Waterschapsblad van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier | Waterschapsblad 2025, 22647 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier | Waterschapsblad 2025, 22647 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Deze publicatie bevat verschilmarkering t.o.v. eerdere regelingtekst. Tekst en afbeeldingen die worden toegevoegd zijn onderstreept en groen gemarkeerd, of van een groen kader voorzien. Tekst en afbeeldingen die worden verwijderd zijn doorgestreept en rood gemarkeerd, of van een rood kader voorzien.
De publicatie wordt standaard getoond met verschilmarkering. Door te kiezen voor ‘Was’ of ‘Wordt’ kunt u de voormalige of vernieuwde tekst op zichzelf bekijken.
Toon versie van document
Dit document bevat verschilmarkering t.o.v. eerdere regelingtekst.
Tekst en afbeeldingen die worden toegevoegd zijn onderstreept en groen gemarkeerd, of van een groen kader voorzien. Tekst en afbeeldingen die worden verwijderd zijn doorgestreept en rood gemarkeerd, of van een rood kader voorzien.
Het dagelijks bestuur van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;
gelezen het bestuursvoorstel van 17 juli 2025 met registratienummer 25.0968960;
Besluit:
De wijzigingen van de "Waterschapsverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2026" zoals opgenomen in Bijlage A in ontwerp vast te stellen en vrij te geven voor inspraak.
Dit besluit wordt ter inzage gelegd middels de Kennisgeving 'Wijziging Waterschapsverordening 2026 en legger waterveiligheid Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier ter inzage'.
Aldus besloten in de vergadering van 16 september 2025 van het dagelijks bestuur van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.
M.J. Kuipers, de secretaris
Ing. R.P.G. Bosma, de voorzitter
A
Artikel 1.3 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De geometrische begrenzingen van het beperkingengebied waterstaatswerk en de onderdelen daarvan zijn opgenomen in de volgende geometrische informatieobjecten in bijlage II bij deze verordening:
beperkingengebied
kernzone van de primaire harde waterkering;
beperkingengebied
kernzone van de primaire zandige waterkering;
beschermingszone A bij eenvan de primaire harde waterkering;
beschermingszone A bij eenvan de primaire zandige waterkering;
beschermingszone A aan de landzijde van eende primaire zandige waterkering;
beschermingszone A aan de zeezijde van eende primaire zandige waterkering;
beschermingszone B bij eenvan de primaire harde waterkering;
beschermingszone B bij eenvan de primaire zandige waterkering;
beschermingszone B aan de landzijde van eende primaire zandige waterkering;
beschermingszone B aan de zeezijde van een primaire zandige waterkering;
beperkingengebied vaarwegen
vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap;
De geometrische begrenzingen van het beperkingengebied weg en de onderdelen daarvan zijn opgenomen in de volgende geometrische informatieobjecten in bijlage II bij deze verordening:
B
Artikel 1.15 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het bestuur kan bij besluit als bedoeld in artikel 19.0 van de Omgevingswet bepalen dat zich een bijzondere omstandigheid voordoet en zo nodig in afwijking van verleende omgevingsvergunningen of geldende peilbesluiten, verbieden:
water af te voeren naar of aan te voeren uit een oppervlaktewaterlichaam;
water te brengen in of te onttrekken aan een oppervlaktewaterlichaam;
grondwater te onttrekken of water te infiltreren;
activiteiten uit te voeren in het beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszonesgebied kernzone en beschermingszones van de waterkering; en
activiteiten uit te voeren in het beperkingengebied weggebied weg.
Het bestuur kan bij besluit als bedoeld in artikel 19.0 van de Omgevingswet bepalen dat de scheepvaart op een oppervlaktewaterlichaam wordt beperkt of gestremd of dat de maximale vaarsnelheid wordt aangepast.
Het besluit kan in ieder geval inhouden dat de activiteiten worden beperkt of stopgezet.
Het besluit wordt ingetrokken als het bestuur instandhouding daarvan niet langer noodzakelijk vindt.
C
Afdeling 1.7 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Zodra de volgende gegevens en documenten bekend zijn, worden ze verstrekt aan het bestuur:
informatie over de oorzaken van het ongewoon voorval en de omstandigheden waaronder het ongewoon voorval zich heeft voorgedaan;
informatie over de vrijgekomen stoffen en hun eigenschappen;
andere gegevens die nodig zijn om de aard en de ernst van de gevolgen voor de fysieke leefomgeving te kunnen inschatten; en
informatie over de maatregelen die zijn getroffen of worden overwogen om de nadelige gevolgen van het ongewoon voorval te voorkomen als bedoeld in artikel 19.1, eerste lid, van de Omgevingswet.
Het eerste lid geldt niet voor lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam en lozingsactiviteiten op een zuiveringtechnisch werk afkomstig van:
D
Artikel 2.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
E
Artikel 2.2 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De regels in deze afdeling over activiteiten met gevolgen voor oppervlaktewaterlichamen of bergingsgebieden zijn gesteld met het oog op:
het beschermen van de ontwaterende, af- en aanvoerende en voldoende bergende functie van het watersysteem;
het beschermen van de ecologische en chemische toestand van het watersysteem;
het instandhouden van het peilbeheer;
het beperken van het risico op wateroverlast, waarbij een neerslagsituatie die eens in de 100 jaar voorkomt niet leidt, door inundatie vanuit het watersysteem, tot schade aan gebouwen, infrastructuur en voorzieningen;
het beperken van waterschaarste en het vasthouden of bergen van neerslag voor nuttig gebruik; en
het waarborgen van de inspectie, het beheer en onderhoud en de toetsing van de functie van het watersysteem; en
het waarborgen van de doorvaarbaarheid van de vaarwegen in beheer bij het hoogheemraadschap.
De regels in deze afdeling over activiteiten met gevolgen voor waterkeringen zijn gesteld met het oog op:
F
Artikel 2.6 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit met gevolgen voor de kwaliteit van het grondwater die op grond van deze afdeling is vereist, worden, als de activiteit betrekking heeft op werkzaamheden waarbij verticale drainage wordt geplaatst, in aanvulling op artikel 2.4 de volgende gegevens en documenten verstrekt:
een opgave van de beoogde einddiepte van de verticale drainage ten opzichte van de onderzijde van de klei- of veenlaag zodanig dat er een minimale laagdikte van de klei- of veenlaag van 1,0 m overblijft op de watervoerende zandlaag;
bodemonderzoeksgegevens; en
een interpretatie van de bodemonderzoeksgegevens bedoeld onder b.
G
Artikel 2.7 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
H
Paragraaf 2.1.2 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van bouwwerken in hetde gebieden beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, het kernzone van de waterkering, beperkingengebiedbeschermingszone A van de waterkering en beschermingszone A bij een waterkeringmolenbiotoop.
Deze paragraaf is niet van toepassing op:
het plaatsen, behouden en weghalen van seizoenstrandbouwwerkenbruggen, bedoeld in paragraaf 2.1.2.22.1.3;
het plaatsen, behouden en weghalen van bruggen, bedoeld in paragraaf 2.1.3;
het plaatsen, behouden en weghalen van aquaducten, bedoeld in paragraaf 2.1.4;
het plaatsen, behouden en weghalen van duikers, sifons of hevels, bedoeld in paragraaf 2.1.5;
het plaatsen, behouden en weghalen van toegangsdammen, bedoeld in paragraaf 2.1.6;
het plaatsen en behouden van steigers, vlonders, boothuizen, zonnepanelen op water, drijvende bouwwerken en overhangende bouwwerken, bedoeld in paragraaf 2.1.7;
het plaatsen, behouden en weghalen van steigers, vlonders en aanmeervoorzieningen, bedoeld in paragraaf 2.1.7;
het plaatsen, behouden en weghalen van drijvende bouwwerken, bedoeld in paragraaf 2.1.10;
het plaatsen, behouden en weghalen van boothuizen, bedoeld in paragraaf 2.1.8;
het plaatsen, behouden en weghalen van lozings- en onttrekkingswerken, bedoeld in paragraaf 2.1.82.1.17;
het plaatsen, behouden en weghalen van taludtrappen, bedoeld in paragraaf 2.1.9;
i. het plaatsen, behouden en weghalen van woonboten, bedoeld in paragraaf 2.1.102.1.11;
het plaatsen, behouden en weghalen van windturbines, bedoeld in paragraaf 2.1.122.1.13;
het plaatsen van bodemenergiesystemen, bedoeld in paragraaf 2.1.132.1.14;
het plaatsen, behouden en behoudenweghalen van beschoeiingen en andere profielbeschermingen, bedoeld in paragraaf 2.1.232.1.26; en
het plaatsen, behouden en weghalen van peilregelende en peilscheidende kunstwerken, bedoeld in paragraaf 2.1.272.1.30.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een bouwwerk te plaatsen of te behouden in het gebied beperkingengebied vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een bouwwerk te plaatsen of te behouden in het gebied beperkingengebied molenbiotoop.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een bouwwerk te plaatsen of te behouden in het gebied natuurvriendelijke oever of rietoever.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een bouwwerk te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied beperkingengebiedkernzone van de primaire waterkering of het beperkingengebiedkernzone van de regionale waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een bouwwerk te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied beperkingengebiedkernzone van de overige waterkering of beschermingszone A bij eenvan de waterkering, als het bouwwerk:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een bouwwerk te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied beschermingszone A bij eenvan de primaire waterkering of beschermingszone A bij eenvan de regionale waterkering, als het bouwwerk:
Bij het plaatsen of behouden van een bouwwerk in het gebied beschermingszone A bij eenvan de primaire of regionale keringwaterkering buiten de beperkingengebiedennatuurvriendelijke oever, rietoever, molenbiotoop en vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap en wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.13, 2.142.15 en 2.16, als het bouwwerk:
Bij het weghalen van een bouwwerk in het gebied beschermingszone A bij eenvan de primaire waterkering of beschermingszone A bij eenvan de regionale waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.13 en 2.16, als het bouwwerk:
Bij het plaatsen of behouden van een bouwwerk in het gebied beperkingengebied overige waterkering kernzone en bijbehorende beschermingszone A van de overige waterkering buiten de beperkingengebiedennatuurvriendelijke oever, rietoever, molenbiotoop en vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.13 en 2.142.15, als het bouwwerk:
Bij het weghalen van een bouwwerk in het gebied beperkingengebiedkernzone van de overige waterkering of beschermingszone A bij eenvan de overige waterkering, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en het artikel 2.13, als het bouwwerk:
Bij het plaatsen of behouden van een bouwwerk in het gebied beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, buiten de beperkingengebiedenkernzone van de primaire waterkering,en regionale waterkering en buiten de natuurvriendelijke oever, rietoever, molenbiotoop en vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7 en 2.13 tot en met 2.15.
Bij het weghalen van een bouwwerk in het gebied beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, buiten de beperkingengebiedenkernzone van de primaire waterkering en regionale waterkering, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en artikel 2.13.
Een bouwwerk wordt niet geplaatst binnen een afstand van 5 meter van een duiker.
Als het bouwwerk in een oppervlaktewaterlichaam wordt geplaatst, is paragraaf 2.1.222.1.25 van overeenkomstige toepassing.
Als het bouwwerk boven een oppervlaktewaterlichaam wordt geplaatst, blijft het vrije doorvaartprofiel geborgd.
Het beheer en onderhoud van het bouwwerk en de grond of het oppervlaktewaterlichaam binnen 1 meter rondom het bouwwerk, wordt door of namens de initiatiefnemer of de rechtsopvolger uitgevoerd.
In het gebied beschermingszone A bij eenvan de primaire waterkering worden de werkzaamheden niet uitgevoerd tussen 15 oktober en 15 april.
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3, 2.7 en 2.142.15 tot en met 2.16.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.7 en 2.142.15 tot en met 2.16.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het plaatsen of weghalen van een bouwwerk in afwijking van artikel 2.7, 2.142.15, 2.152.14 of 2.16 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van bouwwerken inclusief de daarbij behorende fundering en overige elementen, die alleen tussen 15 maart en 15 oktober op het strand staan in beschermingszone A aan de zeezijde van een primaire zandige waterkering.
Bij het plaatsen, behouden en weghalen van een bouwwerk dat alleen tussen 15 maart en 15 oktober op het strand staat in beschermingszone A aan de zeezijde van een primaire zandige waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.20 tot en met 2.23.
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3 en 2.21 tot en met 2.23.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.21 tot en met 2.23.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het plaatsen, behouden of weghalen van een bouwwerk in afwijking van artikel 2.21, 2.22 of 2.23. worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
I
Artikel 2.25 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van bruggen in hetde gebieden beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, het beperkingengebiedkernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
J
Artikel 2.26 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een brug te plaatsen of te behouden in het beperkingengebied waterkering, gebied beschermingszone A bij een waterkering, het beperkingengebied primair oppervlaktewater of het beperkingengebied vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een brug te plaatsen, te behouden of weg te halen in het beperkingengebied waterkering, gebied beschermingszone A bij eenkernzone van de waterkering, of het beperkingengebied primair oppervlaktewaterbeschermingszone A van de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een brug te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied primair oppervlaktewater.
K
Artikel 2.27 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het plaatsen of behouden van een brug in het gebied beperkingengebied secundair of tertiair oppervlaktewater, met uitzondering van het beperkingengebied waterkering, buiten de kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering en vaarwegenbuiten de vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7 en 2.282.21 tot en met 2.302.23.
Bij het weghalen van een brug in het gebied beperkingengebied secundair of tertiair oppervlaktewater, met uitzondering van het beperkingengebied waterkering buiten de kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7, 2.282.21, 2.302.23 en 2.312.24.
L
Het opschrift van artikel 2.28 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
M
Artikel 2.29 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De overspanning wordt aangebracht buiten het oppervlaktewaterlichaam.
Landhoofden worden geplaatst buiten het leggerprofielminimaal benodigde doorstroomprofiel, zoals vastgelegd in de Legger Wateren.
Een brug in een watersysteem dat varend wordt onderhouden heeft:
een minimaal doorvaartprofiel met een breedte van 2,50 meter;
een minimale doorvaarthoogte van 1,10 meter ten opzichte van het plaatselijk hoogste geldende streefpeil; en
een minimale waterdiepte van 0,90 meter ten opzichte van het plaatselijk laagst geldende streefpeil.
Bij recreatieve vaarroutes wordt de minimale doorvaarthoogte, bedoeld in de omgevingsverordening of het omgevingsplan, aangehouden.
N
Artikel 2.30 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het oppervlaktewaterlichaam blijft voldoen aan het minimaal benodigde doorstroomprofiel, zoals vastgelegd in de Legger Wateren.
De oever wordt zodanig afgewerkt, ingericht en onderhouden dat deze stabiel is en uitzakken of uitspoeling wordt voorkomen.
Aanwezige oude beschoeiingsresten of andere oeververdedigingen worden volledig weggehaald.
Het verlies aan bergingscapaciteit in het oppervlaktewaterlichaam door het plaatsen van de brug wordt gecompenseerd door binnen hetzelfde peilgebied een bestaand oppervlaktewaterlichaam te verbreden of nieuw oppervlaktewater te graven met tenminste hetzelfde oppervlak als is gedempt. De bergingscapaciteit wordt bepaald op basis van het hoogst geldende waterpeil zoals opgenomen in het ter plaatse geldende peilbesluit.
Het vierde lid geldt niet als er bij het plaatsen van de brug minder dan 35 m2 van het oppervlaktewaterlichaam wordt gedempt.
O
Het opschrift van artikel 2.31 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
P
Artikel 2.32 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3, 2.7, 2.292.22 en 2.302.23.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.7, 2.292.22 en 2.302.23.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het plaatsen, behouden of weghalen van een brug in afwijking van artikel 2.7, 2.292.22 of 2.302.23 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
Q
Paragraaf 2.1.4 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van aquaducten in hetde gebieden beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, het beperkingengebiedkernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een aquaduct te plaatsen, te behouden of weg te halen in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering of beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een aquaduct te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied oppervlaktewaterlichaam.
R
Het opschrift van paragraaf 2.1.5 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
S
Artikel 2.35 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van duikers, sifons of hevels in hetde gebieden beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, het beperkingengebiedkernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
T
Artikel 2.36 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een duiker of sifon te plaatsen of te behouden in het gebied beperkingengebied vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een duiker , sifon of hevel te plaatsen, te behouden of weg te halen in het beperkingengebied primair oppervlaktewater, het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering of beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een duiker te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied primair oppervlaktewater.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een sifon of hevel te plaatsen, te behouden of weg te halen in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, het beperkingengebied waterkering of beschermingszone A bij een waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een sifon of hevel te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied oppervlaktewaterlichaam.
U
Artikel 2.37 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het plaatsen of behouden van een duiker in het gebied beperkingengebied secundair of tertiair oppervlaktewater, met uitzondering van het beperkingengebied waterkering, buiten de kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering en vaarwegenbuiten de vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7 en 2.382.31 tot en met 2.412.34.
Bij het weghalen van een duiker in het gebied beperkingengebied secundair of tertiair oppervlaktewater, met uitzondering van het beperkingengebied waterkering buiten de kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7, 2.382.31, 2.412.34 en 2.422.35.
V
Het opschrift van artikel 2.38 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
W
Het opschrift van artikel 2.39 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
X
Het opschrift van artikel 2.40 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Y
Het opschrift van artikel 2.41 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Z
Het opschrift van artikel 2.42 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
AA
Artikel 2.43 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3, 2.7 en 2.392.32 tot en met 2.422.35.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.7 en 2.392.32 tot en met 2.422.35.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het plaatsen, behouden of weghalen van een duiker in afwijking van artikel 2.7, 2.392.32, 2.402.33, 2.412.34 of 2.422.35. worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
BB
Artikel 2.44 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van toegangsdammen in hetde gebieden beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, het beperkingengebiedkernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
CC
Artikel 2.45 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een toegangsdam te plaatsen of te behouden in het gebied beperkingengebied vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een toegangsdam te plaatsen, te behouden of weg te halen in het beperkingengebied primair oppervlaktewater of het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering enof beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een toegangsdam te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied primair oppervlaktewater.
DD
Artikel 2.46 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het plaatsen of behouden van een toegangsdam in het gebied beperkingengebied secundair of tertiair oppervlaktewater, met uitzondering van het beperkingengebied waterkering, buiten de kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering en vaarwegenbuiten de vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7 en 2.472.40 tot en met 2.492.42.
Bij het weghalen van een toegangsdam in het gebied beperkingengebied secundair of tertiair oppervlaktewater, met uitzondering van het beperkingengebied waterkering buiten de kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7 en 2.472.40 en 2.502.43.
EE
Het opschrift van artikel 2.47 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
FF
Het opschrift van artikel 2.48 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
GG
Het opschrift van artikel 2.49 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
HH
Het opschrift van artikel 2.50 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
II
Artikel 2.51 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3, 2.7, 2.482.41 en 2.492.42.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.7, 2.482.41 en 2.492.42.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het plaatsen of weghalen van een toegangsdam in afwijking van artikel 2.7, 2.482.41 of 2.492.42 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
JJ
Paragraaf 2.1.7 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen en behouden van steigers, vlonders, boothuizen, zonnepanelen op water, drijvende bouwwerken en overhangende bouwwerken in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, het beperkingengebied waterkering en beschermingszone A bij een waterkering.
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van steigers, vlonders en aanmeervoorzieningen in de gebieden oppervlaktewaterlichaam, kernzone van de waterkering en beschermingszone A van de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een steiger, vlonder, boothuis, drijvend bouwwerk of overhangend bouwwerk te plaatsen of te behouden in het beperkingengebied vaarwegen in beheer bij het hoogheemraadschap.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een steiger, vlonder of aanmeervoorziening te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een steiger, vlonder, boothuis, drijvend bouwwerk of overhangend bouwwerk te plaatsen of te behouden in het beperkingengebied natuurvriendelijke oever.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een steiger, vlonder of aanmeervoorziening te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied natuurvriendelijke oever.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een steiger, vlonder, boothuis, drijvend bouwwerk of overhangend bouwwerk te plaatsen of te behouden in het beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszone A niet zijnde aangewezen hoge gronden.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een steiger, vlonder of aanmeervoorziening te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied kernzone en beschermingszone A van de waterkering zonder aangewezen hoge gronden.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning zonnepanelen op water of een drijvend bouwwerk te plaatsen of te behouden in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam.
Het eerste, derde en vierde lid zijn niet van toepassing op tijdelijke drijvende bouwwerken die voor een periode van maximaal 12 maanden worden geplaatst en behouden.
Bij het plaatsen of behouden van een steiger, vlonder, boothuis, vlonder of overhangend bouwwerk, aanmeervoorziening in de aangewezen hoge gronden buiten de beperkingengebieden natuurvriendelijke oever en vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.562.49 en 2.572.50.
Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op zonnepanelen op water en drijvende bouwwerken zoals bedoeld in artikel 2.53, vierde lid.
Bij het weghalen van een steiger, vlonder of aanmeervoorziening in de aangewezen hoge gronden buiten de natuurvriendelijke oever en vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3.
Bij het plaatsen of behouden van een steiger, vlonder, boothuis, vlonder of overhangend bouwwerk, aanmeervoorziening in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam buiten de beperkingengebieden waterkering met bijbehorendekernzone en beschermingszone A niet zijndevan de waterkering zonder aangewezen hoge gronden, en buiten de natuurvriendelijke oever en vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7 en 2.552.48 tot en met 2.572.50.
Bij het tijdelijk plaatsen en behouden van een drijvend bouwwerk voor een periode van maximaal 12 maanden in het beperkingengebied vaarwegen in beheer bij het hoogheemraadschap, beperkingengebied waterkering, beschermingszone A bij een waterkering of beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3 en de artikelen 2.7 en 2.55 tot en met 2.57.
Bij het weghalen van een steiger, vlonder of aanmeervoorziening in het oppervlaktewaterlichaam buiten de kernzone en beschermingszone A van de waterkering zonder aangewezen hoge gronden en buiten de natuurvriendelijke oever en vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3 en 2.48 en 2.51.
