Peilbesluit Woudse polder, peilgebied 4, ter hoogte van viaduct N223 en A4

Op 27 november 2025 heeft de verenigde vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland, conform art. 2.41 van de Omgevingswet en art. 7.5 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening, de peilbesluiten cluster 2025 vastgesteld.

 

Deze peilbesluiten hebben betrekking op diverse gebieden in het beheergebied van Delfland (Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rotterdam, Schiedam en Westland). De ligging van deze gebieden is terug te vinden op de diverse overzichtskaarten van de bekendgemaakte stukken.

 

In een peilbesluit worden voor een bepaald gebied de waterstanden of bandbreedtes waarbinnen waterstanden kunnen variëren vastgesteld, die gedurende daarbij aangegeven perioden zoveel mogelijk worden gehandhaafd.

 

De ontwerppeilbesluiten hebben vanaf 8 augustus 2025 zes weken ter inzage gelegen. Hierop is een zienswijze ingediend. Daarop is gereageerd middels een nota van beantwoording.

 

De peilbesluiten treden in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking in het Waterschapsblad of op een in het peilbesluit specifieke aangegeven datum. U kunt het besluit en de daarop betrekking hebbende stukken vanaf 31 december 2025 raadplegen op internet: https://www.delfland.nl/actueel/bekendmakingen of www.officielebekendmakingen.nl/waterschapsblad/op_organisatie/hoogheemraadschap_van_delfland. Als u de stukken wilt inzien op de locatie van het hoofdkantoor van Delfland, Phoenixstraat 32 te Delft kunt u contact opnemen via onderstaande contactgegevens.

 

Belanghebbenden kunnen gedurende een periode van zes weken vanaf de eerste dag, volgend op de datum van bekendmaking, in beroep gaan tegen dit besluit. Het beroepschrift moet worden gericht aan de Rechtbank te Den Haag, Sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag.

 

Een beroepschrift dient de gronden van beroep en een omschrijving van het besluit tegen welke het zich richt te bevatten. Verder dient het beroepschrift te worden gedateerd en te worden voorzien van naam, adres en handtekening van de belanghebbende. Indien mogelijk dient het afschrift van het besluit bij het beroep te worden gevoegd.

 

Een ingediend beroepschrift schorst de werking van het besluit niet. Indien u een beroepschrift heeft ingediend, kunt u zich in spoedeisende gevallen wenden tot de voorzieningenrechter van de Rechtbank te Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH, Den Haag, met het verzoek een voorlopige voorziening ter treffen als bedoeld in artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Het is ook mogelijk digitaal een verzoekschrift in te dienen bij de genoemde rechtbank via https://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

Indien u vragen heeft naar aanleiding van deze bekendmaking kunt u, op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur, contact opnemen met het Servicepunt van Delfland. Het Servicepunt is bereikbaar via één centraal telefoonnummer, namelijk (015) 260 81 08, of via e-mail loket@hhdelfland.nl.

 

Onderwerp Cluster peilbesluiten 2025

Dossiernummer 3445

 

De verenigde vergadering van Delfland,

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van dinsdag 14 oktober 2025, dossiernummer 3445;

gelezen het positieve advies van de commissie Waterkwantiteit en Waterkwaliteit.

 

Overwegende dat:

  • a)

    de vigerende peilbesluiten

    • -

      Peilbesluit Akkerdijkse polder;

    • -

      Peilbesluit Groeneveldse polder;

    • -

      Peilbesluit Abtswoude;

    • -

      Peilbesluit Noord-Kethelpolder;

    • -

      Peilbesluit Poelpolder;

    • -

      Peilbesluit polder van Nootdorp;

    • -

      Peilbesluit Schieveen;

    • -

      Peilbesluit Voordijkshoornse polder;

    • -

      Peilbesluit Klaas Engelbrechtspolder;

    • -

      Peilbesluit Zuidpolder van Delfgauw

  • niet meer actueel zijn en daarom moeten worden herzien;

