daadwerkelijk overhevelen van inhuur-, en opleidingsbudgetten die in beginsel (gedeeltelijk) centraal geraamd zijn, in plaats van decentraal per team.
Op dit moment worden deze kosten ook gemaakt, maar staan de budgetten en de realisatie (daadwerkelijke uitgaven) niet op dezelfde plek. Met deze wijzigingen kunnen we de stuurders in de organisatie beter inzicht te kunnen geven in de personele budgetten gedurende het jaar.
Met de voorwaarde dat de wijzigingen binnen het totaalsaldo van de personele baten en lasten blijft, wordt niet aan het budgetrecht van het algemeen bestuur gezeten, met uitzondering van de toewijzing per programma. In de jaarrekening wordt het algemeen bestuur geïnformeerd over de daadwerkelijke realisatie versus de begroting.
Hoofdstuk 2a gaat over de rechtmatigheidsverantwoording. Met ingang van het verslaggevingsjaar 2025 legt het dagelijks bestuur in het jaarverslag verantwoording af aan het algemeen bestuur over de financiële rechtmatigheid van zijn handelen.
Artikel 6a vloeit voort uit artikel 4.64, eerste lid, van het Waterschapsbesluit.
Het algemeen bestuur stelt de verantwoordingsgrens vast, waarboven het dagelijks bestuur over rechtmatigheidsfouten en onduidelijkheden rapporteert aan het algemeen bestuur. In dit lid wordt vastgelegd dat het algemeen bestuur de verantwoordingsgrens vastlegt in het Controleprotocol.
Het Waterschapsbesluit wordt in lijn gebracht met de regelgeving van het BADO (Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden). Dat betekent dat het BADO en de daarin opgenomen grenzen voor de rechtmatigheidsverantwoording ook voor waterschappen zullen gaan gelden.
Voor zowel rechtmatigheidsfouten als voor onduidelijkheden afzonderlijk geldt hetzelfde percentage. Rechtmatigheidsfouten en onduidelijkheden worden niet bij elkaar opgeteld.
Dit lid geeft aan boven welk bedrag afzonderlijke afwijkingen nader moeten worden toegelicht (rapportagegrens). Dat kan van toepassing zijn op zowel rechtmatigheidsfouten als onduidelijkheden afzonderlijk. Ook als één van deze twee onrechtmatigheden de verantwoordingsgrens niet overschrijden maar de rapportagegrens wel, moeten in die gevallen de onrechtmatigheden in de paragraaf bedrijfsvoering worden toegelicht. Bij de toelichting wordt ook aangegeven welke maatregelen worden genomen om deze afwijking in de toekomst te voorkomen.
Ook de rapportagegrens wordt vastgelegd in het Controleprotocol.
Artikel 6b Voorwaardencriterium
Met het voorwaardencriterium wordt bedoeld dat het waterschap zich aan alle regels moet houden bij financiële beheershandelingen, zoals bij subsidies, aanbestedingen en personeelskosten.
Dit lid geeft aan dat jaarlijks een normenkader ten aanzien van de rechtmatigheidsverantwoording door het algemeen bestuur moet worden vastgesteld.
Het door het algemeen bestuur vastgestelde normenkader wordt geoperationaliseerd in een toetsingskader voor de interne controle. In het toetsingskader wordt per wet, regeling en/of verordening vastgelegd welke artikelen relevant zijn voor de toetsing. Dit operationaliseren is een taak van het dagelijks bestuur en om deze reden niet opgenomen in deze verordening.
Artikel 6c Begrotingscriterium
Met het begrotingscriterium wordt bedoeld dat financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, en de balansposten, tot stand zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en de hiermee samenhangende programma’s.
Het algemeen en dagelijks bestuur leggen in dit artikel vast op welke wijze wordt omgegaan met begrotingsonrechtmatigheden. Hieruit moet blijken hoe afwijkingen geïnterpreteerd moeten worden in het kader van het uitoefenen van het budgetrecht door het algemeen bestuur.
De baten en lasten moeten zich bewegen binnen de door het algemeen bestuur goedgekeurde en vastgestelde budgetten. Dit lid regelt dat als er een overschrijding plaatsvindt er in principe sprake is van een begrotingsonrechtmatigheid.
In dit lid wordt vastgelegd wat onder tijdig moet worden verstaan. Wat tijdig concreet betekent, wordt bepaald door de ‘spelregels’ tussen het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur over het informeren over afwijkingen en wanneer nodig het vaststellen van begrotingswijzigingen bij onderschrijdingen van lasten of investeringsbudgetten en/of lagere of hogere baten dan begroot.
Voor het algemeen bestuur is belangrijk dat hij met de rechtmatigheidsverantwoording overzicht en inzicht heeft in het totaal aan begrotingsonrechtmatigheden voor zover die de verantwoordingsgrens overschrijden, en dat niet vooraf al bepaalde begrotingsonrechtmatigheden worden uitgezonderd van opname in de rechtmatigheidsverantwoording.
In de rechtmatigheidsverantwoording kan wel worden aangegeven voor welk bedrag aan afwijkingen van de begroting op basis van vooraf gemaakte interne afspraken, de conclusie is dat deze afwijkingen acceptabel zijn. Deze interne afspraken worden in dit lid van de verordening opgenomen. Overwegingen die meegenomen kunnen worden bij het maken van afspraken of afwijkingen van de begroting acceptabel zijn, zijn bijvoorbeeld:
De dan nog resterende afwijkingen vereisen een nadere toelichting in de rechtmatigheidsverantwoording en de paragraaf bedrijfsvoering
Artikel 6d Misbruik en oneigenlijk gebruik criterium
Van misbruik is sprake bij het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte overheidssubsidies of -uitkeringen te verkrijgen of niet dan wel een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen. Misbruik is onrechtmatig omdat wet- en regelgeving niet is nageleefd.
Van oneigenlijk gebruik is sprake als bij het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, het verkrijgen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving is maar in strijd met het doel en de strekking daarvan. Oneigenlijk gebruik is niet onrechtmatig omdat de wet- en regelgeving naar de letter van de wet wel is nageleefd.
Bij het bestrijden van misbruik passen beheersmaatregelen zoals misbruikpreventie, handhaving, misbruik- en fraudeopsporing en sancties. De beheersmaatregelen die passen bij oneigenlijk gebruik zijn handhaving, voorlichting, analyse toepassen en actualisering van wet- en regelgeving.
Geconstateerd misbruik waarbij het Misbruik en oneigenlijk gebruik-beleid juist is uitgevoerd en op een getrouwe wijze is verwerkt in de jaarrekening, wordt niet betrokken bij het opstellen van de rechtmatigheidsverantwoording. Wel moet in de paragraaf bedrijfsvoering inzicht worden gegeven in de aard en de (financiële) impact van het geconstateerde misbruik.
In dit artikel wordt de inwerkingtreding van dit besluit geregeld.
Aan de wijzigingen van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Vechtstromen wordt terugwerkende kracht verleend. In die zin dat de wijzigingen van toepassing zijn op het verslagjaar 2025.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2025-9362.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.