Tweede wijziging Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Vechtstromen

Het algemeen bestuur van het waterschap Vechtstromen;

 

gezien het advies d.d. 20 maart 2025;

 

gelet op de artikelen 56, 77 en 108 van de Waterschapswet en hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit;

 

BESLUIT

 

Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Vechtstromen als volgt te wijzigen.

Artikel I  

  • A.

    Artikel 1 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 1 Begrippen

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

    • -

      administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens alsmede het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van het waterschap en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

    • -

      administratieve organisatie: stelsel van organisatorische maatregelen dat is gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging;

    • -

      autorisatie: toestemming van het algemeen bestuur aan het dagelijks bestuur om in een bepaald jaar voor een bepaald doel uitgaven te doen en verplichtingen aan te gaan tot een bepaald bedrag;

    • -

      begrotingscriterium: criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door het algemeen bestuur geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;

    • -

      controleprotocol: het controleprotocol als bedoeld in artikel 4, van de Controleverordening waterschap Vechtstromen;

    • -

      doelmatigheid: de mate waarin bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen worden gerealiseerd;

    • -

      doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde doelen en effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald;

    • -

      financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van het waterschap, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

      • -

        de financiële positie;

      • -

        het financieel beheer;

      • -

        de uitvoering van de begroting;

      • -

        de uitvoering van investeringsprojecten;

      • -

        het afwikkelen van vorderingen en schulden;

      • -

        alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover;

    • -

      financiële rechtmatigheid: de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties in overeenstemming met de begroting en met relevante wettelijke voorschriften, waaronder mede begrepen de waterschapsverordeningen;

    • -

      misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium: criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en eigendommen van het waterschap bij financiële beheershandelingen;

    • -

      rechtmatigheidsverantwoording: verantwoording van het dagelijks bestuur waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving;

    • -

      voorwaardencriterium: criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen.

  • B.

    Artikel 2 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 2 Beleids- en verantwoordingscyclus

  • Het algemeen bestuur stelt de onderdelen van de beleids- en verantwoordingscyclus voor het begrotingsjaar en de periode van de meerjarenraming vast, en geeft jaarlijks bij het vaststellen van de programmabegroting aan op welke momenten deze onderdelen worden aangeboden.

     

  • C.

    Artikel 4 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 4 Vaststelling begroting en investeringskredieten

    • 1.

      Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting

      • a.

        de baten en lasten van de exploitatie; en

      • b.

        de baten en lasten van het investeringskader;

    • die per programma zijn opgenomen, alsmede de dekkingsmiddelen die naar kostendragers zijn opgenomen in de begroting.

    • 2.

      Met het vaststellen van de begroting is het dagelijks bestuur bevoegd tot het autoriseren van investeringskredieten.

    • 3.

      Voor investeringen die in de loop van het begrotingsjaar in uitvoering worden genomen en waarvoor geen autorisatie is verleend bij het vaststellen van het investeringskader per programma in de begroting, legt het dagelijks bestuur voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan het algemeen bestuur voor.

  • D.

    Artikel 5 kom te luiden:

    •  

    • Artikel 5 Uitvoering begroting

      • 1.

        Het dagelijks bestuur zorgt voor het per programma verzamelen en vastleggen van gegevens over de maatregelen die getroffen zijn en prestaties die geleverd worden, de doelstellingen en effecten die bereikt worden en de baten en lasten die gemaakt worden, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid en rechtmatigheid van de beheershandelingen, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur, kunnen worden getoetst.

      • 2.

        Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat de lasten van de programma’s en de investeringsuitgaven niet worden overschreden.

      • 3.

        Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat de baten, waaronder de dekkingsmiddelen die zijn opgenomen in de raming van de belastingopbrengsten en de inkomsten die in investeringskredieten zijn opgenomen, zoals geautoriseerd door het algemeen bestuur niet worden onderschreden.

    • E.

      In artikel 6 komt te luiden:

    •  

    • Artikel 6 Actieve informatieplicht, tussentijdse rapportage en begrotingswijzigingen

      • 1.

        Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur tijdig als de realisatie van het beleid in betekende mate afwijkt van hetgeen in de begroting is opgenomen.

      • 2.

        Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur als hij verwacht,

        • a.

          dat de lasten van een programma de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden; of

        • b.

          de investeringsuitgaven van het investeringskader per programma de geautoriseerde investeringsuitgaven dreigen te overschrijden; of

        • c.

          dat de baten van een programma de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden; of

        • d.

          de investeringsinkomsten van het investeringskader per programma de geautoriseerde investeringsinkomsten dreigen te onderschrijden.

      • 3.

        Indien noodzakelijk doet het dagelijks bestuur voorstellen aan het algemeen bestuur voor wijziging van de per programma geautoriseerde baten en lasten en het per programma geautoriseerde investeringskader alsmede bijstellingen van het beleid.

      • 4.

        Het algemeen bestuur autoriseert de secretaris-directeur om binnen het totaal van de door het algemeen bestuur geautoriseerde budgetten voor personeelslasten en -baten, programma-overstijgende begrotingswijzigingen door te voeren, mits het totaal van de personele lasten per saldo hetzelfde blijft en hierover in de beleids- en verantwoordingscyclus verantwoording wordt afgelegd

Artikel II  

  • A.

    Na artikel 6 wordt een nieuw hoofdstuk 2a toegevoegd, luidende:

  •  

  • Hoofdstuk 2a Rechtmatigheidsverantwoording

  •  

  • Artikel 6a Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording

    • 1.

      Het dagelijks bestuur legt na afloop van ieder begrotingsjaar verantwoording af aan het algemeen bestuur over de geconstateerde rechtmatigheidsfouten en onduidelijkheden in de jaarrekening door middel van een rechtmatigheidsverantwoording met in de paragraaf bedrijfsvoering een toelichting daarop.

    • 2.

      Voor zover het totaalbedrag aan rechtmatigheidsfouten of het totaalbedrag aan onduidelijkheden in het kader van de financiële rechtmatigheid hoger is dan de verantwoordingsgrens zoals deze door het algemeen bestuur wordt vastgesteld in het controleprotocol,

      neemt het dagelijks bestuur deze op in de rechtmatigheidsverantwoording.

    • 4.

      In de paragraaf bedrijfsvoering in het jaarverslag worden de geconstateerde rechtmatigheidsfouten of onduidelijkheden nader toegelicht, voor zover het totaalbedrag aan rechtmatigheidsfouten of het totaalbedrag aan onduidelijkheden groter is dan de rapporteringsgrens, zoals deze door het algemeen bestuur wordt vastgesteld in het controleprotocol.

  • Artikel 6b Voorwaardencriterium

    • 1.

      Het voorwaardencriterium als bedoeld in artikel 1 heeft betrekking op de eisen/voorwaarden die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.

    • 2.

      Het dagelijks bestuur biedt het algemeen bestuur jaarlijks een normenkader rechtmatigheid aan. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien.

  • Artikel 6c Begrotingscriterium

    • 1.

      De begrotingsrechtmatigheid als bedoeld in artikel 1 wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door het algemeen bestuur is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 4.

    • 2.

      Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal per programma geautoriseerde investeringskader. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaal per programma geautoriseerde investeringskader, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.

    • 3.

      Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd.

    • 4.

      Onderschrijdingen van de lasten of investeringsuitgaven en over- en onderschrijdingen van de baten of investeringsinkomsten worden niet als begrotingsonrechtmatigheid aangemerkt wanneer deze onder- en overschrijdingen tijdig aan het algemeen bestuur zijn gemeld.

    • 5.

      Onder tijdig wordt verstaan bij de momenten in de door het algemeen bestuur vastgestelde beleids- en verantwoordingscyclus als bedoeld in artikel 2.

      Voor de overschrijdingen of onderschrijdingen die zijn ontstaan in het begrotingsjaar, geldt dat het melden en toelichten in het jaarverslag als tijdig wordt gezien.

    • 6.

      Afwijkingen van de begroting worden als acceptabel aangemerkt in de volgende situatie:

      • a.

        er is sprake van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren;

    • 7.

      Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van het algemeen bestuur, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording, maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.

  • Artikel 6d Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium

    Het dagelijks bestuur zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen en eigendommen van het waterschap.

Artikel III  

  • A.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2025 over het verslagjaar 2025.