  • b)

    de ontwerp-peilbesluiten gedurende zes weken van 8 augustus 2025 tot en met 19 september 2025 voor eenieder ter visie hebben gelegen op het kantoor van het Hoogheemraadschap van Delfland en via elektronische bekendmaking op internet;

  • c)

    tegen de ontwerp-peilbesluiten binnen de gestelde termijn één zienswijze is ingebracht;

  • d)

    de ingekomen zienswijze niet geleid heeft tot aanpassing van het peilenvoorstel van peilgebieden 2, 3, 36 - 43, 47- 49 van peilbesluit ‘zuidoostelijk Schieveen, broedgebieden nabij de Oude Bovendijk, de A16 en de Hofweg in Rotterdam’.

Gelet op:

De bepalingen in de Omgevingswet, de Waterschapswet, de Waterwet en de Omgevingsverordening Zuid-Holland;

 

Besluit:

  • 1)

    Vast te stellen het peil van de waterstand, het daarbij behorende schouwpeil en de peilenkaarten van onderstaande peilbesluiten van cluster peilbesluiten 2025 (DMS nummers: 2437560, 2437565, 2437572, 2437577, 2437578, 2437579, 2442611, 2437580, 2437581, 2443325, 2437705, 2442606, 2437706, 2437713, 2437711, 2442607, 2437707, 2437714, 2437715, 2437709, 2437708, 2437716, 2437710, 2437704):

    Peilgebied

    Voorgesteld peil

    (m t.o.v. NAP)

    Schouwpeil*(m t.o.v. NAP)

    Code peilenkaart

    Bepalingen (zie toelichting onder de tabel)

    Akkerdijksche polder, peilgebied 1

    Tussen de Rotterdamseweg en de A13, nabij de Oude Lee

     

    (DMS-nummer 2437560)

    -3,29

    -3,29

    PBS2025AKP 1

    (DMS-nummer 2437705)

    I en II

    Groeneveldse polder, peilgebieden 2, 3, 11 en 14

    Nabij de Noord-Lierweg in De Lier

     

    (DMS-nummer 2437565)

    Peilgebied 2:

    -2,12

    Peilgebied 3:

    -1,72

    Peilgebied 11:

    -1,45

    Peilgebied 14:

    -2,12

    Peilgebied 2:

    -2,12

    Peilgebied 3:

    -1,72

    Peilgebied 11: -1,45

    Peilgebied 14: -2,12

    PBS2025GRN 2, 3, 11, 14

     

    (DMS-nummer 2442606)

    I en II

    Noord-Kethelpolder, peilgebieden 16 en 18

    Ter hoogte van Kandelaarweg, langs spoorlijn Delft-Rotterdam en ten zuiden van Abtswoudse Bos

     

    (DMS-nummer 2437572)

    Peilgebied 16:

    -1,94

     

    Peilgebied 18:

    zomerpeil -3,27

    winterpeil -3,32

    Peilgebied 16: -1,94

     

    Peilgebied 18: -3,32

    PBS2025NKP 16 (DMS-nummer 2437706),

    PBS2025NKP 18

    (DMS-nummer 2437713) en PBS2025NKP18-1

    (DMS-nummer 2437711)

    I, II en III

    Poelpolder, peilgebied 1

    Waelpark ’s- Gravenzande

     

    (DMS-nummer 2437577)

    zomerpeil -1,83

    winterpeil -1,68

    -1,83 m

    PBS2025POP 1

     

    (DMS-nummer 2442607)

    I, II en III

    Polder van Nootdorp, peilgebied 21

    ’s-Gravenweg

     

    (DMS-nummer 2437578)

    -3,65

    -3,65

    PB2025PVN 21

     

    (DMS-nummer 2437707)

    I en II

    Polder van Nootdorp, peilgebied 26.