Ten minste vijftien werkdagen voor het plaatsen of weghalen van het bouwwerk de steiger, vlonder of aanmeervoorziening worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar het bouwwerk wordt geplaatst; en
de locatie waar de steiger, vlonder of aanmeervoorziening wordt geplaatst; en
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Uiterlijk twee weken na afronding van het plaatsen van het bouwwerk de steiger, vlonder of aanmeervoorziening worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
de definitieve ligging van het bouwwerk; en
de definitieve ligging van de steiger, vlonder of aanmeervoorziening; en
de objectgegevens.
Het bouwwerk
De steiger, vlonder of aanmeervoorziening wordt meer dan 50 meter van de in- of uitstroomopening van een gemaal, inlaat of stuw gerealiseerdgeplaatst.
In het gebied beperkingengebied rietoever wordt een steiger steiger of aanmeervoorziening voor de rietkraag geplaatst en desgewenst verbonden met de oever met een loopplank van maximaal 1één meter breed.
De doorvaart wordt niet door het bouwwerk belemmerd.
De steiger, vlonder of aanmeervoorziening wordt buiten het geldende profiel van de Legger Wateren geplaatst, zodat de aan- en afvoer van het oppervlaktewaterlichaam en het onderhoud daarvan niet wordt belemmerd.
De steiger, vlonder of aanmeervoorziening wordt dusdanig geplaatst dat de vrije doorvaartbreedte wordt geborgd.
Het beheer en onderhoud van het bouwwerk de steiger, vlonder of aanmeervoorziening en de grond of het oppervlaktewaterlichaam binnen 1één meter rondom het bouwwerk wordt door of namens de initiatiefnemer of de rechtsopvolger uitgevoerd.
Indien er bij het weghalen van de steiger, vlonder of aanmeervoorziening palen worden getrokken die dieper dan drie meter in de waterbodem zijn aangebracht, wordt het gat dat hierdoor ontstaat opgevuld met zwelklei.
Indien de weg te halen steiger, vlonder of aanmeervoorziening zich binnen of langs het gebied natuurvriendelijke oever bevindt, worden de werkzaamheden vanaf het water uitgevoerd zonder de vegetatie in de natuurvriendelijke oever te beschadigen.
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3, 2.7, 2.562.49 tot en met 2.572.51.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.7, 2.562.49 tot en met 2.572.51.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het plaatsen, behouden of behoudenweghalen van een steiger, vlonder, boothuis, drijvend bouwwerk vlonder of ander overhangend bouwwerk aanmeervoorziening, met uitzondering van zonnepanelen op water, in afwijking van artikel 2.7, 2.562.49, 2.50 of 2.572.51 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
KK
Na paragraaf 2.1.7 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van boothuizen in de gebieden oppervlaktewaterlichaam, kernzone van de waterkering en beschermingszone A van de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een boothuis te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een boothuis te plaatsen of te behouden in het gebied natuurvriendelijke oever.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een boothuis te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied kernzone en beschermingszone A van de waterkering zonder aangewezen hoge gronden.
Bij het plaatsen of behouden van een boothuis in het gebied aangewezen hoge gronden buiten de natuurvriendelijke oever en vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschapwordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.57 en 2.58
Bij het weghalen van een boothuis in het gebied aangewezen hoge gronden buiten de vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3.
Bij het plaatsen of behouden van een boothuis in het gebied oppervlaktewaterlichaam buiten de kernzone en beschermingszone A van de waterkering zonder aangewezen hoge gronden en buiten de natuurvriendelijke oever en vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7 en 2.56 tot en met 2.58.
Bij het weghalen van een boothuis in het gebied oppervlaktewaterlichaam buiten de kernzone en beschermingszone A van de waterkering zonder aangewezen hoge gronden en buiten de vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en artikelen 2.56 en 2.59.
Het boothuis wordt meer dan 50 meter van de in- of uitstroomopening van een gemaal, inlaat of stuw geplaatst.
Het boothuis wordt buiten het geldende profiel van de Legger Wateren geplaatst, zodat de aan- en afvoer van het oppervlaktewaterlichaam en het onderhoud daarvan niet worden belemmerd.
Het boothuis wordt dusdanig geplaatst dat de vrije doorvaartbreedte blijft geborgd.
In het gebied rietoever wordt het boothuis voor de rietkraag geplaatst en verbonden met de oever met een loopplank van maximaal 1 meter breed.
Het beheer en onderhoud van het boothuis en de grond of het oppervlaktewaterlichaam binnen 1 meter rondom het bouwwerk wordt door of namens de initiatiefnemer of de rechtsopvolger uitgevoerd.
Indien er bij het weghalen van het boothuis palen worden getrokken die dieper dan drie meter in de waterbodem zijn aangebracht, wordt het gat dat hierdoor ontstaat opgevuld met zwelklei.
Het weghalen van het boothuis in het gebied natuurvriendelijke oever wordt uitgevoerd vanaf het water.
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3, 2.7, 2.57 tot en met 2.59.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.7, 2.57 tot en met 2.59.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het plaatsen, behouden of weghalen van een boothuis, in afwijking van artikel 2.7, 2.57, 2.58 of 2.59 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
LL
Artikel 2.61 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van taludtrappen in hetde gebieden beperkingengebiedkernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de primaire of regionale waterkering.
MM
Artikel 2.62 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een taludtrap te plaatsen, te behouden of weg te halen in hetde gebieden beperkingengebiedkernzone van de primaire waterkering, beperkingengebiedkernzone van de regionale waterkering bij het Amstelmeer of Alkmaarder- en Uitgeestermeer of beschermingszone A bij die waterkeringen.
NN
Artikel 2.63 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het plaatsen, behouden of weghalen van een taludtrap in het beperkingengebied regionale waterkering, met uitzondering van het Amstelmeer of Alkmaarder- en Uitgeestermeer, gebied kernzone of beschermingszone A bij eenvan de regionale waterkering, met uitzondering van niet bij het Amstelmeer of Alkmaarder- en Uitgeestermeer of beperkingengebiedkernzone van de overige waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.64 tot en met 2.68.
OO
Na paragraaf 2.1.9 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van drijvende bouwwerken in de gebieden oppervlaktewaterlichaam en kernzone en beschermingszone A van de waterkering zonder aangewezen hoge gronden.
Deze paragraaf is niet van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van woonboten, bedoeld in paragraaf 2.1.11.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een drijvend bouwwerk voor een periode van langer dan 12 maanden te plaatsen of te behouden in het gebied vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een drijvend bouwwerk te plaatsen of te behouden in het gebied natuurvriendelijke oever.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een drijvend bouwwerk voor een periode van langer dan 12 maanden te plaatsen of te behouden in het gebied kernzone en beschermingszone A van de waterkering zonder aangewezen hoge gronden.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een drijvend bouwwerk voor een periode van langer dan 12 maanden te plaatsen of te behouden in het gebied oppervlaktewaterlichaam.
Bij het plaatsen en behouden van een drijvend bouwwerk voor een periode van maximaal 12 maanden in het gebied vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap buiten de natuurvriendelijke oever, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3 en de artikelen 2.7 en 2.73 tot en met 2.75.
Bij het plaatsen en behouden van een drijvend bouwwerk voor een periode van maximaal 12 maanden in het gebied kernzone en beschermingszone A van de waterkering zonder aangewezen hoge gronden buiten de natuurvriendelijke oever, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3 en de artikelen 2.73 tot en met 2.75.
Bij het plaatsen en behouden van een drijvend bouwwerk voor een periode van maximaal 12 maanden in het gebied oppervlaktewaterlichaam buiten de natuurvriendelijke oever, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3 en de artikelen 2.7 en 2.73 tot en met 2.75.
Bij het weghalen van een drijvend bouwwerk in het gebied oppervlaktewaterlichaam, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3 en de artikelen 2.73 en 2.76.
Ten minste vijftien werkdagen voor het plaatsen of weghalen van het drijvend bouwwerk worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar het drijvend bouwwerk wordt geplaatst; en
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Uiterlijk twee weken na afronding van het plaatsen van het drijvend bouwwerk worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
de definitieve ligging van het drijvend bouwwerk; en
de objectgegevens.
Het drijvend bouwwerk wordt meer dan 50 meter van de in- of uitstroomopening van een gemaal, inlaat of stuw geplaatst.
In het gebied rietoever wordt een drijvend bouwwerk voor de rietkraag geplaatst en verbonden met de oever met een loopplank van maximaal 1 meter breed.
De waterbreedte tussen twee tegenover elkaar liggende bouwwerken mag niet minder worden dan zes meter. Bij een oppervlaktelichaam breder dan zes meter op de waterlijn wordt de beschikbare ruimte gelijkelijk verdeeld over beide zijden van de oever.
De doorvaart wordt niet door het drijvend bouwwerk belemmerd.
Het beheer en onderhoud van het drijvend bouwwerk en de grond of het oppervlaktewaterlichaam binnen 1 meter rondom het bouwwerk wordt door of namens de initiatiefnemer of de rechtsopvolger uitgevoerd.
Indien er bij het weghalen van het drijvend bouwwerk palen worden getrokken die dieper dan drie meter in de waterbodem zijn aangebracht, wordt het gat dat hierdoor ontstaat opgevuld met zwelklei.
Het weghalen van het drijvend bouwwerk in het gebied natuurvriendelijke oever wordt uitgevoerd vanaf het water.
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3, 2.7, 2.74 tot en met 2.76.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.3, 2.7, 2.74 tot en met 2.76.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het plaatsen, behouden of weghalen van een drijvend bouwwerk in afwijking van artikel 2.7, 2.74, 2.75 of 2.76. worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
PP
Paragraaf 2.1.10 wordt geplaatst na paragraaf 2.1.10. Paragraaf 2.1.10 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van woonboten in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam en hetde gebieden oppervlaktewaterlichaam, beperkingengebiedkernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een woonboot te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied beperkingengebied vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een woonboot te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering of beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een woonboot te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam.
Paragraaf 2.1.11 wordt geplaatst na paragraaf 2.1.10. Het opschrift van paragraaf 2.1.11 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
RR
Het opschrift van artikel 2.72 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
SS
Artikel 2.73 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning meer dan 25 m2 verhard oppervlak aan te brengen, te behouden of weg te halen in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering enof beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning in het beheergebied buiten het beperkingengebied waterkeringde kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering meer dan 2000 m2 verhard oppervlak aan te brengen.
Wanneer initiatiefnemer in de 10 jaar voorafgaand aan de activiteit al eerder verhard oppervlak heeft aangebracht, wordt deze eerdere oppervlakte ook betrokken bij het bepalen van de omvang van de activiteit.
TT
Artikel 2.74 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het aanbrengen, behouden en weghalen van minder dan 25m25 m2 verhard oppervlak binnen het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering enof beschermingszone A bij eenvan de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3.
Bij het aanbrengen, behouden en weghalen van verhard oppervlak in het beheergebied buiten het beperkingengebied waterkeringde kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3.
Bij het aanbrengen van verhard oppervlak tussen 230 m2 2 en 2000 m2 2 wordt tevens voldaan aan de artikelen 2.752.83 en 2.762.84.
Wanneer initiatiefnemer in de 10 jaar voorafgaand aan de activiteit al eerder verhard oppervlak heeft aangelegd, wordt deze eerdere oppervlakte ook betrokken bij het bepalen van de omvang van de activiteit.
UU
Het opschrift van artikel 2.75 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
VV
Artikel 2.76 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In gebied zonder peilbesluitplicht moet water dat afvloeit van verhard oppervlakteoppervlak worden geïnfiltreerd in de bodem en behouden blijven binnen hetzelfde beperkingengebied.
In gebied met peilbesluitplicht zal water bij voorkeur worden geïnfiltreerd in de bodem voor zover dit niet leidt tot grondwateroverlast bij omliggende percelen.
Indien gebruik gemaakt wordt van een infiltratievoorziening, moeten de voorwaarden hiervoor worden besproken met het hoogheemraadschap.
Voor zover infiltratie op grond van het eerste of tweede lid niet mogelijk of wenselijk is, zal het nieuw aangebrachte verharde oppervlak wordtworden gecompenseerd door binnen hetzelfde peilgebied 15 procent van de oppervlakte ervan als verbreed of nieuw oppervlaktewater te graven.
Het vierde lid is niet van toepassing als er minder dan 230 m2 verhard oppervlak wordt aangebracht.
Voordat het verharde oppervlak wordt aangelegd, wordt de vereiste compensatie gerealiseerd.
WW
Artikel 2.77 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3 en 2.762.84.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van artikel 2.762.84.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het aanbrengen van verhard oppervlak in afwijking van artikel 2.762.84 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
XX
Paragraaf 2.1.12 wordt geplaatst na paragraaf 2.1.11. Het opschrift van paragraaf 2.1.12 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
YY
Het opschrift van artikel 2.78 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
ZZ
Artikel 2.79 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een windturbine te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszoneskernzone en beschermingszones van de waterkering.
AAA
Artikel 2.80 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het plaatsen of behouden van een windturbine in het beheergebied buiten het beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszonesde kernzone en beschermingszones van de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en artikel 2.812.89.
BBB
Artikel 2.81 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De afstand tussen de windturbine en het beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszones is ten minste gelijk aan de hoogte van de windturbine.
De afstand tussen de windturbine en het gebied kernzone en beschermingszones van de waterkering is ten minste gelijk aan de tiphoogte van de windturbine.
CCC
Artikel 2.82 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3 en 2.812.89.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van artikel 2.812.89.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het plaatsen of behouden van een windturbine in afwijking van artikel 2.812.89 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
DDD
Paragraaf 2.1.13 wordt geplaatst na paragraaf 2.1.12. Paragraaf 2.1.13 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen van bodemenergiesystemen in hetde gebieden beperkingengebiedkernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een bodemenergiesysteem te plaatsen in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering en inof beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
EEE
Paragraaf 2.1.14 wordt geplaatst na paragraaf 2.1.13. Het opschrift van paragraaf 2.1.14 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
FFF
Artikel 2.85 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het uitvoeren van ontgravingen in het gebied beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszoneskernzone en beschermingszones van de waterkering.
Deze paragraaf is niet van toepassing op:
het plaatsen, behouden en weghalen van bouwwerken, bedoeld in paragraaf 2.1.2;
het plaatsen, behouden en weghalen van bruggen, bedoeld in paragraaf 2.1.3;
het plaatsen, behouden en weghalen van aquaducten, bedoeld in 2.1.4;
het plaatsen, behouden en weghalen van duikers, bedoeld in paragraaf 2.1.5;
het plaatsen, behouden en weghalen van toegangsdammen, bedoeld in paragraaf 2.1.6;
het plaatsen en behouden van steigers, vlonders, boothuizenaanmeervoorzieningen, zonnepanelen op water, drijvende bouwwerken en overhangende bouwwerken, bedoeld in paragraaf 2.1.7;
het plaatsen en behouden van drijvende bouwwerken, bedoeld in paragraaf 2.1.10.
het plaatsen en behouden van boothuizen, bedoeld in paragraaf 2.1.8
het plaatsen en weghalen van lozings- en onttrekkingswerken, bedoeld in paragraaf 2.1.82.1.17;
het plaatsen, behouden en weghalen van taludtrappen, bedoeld in paragraaf 2.1.9;
het plaatsen, behouden en weghalen van windturbines, bedoeld in paragraaf 2.1.122.1.13;
het plaatsen van bodemenergiesystemen, bedoeld in paragraaf 2.1.132.1.14;
het plaatsen of aanbrengen, behouden en weghalen van drainagebuizen en ontwateringsgreppels, bedoeld in paragraaf 2.1.152.1.18;
het leggen, behouden en weghalen van kabels en leidingen, bedoeld in paragraaf 2.1.182.1.21;
het graven van proefsleuven, bedoeld in paragraaf 2.1.192.1.22;
het graven van nieuw oppervlaktewater, bedoeld in paragraaf 2.1.202.1.23;
het verbreden van een bestaand oppervlaktewaterlichaam, bedoeld in paragraaf 2.1.212.1.24; en
het aanleggen, behouden en weghalen van natuurvriendelijke oevers, bedoeld in paragraaf 2.1.242.1.27.
GGG
Artikel 2.86 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een ontgraving uit te voeren in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering enof beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
HHH
Artikel 2.87 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het uitvoeren van een ontgraving in het gebied beschermingszone B bij eenvan de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelenartikel 2.882.96 en 2.89.
III
Het opschrift van artikel 2.88 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
JJJ
Artikel 2.89 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
[Vervallen]
KKK
Artikel 2.90 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelenartikel 2.3 en 2.89.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van artikel 2.89.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het uitvoeren van een ontgraving in afwijking van artikel 2.89 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
LLL
Na paragraaf 2.1.14 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Deze paragraaf is van toepassing op het aanbrengen of plaatsen van grond en bouwstoffen in de kernzone van de waterkering.
Deze paragraaf is niet van toepassing op:
het plaatsen, behouden en weghalen van bouwwerken, bedoeld in paragraaf 2.1.2;
het plaatsen, behouden en weghalen van bruggen, bedoeld in paragraaf 2.1.3;
het plaatsen, behouden en weghalen van aquaducten, bedoeld in 2.1.4;
het plaatsen, behouden en weghalen van duikers, sifons en hevels bedoeld in paragraaf 2.1.5;
het plaatsen, behouden en weghalen van toegangsdammen, bedoeld in paragraaf 2.1.6;
het plaatsen, behouden en weghalen van steigers, vlonders, en aanmeervoorzieningen, bedoeld in paragraaf 2.1.7;
het plaatsen, behouden en weghalen van drijvende bouwwerken, bedoeld in paragraaf 2.1.10;
het plaatsen, behouden en weghalen van boothuizen, bedoeld in paragraaf 2.1.8;
het plaatsen en weghalen van lozings- en onttrekkingswerken, bedoeld in paragraaf 2.1.17;
het plaatsen, behouden en weghalen van taludtrappen, bedoeld in paragraaf 2.1.9;
het aanbrengen, behouden en weghalen van verhard oppervlak, bedoeld in paragraaf 2.1.12;
het plaatsen, behouden en weghalen van windturbines, bedoeld in paragraaf 2.1.13;
het plaatsen van bodemenergiesystemen, bedoeld in paragraaf 2.1.14;
het plaatsen of aanbrengen, behouden en weghalen van drainagebuizen en ontwateringsgreppels, bedoeld in paragraaf 2.1.18;
het leggen, behouden en weghalen van kabels, leidingen en huisaansluitingen, bedoeld in paragraaf 2.1.21;
het graven van proefsleuven, bedoeld in paragraaf 2.1.22;
het graven van nieuw oppervlaktewater, bedoeld in paragraaf 2.1.23;
het verbreden van een bestaand oppervlaktewaterlichaam, bedoeld in paragraaf 2.1.24;
het dempen of versmallen van oppervlaktewater, bedoeld in paragraaf 2.1.25;
het plaatsen, behouden en weghalen van beschoeiingen en andere profielbeschermingen, bedoeld in paragraaf 2.1.26;
het aanleggen, behouden en weghalen van natuurvriendelijke oevers, bedoeld in paragraaf 2.1.27;
het ophogen van percelen in bergingsgebieden, bedoeld in paragraaf 2.1.28;
het realiseren van peilafwijkingen, bedoeld in paragraaf 2.1.29; en
het plaatsen, behouden en weghalen van peilregelende en peilscheidende kunstwerken, bedoeld in paragraaf 2.1.30.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grond en bouwstoffen aan te brengen of te plaatsen in het gebied kernzone van de waterkering.
MMM
Paragraaf 2.1.8 wordt geplaatst na paragraaf 2.1.16. Paragraaf 2.1.8 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van lozings- en onttrekkingswerken in hetde gebieden beperkingengebiedkernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een lozings- of onttrekkingswerk te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering enof beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
NNN
Het opschrift van paragraaf 2.1.15 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
OOO
Het opschrift van artikel 2.91 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
PPP
Artikel 2.92 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een drainagebuis of ontwateringsgreppel te plaatsen of aan te brengen, te behouden of weg te halen in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering enof beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een samengestelde, gecontroleerde of peilgestuurde drainage te plaatsen in het beheergebied.
QQQ
Artikel 2.93 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het plaatsen of aanbrengen, behouden of weghalen van een drainagebuis of ontwateringsgreppel in het beheergebied buiten het beperkingengebied waterkeringde kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.942.105 tot en met 2.962.107.
RRR
Het opschrift van artikel 2.94 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
SSS
Artikel 2.95 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het aanbrengen van de drainagebuis of ontwateringsgreppel worden geen peilgrenzen gekruist.
De hoge kant van de drainagebuis of ontwateringsgreppel wordt meer dan 5 meter uit de insteek van een oppervlaktewaterlichaam geplaatst of aangebracht.
TTT
Het opschrift van artikel 2.96 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
UUU
Artikel 2.97 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3 en 2.952.106.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van artikel 2.952.106.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het plaatsen van een drainagebuis of het aanbrengen van een ontwateringsgreppel in afwijking van artikel 2.952.106 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
VVV
Het opschrift van paragraaf 2.1.16 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
WWW
Het opschrift van artikel 2.98 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
XXX
Artikel 2.99 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een verticale drainage te plaatsen of te behouden in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering enof beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een verticale drainage te plaatsen of te behouden in het risicovol gebied verticale drainage.
YYY
Artikel 2.100 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het plaatsen of behouden van verticale drainages een verticale drainage in het niet-risicovol gebied verticale drainage wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3 en 4.3.
Het in stand houden van de bestaande grondwaterstand, bedoeld in artikel 4.3, tweede lid, onder a, valt niet onder de specifieke zorgplicht voor verticale drainages.
ZZZ
Het opschrift van artikel 2.101 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
AAAA
Het opschrift van paragraaf 2.1.17 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
BBBB
Het opschrift van subparagraaf 2.1.17.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
CCCC
Artikel 2.102 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het uitvoeren van grondonderzoek in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
DDDD
Artikel 2.103 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het uitvoeren van grondonderzoek door middel van grondboring of sondering in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering of beschermingszone A bij eenvan de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.1042.115 en 2.1052.116.