  • B.

    Dit besluit kan worden aangehaald als: Tweede wijziging Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Vechtstromen.

Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 9 april 2025.

Het algemeen bestuur,

dr. S.M.M. Kuks, watergraaf

drs. R.I. Andringa, secretaris

Toelichting Tweede wijziging Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Vechtstromen

ALGEMENE TOELICHTING

De Wet versterking decentrale rekenkamers bevat naast de wettelijke verplichting tot het instellen van een volledig onafhankelijke, extern samengestelde rekenkamer ook de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording door het dagelijks bestuur.

 

Rechtmatigheidsverantwoording

Met het van kracht worden van de Wet versterking decentrale rekenkamers is het dagelijks bestuur met ingang van het verslaggevingsjaar 2025 voortaan verplicht zelf een verklaring afleggen over de vraag of de in de jaarrekening opgenomen financiële feiten in overeenstemming met de daarvoor geldende regelgeving tot stand zijn gekomen.

 

Met deze rechtmatigheidsverantwoording wordt het gesprek over de financiële rechtmatigheid tussen het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur gestimuleerd met als doel de kaderstellende en controlerende rol van het algemeen bestuur op dit vlak te versterken. Naar verwachting zal de rechtmatigheidsverantwoording een kwaliteitsimpuls geven aan de interne processen en beheersing bij het waterschap, zodat het dagelijks bestuur kan steunen op een adequaat functionerend systeem. Omdat het dagelijks bestuur ook beheersmaatregelen moet formuleren om onrechtmatigheden in de toekomst te voorkomen, zal naar verwachting ook meer vooruitgekeken worden naar het oplossen van onrechtmatigheden.

 

Waar de accountant voorheen een oordeel vormde over de getrouwheid én rechtmatigheid van de jaarverslaggeving, beperkt de accountant zich nu tot een oordeel over het getrouwe beeld van de jaarrekening.

De rechtmatigheidsverantwoording van het dagelijks bestuur maakt (straks) onderdeel uit van de jaarrekening. Hierdoor ziet het getrouwheidsoordeel van de accountant in de toekomstige situatie ook op de rechtmatigheidsverantwoording die afgelegd wordt door het dagelijks bestuur. De accountant geeft vanaf het verslaggevingsjaar 2025 dus geen afzonderlijk oordeel meer over de rechtmatigheid.

 

De invoering van een rechtmatigheidsverantwoording heeft onder meer als doel:

  • ▪︎

    Het markeren van de eigen verantwoordelijkheid voor de rechtmatigheid van de baten, lasten en balansmutaties.

  • ▪︎

    Het geven van een impuls aan de kaderstellende en controlerende rol van het algemeen bestuur, voor wat betreft de rechtmatigheid van de baten, lasten en balansmutaties. De Rekenkamer heeft een belangrijke taak bij het ondersteunen van het algemeen bestuur, bij het vellen van een oordeel over de rechtmatigheid. De rechtmatigheidsverantwoording door het dagelijks bestuur geeft een extra handvat aan rekenkamers, voor het beoordelen van de rechtmatigheid.

  • ▪︎

    Harmonisering van de wijze waarop de accountant de jaarrekening in de publieke sector controleert en de manier waarop overheden rapporteren over onrechtmatigheden.

Waterschapsbesluit

De verdere uitwerking van de rechtmatigheidsverantwoording heeft plaatsgevonden in hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit (De beleidsvoorbereiding en de -verantwoording). Zo zijn enkele begripsbepalingen toegevoegd en enkele bepalingen aangescherpt.

 

Het Waterschapsbesluit is verder (meer) in overeenstemming gebracht met het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), zodat voor provincies, gemeenten en waterschappen dezelfde voorschriften gelden.

 

Als laatste komt hoofdstuk 5 van het Waterschapsbesluit (De accountantscontrole) te vervallen. In het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO) staan de bepalingen voor de accountantscontrole voor gemeenten en provincies. Het BADO wordt van toepassing verklaart op de waterschappen.

 

Inwerkingtreding

De hiervoor beschreven wetsontwikkelingen treden voor de waterschappen in werking op 1 januari 2025, over het verslagjaar 2025.