    ’s-Gravenweg en Langeveldseweg

     

    (DMS-nummer 2437579)

    getrapt peil** met bovengrens -4,19

    en ondergrens -4,29

    getrapt peil tussen -4,19

    en -4,29

    PB2025PVN 26

     

    (DMS-nummer 2437714)

    I en II

    Schieveen, Peilgebied 2

     

    Zuidoostelijk Schieveen, broedgebieden nabij de Oude Bovendijk, de A16 en de Hofweg in Rotterdam

     

    (DMS-nummer 2442611)

    zomerpeil -5,76

    winterpeil -5,84

    -5,84

    PBS2025SCH

    (DMS-nummer 2437715)

     

    Detailkaart Oude Bovendijk:

    PBS2025SCH-1

    (DMS-nummer 2437709)

    I, II en III

    Schieveen,

    Peilgebied 3

    Zomerpeil:

    -5,87

    Winterpeil:

    -6,04

    -6,04

    PBS2025SCH en Detailkaart Oude Bovendijk:

    PBS2025SCH-2 (DMS-nummer 2437708)

    I, II en III

    Schieveen,

    Peilgebied 36

    -5,65

    -5,65

    PBS2025SCH en Detailkaart Oude Bovendijk:

    PBS2025SCH-1

    II

    Schieveen,

    Peilgebied 37

    -5,27

    -5,27

    PBS2025SCH en Detailkaart Oude Bovendijk:

    PBS2025SCH-1

    II

    Schieveen,

    Peilgebied 38

    -5,18

    -5,18

    PBS2025SCH en Detailkaart Oude Bovendijk:

    PBS2025SCH-1

    II

    Schieveen,

    Peilgebied 39

    -5,38

    -5,38

    PBS2025SCH en Detailkaart Oude Bovendijk:

    PBS2025SCH-2

    II

    Schieveen,

    Peilgebied 40

    -5,82

    -5,82

    PBS2025SCH en Detailkaart Oude Bovendijk:

    PBS2025SCH-2

    II

    Schieveen,

    Peilgebied 41

    -5,81

    -5,81

    PBS2025SCH en Detailkaart Oude Bovendijk:

    PBS2025SCH-2

    II

    Schieveen,

    Peilgebied 42

    -5,60

    -5,60

    PBS2025SCH en Detailkaart Oude Bovendijk:

    PBS2025SCH-2

    II

    Schieveen,

    Peilgebied 43

    -5,60

    -5,60

    PBS2025SCH en Detailkaart Oude Bovendijk:

    PBS2025SCH-2

    II

    Schieveen,

    Peilgebied 47 broedgebied

    Broedpeil***:

    -5,39

    Zomerpeil:

    -5,76

    Winterpeil:

    -5,84

    -5,84

    PBS2025SCH

    I, II en IV

    Schieveen,

    Peilgebied 48 broedgebied

    Broedpeil***:

    -5,36

    Zomerpeil:

    -5,76

    Winterpeil:

    -5,84

    -5,84

    PBS2025SCH

    I, II en IV

    Schieveen,

    Peilgebied 49 broedgebied

    Broedpeil***:

    -5,64

    Zomerpeil:

    -5,87

    Winterpeil:

    -6,04

    -6,04

    PBS2025SCH

    I, II en IV

    Voordijkshoornse polder, peilgebied 7

    ter hoogte van het Agnetapark in Delft

     

    (DMS-nummer 2437580)

    -1,10

    -1,10

    PBS2025VHP 7

     

    (DMS-nummer 2437716)

    I en II

    Woudse polder,

    Peilgebied 4

    ter hoogte van viaduct N223 en A4

     

    (DMS-nummer 2437581)

    -1,80

    -1,80

    PBS2025WOP 4

     

    (DMS-nummer 2437710)

    I en II

    Zuidpolder van Delfgauw peilgebieden 18 en 27

    Weidevogelgebied

     

    (DMS-nummer 2443325)

    Peilgebied 18 (partieel):

    -5,20

    Peilgebied 27:

    broedpeil:

    -4,90

    zomerpeil:

    -5,05

    winterpeil:

    -5,20

    Peilgebied 18:

    -5,20

     

    Peilgebied 27:

    -5,20

    PB2025ZPD18

    (DMS-nummer 2437704)

    I, II en V

  • *Het schouwpeil is maatgevend voor het bepalen van de waterdiepte en het referentieniveau voor het voeren van de schouw, het verlenen van watervergunningen en het uitvoeren van onderhoud aan oppervlaktewaterlichamen.