EEEE
Het opschrift van artikel 2.104 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
FFFF
Het opschrift van artikel 2.105 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
GGGG
Artikel 2.106 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3 en 2.1052.116.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van artikel 2.1052.116.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het uitvoeren van grondonderzoek in afwijking van artikel 2.1052.116 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
HHHH
Subparagraaf 2.1.17.2 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het uitvoeren van seismisch onderzoek in het gebied beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszoneskernzone en beschermingszones van de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning seismisch onderzoek uit te voeren in het gebied beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszoneskernzone en beschermingszones van de waterkering.
IIII
Het opschrift van subparagraaf 2.1.17.3 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
JJJJ
Artikel 2.109 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van peilbuizen in hetde gebieden beperkingengebiedkernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
KKKK
Artikel 2.110 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het plaatsen en behouden van een peilbuis in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering enof beschermingszone A bij eenvan de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.1112.122 en 2.1122.123.
Bij het weghalen van een peilbuis in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering enof beschermingszone A bij eenvan de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.1112.122 tot en met 2.1132.124.
LLLL
Het opschrift van artikel 2.111 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
MMMM
Het opschrift van artikel 2.112 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
NNNN
Artikel 2.113 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Nadat de peilbuis is weggehaald wordt de bodem zo snel mogelijk aangevuld.
De verdichting van de aanvulling is gelijk aan de bestaande dichtheid van het grondlichaam van de waterkeringkernzone of beschermingszone A van de waterkering. De afsluitende laag wordt afgesloten met zwelklei om overlast te voorkomen.
De aanvulling is homogeen zonder vreemde bestanddelen zoals zand, stenen, wortels en verontreinigingen.
De aanvulling wordt zodanig afgewerkt dat boven en naast de aanvulling geen plasvorming ontstaat.
Bij een aanvulling in het talud wordt het talud afgewerkt in goede aansluiting op de taludhelling.
Overtollige of uitgekomen grond, puin of ander materiaal wordt direct afgevoerd en wordt voor zoveel als nodig is vervangen door schone grondsoorten.
Onder een grasmatvegetatie bestaat de bovenste aanvulling uit 0,20 meter teelaarde.
OOOO
Artikel 2.114 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3, 2.1122.123 en 2.1132.124.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.1122.123 en 2.1132.124.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het plaatsen, behouden of weghalen van een peilbuis in afwijking van artikel 2.1122.123 of 2.1132.124 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
PPPP
Het opschrift van paragraaf 2.1.18 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
QQQQ
Artikel 2.115 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het leggen, behouden en weghalen van kabels, leidingen en leidingenhuisaansluitingen in hetde gebieden beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam en het beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszoneskernzone en beschermingszones van de waterkering.
Deze paragraaf is niet van toepassing als:
bij het leggen van de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting gebruik wordt gemaakt van een bestaande mantelbuis; en
er sprake is van een minimale grondroering.
minimale grondroering nodig is om de mantelbuis te bereiken.
RRRR
Artikel 2.116 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting te leggen of te behouden in het gebied beperkingengebied vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een kabel of leiding, niet zijnde een huisaansluiting, te leggen, te behouden of weg te halen in het beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszone A niet zijnde aangewezen hoge gronden.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een kabel, leiding te leggen of te behouden in het gebied kernzone en beschermingszone A van de waterkering zonder aangewezen hoge gronden.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een kabel of leiding weg te halen in het gebied kernzone van de waterkering zonder aangewezen hoge gronden.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een leiding te leggen, of te behouden of weg te halen inin het gebied aangewezen hoge gronden of beschermingszone B bij eenvan de waterkering, als deze een druk van 10 bar of hoger heeft.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een huisaansluiting te leggen, te behouden of weg te halen in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering zonder aangewezen hoge gronden, wanneer hierbij de waterkering wordt gekruist.
SSSS
Artikel 2.117 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het leggen of behouden van een kabel of leiding, niet zijnde een huisaansluiting, leiding in dehet gebied aangewezen hoge gronden buiten het beperkingengebied vaarwegende vaarweg in het beheer bij het hoogheemraadschap wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.1192.130 tot en met 2.1212.132.
Bij het weghalen van een kabel of leiding, niet zijnde een huisaansluiting, leiding in dehet gebied aangewezen hoge gronden in de kernzone van de waterkering of beschermingszone A van de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.1202.131 en 2.1212.132.
Bij het leggen of behouden van een kabel of leiding, niet zijnde een huisaansluiting, leiding in het gebied beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam buiten de beperkingengebieden waterkering met bijbehorendekernzone en beschermingszone A niet zijndevan de waterkering zonder aangewezen hoge gronden en vaarwegenbuiten de vaarweg in het beheer bij het hoogheemraadschap, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.1182.129 tot en met 2.1212.132.
Bij het weghalen van een kabel of leiding, niet zijnde een huisaansluiting, leiding in het gebied beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam buiten het beperkingengebiedde kernzone van de waterkering met bijbehorende beschermingszone A niet zijndezonder aangewezen hoge gronden, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.1182.129, 2.1202.131 en 2.1212.132.
Bij het leggen of behouden van een huisaansluiting in het gebied aangewezen hoge gronden in de kernzone van de waterkering buiten de vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap waarbij de waterkering wordt gekruist, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht als bedoeld in artikel 2.3 en de artikelen 2.130 tot en met 2.132.
Bij het weghalen van een huisaansluiting in het gebied aangewezen hoge gronden in de kernzone van de waterkering waarbij de waterkering wordt gekruist, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht als bedoeld in artikel 2.3 en de artikelen 2.131 en 2.132.
Bij het leggen, behouden of weghalenbehouden van een huisaansluiting in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering buiten de vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap waarbij de waterkering niet wordt gekruist, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht als bedoeld in artikel 2.3 en de artikelen 2.1182.130 tot en met 2.1212.132.
Bij het weghalen van een huisaansluiting in het gebied kernzone van de waterkering waarbij de waterkering niet wordt gekruist, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht als bedoeld in artikel 2.3 en de artikelen 2.131 en 2.132.
TTTT
Het opschrift van artikel 2.118 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
UUUU
Artikel 2.119 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting moet ondergronds liggen.
De kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting moet op voldoende afstand van een waterloop liggen:
De kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting moet op minimaal 5 meter afstand van een kunstwerk liggen, zodat onbelemmerd onderhoud aan het kunstwerk en de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting mogelijk is.
In afwijking van het eerste en derde lid kan een kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting aan een kunstwerk worden bevestigd, als:
Indien de huisaansluiting geheel of gedeeltelijk in de langsrichting van de waterkering loopt, vindt vooroverleg plaats met het hoogheemraadschap
Het tracé van een huisaansluiting bedraagt maximaal 50 meter parallel aan de lengterichting van de waterkering. Indien de huisaansluiting geheel of gedeeltelijk parallel aan de lengterichting van de waterkering loopt, vindt overleg plaats met het hoogheemraadschap.
Het tracé van een huisaansluiting bedraagt maximaal 50 meter in de langsrichting van de waterkering.
VVVV
Artikel 2.120 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een huisaansluiting in een waterkering wordt uitsluitend aangelegd in open ontgraving en. De open ontgraving wordt aan het einde van de dag weer dichtgemaakt.
Tijdens het leggen of weghalen van de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting worden de doorstroming en doorvaart in het oppervlaktewaterlichaam en kunstwerken niet gestremd of belemmerd.
Direct na het leggen of weghalen van de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting worden het talud en de waterbodem in oorspronkelijke staat hersteld in goede aansluiting op het bestaande talud en de waterbodem.
WWWW
Artikel 2.121 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een huisaansluiting kabel, kabel leiding of leiding huisaansluiting mag alleen behouden blijven, mits deze in bedrijf is. Een buiten bedrijf gestelde kabel of leiding wordt weggehaald door of in opdracht van de initiatiefnemer of zijn rechtsopvolger. De wijze van weghalen wordt afgestemd met het hoogheemraadschap.
De leiding wordt zodanig onderhouden dat er geen lekkage ontstaat.
Een beschadigde leiding wordt zo snel mogelijk gerepareerd of vervangen. De wijze van reparatie en vervanging wordt afgestemd met het hoogheemraadschap.
XXXX
Artikel 2.122 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3 en 2.1192.130 tot en met 2.1212.132.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen en 2.1192.130 tot en met 2.1212.132.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het leggen, behouden of weghalen van een kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting in afwijking van artikel 2.1192.130, 2.1202.131 of 2.1212.132 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
YYYY
Het opschrift van paragraaf 2.1.19 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
ZZZZ
Artikel 2.123 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het graven van proefsleuven in hetde gebieden beperkingengebiedkernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
AAAAA
Artikel 2.124 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het graven van een proefsleuf in hetde gebieden beperkingengebiedkernzone van de waterkering of beschermingszone A bij eenvan de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.1252.136 tot en met 2.1282.139.
BBBBB
Het opschrift van artikel 2.125 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
CCCCC
Artikel 2.126 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een ontgraving vindt alleen plaats:
In het gebied beperkingengebiedkernzone van de primaire waterkering of in de beschermingszone A bij eenvan de primaire waterkering worden de werkzaamheden niet uitgevoerd tussen 15 oktober en 15 april.
DDDDD
Het opschrift van artikel 2.127 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
EEEEE
Het opschrift van artikel 2.128 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
FFFFF
Artikel 2.129 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3 en 2.1262.137 tot en met 2.1282.139.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.1262.137 tot en met 2.1282.139.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het graven van een proefsleuf in afwijking van artikel en 2.1262.137, 2.1272.138 of 2.1282.139 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
GGGGG
Het opschrift van paragraaf 2.1.20 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
HHHHH
Artikel 2.130 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het graven van nieuw oppervlaktewater in het beheergebied.
De
Deze paragraaf is niet van toepassing op het uitvoeren van compenserende maatregelen die zijn voorgeschreven in een vergunning.
IIIII
Artikel 2.131 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning nieuw oppervlaktewater te graven in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering of in beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning nieuw oppervlaktewater te graven in hellend gebied en gebied met droge beddingen.
JJJJJ
Artikel 2.132 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het graven van nieuw oppervlaktewater in het beheergebied buiten het beperkingengebied waterkeringde kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering en buiten het hellend gebied en gebied met droge beddingen, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7 en 2.1332.144 tot en met 2.1362.147.
KKKKK
Het opschrift van artikel 2.133 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
LLLLL
Artikel 2.134 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Er wordt geen verbinding gemaakt tussen oppervlaktewateren met verschillende waterpeilen.
De initiatiefnemer neemt contact op met het hoogheemraadschap om de juiste leggerclassificatie en afmeting(en) wordt in het vooroverleg bepaald door het hoogheemraadschapte bepalen.
De oever wordt zodanig afgewerkt, ingericht en onderhouden dat deze stabiel is en uitzakken of uitspoeling wordt voorkomen. De taludhelling van een oever zonder beschoeiing is daarbij niet steiler dan 1 : 1,5.
Een nieuwe waterloop is minimaal 2,0 meter breed op de waterlijn ten opzichte van het laagst geldende waterpeil zoals opgenomen in het ter plaatse geldende peilbesluit.
Indien op grond van artikel 2.1332.144 eerste lid sub de een waterbodemimmissietoets dient te worden overlegd, mag de activiteit alleen worden uitgevoerd als uit deze waterbodemimmissietoets blijkt dat de activiteit geen negatief effect heeft op de chemische en ecologische waterkwaliteit.
MMMMM
Het opschrift van artikel 2.135 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
NNNNN
Artikel 2.136 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een ontgraving mag niet groter zijn dan 15m2 en niet dieper dan 1 meter.
Een ontgraving mag niet dieper zijn dan 1,20 meter ten opzichte van het streefpeil dat opgenomen is in het geldende peilbesluit.
OOOOO
Artikel 2.137 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3, 2.7 en 2.1342.145 tot en met 2.1362.147.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.7 en 2.1342.145 tot en met 2.1362.147.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het graven van nieuw oppervlaktewater in afwijking van artikel 2.7, 2.1342.145, 2.1352.146 of 2.1362.147 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
PPPPP
Het opschrift van paragraaf 2.1.21 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
QQQQQ
Artikel 2.138 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het verbreden van een bestaand oppervlaktewaterlichaam in hetde gebieden beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, beperkingengebiedkernzone van de waterkering, beschermingszone A bij eenvan de waterkering en beschermingszone B bij eenvan de primaire waterkering
De
Deze paragraaf is niet van toepassing op het uitvoeren van compenserende maatregelen die zijn voorgeschreven in een vergunning.
RRRRR
Artikel 2.139 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een bestaand oppervlaktewaterlichaam te verbreden in het gebied beperkingengebied vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een bestaand oppervlaktewaterlichaam te verbreden in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering of beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een bestaand oppervlaktewaterlichaam te verbreden in het hellend gebied en gebied met droge beddingen.
SSSSS
Artikel 2.140 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het verbreden van een bestaand oppervlaktewaterlichaam in het gebied beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, met uitzonderingoppervlaktewaterlichaam buiten de kernzone en beschermingszone A van de waterkering en buiten vaarwegen in beheer bij het hoogheemraadschap en buiten het beperkingengebied waterkeringhellend gebied en de bijbehorende beschermingszone Agebied met droge beddingen, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7 en 2.1412.152 tot en met 2.1422.155.
Bij het verbreden van een bestaand oppervlaktewaterlichaam in het gebied beschermingszone B bij eenvan de primaire waterkering buiten vaarwegen in beheer bij het hoogheemraadschap en het hellend gebied en gebied met droge beddingen wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.1412.152 tot en met 2.1432.155.
TTTTT
Het opschrift van artikel 2.141 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
UUUUU
Artikel 2.142 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het oppervlaktewaterlichaam blijft voldoen aan het minimaal benodigde doorstroomprofiel, zoals vastgelegd in de Legger Wateren.
De oever wordt zodanig afgewerkt, ingericht en onderhouden dat deze stabiel is en uitzakken of uitspoeling wordt voorkomen. De taludhelling van een oever zonder beschoeiing is daarbij niet steiler dan 1 : 1,5.
Beschoeiingen of andere werken die hun functie verliezen worden weggehaald.
Het oppervlaktewaterlichaam wordt zodanig verbreed en onderhouden dat er geen verlanding plaatsvindt
De verbreding bedraagt minimaal 0,30 m.
Indien op grond van artikel 2.1412.152 eerste lid sub d een waterbodemimmissietoets dient te worden overlegd, mag de activiteit alleen worden uitgevoerd als uit deze waterbodemimmissietoets blijkt dat de activiteit geen negatief effect heeft op de chemische en ecologische waterkwaliteit.
VVVVV
Artikel 2.143 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een ontgraving mag niet groter zijn dan 15m2 en niet dieper dan 1 meter.
Een ontgraving mag niet dieper zijn dan 1,20 meter ten opzichte van het streefpeil dat opgenomen is in het geldende peilbesluit.
WWWWW
Na artikel 2.143 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
XXXXX
Artikel 2.144 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3, 2.7, 2.1422.153, 2.154 en 2.1432.155.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.7, 2.1422.153, 2.154 en 2.1432.155.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het verbreden van een bestaand oppervlaktewaterlichaam in afwijking van artikel 2.7, 2.1422.153 of, 2.154 2.143en 2.155worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
YYYYY
Paragraaf 2.1.22 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het dempen, versmallen of versmallenverondiepen van oppervlaktewater in hetde gebieden beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, het beperkingengebiedkernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering of beschermingszone A bij eenvan de waterkering, een oppervlaktewater geheel te dempen.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning in het gebied beperkingengebied primair oppervlaktewater of het beperkingengebied secundair oppervlaktewater een oppervlaktewater geheel te dempen.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning in het gebied beperkingengebied primair oppervlaktewater een oppervlaktewater te versmallen of te verondiepen.
Bij het dempen van een oppervlaktewater in het gebied beperkingengebied tertiair oppervlaktewater, met uitzondering van het beperkingengebied waterkering buiten de kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7, 2.1482.160, 2.1492.161, 2.163 en 2.1512.164.
Bij het versmallen of verondiepen van een oppervlaktewater in het gebied beperkingengebied secundair oppervlaktewater of het beperkingengebied tertiair oppervlaktewater wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7, 2.1482.160, 2.1502.162 tot en met 2.1512.164.
Ten minste vijftien werkdagen voor het dempen, versmallen of versmallenverondiepen van het oppervlaktewaterlichaam worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
Uiterlijk twee weken na afronding van de demping, versmalling of versmallingverondieping worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
Het oppervlaktewaterlichaam blijft na het uitvoeren van de versmalling voldoen aan het minimaal benodigde doorstroomprofiel, zoals vastgelegd in de Legger Wateren.
Het oppervlaktewaterlichaam voldoet direct na het uitvoeren van de verondieping aan het minimaal benodigde doorstroomprofiel, zoals vastgelegd in de Legger Wateren, vermeerderd met 20 centimeter diepte.
De oever wordt zodanig afgewerkt, ingericht en onderhouden dat deze stabiel is en uitzakken of uitspoeling wordt voorkomen. De taludhelling van een oever zonder beschoeiing is daarbij niet steiler dan 1 : 1,5.
Beschoeiingen of andere werken die hun functie verliezen worden weggehaald.
Het verlies aan berging in het oppervlaktewaterlichaam wordt gecompenseerd door binnen hetzelfde peilgebied bestaand oppervlaktewater te verbreden of een nieuw oppervlaktewaterlichaam te graven met tenminste dezelfde oppervlakte. De bergingscapaciteit wordt bepaald op basis van het hoogst geldende waterpeil zoals opgenomen in het ter plaatse geldende peilbesluit.
Bij het graven van oppervlaktewater wordt voldaan aan paragraaf 2.1.202.1.23.
Bij het verbreden van bestaand oppervlaktewater wordt voldaan aan paragraaf 2.1.212.1.24.
Het oppervlaktewater wordt gedempt, versmald of verondiept op grond die eigendom is van de initiatiefnemer.
De te dempen, versmallen of verondiepen waterloop is volledig eigendom van de initiatiefnemer.
Het oppervlaktewater wordt gedempt, versmalt of verondiept op een afstand van ten minste 1,5 meter vanaf de kadastrale grens, tenzij het aangrenzende perceel ook eigendom van de initiatiefnemer is.
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3, 2.7 en 2.1492.161 tot en met 2.1512.164.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.7 en 2.1492.161 tot en met 2.1512.164.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het dempen, versmallen of versmallenverondiepen van oppervlaktewater in afwijking van artikel 2.7, 2.1492.161, 2.1502.162, 2.163 of 2.1512.164 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
ZZZZZ
Het opschrift van paragraaf 2.1.23 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
AAAAAA
Artikel 2.153 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van beschoeiingen en andere profielbeschermingen in het gebied beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, beperkingengebiedkernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
De paragraaf is niet van toepassing op het aanleggen, behouden en weghalen van natuurvriendelijke oevers, bedoeld in paragraaf 2.1.242.1.27.
BBBBBB
Artikel 2.154 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een beschoeiing of andere profielbescherming te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied beperkingengebied vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een beschoeiing of andere profielbescherming te plaatsen, te behouden of weg te halen in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering of beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
CCCCCC
Artikel 2.155 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het plaatsen of behouden van een beschoeiing of andere profielbescherming in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, met uitzondering van vaarwegen in beheer bij het hoogheemraadschap en buiten het beperkingengebied waterkering en de bijbehorende beschermingszone A wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7, 2.156 eerste en tweede lid en 2.157.
Bij het plaatsen of behouden van een beschoeiing of andere profielbescherming in het gebied oppervlaktewaterlichaam buiten de kernzone en beschermingszone A van de waterkering en buiten de vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7, 2.169 eerste en tweede lid en 2.170.
Bij het weghalen van een beschoeiing of andere profielbescherming in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, met uitzondering van vaarwegen in beheer bij het hoogheemraadschap en buiten het beperkingengebied waterkering en de bijbehorende beschermingszone A wordt voldaan aan de zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7, 2.156 derde lid en 2.158.
Bij het weghalen van een beschoeiing of andere profielbescherming in het gebied oppervlaktewaterlichaam buiten de kernzone en beschermingszone A van de waterkering en buiten de vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap wordt voldaan aan de zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7, 2.169 derde lid en 2.171.
DDDDDD
Het opschrift van artikel 2.156 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
EEEEEE
Artikel 2.157 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De beschoeiing of andere profielbescherming wordt geplaatst:
op de oever, voor zover die droog is bij het hoogst gevoerde waterpeil; of
in het water, waarbij wordt voldaan aan de regels over het versmallen van oppervlaktewater, bedoeld in paragraaf 2.1.222.1.25.
FFFFFF
Artikel 2.158 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De beschoeiing of andere profielbescherming wordt in overleg met het hoogheemraadschap weggehaald.
Indien op grond van artikel 2.1562.169 derde lid sub d een waterbodemimmissietoets dient te worden overlegd, mag de activiteit alleen worden uitgevoerd als uit deze waterbodemimmissietoets blijkt dat de activiteit geen negatief effect heeft op de chemische en ecologische waterkwaliteit.
GGGGGG
Artikel 2.159 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3, 2.7, 2.1572.170 en 2.1582.171.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.7, 2.1572.170 en 2.1582.171.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het plaatsen, behouden of weghalen van een beschoeiing of andere profielbescherming in afwijking van artikel 2.7, 2.1572.170 of 2.1582.171 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
HHHHHH
Het opschrift van paragraaf 2.1.24 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
IIIIII
Artikel 2.160 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het aanleggen, behouden en weghalen van natuurvriendelijke oevers in hetde gebieden beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, beperkingengebiedkernzone van de waterkering, beschermingszone A bij eenvan de waterkering en beperkingengebied natuurvriendelijke oever.
Deze paragraaf is niet van toepassing op het uitvoeren van compenserende maatregelen die zijn voorgeschreven in een vergunning.
JJJJJJ
Artikel 2.161 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een natuurvriendelijke oever aan te leggen of te behouden in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering of beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een natuurvriendelijke oever weg te halen in het gebied beperkingengebied natuurvriendelijke oever.
KKKKKK
Artikel 2.162 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het aanleggen of behouden van een natuurvriendelijke oever in het gebied beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam buiten het beperkingengebied waterkeringde kernzone en de bijbehorende beschermingszone A van de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7 en 2.1632.176 tot en met 2.1652.178.