 

En betekenen ook dat de financiële verordening van het waterschap zelf gewijzigd moeten worden. Met dit wijzigingsbesluit wordt de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Vechtstromen (op basis van artikel 108 Waterschapswet) gewijzigd.

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel I

A. Artikel 1

 

In het kader van de rechtmatigheidsverantwoording worden een aantal begrippen verwijderd en toegevoegd.

 

Bestaande tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens alsmede het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van het waterschap en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • b.

    doelmatigheid: de mate waarin bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen worden gerealiseerd;

  • c.

    doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde doelen en effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald;

  • d.

    financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van het waterschap, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • -

      de financiële positie;

    • -

      het financieel beheer;

    • -

      de uitvoering van de begroting;

    • -

      de uitvoering van investeringsprojecten;

    • -

      het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • -

      alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover;

  • e.

    netto-investeringsuitgaven: investeringsuitgaven, gecorrigeerd voor inkomsten vanwege derden;

  • f.

    rechtmatigheid: de mate waarin in overeenstemming met geldende wet- en regelgeving wordt gehandeld.

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens alsmede het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van het waterschap en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • -

    administratieve organisatie: stelsel van organisatorische maatregelen dat is gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging;

  • -

    autorisatie: toestemming van het algemeen bestuur aan het dagelijks bestuur om in een bepaald jaar voor een bepaald doel uitgaven te doen en verplichtingen aan te gaan tot een bepaald bedrag;

  • -

    begrotingscriterium: criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door het algemeen bestuur geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;

  • -

    controleprotocol: het controleprotocol als bedoeld in artikel 4, van de Controleverordening waterschap Vechtstromen;

  • -

    doelmatigheid: de mate waarin bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen worden gerealiseerd;

  • -

    doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde doelen en effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald;

  • -

    financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van het waterschap, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • -

      de financiële positie;

    • -

      het financieel beheer;

    • -

      de uitvoering van de begroting;

    • -

      de uitvoering van investeringsprojecten;

    • -

      het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • -

      alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover;

  • -

    financiële rechtmatigheid: de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties in overeenstemming met de begroting en met relevante wettelijke voorschriften, waaronder mede begrepen de waterschapsverordeningen;

  • -

    misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium: criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en eigendommen van het waterschap bij financiële beheershandelingen;

  • -

    netto-investeringsuitgaven: investeringsuitgaven, gecorrigeerd voor inkomsten vanwege derden;

  • -

    rechtmatigheid: de mate waarin in overeenstemming met geldende wet- en regelgeving wordt gehandeld.

  • -

    rechtmatigheidsverantwoording: verantwoording van het dagelijks bestuur waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving;

  • -

    voorwaardencriterium: criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen.

 

B. Artikel 2

 

De verslaggevingsregels zijn gericht op het leveren van een bijdrage aan de mogelijkheden om de beleidsbepalende, kaderstellende, controlerende en verantwoordende rol van het algemeen bestuur te versterken. Door het toepassen van de verslaggevingsregels kunnen het beleidsmatige karakter van met name de meerjarenraming, de begroting en de jaarstukken worden vergroot en kunnen deze instrumenten van uitvoeringsinformatie worden ontdaan.

 

In de Waterschapswet zijn de data genoemd wanneer de begroting (voor 1 december) en jaarrekening (voor 15 juli) aan de gedeputeerde staten verzonden (en dus vastgesteld) moeten zijn.

 

Binnen Vechtstromen kennen we (nu) vaste onderdelen in de bestuurlijke beleids- en verantwoordingscyclus (planning en control) in een begrotingsjaar: 1) meerjarenverkenning, 2) programmabegroting, 3) eerste begrotingswijziging, 4) bestuurlijke voortgangsrapportage, 5) eventueel een tweede begrotingswijziging en 6) het jaarverslag inclusief jaarrekening.

 

Het is dan niet langer nodig dat het algemeen bestuur nog jaarlijks apart de planning voor deze onderdelen vaststelt. Bij het vaststellen van de programmabegroting voor het volgende jaar wordt bepaald wanneer deze onderdelen aan het algemeen bestuur worden aangeboden.

