Besluit van het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta tot vaststelling van de Legesverordening waterschap Brabantse Delta 2026

Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta;

 

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 4 november 2025, kenmerk 960187;

 

gelet op artikel 13.1a lid 1 en lid 3 van de Omgevingswet, artikel 110 en 115 van de Waterschapswet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en invordering van leges waterschap Brabantse Delta 2026

 

 

 

 

 

Artikel 1 Belastbaar feit

 

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit.

 

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

 

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.

  • 3.

    Legesbedragen minder dan of gelijk aan € 250,- worden niet geheven. Voor het bepalen van de hoogte van dit bedrag, wordt als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, het bedrag vastgesteld op basis van de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

     

  •  

Artikel 4 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt door toezending van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 5 Termijn van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de leges worden betaald binnen 30

dagen na dagtekening van de kennisgeving als bedoeld in artikel 4.

 

Artikel 6 Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 7 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst of besluit wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst of besluit in die tarieventabel opgenomen bepaling.

 

Artikel 8 Nadere regels door het dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur van het waterschap kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de leges.

 

Artikel 9 Overgangsrecht

De 'Legesverordening waterschap Brabantse Delta 2023' wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2026.

 

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Legesverordening waterschap Brabantse Delta 2026.

 

 

 

Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur in zijn openbare vergadering van 17 december 2025,

De dijkgraaf,

B.J.J. Bengevoord

De secretaris,

dr. A.F.M. Meuleman

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening waterschap Brabantse Delta 2026

Hoofdstuk 1. Handelingen met betrekking tot een oppervlaktewaterlichaam

 

 

Activiteit

Bedrag

1.1

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanleggen, wijzigen of verwijderen van een steiger, vlonder of soortgelijke constructie in een oppervlaktewaterlichaam.

 

Bij maximaal één constructie en niet langer dan 10 strekkende meter:

€250,-

Bij maximaal 3 constructies of één constructie langer dan 10 strekkende meter: €500,-

Verhoogd met €200, voor elke extra constructie tot een maximum bedrag van: €2000,-

 

1.2

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanleggen, wijzigen of verwijderen van een brug in/over een oppervlaktewaterlichaam.

 

Bij maximaal één brug: €500,-

 

Bij meer dan één brug: €1000,-

 

1.3

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanleggen, wijzigen of verwijderen van een peilregulerende werk in een oppervlaktewaterlichaam.

 

Bij één peilregulerend werk: €250,-

 

Bij meer dan één peilregulerend werk: €750,-

1.4

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanleggen, wijzigen of verwijderen van een dam met duiker in een oppervlaktewaterlichaam.

 

Bij het verplaatsen van een duiker (verwijderen en opnieuw aanbrengen) wordt dit belast als één activiteit

 

Bij maximaal één duiker tot 15 strekkende meter: €250,-

 

 

Bij maximaal 3 duikers of één duiker langer dan 15 strekkende meter: €500,-

Verhoogd met €200, - euro voor elke extra duiker tot een maximum bedrag van: €2000,-

 

 

1.5

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor het lozen en onttrekken van water in /aan een oppervlaktewaterlichaam.

(kwantiteit)

€500,-

 

1.6

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanleggen, wijzigen of verwijderen van een kabel en/of leiding in, boven, onder of nabij een oppervlaktewaterlichaam.

Bij een enkelvoudige kruising van een oppervlaktewaterlichaam of één tracé in de beschermingszone van het oppervlaktewaterlichaam:

€500,-

 

 

Bij meervoudige kruisingen van een oppervlaktewaterlichaam of meerdere tracés in de beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam: €1000,-

1.7

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanleggen, wijzigen of verwijderen van beschoeiing, anti worteldoek, afrasteringen, bomen, objecten (als bijvoorbeeld damwanden), gewassen, verharding in het talud en/of de beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam betrekking hebbend op:

 

Eén kadastraal perceel:

Bij het verwijderen: €250,-

Bij het aanbrengen:

€500,-

 

Meer dan één kadastraal perceel:

Bij het verwijderen: €250,-

Bij het aanbrengen:

€750,-

1.8

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor het dempen en/of (ver)graven van oppervlaktewaterlichamen en/of de aanleg van natuurvriendelijke oevers

 

 

Indien het graven van een oppervlaktewaterlichaam ter compensatie dient van een demping dan wordt dit als één activiteit belast.