LLLLLL
Het opschrift van artikel 2.163 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
MMMMMM
Artikel 2.164 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De oever ligt buiten het minimaal benodigde doorstroomprofiel, zoals vastgelegd in de Legger Wateren.
De oever wordt zodanig afgewerkt, ingericht en onderhouden dat deze stabiel is en uitzakken of uitspoeling wordt voorkomen. De taludhelling van een oever zonder beschoeiing is daarbij niet steiler dan 1 : 1,5.
Beschoeiingen of andere constructies die hun functie verliezen worden weggehaald.
De oever wordt zodanig aangebrachtaangelegd en onderhouden dat er geen verlanding plaatsvindt.
Indien op grond van artikel 2.1632.176 eerste lid sub d een waterbodemimmissietoets dient te worden overlegd, mag de activiteit alleen worden uitgevoerd als uit deze waterbodemimmissietoets blijkt dat de activiteit geen negatief effect heeft op de chemische en ecologische waterkwaliteit.
NNNNNN
Het opschrift van artikel 2.165 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
OOOOOO
Artikel 2.166 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3, 2.7, 2.1642.177 en 2.1652.178.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.7, 2.1642.177 en 2.1652.178.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het aanleggen van een natuurvriendelijke oever in afwijking van artikel 2.7, 2.1642.177 of 2.1652.178 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
PPPPPP
Paragraaf 2.1.25 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het ophogen van lage percelen en bergingen in het beperkingengebied bergingsgebied.
Bij het ophogen van een laag perceel of berging in het beperkingengebied bergingsgebied wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.1692.182 en 2.1702.183.
Ten minste vijftien werkdagen voor het ophogen van het lage perceel of de bergingin het bergingsgebied worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
Uiterlijk twee weken na afronding van het ophogen van het lage perceel of de bergingin het bergingsgebied worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
Het verlies aan bergingscapaciteit in het bergingsgebied wordt in overleg met het hoogheemraadschap gecompenseerd.
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3 en 2.1702.183.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van artikel 2.1702.183.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het ophogen van een perceel of berging inin het bergingsgebied in afwijking van artikel 2.1702.183 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
QQQQQQ
Het opschrift van paragraaf 2.1.26 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
RRRRRR
Artikel 2.172 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het realiseren of wijzigen van peilafwijkingen in het beheergebied.
SSSSSS
Artikel 2.173 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een peilafwijking te realiseren of te wijzigen in het beheergebied buiten het aangewezen gebied peilafwijkingen.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een peilafwijking te realiseren of te wijzigen in het aangewezen gebied peilafwijkingen, als de peilafwijking wordt gerealiseerd:
TTTTTT
Artikel 2.174 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het realiseren of wijzigen van een peilafwijking in het aangewezen gebied peilafwijkingen wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.1752.188 en 2.1762.189, als de peilafwijking wordt gerealiseerd:
UUUUUU
Artikel 2.175 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
VVVVVV
Het opschrift van artikel 2.176 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
WWWWWW
Artikel 2.177 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3 en 2.1762.189.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van artikel 2.1762.189.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het realiseren of wijzigen van een peilafwijking in afwijking van artikel 2.1762.189 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
XXXXXX
Paragraaf 2.1.27 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van peilregelende en peilscheidende kunstwerken in het gebied beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een peilregelend of peilscheidend kunstwerk aan te leggen, te behouden of weg te halen in het gebied beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam.
YYYYYY
Paragraaf 2.1.28 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het uitzetten en onttrekken van vis met het oog op een verantwoord visstandsbeheer ten bate van het beschermen van de ecologische en chemische waterkwaliteit van het oppervlaktewater in het gebied beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam.
Bij het uitzetten of onttrekken van vis in het gebied beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en artikel 2.1822.195.
De vis wordt uitgezet of onttrokken in overeenstemming met:
Het uitzetten of onttrekken van vis is toegestaan, indien er schriftelijke afspraken gemaakt zijn met het hoogheemraadschap. Deze schriftelijke afspraken:
een door het hoogheemraadschap goedgekeurd visplan; of
geven voorwaarden en kaders voor visuitzettingen en onttrekkingen.
anderszins schriftelijk vastgelegde afspraken ondertekend door of namens het bestuur van het hoogheemraadschap.
zijn door of namens het bestuur van het hoogheemraadschap ondertekend; en
kunnen in de vorm van een visplan zijn vastgelegd.
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3 en 2.1822.195.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van artikel 2.1822.195.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het uitzetten of onttrekken van vis in afwijking van artikel 2.1822.195 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
ZZZZZZ
Het opschrift van paragraaf 2.1.29 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
AAAAAAA
Artikel 2.184 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het weiden van dieren in hetde gebieden beperkingengebiedkernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
BBBBBBB
Artikel 2.185 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het weiden van dieren in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering of beschermingszone A bij eenvan de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.1862.199 en 2.1872.200.
CCCCCCC
Het opschrift van artikel 2.186 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
DDDDDDD
Artikel 2.187 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De dieren worden in het gebied beperkingengebiedkernzone van de primaire waterkering of beschermingszone A bij een primairevan de waterkering niet geweid tussen 15 oktober en 15 april.
Er wordt alleen beweid door kleinvee.
Aanwezige erosiebestendige grasmatten blijven in stand.
EEEEEEE
Artikel 2.188 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3 en 2.1872.200.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van artikel 2.1872.200.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het weiden van dieren in afwijking van artikel 2.1872.200 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
FFFFFFF
Het opschrift van paragraaf 2.1.30 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
GGGGGGG
Artikel 2.189 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het aanplanten, behouden en rooien van bomen en bosschages in hetde gebieden beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, het beperkingengebiedkernzone van de waterkering, beschermingszone A bij eenvan de waterkering, het beperkingengebied molenbiotoop en het beperkingengebied vaarwegen in beheer bij het hoogheemraadschapmolenbiotoop.
HHHHHHH
Artikel 2.190 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een boom of bosschage aan te planten of te behouden in het gebied beperkingengebied vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een boom of bosschage aan te planten of te behouden in het gebied beperkingengebied molenbiotoop.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een boom of bosschage aan te planten, te behouden of te rooien in het gebied beperkingengebied waterkering met bijbehorendekernzone en beschermingszone A niet zijndevan de waterkering zonder aangewezen hoge gronden.
IIIIIII
Artikel 2.191 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het aanplanten of behouden van een boom of bosschage in dehet gebied aangewezen hoge gronden buiten de beperkingengebieden molenbiotoop en vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7 en 2.1922.205.
Bij het rooien van een bomen of bosschage in dehet gebied aangewezen hoge gronden, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3.
Bij het aanplanten of behouden van een boom of bosschage in het gebied beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam buiten de beperkingengebieden waterkering met bijbehorendekernzone en beschermingszone A niet zijndevan de waterkering zonder aangewezen hoge gronden, en buiten de molenbiotoop en vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3, en de artikelen 2.7, 2.1922.205 tot en met 2.1932.207.
Bij het rooien van een boom of bosschage in het gebied beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam buiten het beperkingengebied waterkering met bijbehorendede kernzone en beschermingszone A niet zijndevan de waterkering zonder aangewezen hoge gronden, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3.
JJJJJJJ
Het opschrift van artikel 2.192 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
KKKKKKK
Het opschrift van artikel 2.193 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
LLLLLLL
Na artikel 2.193 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
MMMMMMM
Artikel 2.194 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.3, 2.7, 2.1922.205 tot en met 2.1932.207.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van artikel 2.7, 2.1922.205 tot en met 2.1932.207.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het aanplanten of behouden van beplanting in afwijking van artikel 2.7, 2.1922.205, 2.206 of 2.1932.207. , worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
NNNNNNN
Paragraaf 2.1.31 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het organiseren van evenementen op onverhard oppervlak in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een evenement te organiseren dat plaatsvindt op onverhard oppervlak in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering.
OOOOOOO
Paragraaf 2.1.32 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen en behouden van explosiegevaarlijk materiaal in het gebied beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszoneskernzone en beschermingszones van de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning explosiegevaarlijk materiaal te plaatsen of te behouden in het gebied beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszoneskernzone en beschermingszones van de waterkering.
PPPPPPP
Artikel 2.199 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze afdeling is van toepassing op het uitvoeren van activiteiten in het gebied beperkingengebied weg.
QQQQQQQ
Het opschrift van artikel 2.200 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
RRRRRRR
Artikel 2.201 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Degene die een activiteit uitvoert en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit nadelige gevolgen heeft of kan hebben voor de belangen, bedoeld in artikel 2.2002.214, is verplicht:
alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om die gevolgen te voorkomen;
voor zover deze niet kunnen worden voorkomen: die gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken; en
als die gevolgen onvoldoende kunnen worden beperkt: die activiteit achterwege te laten voor zover dat redelijkerwijs van diegene kan worden gevraagd.
Deze plicht houdt in ieder geval in dat:
Degene die voornemens is een activiteit uit te voeren, informeert en betrekt de omgeving, de direct belanghebbenden en de grondeigenaar op voorhand bij de voorgenomen activiteit.
SSSSSSS
Artikel 2.202 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit in het beperkingengebiedgebied weg die op grond van deze afdeling is vereist, worden de volgende gegevens en documenten verstrekt:
een omschrijving van de activiteit, waarbij wordt vermeld op welke wijze gebruik zal worden gemaakt van het beperkingengebied;
een toelichtende tekening met daarbij het ontwerp en de afmetingen van het werk of het tracé́ van de kabel of de leiding;
het adres ter hoogte waarvan de activiteit wordt uitgevoerd;
en toelichtende tekening en de coördinaten volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting van de activiteit met daarbij het ontwerp en de afmetingen van het werk of het tracé van de kabel of de leiding; en
de verwachte datum en het verwachte tijdstip van het begin van de activiteit en de verwachte duur ervan.
TTTTTTT
Artikel 2.203 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld, of een vergunningvoorschrift kan aan een omgevingsvergunning als bedoeld in deze afdeling worden verbonden, over de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.2012.215.
Een maatwerkvoorschrift wordt niet gesteld als over dat onderwerp een voorschrift aan een omgevingsvergunning als bedoeld in deze afdeling kan worden verbonden.
UUUUUUU
Artikel 2.204 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het aanleggen en behouden van uitritten, parkeervoorzieningen en halteplaatsen in het gebied beperkingengebied weg.
VVVVVVV
Artikel 2.205 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een uitrit, parkeervoorziening of halteplaats aan te leggen of te behouden in het gebied beperkingengebied gebiedsontsluitingsweg of het beperkingengebied solitair fietspad.
WWWWWWW
Artikel 2.206 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het aanleggen of behouden van een uitrit, parkeervoorziening of halteplaats in het gebied beperkingengebied erftoegangsweg wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.2012.215, en de artikelen 2.2072.221 tot en met 2.2102.224.
XXXXXXX
Het opschrift van artikel 2.207 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
YYYYYYY
Het opschrift van artikel 2.208 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
ZZZZZZZ
Het opschrift van artikel 2.209 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
AAAAAAAA
Het opschrift van artikel 2.210 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
BBBBBBBB
Artikel 2.211 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.2012.215 en 2.2082.222 tot en met 2.2102.224.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.2082.222 tot en met 2.2102.224.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het aanleggen van een uitrit, parkeervoorziening of halteplaats in afwijking van artikel 2.2082.222, 2.2092.223 of 2.2102.224 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.2012.215; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
CCCCCCCC
Artikel 2.212 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen en behouden van werken met een verkeersfunctie door een overheidsinstelling in het gebied beperkingengebied weg.
DDDDDDDD
Artikel 2.213 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het plaatsen en behouden werken met een verkeersfunctie door een overheidsinstelling in het gebied beperkingengebied weg wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.2012.215, en de artikelen 2.2142.228 tot en met 2.2172.231.
EEEEEEEE
Het opschrift van artikel 2.214 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
FFFFFFFF
Het opschrift van artikel 2.215 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
GGGGGGGG
Het opschrift van artikel 2.216 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
HHHHHHHH
Het opschrift van artikel 2.217 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
IIIIIIII
Artikel 2.218 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.2012.215 en 2.2152.229 tot en met 2.2172.231.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.2152.229 tot en met 2.2172.231.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het plaatsen van een werk met een verkeersfunctie door een overheidsinstelling in afwijking van artikel 2.2152.229, 2.2162.230 of 2.2172.231. worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.2012.215; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
JJJJJJJJ
Het opschrift van paragraaf 2.2.4 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
KKKKKKKK
Artikel 2.219 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het leggen, behouden en weghalen van kabels, leidingen en leidingenhuisaansluitingen in het gebied beperkingengebied weg.
LLLLLLLL
Artikel 2.220 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het leggen, behouden of weghalen van een kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting in het gebied beperkingengebied weg wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.2012.215, en de artikelen 2.2212.235, 2.2222.236 en 2.2262.240, als de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting langs de weg ligt.
Bij het leggen, behouden of weghalen van een kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting in het gebied beperkingengebied weg wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.2012.215, en de artikelen 2.2212.235 en 2.2232.237 tot en met 2.2262.240, als de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting de weg kruist.
MMMMMMMM
Artikel 2.221 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ten minste vijftien werkdagen voor het leggen of weghalen van de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting wordt gelegd; en
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
De informatie over de start van de werkzaamheden wordt verstrekt door middel van het MOOR platform.
NNNNNNNN
Artikel 2.222 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting ligt op een diepte van ten minste 0,60 meter.
De sleuf ligt op een afstand van ten minste 1,25 meter van de wegverharding.
De kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting wordt op een afstand van ten minste 2 meter van de stam van een boom gelegd.
OOOOOOOO
Artikel 2.223 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting wordt in een mantelbuis gelegd.
De mantelbuis wordt aan beide kanten afgesloten.
De minimale gronddekking van de mantelbuis is 1 meter.
PPPPPPPP
Artikel 2.224 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting wordt gelegd door middel van een boring of persing.
Als het leggen door middel van een boring of persing door plaatselijke omstandigheden niet mogelijk is, wordt de verharding van de weg opgebroken.
QQQQQQQQ
Artikel 2.225 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Als de verharding van de weg wordt opgebroken, wordt deze na het leggen of weghalen van de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting in oorspronkelijk staat hersteld.
Voordat de verharding van de weg in de oorspronkelijke staat wordt hersteld, wordt deze voor de duur van een jaar tijdelijk hersteld door de verharding dicht te leggen met betonklinkers.
De betonklinkers:
Als de betonklinkers meer dan 2 centimeter verzakken en er kuilvorming ontstaat, wordt het wegdek onmiddellijk hersteld.
RRRRRRRR
Het opschrift van artikel 2.226 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
SSSSSSSS
Artikel 2.227 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.2012.215 en 2.2222.236 tot en met 2.2262.240.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.2222.236 tot en met 2.2262.240.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het leggen of behouden van een kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting in afwijking van artikel 2.2222.236, 2.2232.237, 2.2242.238, 2.2252.239 of 2.2262.240 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.2012.215; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
TTTTTTTT
Artikel 2.228 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen en behouden van werken, reclame-uitingen, stoffen en het houden van dieren in het gebied beperkingengebied weg.
Deze paragraaf is niet van toepassing op:
het aanleggen en behouden van uitritten, parkeervoorzieningen en halteplaatsen, bedoeld in paragraaf 2.2.2;
het plaatsen en behouden van werken met een verkeersfunctie door een overheidsinstelling, bedoeld in paragraaf 2.2.3; en
het leggen van kabels en leidingen, bedoeld in paragraaf 2.2.4.
UUUUUUUU
Artikel 2.229 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een werk, reclame-uiting of stof te plaatsen of te behouden of dieren te houden in het gebied beperkingengebied gebiedsontsluitingsweg of het beperkingengebied solitair fietspad.
VVVVVVVV
Artikel 2.230 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het plaatsen of behouden van een werk, werk reclame-uiting of stof of het houden van dieren in het gebied beperkingengebied erftoegangsweg wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.2012.215, en de artikelen 2.2312.245 tot en met 2.2342.248.
WWWWWWWW
Het opschrift van artikel 2.231 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
XXXXXXXX
Het opschrift van artikel 2.232 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
YYYYYYYY
Het opschrift van artikel 2.233 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
ZZZZZZZZ
Het opschrift van artikel 2.234 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
AAAAAAAAA
Artikel 2.235 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.2012.215 en 2.2322.246 tot en met 2.2342.248.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.2322.246 tot en met 2.2342.248.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het plaatsen of behouden van een werk, reclame-uiting of stof of het houden van dieren in afwijking van artikel 2.2322.246, 2.2332.247 of 2.2342.248 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.2012.215; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
BBBBBBBBB
Artikel 2.236 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het geheel of gedeeltelijk afsluiten van een weg in het gebied beperkingengebied weg.
CCCCCCCCC
Artikel 2.237 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een weg geheel af te sluiten in het gebied beperkingengebied weg.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een weg gedeeltelijk af te sluiten in het gebied beperkingengebied gebiedsontsluitingsweg of het beperkingengebied solitair fietspad.
DDDDDDDDD
Artikel 2.238 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het gedeeltelijk afsluiten van een weg in het gebied beperkingengebied erftoegangsweg wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.2012.215, en de artikelen 2.2392.253 tot en met 2.2412.255.
EEEEEEEEE
Het opschrift van artikel 2.239 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
FFFFFFFFF
Het opschrift van artikel 2.240 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
GGGGGGGGG
Het opschrift van artikel 2.241 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
HHHHHHHHH
Artikel 2.242 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 2.2012.215, 2.2402.254 en 2.2412.255.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 2.2402.254 en 2.2412.255.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het gedeeltelijk afsluiten van een weg in afwijking van artikel 2.2402.254 of 2.2412.255 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 2.2012.215; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
IIIIIIIII
Artikel 3.7 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld, of een vergunningvoorschrift kan aan een omgevingsvergunning als bedoeld in dit hoofdstuk worden verbonden, over de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 3.3, en de afdelingen 3.2 tot en met 3.20.
Een maatwerkvoorschrift wordt niet gesteld als over dat onderwerp een voorschrift aan een omgevingsvergunning als bedoeld in dit hoofdstuk kan worden verbonden.
JJJJJJJJJ
Artikel 3.9 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning watergrondwater te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het kwetsbaar gebied oppervlaktewater.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning watergrondwater te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater, als:
KKKKKKKKK
Artikel 3.11 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ten minste vier weken voor het begin van de lozingsactiviteit, bedoeld in artikel 3.13 en 3.14, worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
Ten minste vier weken voordat de lozingsactiviteit wijzigt, worden de gewijzigde gegevens verstrekt aan het bestuur.
Het eerste en tweede lid gelden niet voor het lozen van grondwater bij ontwatering, als:
het lozen niet langer dan 48 uur duurt; of
het lozen plaatsvindt bij wonen.
het lozen plaatsvindt vanaf percelen met een woonfunctie afkomstig van een onttrekking volgens het polderprincipe; of
het lozen plaatsvindt vanaf agrarische percelen met drainage onder vrij verval.
In afwijking van het eerste en tweede lid worden de gegevens en documenten ten minste vijftien werkdagen voor het begin van het lozen van grondwater afkomstig van ontwatering verstrekt, als het lozen langer duurt dan 48 uur maar niet langer dan 8 weken.
LLLLLLLLL
Artikel 3.13 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Met het oog op het doelmatig beheer van afvalwater kan grondwater afkomstig van een bodemsanering of grondwatersanering of een onderzoek voorafgaand aan een grondwatersanering, worden geloosd op een oppervlaktewaterlichaam.
Voor het lozen van dat grondwater in een aangewezen oppervlaktewaterlichaam zijn de emissiegrenswaarden de waarden, bedoeld in tabel 3.1, gemeten in een steekmonster.
|
Stof |
Emissiegrenswaarden in µg/l of mg/l |
|
Naftaleen |
0,2 µg/l |
|
PAK's |
1 µg/l |
|
BTEX |
50 µg/l |
|
Vluchtige organohalogeenverbindingen uitgedrukt als chloor |
20 µg/l |
|
Aromatische organohalogeenverbindingen |
20 µg/l |
|
Minerale olie |
500 µg/l |
|
Cadmium |
4 µg/l |
|
Kwik |
1 µg/l |
|
Koper |
11 µg/l |
|
Nikkel |
41 µg/l |
|
Lood |
53 µg/l |
|
Zink |
120 µg/l |
|
Chroom |
24 µg/l |
|
Onopgeloste stoffen |
50 mg/l |
Voor het lozen van dat grondwater in een niet-aangewezen oppervlaktewaterlichaam zijn de emissiegrenswaarden de waarden, bedoeld in tabel 3.2, gemeten in een steekmonster.
|
Stof |
Emissiegrenswaarden in µg/l of mg/l |
|
Naftaleen |
0,2 µg/l |
|
PAK's |
1 µg/l |
|
Minerale olie |
50 µg/l |
|
Cadmium |
0,4 µg/l |
|
Kwik |
0,1 µg/l |
|
Koper |
1,1 µg/l |
|
Nikkel |
4,1 µg/l |
|
Lood |
5,3 µg/l |
|
Zink |
12 µg/l |
|
Chroom |
2,4 µg/l |
|
Onopgeloste stoffen |
20 mg/l |
|
Benzeen |
2 µg/l |
|
Tolueen |
7 µg/l |
|
Ethylbenzeen |
4 µg/l |
|
Xyleen |
4 µg/l |
|
Tetrachlooretheen |
3 µg/l |
|
Trichlooretheen |
20 µg/l |
|
1,2-dichlooretheen |
20 µg/l |
|
1,1,1-trichloorethaan |
20 µg/l |
|
Vinylchloride |
8 µg/l |
|
Som van de vijf hier bovenstaande stoffen |
20 µg/l |
|
Monochloorbenzeen |
7 µg/l |
|
Dichloorbenzenen |
3 µg/l |
|
Trichloorbenzenen |
1 µg/l |
Voor het te lozen grondwater is de concentratie van chloride lager of vergelijkbaar met de chloride concentratie van het ontvangende oppervlaktewater.