 

Bestaande tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 2 Beleids- en verantwoordingscyclus

Het algemeen bestuur stelt de onderdelen van de beleids- en verantwoordingscyclus voor het begrotingsjaar en de periode van de meerjarenraming vast en geeft jaarlijks aan op welk moment de onderdelen daarvan moeten worden aangeboden en wanneer deze zullen worden behandeld.

Artikel 2 Beleids- en verantwoordingscyclus

Het algemeen bestuur stelt de onderdelen van de beleids- en verantwoordingscyclus voor het begrotingsjaar en de periode van de meerjarenraming vast en geeft jaarlijks bij het vaststellen van de programmabegroting aan op welke momenten deze onderdelen worden aangeboden.

 

C. Artikel 4

 

Met dit artikel wordt geregeld dat, na vaststelling van de begroting, het dagelijks bestuur de beschikking krijgt over de financiële middelen die zijn opgenomen in de begroting. Daarbij wordt onderscheidt gemaakt naar baten en lasten per programma en de exploitatie en investeringen per programma.

 

Het totaal van alle investeringsmiddelen wordt het ‘investeringskader’ genoemd. Het investeringskader wordt als totaalbedrag per programma beschikbaar gesteld aan het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur mag vervolgens binnen dat kader per investering de benodigde budgetten (kredieten) verstrekken. Als een nieuwe investering wordt opgestart, die nog geen onderdeel was van de begroting, dan wordt hiervoor een apart voorstel voorgelegd aan het algemeen bestuur, voordat gestart wordt.

 

Bestaande tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 4 Vaststelling begroting en investeringskredieten

  • 1.

    Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting de netto-kosten die per programma zijn opgenomen alsmede de dekkingsmiddelen die zijn opgenomen in de begroting naar kostendragers.

  • 2.

    Met het vaststellen van de begroting is het dagelijks bestuur bevoegd tot het autoriseren van investeringskredieten.

  • 3.

    Voor investeringen die in de loop van het begrotingsjaar in uitvoering worden genomen en waarvoor geen autorisatie is verleend bij de begrotingsbehandeling legt het dagelijks bestuur voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan het algemeen bestuur voor.

Artikel 4 Vaststelling begroting en investeringskredieten

  • 1.

    Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting

    • a.

      de baten en lasten van de exploitatie; en

    • b.

      de baten en lasten van het investeringskader;

  • die per programma zijn opgenomen, alsmede de dekkingsmiddelen die naar kostendragers zijn opgenomen in de begroting.

  • 2.

    Met het vaststellen van de begroting is het dagelijks bestuur bevoegd tot het autoriseren van investeringskredieten.

  • 3.

    Voor investeringen die in de loop van het begrotingsjaar in uitvoering worden genomen en waarvoor geen autorisatie is verleend bij het vaststellen van het investeringskader per programma in de begroting, legt het dagelijks bestuur voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan het algemeen bestuur voor.

 

D. Artikel 5

 

Tot 1 januari 2025 werd in het Waterschapsbesluit uitgegaan van de nettokostenmethodiek. In plaats daarvan moet per 1 januari 2025 inzicht worden gegeven in de ontwikkeling van de brutobaten en -lasten. Artikel 5 wordt hier op aangepast.

 

Inzicht in brutobaten en -lasten geeft meer inzicht dan de netto kosten. Weergave van brutobaten- en lasten betekent dat in beide inzicht wordt gegeven. Bij netto kosten wordt alleen inzicht in het saldo van deze twee gegeven. De informatiewaarde van het laatste getal is minder, omdat bijvoorbeeld een stijging van inkomsten een kostenstijging kan compenseren die daarmee onzichtbaar blijft. Door deze aanpassing krijgt het algemeen bestuur meer inzicht in de samenstelling en ontwikkeling van de kosten en opbrengsten per programma.

 

Bestaande tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 5 Uitvoering begroting

  • 1.

    Het dagelijks bestuur zorgt voor het per programma verzamelen en vastleggen van gegevens over de maatregelen die getroffen zijn en prestaties die geleverd worden, de doelstellingen en effecten die bereikt worden en de netto-kosten die gemaakt worden, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur, kunnen worden getoetst.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat de netto-kosten van de programma’s en de netto-investeringsuitgaven niet worden overschreden.