    **Getrapt peil: Het toegevoerde water stroomt getrapt naar de lagergelegen delen van het peilgebied.

    ***Broedpeil: in het broedseizoen wordt in het voorjaar een hoog waterpeil gebruikt ten behoeve van weidevogels.

     

    Met inachtneming van de per ontwerpbesluit in de laatste kolom van de tabel aangegeven navolgende bepalingen:

    • I

      Het schouwpeil zal worden aangeduid met ‘SP’ op de peilschaal. Deze peilschalen zijn te vinden op de peilenkaarten genoemd in bovenstaande tabel.

    • II

      De peilbesluiten treden in werking met ingang van de achtste dag na openbaarmaking van het door de Verenigde Vergadering vastgestelde besluit;

    • III

      De overgang van zomerpeil naar winterpeil zal in de regel plaatsvinden in de loop van de maanden september en oktober, de overgang van winterpeil naar zomerpeil in de loop van de maanden maart tot en met mei. Daarbij worden weersgesteldheid en verloop van de freatische grondwaterstand ter plaatse in aanmerking genomen.

    • IV

      Het broedpeil geldt van 1 maart tot 15 juni. Vanaf 15 februari stijgt het winterpeil richting het verhoogde broedpeil. Vanaf 15 juni zakt het broedpeil stapsgewijs naar het zomerpeil. Het zomerpeil geldt vanaf 1 juli. De overgang van zomerpeil naar winterpeil zal in de regel plaatsvinden in de loop van de maanden september en oktober. Daarbij worden weersgesteldheid en verloop van de freatische grondwaterstand ter plaatse in aanmerking genomen.

    • V

      Het broedpeil geldt van 1 februari tot 1 juni. Vanaf 1 januari stijgt het winterpeil richting het verhoogde broedpeil. Vanaf 1 juni zakt het broedpeil geleidelijk naar het zomerpeil. Het zomerpeil geldt vanaf 1 juli. De overgang van zomerpeil naar winterpeil zal in de regel plaatsvinden in de loop van de maanden september en oktober. Daarbij worden weersgesteldheid en verloop van de freatische grondwaterstand ter plaatse in aanmerking genomen.

  • 2)

    In te trekken de peilbesluiten voor de delen die herzien worden en aangegeven zijn op de voornoemde peilenkaarten van Akkerdijksche polder, vastgesteld 27 september 2007, Groeneveldse polder, vastgesteld 19 november 2009, Abtswoude, vastgesteld 29 november 2012, Noord-Kethelpolder, vastgesteld 23 april 2020, Poelpolder, vastgesteld 20 november 2014, polder van Nootdorp, vastgesteld 25 september 2014, Schieveen, vastgesteld 15 september 2011, Voordijkshoornse polder, vastgesteld 15 december 2011, Klaas Engelbrechtspolder, vastgesteld 25 september 2014 en Zuidpolder van Delfgauw, vastgesteld 15 september 2011.

  • 3)

    Vast te stellen de Nota van Beantwoording zienswijzen Peilbesluit ‘Zuidoostelijk Schieveen, broedgebieden nabij de Oude Bovendijk, de A16 en de Hofweg in Rotterdam’ zoals toegevoegd als bijlage 26 met DMS nummer 2468621.

Aldus besloten in de openbare vergadering van donderdag 27 november 2025.

De verenigde vergadering voornoemd,

de secretaris,

ir. P.C. Janssen

de voorzitter,

dr. P.H.W.M. Daverveldt

Toelichting op het peilbesluit Woudse polder peilgebied 4 ter hoogte van viaduct N223 en A4

Wat staat er in deze toelichting?

 

In deze toelichting leggen we uit waarom een deel van de Klaas Engelbrechtspolder peilgebied 3 ter hoogte van de viaduct N223 en A4 overgaat naar de Woudse polder peilgebied 4. Het waterpeil in dit gebied verandert hierdoor van 2,66 meter beneden NAP in de zomer en 2,76 meter beneden NAP in de winter naar een vast peil van 1,80 m beneden NAP.