MMMMMMMMM
Artikel 3.14 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Met het oog op het doelmatig beheer van afvalwater kan grondwater bij ontwatering worden geloosd op een oppervlaktewaterlichaam, als dat grondwater:
Voor het te lozen grondwater is de emissiegrenswaarde voor onopgeloste stoffen 50 mg/l, gemeten in een steekmonster.
Voor het te lozen grondwater is de concentratie van chloride lager of vergelijkbaar met de chloride concentratie van het ontvangende oppervlaktewater.
Het tweede lid is niet van toepassing op het lozen van grondwater bij wonen.
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing op het lozen van grondwater vanaf percelen met een woonfunctie afkomstig van een onttrekking volgens het polderprincipe.
NNNNNNNNN
Het opschrift van paragraaf 3.4.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
OOOOOOOOO
Artikel 3.21 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
PPPPPPPPP
Artikel 3.22 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
QQQQQQQQQ
Artikel 3.23 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ten minste vier weken voor het begin van de lozingsactiviteit, bedoeld in artikel 3.25, worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
Ten minste vier weken voordat de lozingsactiviteit wijzigt, worden de gewijzigde gegevens verstrekt aan het bestuur.
Het eerste en tweede lid gelden niet voor het lozen van huishoudelijk afvalwater op een oppervlaktewaterlichaam:
RRRRRRRRR
Het opschrift van artikel 3.25 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
SSSSSSSSS
Artikel 3.26 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Met het oog op het beperken van verontreiniging van een oppervlaktewaterlichaam wordt huishoudelijk afvalwater dat wordt geloosd op een oppervlaktewaterlichaam, geleid via een zuiveringsvoorziening.
Voor dat afvalwater zijn de emissiegrenswaarden bij het lozen op een aangewezen oppervlaktewaterlichaam de waarden, bedoeld in tabel 3.3.
|
Stof |
Emissiegrenswaarden in mg/l |
|
|
|
Representatief etmaalmonster |
Steekmonster |
|
|
|
|
|
Biochemisch zuurstofverbruik |
30 mg/l |
60 mg/l |
|
Chemisch zuurstofverbruik |
150 mg/l |
300 mg/l |
|
Onopgeloste stoffen |
30 mg/l |
60 mg/l |
Voor dat afvalwater zijn de emissiegrenswaarden bij het lozen op een niet-aangewezen oppervlaktewaterlichaam de waarden, bedoeld in tabel 3.4.
|
Stof |
Emissiegrenswaarden in mg/l |
|
|
|
Representatief etmaalmonster |
Steekmonster |
|
|
|
|
|
Biochemisch zuurstofverbruik |
20 mg/l |
40 mg/l |
|
Chemisch zuurstofverbruik |
100 mg/l |
200 mg/l |
|
Totaal stikstof |
30 mg/l |
60 mg/l |
|
Ammoniumstikstof |
2 mg/l |
4 mg/l |
|
Onopgeloste stoffen |
30 mg/l |
60 mg/l |
|
Fosfor totaal |
3 mg/l |
6 mg/l |
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing als het huishoudelijk afvalwater minder dan zes inwonerequivalenten bevat en voor vermenging met ander afvalwater door een septictank wordt geleid:
met een nominale inhoud van 6 m3 of meer, volgens NEN-EN 12566-1, en met een hydraulisch rendement van niet meer dan 10 g, volgens annex B van NEN-EN 12566-1; of
die is geplaatst voor 1 januari 2009 en is afgestemd op de hoeveelheid afvalwater dat wordt geloosd.
Het eerste tot en met derde lid gelden niet voor het lozen van huishoudelijk afvalwater op een oppervlaktewaterlichaam:
TTTTTTTTT
Artikel 3.27 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Huishoudelijk afvalwater afkomstig van het bereiden van voedingsmiddelen in een huishouden en daarmee samenhangende activiteiten, dat afvalstoffen bevat die door versnijdende of vermalende apparatuur zijn versneden of vermalen, wordt niet geloosd in een beperkingengebied oppervlaktewaterlichaamoppervlaktewater.
UUUUUUUUU
Artikel 3.30 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden huishoudelijk afvalwater bedrijfsmatig te lozen in het gebied beperkingengebied secundair oppervlaktewater en hetof beperkingengebied tertiair oppervlaktewater als de vervuilingswaarde 6 of meer inwonerequivalenten bedraagt.
Het is verboden huishoudelijk afvalwater afkomstig van groepsaccommodaties te lozen in het gebied beperkingengebied secundair oppervlaktewater en hetof beperkingengebied tertiair oppervlaktewater als de vervuilingswaarde 6 of meer inwonerequivalenten bedraagt.
VVVVVVVVV
Artikel 3.31 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning huishoudelijk afvalwater bedrijfsmatig te lozen in het gebied beperkingengebied primair oppervlaktewater.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning huishoudelijk afvalwater afkomstig van groepsaccommodaties te lozen in het gebied beperkingengebied primair oppervlaktewater als de vervuilingswaarde 6 of meer inwonerequivalenten bedraagt.
WWWWWWWWW
Artikel 3.32 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het lozen van huishoudelijk afvalwater afkomstig van groepsaccommodaties als de vervuilingswaarde minder dan 6 inwonerequivalenten bedraagt in het gebied beperkingengebied primair oppervlaktewater, in het beperkingengebied secundair oppervlaktewater of in het beperkingengebied tertiair oppervlaktewater, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 3.3, en artikelen 3.33 tot en met 3.36.
Bij het bedrijfsmatig lozen van huishoudelijk afvalwater als de vervuilingswaarde minder dan 6 inwonerequivalenten bedraagt in het gebied beperkingengebied secundair oppervlaktewater of in het beperkingengebied tertiair oppervlaktewater, wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 3.3 en de artikelen 3.33 tot en met 3.36.
XXXXXXXXX
Artikel 3.35 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Met het oog op het beperken van verontreiniging van een oppervlaktewaterlichaam wordt huishoudelijk afvalwater dat wordt geloosd op een oppervlaktewaterlichaam, geleid via een zuiveringsvoorziening.
Voor dat afvalwater zijn de emissiegrenswaarden bij het lozen op een aangewezen oppervlaktewaterlichaam de waarden, bedoeld in tabel 3.5.
|
Stof |
Emissiegrenswaarden in mg/l |
|
|
|
Representatief etmaalmonster |
Steekmonster |
|
|
|
|
|
Biochemisch zuurstofverbruik |
30 mg/l |
60 mg/l |
|
Chemisch zuurstofverbruik |
150 mg/l |
300 mg/l |
|
Onopgeloste stoffen |
30 mg/l |
60 mg/l |
Voor dat afvalwater zijn de emissiegrenswaarden bij het lozen op een niet-aangewezen oppervlaktewaterlichaam de waarden, bedoeld in tabel 3.6.
|
Stof |
Emissiegrenswaarden in mg/l |
|
|
|
Representatief etmaalmonster |
Steekmonster |
|
|
|
|
|
Biochemisch zuurstofverbruik |
20 mg/l |
40 mg/l |
|
Chemisch zuurstofverbruik |
100 mg/l |
200 mg/l |
|
Totaal stikstof |
30 mg/l |
60 mg/l |
|
Ammoniumstikstof |
2 mg/l |
4 mg/l |
|
Onopgeloste stoffen |
30 mg/l |
60 mg/l |
|
Fosfor totaal |
3 mg/l |
6 mg/l |
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing als het huishoudelijk afvalwater minder dan zes inwonerequivalenten bevat en voor vermenging met ander afvalwater door een septictank wordt geleid:
met een nominale inhoud van 6 m3 of meer, volgens NEN-EN 12566-1, en met een hydraulisch rendement van niet meer dan 10 g, volgens annex B van NEN-EN 12566-1; of
die is geplaatst voor 1 januari 2009 en is afgestemd op de hoeveelheid afvalwater dat wordt geloosd.
Het eerste tot en met derde lid gelden niet voor het lozen van huishoudelijk afvalwater op een oppervlaktewaterlichaam:
YYYYYYYYY
Artikel 3.36 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Huishoudelijk afvalwater afkomstig van het bereiden van voedingsmiddelen in een huishouden en daarmee samenhangende activiteiten, dat afvalstoffen bevat die door versnijdende of vermalende apparatuur zijn versneden of vermalen, wordt niet geloosd in een beperkingengebied oppervlaktewaterlichaamoppervlaktewater.
ZZZZZZZZZ
Artikel 3.39 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het kwetsbaar gebied oppervlaktewater.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater, als er door een initiatiefnemer meer water wordt geloosd dan 50 m3 per uur.
AAAAAAAAAA
Artikel 3.40 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het lozen van koelwater in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 3.3 en de artikelen 3.41 en 3.42, als er niet meer water wordt geloosd dan 50 m3 per uur
BBBBBBBBBB
Artikel 3.41 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
CCCCCCCCCC
Artikel 3.46 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ten minste vier weken voor het begin van de lozingsactiviteit, bedoeld in de artikelen 3.48 tot en met 3.50, worden aan het bestuur de volgende gegevens en documenten verstrekt:
Ten minste vier weken voordat de lozingsactiviteit wijzigt, worden de gewijzigde gegevens verstrekt aan het bestuur.
Het eerste en tweede lid gelden niet voor reinigingswerkzaamheden die periodiek worden uitgevoerd en waarbij alleen vuilafzetting wordt weggehaald.
DDDDDDDDDD
Artikel 3.57 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Met het oog op het doelmatig beheer van afvalwater kan bij het overslaan van inerte goederen in de buitenlucht worden geloosd op een oppervlaktewaterlichaam.
Bij het overslaan van die goederen in de buitenlucht wordt zo veel mogelijk voorkomen dat goederen op een oppervlaktewaterlichaam geraken.
Aan het tweede lid wordt bij het laden en lossen van schepen in ieder geval voldaan als:
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing op het overslaan van inerte goederen bij wonenparticuliere huishoudens.
EEEEEEEEEE
Artikel 3.63 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In aanvulling op artikel 4.1058, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving kan, met het oog op het doelmatig beheer van afvalwater te lozen afvalwater afkomstig van het opslaan van goederen waaruit stoffen kunnen uitlogen, worden geloosd op een aangewezen oppervlaktewaterlichaam, als de afstand tot een vuilwaterriool of zuiveringtechnisch werk waarop kan worden aangesloten of geloosd meer dan 40 m is, gerekend vanaf de kadastrale grens van het perceel waar het afvalwater vrijkomt.
Voor het te lozen afvalwater zijn de emissiegrenswaarden de waarden, bedoeld in tabel 3.7, gemeten in een steekmonster.
|
Stof |
Emissiegrenswaarde |
|
Som van de metalen arseen, chroom, koper, lood, nikkel en zink |
1 mg/l |
|
Minerale olie |
20 mg/l |
|
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen |
50 µg/l |
|
Onopgeloste stoffen |
100 mg/l |
|
Som van stikstofverbindingen |
10 mg/l |
|
Som van fosforverbindingen |
2 mg/l |
|
Chemisch zuurstofverbruik |
200 mg/l |
FFFFFFFFFF
Artikel 3.73 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ten minste vier weken voor het begin van de lozingsactiviteit, bedoeld in artikel 3.74, worden aan het bestuur de volgende gegevens en documenten verstrekt:
de kwaliteit van de te ontgraven of te baggeren waterbodem;
als de waterbodem de kwaliteitsklasse ‘sterk verontreinigd’, bedoeld in artikel 25d, derde lid, onder a, van het Besluit bodemkwaliteit, heeft: de werkinstructie, bedoeld in artikel 3.75; en
de verwachte datum van het begin van de activiteit.
Ten minste vier weken voordat de lozingsactiviteit wijzigt, worden de gewijzigde gegevens verstrekt aan het bestuur.
Dit artikel is niet van toepassing als de ontgraving of baggerwerkzaamheden plaatsvinden door de beheerder of ter uitvoering van een onderhoudsverplichting als bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet.
GGGGGGGGGG
Artikel 3.74 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
HHHHHHHHHH
Artikel 3.78 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 3.3 en 3.74 tot en met 3.77.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 3.74 tot en met 3.77.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor een lozingsactiviteit in afwijking van artikel 3.74, 3.75, 3.76 of 3.77 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de reden voor het aanvragen van het maatwerkvoorschrift;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 3.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
IIIIIIIIII
Artikel 3.84 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het kwetsbaar gebied oppervlaktewater.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater, als er door een initiatiefnemer meer water wordt geloosd dan 50 m3 per uur.
JJJJJJJJJJ
Artikel 3.85 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het lozen bij calamiteitenoefeningen in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 3.3 en de artikelen 3.86 en 3.87, als er niet meer water wordt geloosd dan 50 m3 per uur.
KKKKKKKKKK
Artikel 3.86 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ten minste vier weken voor het begin van de lozingsactiviteit, bedoeld in artikel 3.87, worden aan het bestuur de volgende gegevens en documenten verstrekt:
LLLLLLLLLL
Artikel 3.90 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het kwetsbaar gebied oppervlaktewater.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater, als er door een initiatiefnemer meer water wordt geloosd dan 50 m3 per uur.
MMMMMMMMMM
Artikel 3.91 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het lozen bij telen, kweken, spoelen of sorteren van gewassen in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater wordt voldaan aan de regels die daarover zijn opgenomen in paragrafen 3.6.2, 3.6.3 en 3.6.4 van het Besluit activiteiten leefomgeving, als er niet meer water wordt geloosd dan 50 m3 per uur.
Bij het lozen bij telen, kweken, spoelen of sorteren van gewassen in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 3.3 en de artikelen 3.92 tot en met 3.98, als er niet meer water wordt geloosd dan 50 m3 per uur.
NNNNNNNNNN
Artikel 3.92 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ten minste vier weken voor het begin van de lozingsactiviteit, bedoeld in de artikelen 3.94 tot en met 3.98, worden aan het bestuur de volgende gegevens en documenten verstrekt:
de aard en omvang van de lozing;
de verwachte datum van het begin van de activiteit; en
In het geval van het lozen van afvalwater afkomstig van omgekeerde osmose en ionenwisselaars zoals bedoeld in artikel 3.97, de gebruikte hulpstoffen die zijn toegevoegd aan het te lozen water.
Ten minste vier weken voordat de lozingsactiviteit wijzigt, worden de gewijzigde gegevens verstrekt aan het bestuur.
OOOOOOOOOO
Artikel 3.96 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In aanvulling op artikel 4.773, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, kan, met het oog op het doelmatig beheer van afvalwater, te lozen afvalwater afkomstig van het sorteren van biologisch geteelde gewassen ook op een oppervlaktewaterlichaam worden geloosd.
Voor het te lozen afvalwater zijn de emissiegrenswaarden de waarden, bedoeld in tabel 3.9, gemeten in een steekmonster.
PPPPPPPPPP
Artikel 3.97 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Met het oog op het doelmatig beheer van afvalwater kan afvalwater afkomstig van het zuiveren van water door omgekeerde osmose of ionenwisselaars voor agrarische activiteiten, worden geloosd op een oppervlaktewaterlichaam.
Voor het te lozen afvalwater zijn de emissiegrenswaarden de waarden, bedoeld in tabel 3.10, gemeten in een steekmonster.
De artikelen 4.801 en 4.804 van het Besluit activiteiten leefomgeving zijn niet van toepassing.
QQQQQQQQQQ
Artikel 3.99 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 3.3 en 3.94 tot en met 3.98.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 3.94 tot en met 3.98.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor een lozingsactiviteit in afwijking van artikel 3.94, 3.95, 3.96, 3.97 of 3.98 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de reden voor het aanvragen van het maatwerkvoorschrift;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 3.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
RRRRRRRRRR
Artikel 3.101 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het kwetsbaar gebied oppervlaktewater.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater, als er door een initiatiefnemer meer water wordt geloosd dan 50 m3 per uur.
SSSSSSSSSS
Artikel 3.102 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het lozen bij het maken van betonmortel en uitwassen van beton in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 3.3 en artikel 3.103, als er niet meer water wordt geloosd dan 50 m3 per uur.
TTTTTTTTTT
Artikel 3.107 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het kwetsbaar gebied oppervlaktewater.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater, als er door een initiatiefnemer meer water wordt geloosd dan 50 m3 per uur.
UUUUUUUUUU
Artikel 3.108 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het lozen bij niet-industriële voedselbereiding in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 3.3 en de artikelen 3.109 en 3.110, als er niet meer water wordt geloosd dan 50 m3 per uur.
VVVVVVVVVV
Artikel 3.109 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
WWWWWWWWWW
Artikel 3.111 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 3.3 en 3.110.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van artikel 3.110.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor een lozingsactiviteit in afwijking van artikel 3.110 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de reden voor het aanvragen van het maatwerkvoorschrift;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 3.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
XXXXXXXXXX
Artikel 3.113 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het kwetsbaar gebied oppervlaktewater.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater, als:
YYYYYYYYYY
Artikel 3.114 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het lozen van spuiwater uit recreatieve visvijvers in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 3.3 en de artikelen 3.115 en 3.116, als er niet meer water wordt geloosd dan 50 m3 per uur en als er geen watersysteemvreemd water wordt geloosd.
ZZZZZZZZZZ
Artikel 3.115 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
AAAAAAAAAAA
Artikel 3.119 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het kwetsbaar gebied oppervlaktewater.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater, als:
BBBBBBBBBBB
Artikel 3.120 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het lozen vanaf vaartuigen of andere drijvende werktuigen bij spoelen of scheiden van zand of grind in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 3.3 en artikel 3.121, als er niet meer water wordt geloosd dan 50 m3 per uur en als er geen watersysteemvreemd water wordt geloosd.
CCCCCCCCCCC
Artikel 3.124 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het kwetsbaar gebied oppervlaktewater.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater, als:
DDDDDDDDDDD
Artikel 3.125 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het lozen van afvalwater vanuit een weilanddepot, bedoeld in paragraaf 4.124 van het Besluit activiteiten leefomgeving, beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 3.3 en artikelen 3.126 tot en met 3.128, als er niet meer water wordt geloosd dan 50 m3 per uur.
EEEEEEEEEEE
Artikel 3.126 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
FFFFFFFFFFF
Artikel 3.128 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor de activiteit geldt dat:
de beste beschikbare technieken worden toegepast;
het afvalwater door een goed onderhouden en toegankelijke bemonsteringsvoorziening stroomt;
het te lozen afvalwater, gemeten volgens NEN-EN 872, voldoet aan de emissiegrenswaarden van de in tabel 3.11 genoemde stoffen/parameters.
Het lozingswater dient gedurende de baggerwerkzaamheden en tot twee weken na afronding daarvan wekelijks door de vergunninghouder te worden bemonsterd, en door een STERLAB gecertificeerd laboratorium geanalyseerd te worden op onopgeloste bestanddelen conform NEN-EN 872.
Na deze periode dient het lozingswater elke drie weken door de vergunninghouder te worden bemonsterd, en door een STERLAB gecertificeerd laboratorium geanalyseerd te worden op onopgeloste bestanddelen conform NEN-EN 872.
GGGGGGGGGGG
Artikel 3.130 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze afdeling is van toepassing op het uitstrooien van as in het gebied beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam.
HHHHHHHHHHH
Artikel 3.131 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het uitstrooien van as in het gebied beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 3.3 en artikel 3.132.
IIIIIIIIIII
Artikel 3.135 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam te verrichten, als daarbij stoffen of warmte worden geloosd.
Het eerste lid geldt niet voor:
het lozen van stoffen of warmte op een oppervlaktewaterlichaam afkomstig van een milieubelastende activiteit die is aangewezen in artikel 3.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving;
het lozen, bedoeld in de afdelingen 3.2 tot en met 3.19;
het lozen van water dat afkomstig is uit dat oppervlaktewaterlichaam en waaraan geen stoffen zijn toegevoegd; en
JJJJJJJJJJJ
Artikel 3.136 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een lozingsactiviteit op een zuiveringtechnisch werk te verrichten.
Het verbod geldt niet voor het lozen van stoffen, water of warmte op een zuiveringtechnisch werk afkomstig van een milieubelastende activiteit die is aangewezen in artikel 3.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving.
Het verbod geldt niet voor gemeenten waarmee een afvalwaterakkoord is overeengekomen.
KKKKKKKKKKK
Artikel 4.2 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De regels in dit hoofdstuk zijn gesteld met het oog op:
het in stand houden van de aanwezige grondwaterkwaliteit;
het voorkomen van grondwaterschaarste en grondwateroverlast; en
het handhaven van een grondwaterstand die geen inbreuk maakt op de bij het grondwaterbeheer betrokken belangen;
het beschermen van de ontwaterende, af- en aanvoerende en bergende functie van het watersysteem;
het beschermen van de ecologische toestand van het watersysteem;
het instandhouden van het peilbeheer; en
het beperken van een toename van het risico op wateroverlast en waterschaarste.
LLLLLLLLLLL
Artikel 4.3 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Degene die oppervlaktewater of grondwater onttrekt en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de belangen, bedoeld in artikel 4.2, is verplicht:
alle maatregelen te treffen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om die gevolgen te voorkomen;
voor zover deze niet kunnen worden voorkomen: die gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken; en
als die gevolgen onvoldoende kunnen worden beperkt: die activiteit achterwege te laten voor zover dat redelijkerwijs van diegene kan worden gevraagd.
Deze plicht houdt in ieder geval in dat:
een wijziging van de grondwaterstromen en verspreiding van aanwezige verontreinigingen of van koude- en warmtebellen wordt voorkomen;
doorboring van slecht doorlatende bodemlagen wordt voorkomen of ongedaan wordt gemaakt;
de aanwezige grondwaterkwaliteit in stand wordt gehouden;
verzilting van zoet grondwater wordt voorkomen;
verzakkingen van de bodem worden voorkomen;
uitwisseling van grondwater tussen van elkaar gescheiden watervoerende pakketten wordt voorkomen;
de functies van het watersysteem blijven voldoen voor de gebruiksfunctie;
de waterstanden aangehouden blijven zoals vastgesteld is in:
de aan- en afvoercapaciteit van het watersysteem en het waterkwantiteitsbeheer gewaarborgd blijft;
het onderhoud van het watersysteem en de beschikbare aan- en afvoercapaciteit op elkaar is afgestemd en de onderhoudskosten niet toenemen;
de aanwezige waterberging intact blijft of wordt gecompenseerd; en
geen verontreiniging wordt veroorzaakt.; en
negatieve gevolgen door gelijktijdige onttrekkingen worden voorkomen.