Bij dempen of graven:

Tot maximaal 50 strekkende meter: €250,-

 

 

 

Vanaf 50 tot en met 300 strekkende meter: €500,-

 

 

 

 

Meer dan 300 strekkende meter: €1000,-

 

 

Bij het graven van natuurvriendelijke oevers langer dan 50 meter:

€500,-, ongeacht maximale afmetingen

 

1.9

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor het lozen van hemelwater door toename/afkoppelen verhard oppervlak.

 

€750,-

 

 

1.10

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor activiteiten in het profiel van vrije ruimte van een oppervlaktewaterlichaam.

 

€500,-

 

 

1.11

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor overige activiteiten / werkzaamheden die niet nader benoemd worden in deze tabel met betrekking tot een oppervlaktewaterlichaam.

 

€500,-

 

 

 

 

Hoofdstuk 2. Handelingen met betrekking tot een waterkering

 

 

Activiteit

Bedrag

2.1

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanleggen, wijzigen of verwijderen van een kabel en/of leiding in, onder of nabij een waterkering.

 

 

Voor het aanleggen of wijzigen van een tracé in de (beschermings)zone van de waterkering tot 50 meter of bij een enkelvoudige kruising met de waterkering: €750,-

 

Voor het aanleggen of wijzigen van een tracé in de (beschermings)zone van de waterkering vanaf 50 tot maximaal 200 meter of bij maximaal 2 kruisingen met de waterkering: €1250,-

 

Voor het aanleggen of wijzigen van een tracé in de (beschermings)zone van de waterkering langer dan 200 meter of bij meer dan 2 kruisingen met de waterkering: €2000,-

 

2.2

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanleggen, wijzigen of verwijderen van objecten, bouwwerken, wegen, parkeerplaatsen, beplanting op, in of nabij een waterkering.

 

Bij een totaal oppervlak tot 50 m2: €750,-

Bij een oppervlak van 50 m2 tot 150 m2 €1000,-

Bij een oppervlakte vanaf 150 m2: €1500,-

2.3

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor overige activiteiten / werkzaamheden waarbij graafwerkzaamheden worden uitgevoerd die niet nader benoemd worden in deze tabel met betrekking tot een waterkering.

 

 

€500,-

 

 

 

 

 

Hoofstuk 3. Handelingen met betrekking tot grondwater

 

 

Activiteit

Bedrag

3.1

Het in behandeling nemen van een aanvraag, inclusief MER-beoordelingsnotitie voor het onttrekken van grondwater (uitgezonderd ten behoeve van een industriële onttrekking) voor bronbemalingen, grondwater- en bodemsaneringen.

 

€1500,-

 

 

3.2

Het in behandeling nemen van een aanvraag, inclusief MER-beoordelingsnotitie voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van een industriële onttrekking.

 

€2000,-

3.3

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor het onttrekken of infiltreren van grondwater met een ander doel dan genoemd in 3.1 en 3.2.

 

€750,- bij onttrekkingen

€1500,- bij infiltraties

 

 

 

Hoofdstuk 4. Handelingen met betrekking tot directe lozingen (waterkwaliteit)

 

 

Activiteit

Bedrag

4.1

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor het lozen in een oppervlaktewaterlichaam of op een zuiveringtechnisch werk (waterkwaliteit)

 

 

 

 

 

Indien het een milieubelastende activiteit betreft die betrekking heeft op het lozen van afvalwater of het brengen van stoffen, voor zover deze activiteit niet valt onder het toepassingsbereik van de Richtlijn Industriële Emissies (RIE): €4000,-

 

Indien een ABM (Algemene Beoordelingsmethodiek) toets moet worden uitgevoerd wordt het bedrag verhoogd met:

1 tot en met 10 stoffen: €1000,-

* 11 tot en met 50 stoffen: €2500,-

* 51 tot en met 100 stoffen: €5000,-

* 101 tot en met 500 stoffen: €10.000,-

* 501 stoffen of meer: €15.000,-

 