Artikel 5 Uitvoering begroting

  • 1.

    Het dagelijks bestuur zorgt voor het per programma verzamelen en vastleggen van gegevens over de maatregelen die getroffen zijn en prestaties die geleverd worden, de doelstellingen en effecten die bereikt worden en de baten en lasten die gemaakt worden, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid en rechtmatigheid van de beheershandelingen, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur, kunnen worden getoetst.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat de lasten van de programma’s en de investeringsuitgaven niet worden overschreden.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat de baten, waaronder de dekkingsmiddelen die zijn opgenomen in de raming van de belastingopbrengsten en de inkomsten die in investeringskredieten zijn opgenomen, zoals geautoriseerd door het algemeen bestuur niet worden onderschreden.

 

E. Artikel 6

 

In dit artikel geeft het algemeen bestuur aan welke informatie het dagelijks bestuur moet verstrekken zodat het algemeen bestuur de uitvoering van de begroting kan volgen en kan besluiten of bijsturing nodig is.

 

Lid 1

Dit lid gaat over de verplichting voor het dagelijks bestuur om belangrijke afwijkingen van de beleidsuitvoering ten opzichte van het vastgestelde beleid tijdig aan het algemeen bestuur te melden.

 

Lid 2

In lid 2a en lid 2b is aangegeven dat het dagelijks bestuur het algemeen bestuur informeert als blijkt dat de daadwerkelijke lasten hoger worden dan waarvoor het dagelijks bestuur budget heeft gekregen van het algemeen bestuur. Het gaat dan om overschrijdingen van de lasten binnen de exploitatie van een programma, maar ook een overschrijding van de lasten van het investeringskader per programma. In lid 2, onder c en d is geregeld dat het dagelijks bestuur het algemeen bestuur informeert op het moment dat de inkomsten (baten), zowel binnen de exploitatie per programma, als het investeringskader per programma lager dreigen uit te vallen dan waar het algemeen bestuur een besluit over heeft genomen.

 

Lid 3

In lid 3 is geregeld dat het dagelijks bestuur voorstellen doet aan het algemeen bestuur als blijkt dat de baten en/of lasten per programma en/of investeringen bijstellingen behoeven. Hetzelfde geldt voor eventuele bijstelling van beleid, als blijkt dat dat nodig is.

 

Lid 4

Op dit moment kunnen personele baten en lasten twee keer per jaar worden aangepast. Dit zijn de formele momenten van begrotingswijzigingen (juli en november).

Dit komt door het gebruik van een systematiek van doorbelasting van personeelslasten. Hierdoor hebben mutatie op de personele baten en lasten al snel een programma-overstijgend effect. Dit is een bevoegdheid van het algemeen bestuur.

Het is wenselijk om ook tussentijds begrotingswijzigingen op personele budgetten door te kunnen voeren. Dit om de sturing en het inzicht in deze budgetten beter te kunnen waarborgen. Bijvoorbeeld op het monitoren van vacatureruimte en door het daadwerkelijk overhevelen van inhuur-, en opleidingsbudgetten die in beginsel (gedeeltelijk) centraal geraamd zijn, in plaats van decentraal per team.

Op dit moment worden deze kosten ook gemaakt, maar staan de budgetten en de realisatie (daadwerkelijke uitgaven) niet op dezelfde plek. Met deze wijzigingen kunnen we de stuurders in de organisatie beter inzicht te kunnen geven in de personele budgetten gedurende het jaar.

Met de voorwaarde dat de wijzigingen binnen het totaalsaldo van de personele baten en lasten blijft, wordt niet aan het budgetrecht van het algemeen bestuur gezeten, met uitzondering van de toewijzing per programma. In de jaarrekening wordt het algemeen bestuur geïnformeerd over de daadwerkelijke realisatie versus de begroting.

 

Bestaande tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 6 Actieve informatieplicht, tussentijdse rapportage en begrotingswijzigingen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk indien de realisatie van het beleid in betekende mate afwijkt van hetgeen in de begroting is opgenomen.

  • 2.

    Indien noodzakelijk doet het dagelijks bestuur voorstellen aan het algemeen bestuur voor wijziging van de per programma geautoriseerde netto-kosten en netto-investeringsuitgaven alsmede bijstellingen van het beleid.