Degene die voornemens is oppervlaktewater of grondwater te onttrekken, informeert en betrekt de omgeving, de direct belanghebbenden en de grondeigenaar op voorhand bij de voorgenomen activiteit.
MMMMMMMMMMM
Artikel 4.7 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Op het verbindenbeoordelen van voorschriften aaneen aanvraag om een omgevingsvergunning voor het in de bodem brengen onttrekken van water, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater door een daarvoor bedoelde voorziening, die op grond van dit hoofdstukdeze waterschapsverordening is vereist, is artikel 8.948.89, eerste lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving van overeenkomstige toepassing.
Op het beoordelen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het in de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater door een daarvoor bedoelde voorziening die op grond van dit hoofdstuk is vereist, is artikel 8.89, tweede en derde lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving van overeenkomstige toepassing.
NNNNNNNNNNN
Het opschrift van artikel 4.8 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
OOOOOOOOOOO
Artikel 4.9 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Degene die grondwater onttrekt door een daarvoor bedoelde voorziening of water in de bodem brengt, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater door een daarvoor bedoelde voorziening, meet de in elk kwartaal onttrokken hoeveelheid grondwater of geïnfiltreerd water met een nauwkeurigheid van ten minste 95%.
Uiterlijk op 31 januari van elk jaar of, als de onttrekking of infiltratie is beëindigd, binnen een maand na het tijdstip van beëindiging, worden aan het bestuur de volgende gegevens verstrekt:
Voor kortdurende of seizoensgebonden onttrekkingen of infiltraties kan het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap in de voorschriften van de omgevingsvergunning voor de wateronttrekkingsactiviteit of, als geen omgevingsvergunning is vereist, bij maatwerkvoorschrift bepalen dat de hoeveelheid over een kortere tijdsspanne wordt gemeten.
Degene die water in de bodem brengt, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater door een daarvoor bedoelde voorziening, meet de kwaliteit van dat water door het nemen van representatieve monsters en het analyseren van de in tabel 4.1 opgenomen parameters met de in die tabel aangegeven frequentie.
|
Parameter |
Afkorting |
Frequentie |
|
bacteriën van de coligroep |
|
vierwekelijks |
|
kleur |
|
vierwekelijks |
|
zwevende stof |
SS |
vierwekelijks |
|
geleidingsvermogen voor elektriciteit |
|
vierwekelijks |
|
temperatuur |
T |
vierwekelijks |
|
zuurgraad |
pH |
vierwekelijks |
|
opgelost zuurstof |
O2 |
vierwekelijks |
|
totaal organisch koolstof |
TOC |
vierwekelijks |
|
bicarbonaat |
HCO3 |
vierwekelijks |
|
nitriet |
NO2 |
vierwekelijks |
|
nitraat |
NO3 |
vierwekelijks |
|
ammonium |
NH4 |
vierwekelijks |
|
totaal fosfaat |
Totaal P |
vierwekelijks |
|
fluoride |
F |
driemaandelijks |
|
chloride |
|
vierwekelijks |
|
sulfaat |
SO4 |
driemaandelijks |
|
natrium |
Na |
driemaandelijks |
|
ijzer |
Fe |
driemaandelijks |
|
mangaan |
Mn |
driemaandelijks |
|
chroom |
Cr |
driemaandelijks |
|
lood |
Pb |
driemaandelijks |
|
koper |
Cu |
driemaandelijks |
|
zink |
Zn |
driemaandelijks |
|
cadmium |
Ca |
driemaandelijks |
|
arseen |
As |
driemaandelijks |
|
nikkel |
Ni |
driemaandelijks |
|
cyanide |
CN |
driemaandelijks |
|
minerale olie |
|
vierwekelijks |
|
adsorbeerbaar organisch halogeen |
AOX |
vierwekelijks |
|
vluchtig organisch gebonden chloor |
VOC |
vierwekelijks |
|
vluchtige aromaten |
|
vierwekelijks |
|
polycyclische aromaten |
PAK |
driemaandelijks |
|
fenolen |
|
driemaandelijks |
|
gewasbeschermingsmiddelen |
GBM |
vierwekelijks |
De analyse van de monsters vindt plaats overeenkomstig bijlage 4 bij de Drinkwaterregeling.
PPPPPPPPPPP
Artikel 4.12 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning water te onttrekken aan een oppervlaktewaterlichaam op in het kwetsbaar gebied oppervlaktewater.
QQQQQQQQQQQ
Artikel 4.13 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het onttrekken van water aan een oppervlaktewaterlichaam in het beheergebied buiten het kwetsbaar gebied oppervlaktewater wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 4.3 en aan de artikelen 4.14 en 4.15.
RRRRRRRRRRR
Artikel 4.18 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken voor een proefonttrekking in het beperkingengebied waterkering, beschermingszone A bij een waterkering of het kwetsbaar gebied grondwater.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken voor een proefonttrekking in het gebied kernzone van de waterkering of beschermingszone A van de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken voor een proefonttrekking in het kwetsbaar gebied grondwater.
SSSSSSSSSSS
Artikel 4.19 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het onttrekken van grondwater voor een proefonttrekking in het beheergebied buiten het beperkingengebied waterkeringde kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering en buiten het kwetsbaar gebied grondwater wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 4.3 en aan de artikelen 4.9 en 4.20 tot en met 4.24.
TTTTTTTTTTT
Artikel 4.20 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ten minste vijftien werkdagen voor het onttrekken van het grondwater worden aan het bestuur de gegevens en documenten verstrekt zoals bedoeld in artikel 4.4.
Uiterlijk twee weken na aanvang van de onttrekking worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
Uiterlijk een maand na afronding van de onttrekking worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
UUUUUUUUUUU
Artikel 4.21 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
VVVVVVVVVVV
Artikel 4.22 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
WWWWWWWWWWW
Artikel 4.23 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
XXXXXXXXXXX
Artikel 4.25 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 4.3 en 4.224.21 tot en met 4.24.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 4.224.21 tot en met 4.24.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het onttrekken van grondwater voor een proefonttrekking in afwijking van artikel 4.22, 4.23 of 4.24 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 4.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
YYYYYYYYYYY
Artikel 4.26 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze afdeling is van toepassing op het onttrekken van grondwater voor bronbemalingen, tenzij dit gebeurt voor het leggen, behouden of weghalen van kabels en leidingen zoals bedoeld in paragraaf 2.1.18.
Deze afdeling is van toepassing op het onttrekken van grondwater voor bronbemalingen.
ZZZZZZZZZZZ
Artikel 4.27 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken voor bronbemaling in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering of beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken voor bronbemaling in het kwetsbaar gebied grondwater, als er meer grondwater wordt onttrokken dan 10.000 m3 per maand.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken voor bronbemaling in het beheergebied buiten het beperkingengebied waterkeringde kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering en buiten het kwetsbaar gebied grondwater, als er meer grondwater wordt onttrokken dan 15.000 m3 per maand.
AAAAAAAAAAAA
Artikel 4.28 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het onttrekken van grondwater voor bronbemaling in het kwetsbaar gebied grondwater buiten het beperkingengebied waterkeringde kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 4.3, en de artikelen 4.9 en 4.29 tot en met 4.33, als er niet meer grondwater wordt onttrokken dan 10.000 m3 per maand.
Bij het onttrekken van grondwater voor bronbemaling in het beheergebied buiten het beperkingengebied waterkeringde kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering en buiten het kwetsbaar gebied grondwater wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 4.3, en de artikelen 4.9 en 4.29 tot en met 4.33, als er niet meer grondwater wordt onttrokken dan 15.000 m3 per maand.
BBBBBBBBBBBB
Artikel 4.29 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ten minste vijftien werkdagen voor het onttrekken van het grondwater worden aan het bestuur de gegevens en documenten verstrekt zoals bedoeld in artikel 4.4.
Uiterlijk twee weken na aanvang van de onttrekking worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
Uiterlijk een maand na afronding van de onttrekking worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
CCCCCCCCCCCC
Artikel 4.30 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
DDDDDDDDDDDD
Artikel 4.31 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
EEEEEEEEEEEE
Artikel 4.34 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 4.3 en 4.314.30 tot en met 4.33.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 4.314.30 tot en met 4.33.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het onttrekken van grondwater voor bronbemaling in afwijking van artikel 4.31, 4.32 of 4.33 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 4.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
FFFFFFFFFFFF
Artikel 4.36 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken voor een grondwater- of bodemsanering in het beperkingengebied waterkering, gebied beschermingszone A bij eenkernzone van de waterkering of in het kwetsbaar gebied grondwaterbeschermingszone A van de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken voor een grondwater- of bodemsanering in het kwetsbaar gebied grondwater.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken voor een grondwater- of bodemsanering in het beheergebied buiten het beperkingengebied waterkeringde kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering en buiten het kwetsbaar gebied grondwater, als er meer grondwater wordt onttrokken dan 15.000 m3 per maand.
GGGGGGGGGGGG
Artikel 4.37 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het onttrekken van grondwater voor een grondwater- of bodemsanering in het beheergebied buiten het beperkingengebied waterkeringde kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering en buiten het kwetsbaar gebied grondwater wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 4.3, en de artikelen 4.9 en 4.38 tot en met 4.42, als er niet meer grondwater wordt onttrokken dan 15.000 m3 per maand.
HHHHHHHHHHHH
Artikel 4.38 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ten minste vijftien werkdagen voor het onttrekken van het grondwater worden aan het bestuur de gegevens en documenten verstrekt zoals bedoeld in artikel 4.4.
Uiterlijk twee weken na aanvang van de onttrekking worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
Uiterlijk een maand na afronding van de onttrekking worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
IIIIIIIIIIII
Artikel 4.39 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
JJJJJJJJJJJJ
Artikel 4.40 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
KKKKKKKKKKKK
Artikel 4.43 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 4.3 en 4.404.39 tot en met 4.42.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 4.404.39 tot en met 4.42.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het onttrekken van grondwater voor een grondwater- of bodemsanering in afwijking van artikel 4.40, 4.41 of 4.42 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 4.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
LLLLLLLLLLLL
Artikel 4.45 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken voor beregening, bevloeiing of veedrenking in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering of beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken voor beregening, bevloeiing of veedrenking in het kwetsbaar gebied grondwater.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken voor beregening, bevloeiing of veedrenking in het beheergebied buiten het beperkingengebied waterkeringde kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering en buiten het kwetsbaar gebied grondwater, als er meer grondwater wordt onttrokken dan 8.000 m3 per maand.
MMMMMMMMMMMM
Artikel 4.46 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het onttrekken onttrekkenvan grondwater voor beregening, bevloeiing of veedrenking in het beheergebied buiten het beperkingengebied waterkeringde kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering en buiten het kwetsbaar gebied grondwater wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 4.3, en de artikelen 4.9 en 4.47 tot en met 4.50, als er niet meer grondwater wordt onttrokken dan 8.000 m3 per maand.
NNNNNNNNNNNN
Artikel 4.47 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ten minste vijftien werkdagen voor het onttrekken van het grondwater worden aan het bestuur de gegevens en documenten verstrekt zoals bedoeld in artikel 4.4.
Uiterlijk twee weken na aanvang van de onttrekking worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
Uiterlijk een maand na afronding van de onttrekking worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
OOOOOOOOOOOO
Artikel 4.48 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
PPPPPPPPPPPP
Artikel 4.51 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 4.3, 4.49en 4.48 tot en met 4.50.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 4.494.48 tot en met 4.50.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het onttrekken van grondwater voor beregening, bevloeiing of veedrenking in afwijking van artikel 4.49 of 4.50 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 4.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
QQQQQQQQQQQQ
Afdeling 4.7 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze afdeling is van toepassing op het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem voor een noodvoorziening en op het plaatsen van een noodvoorziening in hetde gebieden beperkingengebiedkernzone van de waterkering, beschermingszone A bij eenvan de waterkering en het kwetsbaar gebied grondwater.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken of water te infiltreren in de bodem voor een noodvoorziening of een noodvoorziening aan te brengen in het beperkingengebied waterkering,gebied beschermingszone A bij eenkernzone van de waterkering of het kwetsbaar gebied grondwaterbeschermingszone A van de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken of water te infiltreren in de bodem voor een noodvoorziening of een noodvoorziening aan te brengen in het kwetsbaar gebied grondwater.
RRRRRRRRRRRR
Afdeling 4.8 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze afdeling is van toepassing op het onttrekken van grondwater voor het drooghouden van kelders en kruipruimten van woningen en gebouwen in hetde gebieden beperkingengebiedkernzone van de waterkering, beschermingszone A bij eenvan de waterkering en het kwetsbaar gebied grondwater.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken voor het drooghouden van kelders en kruipruimten van woningen en gebouwen in het beperkingengebied waterkering, gebied beschermingszone A bij eenkernzone van de waterkering of het kwetsbaar gebied grondwaterbeschermingszone A van de waterkering.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken voor het drooghouden van kelders en kruipruimten van woningen en gebouwen in het kwetsbaar gebied grondwater.
SSSSSSSSSSSS
Het opschrift van afdeling 4.9 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
TTTTTTTTTTTT
Artikel 4.60 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning grondwater te onttrekken in het gebied beperkingengebiedkernzone van de waterkering of beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
UUUUUUUUUUUU
Artikel 4.61 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het onttrekken van grondwater in het beheergebied buiten het beperkingengebied waterkeringde kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering en buiten het kwetsbaar gebied grondwater wordt voldaan aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 4.3, en de artikelen 4.9 en 4.62 tot en met 4.65.
VVVVVVVVVVVV
Artikel 4.62 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ten minste vijftien werkdagen voor het onttrekken van het grondwater worden aan het bestuur de gegevens en documenten verstrekt zoals bedoeld in artikel 4.4.
Uiterlijk twee weken na aanvang van de onttrekking worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
Uiterlijk een maand na afronding van de onttrekking worden aan het bestuur gegevens en documenten verstrekt over:
WWWWWWWWWWWW
Artikel 4.63 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
XXXXXXXXXXXX
Artikel 4.66 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over de artikelen 4.3, 4.64en 4.63 tot en met 4.65.
Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van de artikelen 4.644.63 tot en met 4.65.
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift voor het onttrekken van grondwater in afwijking van artikel 4.64 of 4.65 worden gegevens en documenten verstrekt over:
de aard van de activiteit;
de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd;
de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit;
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 4.3; en
de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de voorgenomen activiteit zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.
YYYYYYYYYYYY
Bijlage I wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Oppervlaktewaterlichaam dat is aangewezen en begrensd in bijlage II.
Een aanmeervoorziening is een constructie die wordt gebruikt voor het tijdelijk of permanent aanleggen (aanmeren) van vaartuigen, en die bestaat uit vaste bouwwerken, al dan niet direct verbonden met de oever of waterkering.
Een overeenkomst tussen een gemeente en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier over de samenwerking in de afvalwaterketen en de overdracht van afvalwater bij de overnamepunten, zoals bedoeld in het Bestuursakkoord Water 2011.
Een kerende constructie die een talud of waterkant beschermt tegen afkalven, golfkrachten en andere invloeden die de stabiliteit van de waterkant in gevaar brengen.
Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap.
Een drijvende constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart.
Een voorziening ten behoeve van verblijven van meerdere personen.
De aansluiting van een kabel-/leidingtracé naar een woning of bedrijf.
Een huisaansluiting is een directe, individuele kabel of leiding die één specifiek gebouw verbindt met het publieke hoofdnet van een nutsvoorziening.
In de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater.
Snijpunt van de raaklijnen van het talud en het horizontale maaiveld.
Een transportmedium, veelal voor elektriciteit of communicatie, zonder holle ruimte.
Legger als bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet en artikel 2.39 Omgevingswet.
Een hol transportmedium voor vloeistof of gas.
Een werk waarmee afvalwater geloosd kan worden op het oppervlaktewaterlichaam.
Een oever die ten behoeve van de ecologisch toestand en (natte) natuurwaarden is ingericht met een ondiepe 'natte' zone die oever- en watervegetatie de kans bieden zich te ontwikkelen.
NEN 6600-1:2019: Water - Monsterneming - Deel 1: Afvalwater, versie 2019.
NEN 6646/C1:2015: Water - Fotometrische bepaling van het gehalte aan ammoniumstikstof en van de som van de gehalten aan ammoniumstikstof en organisch gebonden stikstof volgens Kjeldahl, door mineralisatie met seleen, met behulp van een doorstroomanalysesysteem - Ontsluiting met zwavelzuur, seleen en kaliumsulfaat, versie 2015 + C1:2015.
NEN 6966:2006: Milieu - Analyse van geselecteerde elementen in water, eluaten en destruaten – Atomaire emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma, versie 2006.
NEN-EN 872:2005: Water – Bepaling van het gehalte aan onopgeloste stoffen – Methode door filtratie over glasvezelfilters, versie 2005.
NEN-EN 12566-1:2016: Kleine afvalwaterzuiveringsinstallaties ≤ 50 IE - Deel 1: Geprefabriceerde septictanks, versie 2016.
NEN-EN 13284-1:2001: Europese norm voor Emissies van stationaire bronnen – Bepaling van massaconcentratie van stof in lage concentraties – Deel 1: Manuele gravimetrische methode, versie 2001.
NEN-EN-ISO 5667-3:2018: Water - Monsterneming - Deel 3: Conservering en behandeling van watermonsters, versie 2018.
NEN-EN-ISO 5815-1:2019: Water - Bepaling van het biochemisch zuurstofverbruik na n dagen (BZVn) - Deel 1: Verdunning en enting onder toevoeging van allylthioureum, versie 2019.
NEN-EN-ISO 5815-2:2003: Water - Bepaling van het biochemisch zuurstofverbruik na n dagen (BZVn) - Deel 2: Methode voor onverdunde monsters, versie 2003.
NEN-EN-ISO 6878:2004: Water - Bepaling van fosfor - Ammoniummolybdaat spectometrische methode, versie 2004.
NEN-EN-ISO 9377-2:2000: Water - Bepaling van de minerale-olie-index - Deel 2: Methode met vloeistofextractie en gaschromatografie, versie 2000.
NEN-EN-ISO 10301:1997: Water - Bepaling van zeer vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen - Gaschromatografische methoden, versie 1997.
NEN-EN-ISO 11732:2005: Water - Bepaling van ammonium stikstof - Methode voor doorstroomanalyse (CFA en FIA) en spectrometrische detectie, versie 2005.
NEN-EN-ISO 11885:2009: Water - Bepaling van geselecteerde elementen met atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES), versie 2009.
NEN-EN-ISO 12846:2012: Water - Bepaling van kwik - Methode met atomaire-absorptiespectrometrie met en zonder concentratie, versie 2012.
NEN-EN-ISO 13395:1997: Water - Bepaling van het stikstofgehalte in de vorm van nitriet en in de vorm van nitraat en de som van beide met doorstroomanalyse (CFA en FIA) en spectrometrische detectie, versie 1997.
NEN-EN-ISO 15587-1:2002: Water - Ontsluiting voor de bepaling van geselecteerde elementen in water - Deel 1: Koningswater ontsluiting, versie 2002.
NEN-EN-ISO 15587-2:2002: Water - Ontsluiting voor de bepaling van geselecteerde elementen in water - Deel 2: Ontsluiting met salpeterzuur, versie 2002;.
NEN-EN-ISO 15680:2003: Water - Gaschromatografische bepaling van een aantal monocyclische aromatische koolwaterstoffen, naftaleen en verscheidene gechloreerde verbindingen met 'purge-and-trap' en thermische desorptie, versie 2003.
NEN-EN-ISO 15681-1:2005: Water - Bepaling van het gehalte aan orthofosfaat en het totale gehalte aan fosfor met behulp van doorstroomanalyse (FIA en CFA) - Deel 1: Methode met een doorstroominjectiesysteem (FIA), versie 2005.
NEN-EN-ISO 15681-2:2018: Water - Bepaling van het gehalte aan orthofosfaat en het totale gehalte aan fosfor met behulp van doorstroomanalyse (FIA en CFA) - Deel 2: Methode met een continu doorstroomanalysesysteem (CFA), versie 2018.
NEN-EN-ISO 15682:2001: Water - Bepaling van het gehalte aan chloride met doorstroomanalyse (CFA en FIA) en fotometrische of potentiometrische detectie, versie 2001.
NEN-EN-ISO 17294-2:2016: Water - Toepassing van massaspectrometrie met inductief gekoppeld plasma - Deel 2: Bepaling van geselecteerde elementen inclusief uranium isotopen, versie 2016.
NEN-EN-ISO 17852:2008: Water - Bepaling van kwik - Methode met atomaire fluorecentiespectometrie, versie 2008.
NEN-EN-ISO 17993:2004: Water - Bepaling van 15 polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) in water met HPLC met fluorescentiedetectie na vloeistof-vloeistof extractie, versie 2004.
NEN-ISO 5663:1993: Water - Bepaling van het gehalte aan Kjeldahl-stikstof - Methode na mineralisatie met seleen, versie 1993.
NEN-ISO 15705:2003: Water - Bepaling van het chemisch zuurstofverbruik (ST-COD) - Kleinschalige gesloten buis methode, versie 2003;.
NEN-ISO 15923-1:2013: Waterkwaliteit - Bepaling van de ionen met een discreet analysesysteem en spectrofotometrische detectie - Deel 1: Ammonium, chloride, nitraat, nitriet, ortho-fosfaat, silicaat en sulfaat, versie 2013.
Ander oppervlaktewaterlichaam dan een oppervlaktewaterlichaam dat is aangewezen en begrensd in bijlage II.
Het gebied op de grens van water en land waar het dynamisch samenspel van land en water plaatsvindt.
Kunstwerk dat van belang is voor de taakuitoefening van het hoogheemraadschap of voor het functioneren van het watersysteem.
Onttrekken van water aan een oppervlaktewaterlichaam of van grondwater door middel van een onttrekkingsinrichting.