 

Wat is een peilbesluit?

De verandering van een het waterpeil leggen we vast in een nieuw peilbesluit. Een peilbesluit is een officieel besluit van het waterschap. Hierin is het waterpeil vastgelegd van wateren zoals sloten, kanalen, plassen en vijvers. Het waterschap is verplicht om zo’n peilbesluit op te stellen. Daarna moet het waterschap zijn best doen om dat waterpeil te handhaven. Het beheergebied van Delfland heeft ongeveer 700 peilgebieden. Voor elk peilgebied is een waterpeil vastgelegd in een peilbesluit.

 

In de ‘beleidsnota Peilbeheer’1 heeft Delfland opgeschreven hoe peilbesluiten moeten worden opgesteld. Daarom worden de beleidsuitgangspunten en werkafspraken uit deze beleidsnota gebruikt voor dit peilbesluit.

 

Over welk gebied gaat het?

Het gebied waar deze toelichting over gaat staat aangegeven in onderstaande afbeelding (Figuur 1). Het gebied ligt in de gemeente Midden-Delfland en is 3,7 hectare groot (37159 vierkante meter). Het gebied ligt ten noorden van peilgebied 3 in de Klaas Engelbrechtspolder en wordt ondergebracht bij peilgebied 4 van de Woudse polder.

 

Figuur 1 Gebied waar het waterpeil is veranderd

 

Waarom passen we het peilbesluit aan?

Het huidige waterpeil in het noordelijke deel van peilgebied 3 van de Klaas Engelbrechtspolder is anders dan het officiële peilbesluit uit 2014. Deze situatie is ontstaan door de aanleg van de A4 in het jaar 1993. Tijdens de werkzaamheden is een duiker onder het fietspad van de Woudseweg aangelegd. Hierdoor is een open verbinding ontstaan met peilgebied 4 van de Woudse polder. Sinds 1993 staat het gebied ook niet meer in verbinding met de Klaas Engelbrechtspolder. Daarom is het nodig om het peilbesluit aan te passen.

 

Hoe passen we het peilbesluit aan?

In hoofdstuk 2 leggen we uit welke belangen er in het gebied spelen. Daarom kijken we welke functies en waterbelangen het gebied heeft.

 

Hieronder staan alle gebiedsfuncties en waterbelangen genoemd, die in de beleidsnota Peilbeheer staan.

 

Gebiedsfuncties

Waterbelangen

  • -

    archeologie,

  • -

    bodemdaling,

  • -

    glastuinbouw,

  • -

    waterkeringen,

  • -

    grasland,

  • -

    watergangen,

  • -

    bouwland en vollegrondteelt,

  • -

    kunstwerken en andere objecten aan het water

  • -

    natuur,

  • -

    effecten op waterkwaliteit en planten en dieren,

  • -

    recreatie en groene ruimte,

  • -

    risico op wateroverlast, watertekort of droogte.

  • -

    stedelijk gebied en

  • -

    vaarwegbeheer.

 

In hoofdstuk 3 beschrijven we hoe het watersysteem werkt en wat er verandert. In hoofdstuk 4 beschrijven we waarom het nieuwe waterpeil wordt gekozen. Bij deze peilkeuze hoort een peilenkaart om de begrenzing van het peilgebied aan te geven. De peilenkaart is als bijlage aan dit rapport toegevoegd.

 

Wat is belangrijk voor de keuze van het waterpeil?

 

Welke gebiedsfuncties zijn aanwezig in het gebied?

Het gebied bestaat uit bestaande bebouwing en infrastructuur. De optimale drooglegging voor bebouwing is meer dan 1,20 meter. Voor infrastructuur is dat 0,80 meter. In de praktijk is de drooglegging bij de bebouwing en infrastructuur overal 1,20 meter of meer. Het nieuwe waterpeil leidt in de praktijk niet tot problemen.