Artikel 6 Actieve informatieplicht, tussentijdse rapportage en begrotingswijzigingen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur tijdig als de realisatie van het beleid in betekende mate afwijkt van hetgeen in de begroting is opgenomen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur als hij verwacht,

    • a.

      dat de lasten van een programma de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden; of

    • b.

      de investeringsuitgaven van het investeringskader per programma de geautoriseerde investeringsuitgaven dreigen te overschrijden; of

    • c.

      dat de baten van een programma de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden; of

    • d.

      de investeringsinkomsten van het investeringskader per programma de geautoriseerde investeringsinkomsten dreigen te onderschrijden.

  • 3.

    Indien noodzakelijk doet het dagelijks bestuur voorstellen aan het algemeen bestuur voor wijziging van de per programma geautoriseerde baten en lasten en het per programma geautoriseerde investeringskader alsmede bijstellingen van het beleid.

  • 4.

    Het algemeen bestuur autoriseert de secretaris-directeur om binnen het totaal van de door het algemeen bestuur geautoriseerde budgetten voor personeelslasten en -baten, programma-overstijgende begrotingswijzigingen door te voeren, mits het totaal van de personele lasten per saldo hetzelfde blijft en hierover in de beleids- en verantwoordingscyclus verantwoording wordt afgelegd.

 

Artikel II

Hoofdstuk 2a gaat over de rechtmatigheidsverantwoording. Met ingang van het verslaggevingsjaar 2025 legt het dagelijks bestuur in het jaarverslag verantwoording af aan het algemeen bestuur over de financiële rechtmatigheid van zijn handelen.

 

Artikel 6a

Artikel 6a vloeit voort uit artikel 4.64, eerste lid, van het Waterschapsbesluit.

 

Lid 2

Het algemeen bestuur stelt de verantwoordingsgrens vast, waarboven het dagelijks bestuur over rechtmatigheidsfouten en onduidelijkheden rapporteert aan het algemeen bestuur. In dit lid wordt vastgelegd dat het algemeen bestuur de verantwoordingsgrens vastlegt in het Controleprotocol.

 

Het Waterschapsbesluit wordt in lijn gebracht met de regelgeving van het BADO (Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden). Dat betekent dat het BADO en de daarin opgenomen grenzen voor de rechtmatigheidsverantwoording ook voor waterschappen zullen gaan gelden.

 

Voor zowel rechtmatigheidsfouten als voor onduidelijkheden afzonderlijk geldt hetzelfde percentage. Rechtmatigheidsfouten en onduidelijkheden worden niet bij elkaar opgeteld.

 

Lid 3

Dit lid geeft aan boven welk bedrag afzonderlijke afwijkingen nader moeten worden toegelicht (rapportagegrens). Dat kan van toepassing zijn op zowel rechtmatigheidsfouten als onduidelijkheden afzonderlijk. Ook als één van deze twee onrechtmatigheden de verantwoordingsgrens niet overschrijden maar de rapportagegrens wel, moeten in die gevallen de onrechtmatigheden in de paragraaf bedrijfsvoering worden toegelicht. Bij de toelichting wordt ook aangegeven welke maatregelen worden genomen om deze afwijking in de toekomst te voorkomen.

 

Ook de rapportagegrens wordt vastgelegd in het Controleprotocol.

 

Artikel 6b Voorwaardencriterium

Met het voorwaardencriterium wordt bedoeld dat het waterschap zich aan alle regels moet houden bij financiële beheershandelingen, zoals bij subsidies, aanbestedingen en personeelskosten.

 

Lid 2

Dit lid geeft aan dat jaarlijks een normenkader ten aanzien van de rechtmatigheidsverantwoording door het algemeen bestuur moet worden vastgesteld.

 

Het door het algemeen bestuur vastgestelde normenkader wordt geoperationaliseerd in een toetsingskader voor de interne controle. In het toetsingskader wordt per wet, regeling en/of verordening vastgelegd welke artikelen relevant zijn voor de toetsing. Dit operationaliseren is een taak van het dagelijks bestuur en om deze reden niet opgenomen in deze verordening.