Indien het lozen betreft vanuit installaties vallend onder de RIE richtlijn (Richtlijn industriële emissies - voorheen IPPC) of een bedrijfsafvalwaterzuivering dan is het bedrag: €6500,-

 

 

Indien een ABM (Algemene Beoordelingsmethodiek) toets moet worden uitgevoerd wordt het bedrag verhoogd met:

* 1 tot en met 10 stoffen: €1000,-

* 11 tot en met 50 stoffen: €2500,-

* 51 tot en met 100 stoffen: €5000,-

* 101 tot en met 500 stoffen: €10.000,-

* 501 stoffen of meer: €15.000,-

 

 

 

Als lozingseisen moeten worden afgeleid wordt het bedrag verhoogd met € 1000,- per stof.

 

 

Indien een MRA beoordeling moet plaatsvinden wordt het bedrag verhoogd: €3000.-

 

 

Hoofdstuk 5 Algemeen bijkomende kosten

 

 

Activiteit

Bedrag

5.1

Het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij een beoordeling van sterkteberekeningen, (waterhuishoudkundige) rapportages, memo’s of soortgelijke informatie/documenten nodig is.

 

Hieronder valt niet een bemalingsrapportage (grondwater)

 

Bij beoordeling door vergunningverleners

€750,-

 

Bij (aanvullend) beoordeling door interne adviseurs (zoals hydrologen,

waterkeringsspecialisten, beheer en onderhoud, ecologen, peilbeheer): €2000,-

5.2

Externe advieskosten

 

De legesbedragen worden verhoogd met de in verband met de aanvraag te maken noodzakelijke externe advieskosten.

Voor besluitvorming moeten de kosten van het externe adviesbureau worden medegedeeld aan de aanvrager.

Voor externe advieskosten nautisch beheer geldt een vast bedrag (zie hoofdstuk 6 van de tarieventabel.

 

Bedrag volgens kostenopgave

 

 

Hoofdstuk 6 Overig handelingen

 

 

Activiteit

Bedrag

6.1

Vaarwegen (nautisch beheer)

 

Het in behandeling nemen van een aanvraag betreffende het gebruik van de vaarwegen, zoals is beschreven in de waterschapsverordening, Scheepvaartverkeerswet, Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer, Binnenvaartpolitiereglement of andere wet- of regelgeving/

 

 

€500,-

per vaartuig en/of per gebeurtenis

 

 

 

Wanneer externe advisering benodigd is: €1000,-

 

6.2

Maatwerkvoorschrift

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een maatwerkvoorschrift op basis van de waterschapsverordening of een Algemene Maatregel van Bestuur.

 

€750,-

 

6.3

Het oprichten van kleinschalige objecten en evenementen door stichtingen, verenigingen of comités ten aanzien van vaarwegen, waterstaatswerken en beschermingszones

 

Het oprichten van kleinschalige objecten en evenementen door stichtingen, verenigingen of comités die:

  • 1.

    hun inkomsten nagenoeg geheel uit giften en/of subsidies verwerven én

  • 2.

    zich (blijkens hun statuten) de uitoefening van activiteiten van maatschappelijke, culturele of historische aard ten doel stellen én

  • 3.

    waarbij de activiteiten grotendeels wordt verricht door vrijwilligers.

 

€ 250,-

 

Hoofstuk 7 Teruggaaf

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning binnen vier weken na het indienen van de aanvraag wordt ingetrokken en er op deze aanvraag nog niet is beslist, bestaat aanspraak op teruggaaf van 75% van de geheven leges.

 

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning na vier weken na het in indienen van de aanvraag wordt ingetrokken en er op deze aanvraag nog niet is beslist, bestaat aanspraak op teruggaaf van 50% van de geheven leges.

 

 

 

 

 

Algemene toelichting op de legesverordening waterschap Brabantse Delta 2026

 

Deze toelichting bestaat uit twee delen, namelijk:

  • A.

    Artikelsgewijze toelichting

  • B.

    Toelichting op de tarieventabel

 

  • A.

    Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Op grond van artikel 13 lid 1a van de Omgevingswet en artikel 115 lid b en c van de Waterschapswet kan het waterschap leges heffen voor verstrekte diensten en het nemen van besluiten. Voorbeelden hiervan zijn het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning of het verstrekken van een exemplaar van de begroting. In de bijbehorende tarieventabel zijn de diensten opgenomen waarvoor leges worden geheven.

 

Artikel 2 Belastingplicht

Uitgangspunt is dat de aanvrager van de dienst belastingplichtig is. De aanvrager zal in de meeste gevallen immers ook belanghebbende bij de dienst zijn. Er zijn echter situaties denkbaar waarin de aanvrager niet tevens als belanghebbende kan worden aangemerkt. Dit is bijvoorbeeld het geval indien een derde in opdracht en ten behoeve van een ander een dienst aanvraagt. In deze gevallen is niet de aanvrager, maar degene ten behoeve van wie de dienst wordt aangevraagd, belastingplichtig.

 

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarieven

Lid 1. Ingevolge hetgeen bepaald is in artikel 111 Waterschapswet dient de belastingverordening onder andere de heffingsmaatstaf te vermelden. Aan dit vereiste is invulling gegeven in de bij de verordening behorende tarieventabel.

Lid 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.

Lid 3. Dit bedrag is als drempel gekozen, om te voorkomen dat voor relatief eenvoudige activiteiten aanvragers niet worden ontmoedigd om een vergunningaanvraag in te dienen. Het legesbedrag is opgebouwd uit de som van de verschuldigde rechten voor de verschillende activiteiten waarop een aanvraag betrekking heeft.

 

Artikel 4 Wijze van heffing

In de belastingverordening moet worden aangegeven welke wijze van heffing wordt gehanteerd. De leges worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke nota.

 

Artikel 5 Termijn van betaling

De leges moeten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de legesnota.

 

Artikel 6 Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 7 Teruggaaf

Deze bepaling ziet op het terugbetalen van een deel van de leges, indien een aanvraag wordt ingetrokken. In de tarieventabel is opgenomen welk percentage van de leges in die situatie wordt terugbetaald. Als recht op teruggave van een deel van de leges bestaat, gebeurt dit automatisch door het waterschap. Hiervoor is geen afzonderlijk verzoek van de belastingplichtige nodig.

 

Artikel 8 Nadere regels door het dagelijks bestuur

De bevoegdheid tot het stellen van nadere regels vloeit rechtstreeks voort uit artikel 125a van de Waterschapswet.

 

Artikel 9 Overgangsrecht

In dit artikel wordt geregeld dat met ingang van de datum van de heffing de ‘oude' legesverordening wordt ingetrokken. Als belastbare feiten zich voor die datum hebben voorgedaan (bijvoorbeeld is een vergunningsaanvraag ingediend), dan blijft de ‘oude' legesverordening van toepassing.

 

Artikel 10 Inwerkingtreding

In dit artikel wordt geregeld wanneer de verordening in werking treedt, namelijk met ingang van de eerste dag na de bekendmaking. De datum van ingang van de heffing is.

 

Artikel 11 Citeertitel

De citeertitel van deze legesverordening is: ‘Legesverordening waterschap Brabantse Delta 2026'.

 

 

  • B.

    Toelichting op de tarieventabel

 

Algemeen

Bij het heffen van leges geldt als voorwaarde dat de tarieven zodanig worden vastgesteld dat de geraamde baten van de rechten niet uitgaan boven de geraamde lasten ter zake. Niet toerekenbaar zijn de kosten van meldingen; beleidsvoorbereiding en algemene inspraakprocedures; handhaving, toezicht en controle; en bezwaar- en beroepsprocedures.

 

I handelingen met betrekking tot een oppervlaktewaterlichaam

Deze tabel is onderverdeeld in de meest voorkomende activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning benodigd is. Het gaat hier om activiteiten die betrekking hebben op de waterkwantiteit van een oppervlaktewaterlichaam. De bedragen zijn gekoppeld aan de gemiddelde behandeltijd van een aanvraag. Waarin wordt gewerkt met een staffel naar gelang de complexiteit van de aangevraagde activiteit.