 

De bodem in het gebied bestaat uit klei en zand. Dit soort bodem is niet gevoelig voor bodemdaling. Het gebied bevat geen archeologische terreinen.

 

Welke waterbelangen zijn aanwezig in het gebied?

Voor de afweging van het peil is de invloed van de voormalig waterkering, een gebied met een afwijkend peil, ecologie en waterkwaliteit bekeken. Aan de noordzijde van het gebied lag een waterkering, alleen eind oktober 2024 is het deel van de waterkering afgewaardeerd, zoals te zien in Figuur 2. Een verandering van het waterpeil heeft dus geen invloed op deze waterkering.

 

Figuur 2 Ligging waterkering (links is voor en rechts is na eind oktober 2024)

 

Binnen het gebied ligt ook een gebied met een afwijkend peil met een waterpeil van 1,63 meter beneden NAP (Figuur 3). In dit peilbesluit is afgewogen of het afwijkende peil kan blijven bestaan. Het gebied met afwijkend peil heeft een eigen waterinlaat vanuit naastgelegen boezemwater. Door de inlaat en meerdere stuwen kan water goed op peil gehouden worden. Het afwijkende peil in gebied PBS2025WOP4 F kan blijven bestaan.

 

Figuur 3 Gebied met afwijkend peil

 

Delfland moet zorgen voor schoon, gezond en levend water. Daarom is voor de keuze van het waterpeil gekeken naar de volgende punten:

  • -

    of het water van goede of slechte kwaliteit is,

  • -

    of het goed of slecht gaat met waterplanten en waterdieren,

  • -

    wat de problemen zijn,

  • -

    of je met het waterpeil deze problemen kan verhelpen of verbeteren.

Om deze vragen te beantwoorden en oplossingen te verzinnen is methode 'Ecologische Sleutelfactoren'2 gemaakt. In dit gebied zijn de volgende ‘ecologische sleutelfactoren’ belangrijk:

  • -

    ‘Productiviteit van het water’ – dit gaat over stoffen die het water te voedselrijk maken

  • -

    ‘Habitatgeschiktheid en verspreiding’ – dit gaat over de geschiktheid van het peilgebied voor waterdieren om te leven en om zich te verplaatsen

Ecologische sleutelfactor ‘Productiviteit van het water’

  • Bij het meetpunt OW120-100 zijn in 2024 fosfaat- en stikstofgehaltes van het water gemeten. De gehaltes zijn hoger dan de norm.

    • -

      Stikstof: gemiddeld 3,0 mg per liter. (norm 2,0 mg/l)

    • -

      Fosfaat: een gehalte van gemiddeld 0,34 mg per liter (norm 0,6 mg/l)

    • -

      Zuurstof: In het jaar 2023 had het water een gemiddeld zuurstofgehalte van 7,80 mg per liter. Een gezond watermilieu heeft doorgaans een zuurstofgehalte van minimaal 4 ml/l.

    • -

      Giftige stoffen (de zogenaamde toxiciteit): In het gebied zijn geen giftige stoffen boven de norm gemeten. Dit komt doordat er geen meetpunt in de buurt is. Een aantal metalen is wel gemeten, maar de concentraties hiervan blijven onder de norm.

  • Het gebied met afwijkend peil heeft een eigen inlaat vanuit de boezem. Het boezemwater heeft lagere fosfaat- en stikstofgehaltes. Dus wanneer water vanuit de boezem wordt ingelaten heeft dat een gunstig effect op de waterkwaliteit.

Ecologische sleutelfactoren ‘Habitatgeschiktheid en verspreiding’

Door de aanleg van een duiker onder de Woudseweg wordt het gebied verbonden met de Woudse polder. Hiermee wordt het leefgebied voor vissen vergroot. Overigens is de toegevoegde waarde van het gebied beperkt, aangezien het gaat om een ondiepe sloot van 30 centimeter diep. Ook gaat het om een grote duiker van 45 meter lang, waardoor het voor soorten lastig is om de sloot te bereiken.