 

Artikel 6c Begrotingscriterium

Met het begrotingscriterium wordt bedoeld dat financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, en de balansposten, tot stand zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en de hiermee samenhangende programma’s.

Het algemeen en dagelijks bestuur leggen in dit artikel vast op welke wijze wordt omgegaan met begrotingsonrechtmatigheden. Hieruit moet blijken hoe afwijkingen geïnterpreteerd moeten worden in het kader van het uitoefenen van het budgetrecht door het algemeen bestuur.

 

Lid 3

De baten en lasten moeten zich bewegen binnen de door het algemeen bestuur goedgekeurde en vastgestelde budgetten. Dit lid regelt dat als er een overschrijding plaatsvindt er in principe sprake is van een begrotingsonrechtmatigheid.

 

Lid 5

In dit lid wordt vastgelegd wat onder tijdig moet worden verstaan. Wat tijdig concreet betekent, wordt bepaald door de ‘spelregels’ tussen het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur over het informeren over afwijkingen en wanneer nodig het vaststellen van begrotingswijzigingen bij onderschrijdingen van lasten of investeringsbudgetten en/of lagere of hogere baten dan begroot.

 

Lid 6

Voor het algemeen bestuur is belangrijk dat hij met de rechtmatigheidsverantwoording overzicht en inzicht heeft in het totaal aan begrotingsonrechtmatigheden voor zover die de verantwoordingsgrens overschrijden, en dat niet vooraf al bepaalde begrotingsonrechtmatigheden worden uitgezonderd van opname in de rechtmatigheidsverantwoording.

In de rechtmatigheidsverantwoording kan wel worden aangegeven voor welk bedrag aan afwijkingen van de begroting op basis van vooraf gemaakte interne afspraken, de conclusie is dat deze afwijkingen acceptabel zijn. Deze interne afspraken worden in dit lid van de verordening opgenomen. Overwegingen die meegenomen kunnen worden bij het maken van afspraken of afwijkingen van de begroting acceptabel zijn, zijn bijvoorbeeld:

  • er is wel/niet tijdig een voorstel ingediend om de begroting te wijzigen;

  • de overschrijding past wel/niet binnen het door het algemeen bestuur geaccordeerde beleid;

  • er is sprake van compensatie via direct te relateren baten;

  • er is sprake van een open-einde-regeling;

  • het algemeen bestuur is wel geïnformeerd, maar er is geen begrotingswijziging vastgesteld.

De dan nog resterende afwijkingen vereisen een nadere toelichting in de rechtmatigheidsverantwoording en de paragraaf bedrijfsvoering

 

Artikel 6d Misbruik en oneigenlijk gebruik criterium

Van misbruik is sprake bij het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte overheidssubsidies of -uitkeringen te verkrijgen of niet dan wel een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen. Misbruik is onrechtmatig omdat wet- en regelgeving niet is nageleefd.

Van oneigenlijk gebruik is sprake als bij het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, het verkrijgen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving is maar in strijd met het doel en de strekking daarvan. Oneigenlijk gebruik is niet onrechtmatig omdat de wet- en regelgeving naar de letter van de wet wel is nageleefd.

 

Bij het bestrijden van misbruik passen beheersmaatregelen zoals misbruikpreventie, handhaving, misbruik- en fraudeopsporing en sancties. De beheersmaatregelen die passen bij oneigenlijk gebruik zijn handhaving, voorlichting, analyse toepassen en actualisering van wet- en regelgeving.

Geconstateerd misbruik waarbij het Misbruik en oneigenlijk gebruik-beleid juist is uitgevoerd en op een getrouwe wijze is verwerkt in de jaarrekening, wordt niet betrokken bij het opstellen van de rechtmatigheidsverantwoording. Wel moet in de paragraaf bedrijfsvoering inzicht worden gegeven in de aard en de (financiële) impact van het geconstateerde misbruik.

 

Artikel III

In dit artikel wordt de inwerkingtreding van dit besluit geregeld.

 

Aan de wijzigingen van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Vechtstromen wordt terugwerkende kracht verleend. In die zin dat de wijzigingen van toepassing zijn op het verslagjaar 2025.

 

Dit besluit heeft een (zelfstandige) citeertitel.

 

Naar boven