Bij het onttrekken volgens het polderprincipe van civieltechnische en bouwkundige werken zoals kelders en kruipruimte, wordt ter plaatse permanent of seizoensgebonden een kunstmatig grondwaterniveau gecreëerd dat lager is dan het omringende grondwaterniveau.
Een particulier huishouden, niet zijnde bedrijfsmatig, bestaande uit één of meerdere personen die samenwonen in een woning en gezamenlijk een huishouding voeren, waarbij afvalwater vrijkomt uit dagelijkse huishoudelijke activiteiten zoals koken, wassen, douchen en het gebruik van het toilet.
Een kunstmatige verdediging van talud of bodem van een oppervlaktewater.
Een kunstmatige verdediging van talud of waterbodem.
Kokervormige constructie met een verlaagd middengedeelte dat geheel met water is gevuld en die twee waterlopen met elkaar verbindt.
Een grondwateronttrekking voor werkzaamheden langs een tracé, zoals bijvoorbeeld voor werkzaamheden aan kabels en leidingen. Naarmate de werkzaamheden vorderen verschuift de bemaling naar andere onttrekkingsfilters langs het tracé.
Een boven het oppervlaktewater aangebrachte of op het oppervlaktewater drijvende constructie.
Waterniveau waar conform het peilbesluit naar wordt gestreefd.
Onder helling gelegen vlak.
Mechanisch geplaatste verticale drainage (drains) met als doel grondwater natuurlijk en versneld te laten afvloeien.
Een constructie van horizontale delen, soms gefundeerd op palen, grotendeels boven het maaiveld grenzend aan het oppervlaktewater.
Het deel van het oppervlaktewaterlichaam dat vrij moet blijven van obstakels, zodat vaartuigen veilig en onbelemmerd kunnen passeren. Het doorvaartprofiel bestaat uit een vrije doorvaartbreedte, vrije doorvaarthoogte en vrije doorvaartdiepte.
Horizontale breedte waarbinnen een vaartuig moet kunnen passeren. De vrije doorvaartbreedte bedraagt ten minste zes meter met drie meter aan weerszijden uit de hartlijn van de waterloop.
Verticale ruimte tussen de waterlijn en de onderkant van obstakels, zoals bruggen of overhangende bouwwerken. De hoogte wordt gemeten vanaf het hoogst geldende waterpeil zoals opgenomen in het ter plaatse geldende peilbesluit.
Voldoende diepgang, afhankelijk van het type vaarweg. De diepte wordt gemeten vanaf het laagst geldende waterpeil zoals opgenomen in het ter plaatse geldende peilbesluit.
Door menselijk toedoen ontstane of te maken constructie met toebehoren.
Een drijvend werk waarop gewoond wordt of waarop gewoond zou kunnen worden qua afmeting of inrichting.
ZZZZZZZZZZZZ
Bijlage II wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
/join/id/regdata/ws0651/2023/07e1ea151c62434c9330bb220f03075c/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/07e1ea151c62434c9330bb220f03075c/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2024/1c49b6c708f8407198e8875c266cf5ac/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/1c49b6c708f8407198e8875c266cf5ac/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2024/e2bafede004449f6a00c5f66158e1e08/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/a1da6bd61dd64066aa0fc59135902d7e/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/3c56202432f24c709b3d46f6d6e0208a/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2025/f2b09a8ba0f8488eaaca9e5cf00e00c6/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2024/a1da6bd61dd64066aa0fc59135902d7e/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2024/3c56202432f24c709b3d46f6d6e0208a/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2025/7d2be53780f04dc0872fe1b3254eb9cf/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2025/76aa685b2ea84514bfee9ca0f9cadbe1/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/d28e503ad696465e8a0a8683d39949e1/nld@2023‑10‑31;1
/join/id/regdata/ws0651/2023/d28e503ad696465e8a0a8683d39949e1/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/5bf38d4c44d145039499eca474eed1a9/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/47ed226884394e9db78b32f415a0dc80/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/47ed226884394e9db78b32f415a0dc80/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/49b2ee9cb8a4476c80c433640ac506e9/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/944ec46cf9b74ff398a5433096b658b6/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/2d41fe5ff1414f179207a1d97fe1a084/nld@2023‑10‑31;1
/join/id/regdata/ws0651/2024/e9dfe1e27766410fb8d1b947a30088a3/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/ae89d10c1f8a4fbe8d20c36bdd25dd3d/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/d203668b965b49aca8f8829a0f51c87b/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/f13d71897eb44ca4887e3bb713937f71/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/3b9dcc9ddda8448e993acfb6bf268224/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/497f18e65c8b47fab2f384d19182661f/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/39f3fc6bb786444cbcda9bca485f7d19/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/eccaa579f859464eaa3fec59bc45d874/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/5eb3203410884902a96cadc6e7aae268/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/32615153500e4084b196190a7ebd9ea4/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/4d8f4c8aec834435b04e24d117b2e5f4/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/e7225c52ba2c4d439ff4474d455d2973/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/70bbc02bf9844d82bc33e7f697d73a87/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/2ee7aba987874ecfaa6cb21337035ae5/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/2852b236507548f983200ecb930d6458/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/3d90d919b6ee423299d45666c7d16f71/nld@2023‑10‑31;1
/join/id/regdata/ws0651/2023/1ede5900642944c7b62bb17a7d6c6d04/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/d5e2a34fdcf94ea7b429e5c493fe682a/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/4cc33e0eb41d4039ab250b9578f35b03/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/092db4e9719a401880385315bd99346e/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/adfd64e799f94d6f9137bb89b82ecb23/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/5c6c9863116145c1bcdf4dc4af04ea99/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/236f3a90e0f04e85a10b2c484b59844e/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/067d7631245a4add95b32e664979b92f/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/2970d6b8960c4d3eb588bf4524ae5c7d/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/82b412d1accd4779b34b67df0445e0ce/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/3866ebd7dcee4f72a63744e72debea57/nld@2023‑10‑31;1
/join/id/regdata/ws0651/2023/6d824e92b15642bb803fdb4d799a1d66/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2024/4ee5fb5a579a4b678a777428a1bb6037/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/64d27cd061704e569ee990515142d68e/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/a0402b8b73e04ae6a024ddc3057e35c3/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/6263f29a35754faaacdbeabcc781abfc/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/7c1f277321a340698ebd7e77fcbc6d1e/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/5bf38d4c44d145039499eca474eed1a9/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/7ba349e917174f0f9eef5bcef6d51afb/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/85153868df6f4397a8e5dd6825818b15/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/9317b1e5ad8d4405b6e64ac09c339a7c/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/f658816d65234a52869c93bb9d4cd875/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2025/407520c24f394c9b8fb342cd27d263aa/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/6692a56303e1416ab4e6ff51f6af14bf/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/22b2af31615b42649163247995985e2d/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/a19190152211416fbf75787c1a0cfcf7/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/b318aac8716343bda786fe883bb2bde2/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/3abc86311483482b992227e8afb7ac75/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/a01d895484b749159471137fe4878b6c/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/74545b774166457eb8d841b67d8252d2/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/36e6ebae12d940329d7553be4da90a1d/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/78dc8e83894b45cb8c2efad3d61c2985/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/cb8a14b215554aac8fd0c2714567f842/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2025/30297cab45984feea8c8476476d2dbba/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/9dcaf71e4ded4124b41811ff0f33a770/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/fda7b55f654e44e793f93612efb89e38/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/f71950425acd45e4a62bf7ae20d5a8ae/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/ef38bc5cb54f4c2d85ce7c6c21efb523/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/49b2ee9cb8a4476c80c433640ac506e9/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2024/365d4b6e230748f68de44a4050c21e6c/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/365d4b6e230748f68de44a4050c21e6c/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/a0b0a1ce821e43e3a27d014589024f73/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/f28ade010fcd42939bd3078675b768d2/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/9bf7945f9d37402ebe108dbb98c134dd/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/bcd1c3e512a1497c8db7d9c2541b9e22/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/944ec46cf9b74ff398a5433096b658b6/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/177300a913a14c65a4bd5a56d4a8ad96/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/177300a913a14c65a4bd5a56d4a8ad96/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/4a9146f905d54c42bae56ea061692ebe/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/7ba349e917174f0f9eef5bcef6d51afb/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/85153868df6f4397a8e5dd6825818b15/nld@2023‑10‑31;1
/join/id/regdata/ws0651/2023/9317b1e5ad8d4405b6e64ac09c339a7c/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/f658816d65234a52869c93bb9d4cd875/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/f3e02574861f4d51af456a252bb5238f/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/6692a56303e1416ab4e6ff51f6af14bf/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/22b2af31615b42649163247995985e2d/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/a19190152211416fbf75787c1a0cfcf7/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/b318aac8716343bda786fe883bb2bde2/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/0d063a6620fe4ba49428b8dfb7272fee/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/3abc86311483482b992227e8afb7ac75/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/a01d895484b749159471137fe4878b6c/nld@2023‑10‑31;1
/join/id/regdata/ws0651/2023/74545b774166457eb8d841b67d8252d2/nld@2023‑10‑31;1
/join/id/regdata/ws0651/2023/36e6ebae12d940329d7553be4da90a1d/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2025/8fa7ffa31c5a42648519398333341bb4/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2024/f28ade010fcd42939bd3078675b768d2/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2025/9b959db9c3034b56938dabef2b865536/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/9bf7945f9d37402ebe108dbb98c134dd/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2025/6a258cca47514d74b2160eab62674585/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/4d8f4c8aec834435b04e24d117b2e5f4/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/2ee7aba987874ecfaa6cb21337035ae5/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/2852b236507548f983200ecb930d6458/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/3d90d919b6ee423299d45666c7d16f71/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/1ede5900642944c7b62bb17a7d6c6d04/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/d5e2a34fdcf94ea7b429e5c493fe682a/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/a0b0a1ce821e43e3a27d014589024f73/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2025/e20f9778769e4658a4c5eba706928ed6/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2025/cddd82daabf540b8baf76ab1a3e4917f/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/70a5bd28550b48469a4696c4661dfab9/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/70a5bd28550b48469a4696c4661dfab9/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/78dc8e83894b45cb8c2efad3d61c2985/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/cb8a14b215554aac8fd0c2714567f842/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/54177e604de54747bc8bb4ad2fc64c75/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/72502554bb964a96a84d09ce881f9440/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/72502554bb964a96a84d09ce881f9440/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/9dcaf71e4ded4124b41811ff0f33a770/nld@2023‑10‑31;1
/join/id/regdata/ws0651/2023/fda7b55f654e44e793f93612efb89e38/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/f71950425acd45e4a62bf7ae20d5a8ae/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/2d41fe5ff1414f179207a1d97fe1a084/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2024/e9dfe1e27766410fb8d1b947a30088a3/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/77c654012014480298854e3ecd58944c/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/77c654012014480298854e3ecd58944c/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/ef38bc5cb54f4c2d85ce7c6c21efb523/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/6263f29a35754faaacdbeabcc781abfc/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/6d824e92b15642bb803fdb4d799a1d66/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/4ee5fb5a579a4b678a777428a1bb6037/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/64d27cd061704e569ee990515142d68e/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/a0402b8b73e04ae6a024ddc3057e35c3/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/7c1f277321a340698ebd7e77fcbc6d1e/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2024/bcd1c3e512a1497c8db7d9c2541b9e22/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/54177e604de54747bc8bb4ad2fc64c75/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/d0ce6ba8cbe8421ea4bbf8a41f4cdd69/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/d0ce6ba8cbe8421ea4bbf8a41f4cdd69/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/ae89d10c1f8a4fbe8d20c36bdd25dd3d/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/497f18e65c8b47fab2f384d19182661f/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/32615153500e4084b196190a7ebd9ea4/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2025/6b3a70c96b9d4fee8e90362338541137/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2024/39f3fc6bb786444cbcda9bca485f7d19/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2024/f13d71897eb44ca4887e3bb713937f71/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2024/3b9dcc9ddda8448e993acfb6bf268224/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2024/d203668b965b49aca8f8829a0f51c87b/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2024/eccaa579f859464eaa3fec59bc45d874/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2025/070f04889d5c48f091b0bf57dff7fbf0/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2025/3f584186a8be4246b823e4c7a401218a/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2025/65d82f5cf6ab4cf8b087ac045c3e0046/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/70bbc02bf9844d82bc33e7f697d73a87/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2024/092db4e9719a401880385315bd99346e/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/ebfc19e2e0e946ccb85a004ddb00094d/nld@2024‑12‑17;14164138
/join/id/regdata/ws0651/2023/ebfc19e2e0e946ccb85a004ddb00094d/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/adfd64e799f94d6f9137bb89b82ecb23/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/5c6c9863116145c1bcdf4dc4af04ea99/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/236f3a90e0f04e85a10b2c484b59844e/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/067d7631245a4add95b32e664979b92f/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/2970d6b8960c4d3eb588bf4524ae5c7d/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2024/82b412d1accd4779b34b67df0445e0ce/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/3866ebd7dcee4f72a63744e72debea57/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2025/4ef5d9c936be440897aaf9d9b2ca8d9c/nld@2025‑09‑16;11572224
/join/id/regdata/ws0651/2023/4a9146f905d54c42bae56ea061692ebe/nld@2025‑09‑16;11572224
AAAAAAAAAAAAA
Het opschrift van bijlage IV wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
BBBBBBBBBBBBB
Binnen bijlage IV wordt de volgende sectie op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze bijlage bevat de richtlijnenuitgangspunten voor het onderhoud van oppervlaktewater en kunstwerken en de eisen die ten behoeve daarvan aan het oppervlaktewaterlichaam en de omgeving worden gesteld. Wanneer het hoogheemraadschap of een door hen aangestelde partij dit onderhoud uitvoert, moet ervoor gezorgd worden dat het onderhoud mogelijk blijft. Het onderhoud van oppervlaktewater kan op twee manieren plaatsvinden: vanaf de oever (droog onderhoud) of vanaf het water (nat onderhoud).
In nieuwe stedelijke gebieden is het uitgangspunt dat varend onderhoud moet kunnen worden gepleegd. In verband hiermee geldt voor die gebieden dat nieuw aan te leggen en bestaande, te handhaven waterlopen (inclusief grenssloten) worden aangelegd zoals aangegeven bij onderstaand punt 3.
In samenspraak met het hoogheemraadschap kan in nieuwe stedelijke gebieden worden afgeweken van aanleg van varend te onderhouden waterlopen. In dat geval zullen de waterlopen moeten voldoen aan de uitgangspunten van onderstaand punt 2.
CCCCCCCCCCCCC
Binnen bijlage IV wordt de volgende sectie op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij onderhoud vanaf de droge oever moet de oever aan de volgende eisen voldoen:
Bij een waterbreedte van 0 tot 4 meter moet er aan één zijde een strook van minimaal 5 meter zijn. Deze strook wordt gemeten vanaf de insteek en moet berijdbaar en vrij van obstakels zijn.
Bij een waterbreedte van 4 tot 6 meter moeten er aan beide zijden stroken van minimaal 5 meter zijn. Deze strook wordt gemeten vanaf de insteek en moet berijdbaar en vrij van obstakels zijn.
Bij T-splitsingen of haakse hoeken in watergangen is een draaicirkel van 21 meter in diameter vereist voor het onderhoudsvoertuig.
Als een onderhoudspad na een bocht (T-splitsing/haakse hoek) niet mogelijk is, moet een draaiplaats met een draaicirkel van minimaal 21 meter in diameter worden aangelegd.
Bij werken (bouw- en kunstwerken) moet er minimaal 5 meter ruimte tussen de werken zijn voor onderhoud met de maaikorf, of de nieuwe werken moeten direct aansluiten op bestaande werken zodat het oppervlaktewater nog onderhouden kan worden.
DDDDDDDDDDDDD
Binnen bijlage IV wordt de volgende sectie op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij onderhoud vanaf het water moeten het oppervlaktewater en de omgeving aan de volgende eisen voldoen:
Het maaiboottracé moet voldoen aan:
Er moeten doorvaarbare dammen of bruggen worden aangebracht. Indien men hiervan wil afwijken, kan een maatwerkvoorschrift bij het hoogheemraadschap worden aangevraagd. Hierbij moet er nog wel een doorvaarbaar tracé van minimaal 500 meter overblijven.
Bij gestremde of belemmerde doorvaart moet aan beide zijden een keerplaats met een draaicirkel van minimaal 10 meter in diameter worden aangelegd.
Het dwarsprofiel van de waterloop moet voldoen aan:
Minimaal 8 meter breedte op de waterlijn bij het laagst geldende streefpeil.
Taludhelling ten hoogste 1 : 1,5.
Bodembreedte minimaal 4 meter.
Minimaal 10 meter breedte op de waterlijn bij T-splitsingen/haakse hoeken vanwege de draaicirkel van de maaiboot.
Minimaal 1,2 meter diepte bij het laagst geldende streefpeil.
De kunstwerken zoals bruggen en duikers in de waterloop moeten een:
Doorvaartdiepte van minimaal 90 centimeter (bij laagst geldende streefpeil) hebben.
Doorvaarthoogte van minimaal 110 centimeter (bij hoogst geldende streefpeil) hebben.
Doorvaartbreedte van minimaal 250 centimeter hebben.
De maaiboot-te-waterlaatplaats moet:
Bereikbaar zijn voor transportvoertuigen via openbare gronden.
Minimaal twee per doorvaarbaar tracé aanwezig zijn.
De waterloop moet ter plaatse van een losplaats bij voorkeur meer dan 8 meter breed zijn op de waterlijn.
Als maaiboot-te-waterlaatplaats kan een (half) verharde of onverharde oever dienen, vrij van obstakels over minimaal 10 meter breedte in de lengterichting van de waterloop.
De maaisel-uitdraai-plaats moet:
Bereikbaar zijn voor transportvoertuigen via openbare gronden.
Ongeveer één keer per 200 meter tracé aanwezig zijn.
Als losplaats kan een verharde of onverharde oever dienen, vrij van obstakels over circa 10 meter breedte in de lengterichting van de waterloop.
De waterloop moet ter plaatse van een losplaats bij voorkeur meer dan 8 meter breed zijn op de waterlijn.
Het maaiveld mag ter plaatse niet meer dan 0,50 meter boven het waterpeil uitsteken.
EEEEEEEEEEEEE
Binnen bijlage IV wordt het volgende opschrift op de aangegeven wijze gewijzigd:
FFFFFFFFFFFFF
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De Waterschapsverordening van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier bevat regels over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de watersystemen, de zuiveringtechnische werken en de wegen die in beheer zijn bij het hoogheemraadschap. De waterschapsverordening berust op artikel 2.5 van de Omgevingswet en vervangt de Keur HHNK 2016, de Algemene regels bij de Keur HHNK 2016 en de Wegenverordening HHNK 2016. Bovendien bevat het regels over lozingen, die voorheen op het niveau van de centrale overheid waren geregeld.
In deze algemene toelichting wordt ingegaan op de doelstelling van de nieuwe waterschapsverordening, de systematiek en de belangrijkste wijzigingensystematiek. Daarna volgt een artikelsgewijze toelichting.
GGGGGGGGGGGGG
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Naar aanleiding van de Omgevingswet die op 1 januari 2024 in werking treedtis getreden, heeft het hoogheemraadschap de regelgeving over de fysieke leefomgeving in een waterschapsverordening vastgelegd. Wat voorheen in de keur en de wegenverordening werd geregeld is nu opgenomen in de waterschapsverordening. De Omgevingswet maakt onderdeel uit vanheeft een complete stelselherziening van het omgevingsrecht. De invoering van de waterschapsverordening draagt bij aan de landelijkeaantal verbeterdoelen die zijn beoogd met de invoering van de Omgevingswet: een inzichtelijk omgevingsrecht, waarin de leefomgeving centraal staat, waarin ruimte is voor maatwerk en waarin besluitvorming over projecten sneller en beter verloopt. In de toelichting op de Omgevingswet zijn deze doelen verder uitgewerkt en die luiden als volgt:
HHHHHHHHHHHHH
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het hoogheemraadschap heeft ervoor gekozen om de keur niet helemaal beleidsneutraal om te zetten, maar de verbeterdoelen uit de Omgevingswet uit te werken de nieuwe waterschapsverordening. Dit heeft ertoe geleid dat de waterschapsverordening is gebaseerd op een andere systematiek dan de keur. De keur is ingericht op basis van het 'nee, tenzij' principe. Dit betekent dat activiteiten niet zijn toegestaan, tenzij hiervoor een vergunning met bijbehorende voorwaarden is verleend. De waterschapsverordening is ingericht conform het 'ja, mits' principe. Dit betekent dat activiteiten zijn toegestaan, mits wordt voldaan aan de in de waterschapsverordening genoemde voorwaarden. Om dit vorm te geven wordt er gewerkt met zorglichtenzorgplichten en algemene regels. Dit zorgt ervoor dat de waterschapsdoelen goed worden beschermd en dat er tegelijkertijd voldoende ruimte is voor initiatieven van derden en lokaal maatwerk.
IIIIIIIIIIIII
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een van de doelstellingen van de Omgevingswet is het gebruik van minder en vooral overzichtelijkere regels. Een belangrijk onderdeel hiervan is de verbinding van de regels aan de doelstellingen van het waterschap. De kerntaken van een waterschap zijn het beheer van watersystemen, het waterketenbeheer en wegenbeheer. Volgens de Omgevingswet worden er regels gesteld ten aanzien van deze taken met het oog op:
het voorkomen en waar nodig beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste;
het beschermen en verbeteren van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen;
het vervullen van maatschappelijke functies door watersystemen; en
het beschermen van de doelmatige werking van een zuiveringtechnisch werk.
Het doel van de waterschapsverordening is ervoor te zorgen dat deze taken, ongeacht activiteiten van derden, nog steeds goed en onbelemmerd uitgevoerd kunnen worden en dat de doelstellingen worden gewaarborgd. Daarmee wordt beschermd wat nodig is en vrij gelaten wat kan. Om dit te bewerkstelligen is de waterschapsverordening opgebouwd aan de hand van vijf thema's: Waterkwantiteit & Grondwater, Waterkeringen, Wegen en Waterkwaliteit & Zuiveringen. Voor het thema Waterkwaliteit & Zuiveringen is grotendeels aangesloten bij de regels die vanuit de centrale overheid naar het hoogheemraadschap overgaan. Voor de overige thema's heeft het hoogheemraadschap hoofddoelen geformuleerd die zijn opgenomen in de onderstaande tabel.