 

Welke mensen en organisaties zijn betrokken door Delfland

Als Delfland het waterpeil wil veranderen, kijken we eerst wie daarmee te maken krijgt. Dat kunnen burgers, agrariërs of organisaties zijn. Voor dit peilbesluit hebben we informatie over het nieuwe peilbesluit gestuurd naar gemeente Midden-Delfland.

 

Hoe werkt het watersysteem?

 

Wat was het officiële waterpeil?

In 2014 is een waterpeil voor peilgebied 3 vastgesteld in het peilbesluit3 van de Klaas Engelbrechtspolder. Een deel van de peilenkaart van dat peilbesluit is te zien op Figuur 4. Het gebied staat in het figuur aangegeven als IIIg.

 

Voor dit peilgebied is een waterpeil vastgesteld van 2,66 meter beneden NAP in de zomer en 2,76 meter beneden NAP in de winter.

 

Figuur 4 - Gedeelte van de peilenkaart van peilbesluit Klaas Engelbrechtspolder uit 2014

 

Wat is het waterpeil in werkelijkheid?

In Figuur 5 is het waterpeil te zien dat is gemeten op meetpunt WP120 916. Vanaf mei 2022 liggen de waterpeilen rond 1,80 meter beneden NAP. Daarmee wijkt die waterstand 0,86 tot 0,96 m af van het officiële peilbesluit.

 

Figuur 5 - Meetreeks gemeten waterpeilen automatisch meetpunt WP 120 916

 

Gebied met afwijkend waterpeil

In het oostelijke deel van het gebied bevindt zich een klein gebied met afwijkend waterpeil (code PBS2025 WOP 4 F, zie Figuur 3). Het waterpeil van dit gebied is niet vastgelegd in een peilbesluit. Volgens de beleidsnota Peilbeheer wil Delfland gebieden met afwijkende waterpeilen zoveel mogelijk opheffen. Het waterpeil moet dan hetzelfde worden als het waterpeil van de rest van het peilgebied. Maar als het maaiveldniveau ten minste 10 cm afwijkt van het omliggende peilgebied mag een gebied met afwijkend waterpeil blijven bestaan.

 

Dit gebied met afwijkend waterpeil voldoet hieraan en mag daarom blijven bestaan. Daarnaast heeft het gebied zijn eigen inlaat en zorgt dit voor extra doorstroming.

 

Wat is er veranderd aan het watersysteem?

We laten zien hoe het watersysteem in elkaar zit en hoe het werkt. Dit is belangrijk omdat door het watersysteem bepaalde waterpeilen soms niet mogelijk zijn. Figuur 6 is een kaart van het watersysteem.

 

Figuur 6 – Kaart met de praktijksituatie van de waterhuishouding

 

Hoe hebben we het nieuwe waterpeil gekozen?

 

In dit hoofdstuk bekijken we of het nieuwe waterpeil goed past bij het gebied. Daarbij kijken we naar de gevolgen van het waterpeil voor de gebiedsfuncties en waterbelangen van de Woudse polder peilgebied 4 ter hoogte van viaduct N223 en de A4. Dit doen we aan de hand van het beleid van de beleidsnota Peilbeheer.

 

Welke gevolgen heeft het nieuwe waterpeil?

Deze peilafweging gaat over peilgebied 4 in de Woudse polder ter hoogte van viaduct N223 en de A4. Het waterpeil in het gebied wordt al langere tijd aangehouden. Voor de volgende gebiedsfuncties is dat een geschikt waterpeil:

  • -

    Bestaande bebouwing, want met het nieuwe peil is er nog steeds meer dan 1,20 meter drooglegging en dat is optimaal voor bebouwing.

  • -

    Infrastructuur, want met het nieuwe peil is de drooglegging meer dan 0,80 meter en dat is optimaal voor infrastructuur.

Het waterpeil is ook geschikt voor waterhuishoudkundige belang ecologie en waterkwaliteit, want het leefgebied voor vissen wordt vergroot. Het gebied met een afwijkend peil kan goed op peil gehouden worden door de eigen inlaat. Dit zorgt ook voor extra doorspoeling wat gunstig is voor de waterkwaliteit.