 

II Handelingen met betrekking tot een waterkering

Deze tabel is onderverdeeld in de meest voorkomende activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning benodigd is. Het gaat hier om activiteiten die betrekking hebben op een waterkering. De bedragen zijn gekoppeld aan de gemiddelde behandeltijd van een aanvraag. Waarin wordt gewerkt met een staffel naar gelang de complexiteit van de aangevraagde activiteit.

 

III Handelingen met betrekking tot grondwater

De bedragen in de tabel zijn gekoppeld aan de gemiddelde behandeltijd van aanvragen voor het onttrekken van grondwater.

 

IV Handelingen met betrekking tot directe lozingen (waterkwaliteit)

Voor het legestarief wordt onderscheid gemaakt tussen de soorten inrichtingen waar de lozing betrekking op heeft. De behandeling van een aanvraag voor een lozing vanuit een RIE inrichting of vanuit een bedrijfsafvalwaterzuivering is complexer en vraagt een groter tijdinzet wat tot uitdrukking komt in het legestarief.

 

Indien de ABM moet worden uitgevoerd dan wordt er gewerkt met een staffel zoals opgenomen in de tabel. Voor een staffel is gekozen omdat de tijdinzet voor de beoordeling groter wordt indien het om het lozen van meer stoffen gaat.

 

V Algemeen bijkomende kosten

Het kan voorkomen dat vanuit vergunningen expertise nodig is van andere vakspecialisten binnen het waterschap om de aanvraag mede te beoordelen. In die gevallen (meestal aanvragen die complexer van aard zijn) wordt een hoger bedrag aan leges geheven.

 

Extern advies

In sommige gevallen zal het nodig zijn om bij de beoordeling van de aanvraag een externe deskundige te betrekken omdat het dan gaat om deskundigheid waar het waterschap niet over beschikt. De kosten daarvan kunnen samen met het legesbedrag in rekening worden gebracht. Die kosten moeten op basis van een begroting aan de aanvrager worden meegedeeld, voordat de aanvraag in behandeling wordt genomen. In dat geval is er dus nog geen sprake van belastingplicht. Pas nadat de aanvrager de aanvraag daarna zal handhaven, kan deze in behandeling worden genomen. De leges, inclusief het bij begroting voorgelegde bedrag, kunnen pas vanaf dat moment in rekening worden gebracht.

 

VI Overige handelingen

Hier is een tarief opgenomen voor het afhandelen van aanvragen van omgevingsvergunningen en ontheffingen voor het gebruik van de vaarwegen. Het bedrag is gekoppeld aan de gemiddelde behandeltijd van een aanvraag.

Tevens is een tarief opgenomen wanneer een verzoek om een maatwerkvoorschrift wordt ingediend. Het bedrag is gekoppeld aan de gemiddelde behandeltijd van een verzoek.

Voor het oprichten van vergunningplichtige kleinschalige objecten en het houden van evenementen door stichtingen, verenigingen of comités wordt onder een drietal voorwaarden een apart tarief van € 250,00 gehanteerd. Op de eerste plaats moeten zij hun inkomsten nagenoeg geheel uit giften en/of subsidies verwerven. Dit betekent dat de inkomsten voor 90% of meer uit giften en/of subsidies moeten bestaan. Op de tweede plaats moeten zij zich (blijkens hun statuten) de uitoefening van activiteiten van maatschappelijke, culturele of historische aard ten doel stellen. Op de derde plaats moeten de activiteiten volledig worden verricht door vrijwilligers. Er is sprake van cumulatieve voorwaarden. Onder kleinschalige objecten worden relatief eenvoudige werken verstaan, zoals bijvoorbeeld herdenkingspanelen en informatiepanelen, waarbij een eenvoudige toets volstaat.

 

VII Teruggaaf

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning vóór het verlenen van de omgevingsvergunning wordt ingetrokken, bestaat recht op gedeeltelijke teruggaaf van de geheven leges. Er bestaat aanspraak op teruggaaf van 75% van de geheven leges als de aanvraag binnen vier weken na indiening van de aanvraag wordt ingetrokken en aanspraak op teruggaaf van 50% van de geheven leges als de aanvraag na vier weken na indiening wordt ingetrokken.

 

Naar boven