 

De huidige situatie levert geen problemen op bij de waterkering, want deze is in 2024 afgewaardeerd.

 

Het is niet gewenst dat het waterpeil terug gaat naar het peil volgens het peilbesluit van 2014, want het watersysteem werkt goed met het nieuwe peil. Daarnaast is het door de aanleg van de N223 lastig om een verbinding te maken met de Klaas Engelbrechtspolder, waar het eerder deel van uitmaakte.

 

Wat wordt het nieuwe waterpeil?

We kiezen voor een waterpeil van 1,80 meter beneden NAP. Het nieuwe peil heeft positieve effecten en de risico’s zijn acceptabel. Het gebied met het nieuwe peil is te zien op de peilenkaart in bijlage 1. Het schouwpeil wordt ook 1,80 meter beneden NAP.

 

In vergelijking met het vorige peilbesluit wordt het peil 0,86 meter hoger in de zomer en 0,96 meter hoger in de winter.

 

Welke maatregelen zijn nodig?

Het voorgestelde peil wordt in de praktijk al gehanteerd. Er zijn geen maatregelen nodig voor het vaststellen van het peil.

 

Woordenlijst

  • Bodemdaling: Het dalen van de hoogte van een terrein. Bodemdaling kan veroorzaakt worden door oxidatie, inklinking, gas- en oliewinning en lange termijn geologische processen.

  • Drooglegging: Het hoogteverschil tussen het waterpeil in een watergang en de gemiddelde hoogte van het naastgelegen perceel.

  • Gebied met afwijkend peil: Een klein gebied waarin het peil afwijkt van het peil dat in het peilbesluit is vastgesteld.

  • Gebiedsfuncties: Waarvoor een gebied wordt gebruikt. Elke plek heeft een bepaalde functie of doel, zoals wonen, landbouw of recreatie.

  • Hoogwatervoorziening: Een hoogwatervoorziening is een peilgebied waarin het waterpeil hoog wordt gehouden om schade aan houten funderingspalen te voorkomen. Hoogwatervoorzieningen zijn vaak te vinden bij oude bebouwing. Het kan dan gaan om één of meerdere naastgelegen gebouwen. Meestal ligt aan de achterkant van de bebouwde percelen een watergang met een hoger waterpeil.

  • Peil: Door waterschap in peilbesluit vastgelegde waterpeil dat in een bepaald gebied moet worden gehandhaafd.

  • Peilbeheer: Het zorgen voor het juiste waterpeil door water aan- of af te voeren.

  • Peilbesluit: Besluit van het algemeen bestuur van een waterschap. Hierin staat welke waterpeilen er moet worden ingesteld, de ligging van de peilgebieden en plaats van de peilschalen zijn aangegeven.

  • Peilgebied: Gebied met elkaar verbonden watergangen. In dat gebied wordt één waterpeil aangehouden.

  • Peilschaal: Een peilschaal is een maatlat die in het water staat. Op deze peilschaal is een centimeterverdeling te zien. Daarmee is waterstand af te lezen en te controleren of de waterstand overeenkomt met het peilbesluit. Peilschalen zijn bevestigd aan kademuren, beschoeiingen of een aparte plank in het water.

  • Praktijkpeil: Waterstand die werkelijk in een watergang aanwezig is, afgelezen van de peilschaal.

  • Schouwpeil: In het peilbesluit vastgesteld peil dat het referentieniveau vertegenwoordigt voor het voeren van schouw, dagelijks peilbeheer, afhandelen van vergunningen en het uitvoeren van onderhoud aan watergangen.

  • Vast peil: Tijdens het hele jaar wordt er één peil aangehouden.

  • Waterbelang: Alles wat belangrijk is voor het beheren van water. Waterbelang gaat onder andere over het zorgen voor genoeg schoon water en het voorkomen van overstromingen.

Bijlage 1 Peilenkaart

 

  • Peilenkaart Woudse polder, peilgebied 4

Naar boven