JJJJJJJJJJJJJ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Met inachtneming van de zorgplicht, geldt als uitgangspunt dat activiteiten zijn toegestaan. Om initiatiefnemers houvast te bieden, zijn voor de meest voorkomende activiteiten voorschriften geformuleerd. Activiteiten die conform de zorgplicht en de voorschriften worden uitgevoerd, zijn vergunningsvrij. Wel geldt voor deze activiteiten vaak een informatieve meldplichtinformatieplicht, zodat het hoogheemraadschap op voorhand bekend is met activiteiten die worden uitgevoerd en zo nodig toezicht kan houden.
KKKKKKKKKKKKK
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Indien een initiatiefnemer of de rechtsopvolger wenst af te wijken van de geformuleerde voorschriften, is dat nog steeds mogelijk zonder een vergunningplicht. Wel geldt in dat geval een zwaardere meldplicht, waarbijdat een initiatiefnemer of de rechtsopvolger een aanvraag voor een maatwerkvoorschrift moet indienen. De initiatiefnemer of de rechtsopvolger zal hierbij moeten onderbouwen dat met de afwijking nog steeds kan worden voldaan aan de zorgplicht. Het hoogheemraadschap kan vervolgens al dan niet instemmen met de aanvraag. Indien noodzakelijk, kan het hoogheemraadschap daarnaast nadere maatwerkvoorschriften aan de aanvraag verbinden.
LLLLLLLLLLLLL
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor bepaalde activiteiten blijft een vergunningsplichtvergunningplicht gelden. Het betreft activiteiten die een grote(re) invloed hebben op de te beschermen doelstellingen van het hoogheemraadschap en slechts bij uitzondering zijn toegestaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een peilafwijking, een bouwwerk op een kering of de aanleg van een nieuwe weg. Deze activiteiten laten zich niet goed reguleren met behulp van algemene voorschriften en een meldplichtinformatieplicht. Om deze reden blijft voor deze activiteiten een vergunningsplichtvergunningplicht gelden.
MMMMMMMMMMMMM
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Resumerend zijn er dus feitelijk twee hoofdcategorieën. De eerste hoofdcategorie bestaat uit activiteiten die zijn toegestaan met inachtneming van de zorgplicht en de algemene voorschriften. Voor deze activiteiten geldt vaak wel een informatieve meldplichtinformatieplicht. Indien een initiatiefnemer of de rechtsopvolger wenst af te wijken van de geformuleerde voorschriften is dat mogelijk. Maar in dat geval geldt een zwaardere meldplicht, waarbijdat een maatwerkvoorschrift moet worden aangevraagd. De tweede hoofdcategorie bestaat uit activiteiten waar een vergunningplicht voor blijft gelden.
NNNNNNNNNNNNN
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De regelgeving van het hoogheemraadschap wordt onder de Omgevingswet ontsloten via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Deze digitalisering is onderdeel van het landelijke DSO waarin ook de regelgeving van Rijk, provincie, gemeenten en andere waterschappen digitaal ontsloten wordt. Nieuw is datHierbij zijn de regels over activiteiten zijn gekoppeld aan geometrisch aangewezen en begrensde werkingsgebieden, waarbij men met een eenvoudige klik op een kaart kan zien welke regels op het betreffende gebied van toepassing zijn. Om dit mogelijk te maken, moet iedere individuele regel van het hoogheemraadschap zijn voorzien worden van een zogenoemd werkingsgebied en op een kaartlaag aangeleverd wordenzijn aangeleverd. Waar geen specifiek werkingsgebied is benoemd, geldt het hele beheergebied van het hoogheemraadschap als werkingsgebied.
OOOOOOOOOOOOO
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Behalve de wijziging van de systematiek van de waterschapsverordening in vergelijking met de Keur HHNK 2016, zijn er nog twee belangrijke wijzigingen: het vervallen van de onderhoudsbepalingen en het opnemen van Rijksregels met betrekking tot lozingen.
In het stelsel van de Omgevingswet mogen onderhoudsplichten niet in de waterschapsverordening opgenomen worden. Bij de invoering van de waterschapsverordening worden deze onderdelen van de keur daarom opgenomen in een aparte Onderhoudsverordening. In de bijbehorende onderhoudslegger zijn de onderhoudsplichtigen van de waterstaatswerken genoemd.
Een belangrijk uitgangspunt van de Omgevingswet is het bieden van meer ruimte voor gebiedsgericht maatwerk. Om dit mogelijk te maken, wordt bepaalde regelgeving overgeheveld van het Rijk naar lokale overheden. Dit wordt ook wel de bruidsschat genoemd. De lokale overheden kunnen deze wetgeving vervolgens naar eigen inzicht aanpassen. Voor waterschappen betreft het regelgeving over lozingen op oppervlaktewateren of een zuiveringtechnisch werk. Het hoogheemraadschap heeft ervoor gekozen om de regels in eerste instantie ongewijzigd over te nemen.
[Vervallen]
PPPPPPPPPPPPP
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De Waterschapsverordening bestaat uit vijf hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat algemene bepalingen over begrippen, beperkingengebieden, beoordelingsregels en enkele algemene bepalingen over de omgevingsvergunning, melding en informatieplicht. Verder komen er nog enkele uitzonderingen aan bod, waaronder het uitvoeren van beheeractiviteiten door het hoogheemraadschap zelf en een regeling voor bijzondere omstandigheden zoals calamiteiten en ongewone voorvallen.
Hoofdstuk 2 bevat regels over activiteiten bij oppervlaktewater, waterkeringen en wegen. In het eerste deel zijn de oogmerken uitgewerkt, het toepassingsbereik, de specifieke zorgplicht en de indieningsvereisten voor de aanvraag van een omgevingsvergunning. Vervolgens worden per activiteit het toepassingsbereik gegeven en worden -indien van toepassing- de vergunningplichtige gevallen aangewezen. Vervolgens worden de algemene regels voor de uitvoering van de betreffende activiteit uiteengezet en wordt de mogelijkheid om een maatwerkvoorschrift aan te vragen vermeld.
Hoofdstuk 3 gaat over lozingsactiviteiten en hoofdstuk 4 over wateronttrekkingsactiviteiten. Deze hoofdstukken hebben dezelfde opbouw als hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 maakt onderdeel uit van de bruidsschat en is ongewijzigd overgenomen van het Rijk.
Tot slot bevat hoofdstuk 5 de overgangs- en slotbepalingen.
QQQQQQQQQQQQQ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De werkingsgebieden van de regels in deze verordening zijn in bijlage II bij deze verordening aangewezen en geometrisch begrensd. Door het opnemen van de geometrische informatieobjecten (GIO’s) in de bijlage, worden de GIO’s met daarin de werkingsgebieden een integraal onderdeel van de verordening.
In dit artikel gaat het om de beperkingengebieden waarvoor het hoogheemraadschap het waterbeheer en het wegbeheer voert. Beperkingengebieden zijn in de Omgevingswet gedefinieerd als “bij of krachtens de wet aangewezen gebieden waar vanwege de aanwezigheid van een werk of object regels gelden over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor dat werk of object”. Ieder gebied waar een regel geldt ter bescherming van een oppervlaktewaterlichaam, waterkering of bergingsgebied is dus onderdeel van het beperkingengebied met betrekking tot dat waterstaatswerk.
Er zijn verschillende zones waarvoor de bepalingen uit de waterschapsverordening gelden. Zo staan vermeld beperkingengebiedde beperkingengebieden voor oppervlaktewaterlichaam, beperkingengebiedkernzone van de waterkering en beperkingengebied weg. Andere voorbeelden zijn beperkingengebied primaire waterkeringvoor bergingsgebieden, natuurvriendelijke oevers en beschermingszone A bij een primaire waterkeringrietoevers.
Het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam omvat zowel het water, de oevers en bijbehorende kunstwerken.
Het beperkingengebied kernzone van de waterkering, omvat het waterstaatswerk waterkering. De bijbehorende beschermingszones A en B zijn aparte beperkingengebieden en worden apart benoemd indien van toepassing.
Waterkeringen zijn bedoeld om water tegen te houden. Voorbeelden van waterkeringen zijn dijken, dammen, duinen, kunstwerken en hoge gronden. Er zijn drie typen waterkeringen.: Primaire waterkeringen bieden beveiliging tegen overstroming (bijv. de zee en het IJsselmeer), regionale waterkeringen zijn belangrijk voor een specifiek gebied en alle andere zijn overige waterkeringen.
Binnen ons gebied zijn er verschillende locaties die aangeduid zijn als hoge gronden. Dit zijn gebieden waar het maaiveld hoger ligt dan het maalstoppeil, en waar vanwege de aanwezigheid van zeer brede en hoge dijken, een dijkdoorbraak praktisch onmogelijk is. Een treffend voorbeeld hiervan is de stad Alkmaar, waar grote delen van de binnenstad zich 30 tot 40 centimeter boven het maalstoppeil bevinden. Hierdoor is de kans op overstroming in deze gebieden nihil, aangezien het water, met uitzondering van incidentele windopstuwing, niet hoger kan komen dan het maalstoppeil. Gezien het minimale overstromingsrisico in deze hoge gronden, is besloten om bepaalde regels uit de waterschapsverordening voor deze gebieden te versoepelen of niet van toepassing te verklaren. Deze beslissing draagt bij aan een efficiënter beheer van het gebied en voorkomt onnodige regeldruk, terwijl de waterveiligheid gewaarborgd blijven.
In de legger is vastgelegd aan welke eisen de waterstaatswerken moeten voldoen wat betreft ligging, vorm, afmeting en constructie.
RRRRRRRRRRRRR
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel wijst de overige gebieden aan waarvoor de bepalingen uit de waterschapsverordening gelden. Het gaat om de volgende overige gebieden:
SSSSSSSSSSSSS
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het eerste lid van dit artikel bevat de algemene gronden waarop een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit op grond van deze verordening wordt verleend. Een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit wordt alleen verleend als, kort gezegd, de aangevraagde activiteit in overeenstemming is met de doelen van het waterbeheer. Als de aangevraagde activiteit niet met deze doelen verenigbaar is, dan wordt de aanvraag voor een dergelijke omgevingsvergunning geweigerd. Deze beoordelingsregel sluit aan op de beoordelingsregel die het Rijk hanteert voor aanvragen voor omgevingsvergunningen voor wateractiviteiten als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet (zie artikel 8.84, eerste lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving).
Het tweede en derde lid van dit artikel bevatten de beoordelingsregels die volgens de instructieregel van artikel 6.2 van het Besluit kwaliteit leefomgeving in de waterschapsverordening moeten worden opgenomen. Inhoudelijk zijn deze leden een voortzetting van de regel die voorheen in artikel 6.1a van het Waterbesluit was opgenomen, maar dan beter toegesneden op de eisen die de Kaderrichtlijn Water stelt.
In aanvulling op deze algemene beoordelingsregels, zijn specifieke beoordelingsregels voor lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam, lozingsactiviteiten op een zuiveringtechnisch werk, wateronttrekkingsactiviteiten en beperkingengebiedactiviteiten die betrekking hebben op een waterstaatswerk opgenomen in de hoofdstukken 2 tot en met 4.
TTTTTTTTTTTTT
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Artikel 19.0 van de Omgevingswet biedt de mogelijkheid om bij waterschapsverordening een onderwerp aan te wijzen als een ‘bijzondere omstandigheid in de fysieke leefomgeving’. Door dit te doen kan het dagelijks bestuur met een besluit afwijken van de regels uit de verordening, op het moment dat de bijzondere omstandigheid zich voordoet.
Als zich een omstandigheid zoals genoemd in dit artikel voordoet, kan het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap bestuur dus beslissen om bijvoorbeeld uitzonderingen op de vergunningplicht geheel of gedeeltelijk op te schorten.
UUUUUUUUUUUUU
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een ongewoon voorval is een gebeurtenis, ongeacht de oorzaak daarvan, die afwijkt van het normale verloop van een activiteit, zoals een storing, ongeluk, calamiteit, waardoor significante nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving ontstaan of dreigen te ontstaan, waaronder: a. een geval van een inbreuk op vergunningsvoorwaarden als bedoeld in artikel 8 van de richtlijn industriële emissies, of b. een zwaar ongeval als bedoeld in artikel 3, onderdeel 13, van de Seveso-richtlijn.
Dit artikel bepaalt dat het hoogheemraadschap onverwijld over een ongewoon voorval moet worden geïnformeerd. Om de gepaste mate van spoed uit te drukken, is gekozen voor het begrip onverwijld. Dit houdt in dat zodra vastgesteld is dat er sprake is van een ongewoon voorval het hoogheemraadschap direct moet worden geïnformeerd; vertraging is gezien de gevolgen voor de waterkwaliteit, waterkwantiteit, veiligheid van de waterkering of wegen niet wenselijk.
Het tweede lid bepaalt dat de informatieplicht niet geldt bij lozingsactiviteiten afkomstig van milieubelastende activiteiten die zijn aangewezen in hoofdstuk 3 van het Bal en afkomstig van wonenparticuliere huishoudens. Het Bal bevat zelf al een informatieplicht voor ongewone voorvallen. Ongewone voorvallen bij de activiteit wonen of particuliere huishoudens komen zelden voor, en ook op grond van het oude recht gold daarvoor geen informatieplicht. Tot particuliere huishoudens worden niet gerekend zorginstellingen, de huisvesting van seizoensarbeiders en groepsaccomodaties.
VVVVVVVVVVVVV
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Elke paragraaf, afdeling of hoofdstuk van deze verordening begint met een artikel dat het toepassingsbereik bevat. Dat artikel geeft aan over welke activiteiten de paragraaf gaat met bijbehorend werkingsgebied. Het toepassingsbereik van de paragraaf is veelal ruim, zoals het beperkingengebied met betrekking tot een waterstaatswerk. De inhoudelijke regels over die activiteiten in de betreffende paragraaf hebben vaak een beperkter werkingsgebied (zoals de kernzone of de kernzone plus beschermingszone). Door het artikel over het toepassingsbereik het ruimste werkingsgebied te geven, is voor alle activiteiten in dat gebied in ieder geval de specifieke zorgplicht van de afdeling of paragraaf van toepassing is. De specifieke zorgplicht fungeert daarmee als vangnet voor activiteiten die niet aan andere inhoudelijke algemene regels of een vergunningplicht zijn gebonden. Zo heeft het hoogheemraadschap altijd een grond om een initiatiefnemer of de rechtsopvolger aan te spreken als diegene een activiteit uitvoert die potentiële schade voor een waterstaatswerk kan opleveren.
Dit artikel bepaalt dat deze afdeling van toepassing is op het uitvoeren van activiteiten met gevolgen voor oppervlaktewaterlichamen, bergingsgebieden of waterkeringenkernzones en beschermingszones van de daarbij behorende kunstwerkenwaterkeringen.
WWWWWWWWWWWWW
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft aan met welke oogmerken de activiteiten rekening moeten houden De oogmerken zijn de doelstellingen die het hoogheemraadschap stelt voor de verschillende onderdelen van het watersysteem. Deze doelstellingen luiden:
het beschermen van het functioneren van het watersysteem. Daarbij gaat het om een ontwaterende functie, de aan- en afvoer en de bergende functie;
Het beschermen de kwaliteit van het water. Die kwaliteit bestaat uit twee onderdelen: de ecologische en chemische toestand. Activiteiten mogen aantoonbaar de kwaliteit niet verslechteren;
Het instandhouden van de waterpeilen. Het hoogheemraadschap stelt peilbesluiten vast voor het instellen van peilenwaterpeilen. Activiteiten mogen deze peilen niet beïnvloeden;
Het beperken van de risico's op wateroverlast. De neerslag wordt door de klimaatverandering extremer. Het hoogheemraadschap past daarvoor het watersysteem aan, zodanig dat het risico op wateroverlast niet toeneemt. Activiteiten moeten daar ook aan voldoen. Het hoogheemraadschap neemt daarvoor de landelijk afgesproken neerslagsituatie als leidraad. Een neerslagsituatie van 70 mm/daguur die thans 1 keer per 100 jaar voorkomt mag niet tot inundatie van het watersysteem leiden en tot schade aan gebouwen, infrastructuur en voorzieningen leiden;
Het beperken van waterschaarste en het vasthouden of bergen van neerslag voor nuttig gebruik. Neerslag kan ook langdurig achterwege blijven. Voorbeelden zijn het jaar 2018 met een maandenlange droge periode. Het hoogheemraadschap werkt met een programma aan het beperken van waterschaarste in deze droge perioden. Het kan neerslag daarvoor vasthouden met tijdelijk hogere waterstanden tot gevolg of het kan neerslag bergen om in de droge perioden te gebruiken voor aanvoerwater. Activiteiten mogen de maatregelen voor waterschaarste en het vasthouden of bergen van neerslag niet belemmeren;
Het waarborgen van de inspectie, het beheer en onderhoud en de toetsing van de functie van het watersysteem; Om de aan- en afvoer van water te borgen is het belangrijk dat het watersysteem ook goed bereikbaar is voor machinaal onderhoud. Dit onderhoud kan varend met de maaiboot plaats vinden of middels rijdend materieel vanaf de oever. Bij onderhoud vanaf de kant is het van belang dat er een obstakelvrije onderhoudszone op de oever langs de waterloop aanwezig is van minimaal 5 meter.
Het waarborgen van de doorvaarbaarheid van vaarwegen. In opdracht van de provincie Noord-Holland onderhoudt het hoogheemraadschap ca 100 km vaarwegen. Deze vaarwegen moeten voldoen aan internationale of nationale afmetingen. Activiteiten mogen deze afmetingen niet verkleinen.
XXXXXXXXXXXXX
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De specifieke zorgplicht van dit artikel geldt naast de meer uitgewerkte artikelen in deze afdeling. De specifieke zorgplicht treedt dus (anders dan de algemene zorgplicht van de Omgevingswet) niet terug als er meer uitgewerkte regels zijn gesteld. De specifieke zorgplicht geldt ook voor activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning op grond van deze afdeling is vereist. Dit sluit aan op de keuze die het Rijk heeft gemaakt over de werking van de specifieke zorgplichten van het Bal. De specifieke zorgplicht fungeert zoals een basisnorm voor alle activiteiten die onder de reikwijdte van deze afdeling vallen. De algemene regels van de afdeling en de voorschriften die aan een omgevingsvergunning worden verbonden, zijn een nadere uitwerking van de specifieke zorgplicht voor een concrete activiteit. Die algemene regels en vergunningvoorschriften moeten steeds passen binnen de oogmerken van artikel 2.2. Deze brede werking van de specifieke zorgplicht maakt het mogelijk om maatregelen, die voor zich spreken en die ieder redelijk denkend mens zal nemen, niet uit te schrijven in de algemene regels van dit hoofdstuk en in vergunningvoorschriften. De specifieke zorgplicht waarborgt dat zulke vanzelfsprekende maatregelen worden genomen.
Deze specifieke zorgplicht is de opvolger van de zorgplichten die in artikel 2.1 van het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer, artikel 2.1 van het voormalige Besluit lozen buiten inrichtingen en artikel 4 van het voormalige Besluit lozing afvalwater huishoudens waren opgenomen.
Tegen een overtreding van de specifieke zorgplicht kan handhavend worden opgetreden. Handhavend optreden ligt voor de hand bij evidente overtredingen van de specifieke zorgplicht. Daarvan is sprake in situaties waarin het handelen of nalaten van degene die de activiteit uitvoert onmiskenbaar in strijd is met de specifieke zorgplicht. Er kunnen ook situaties aan de orde zijn waarin niet direct duidelijk is of van onmiskenbare strijd sprake is. Het hoogheemraadschap zal dan een keuze moeten maken tussen een handhavingstraject of het eerst verduidelijken wat de specifieke zorgplicht inhoudt. Die verduidelijking kan in de vorm van het stellen van een maatwerkvoorschrift maar dat hoeft niet. Ook wanneer het hoogheemraadschap degene die de activiteit uitvoert mondeling of schriftelijk informeert over wat er in een concreet geval onder de specifieke zorgplicht moet worden verstaan, is het voor diegene na ontvangst van die informatie duidelijk wat er verwacht wordt. Als daar geen gevolg aan wordt gegeven, is er sprake van onmiskenbare strijd met de specifieke zorgplicht. Een uitgebreidere uiteenzetting van de mogelijkheden om handhavend op te treden tegen overtredingen van de specifieke zorgplicht is opgenomen in de nota van toelichting bij het Bal (Stb. 2018, 293, p. 526–527).
Artikel 2.3 bevat een specifieke zorgplicht ten aanzien van het watersysteem. Deze zorgplicht geldt voor een ieder, en een ieder kan op een schending van deze zorgplicht worden aangesproken. Het artikel bestaat uit twee delen. Het eerste deel, bestaande uit het tweede lid, verplicht degene die de activiteit uitvoert om zorg te dragen voor bepaalde milieubelangen. In het tweede deel (tweede en derde lid) wordt de open norm van lid 1 nader geconcretiseerd. Dit geeft een handvat aan degene die de activiteit uitvoert om de vereiste zorg in te vullen.
Onderdeel g , h, i en j van het tweede lid is gebaseerd op de kaderrichtlijn water. Met de stroomgebiedbeheerplannen gaat het om de plannen als bedoeld in artikel 13 van de kaderrichtlijn water. De stroomgebiedbeheerplannen en de bijbehorende factsheets geven een overzicht van de toestand, problemen, doelen en maatregelen voor het verbeteren van de waterkwaliteit voor het betreffende stroomgebied.
Onderdeel g is de basisregel van de kaderrichtlijn water dat activiteiten in en langs het water niet tot een achteruitgang van de chemische en ecologische toestand van dat betreffende water en/of ontvangende water mogen leiden. Onderdeel h verplicht activiteiten met een toets aan te tonen dat die chemische en ecologische toestand inderdaad niet achteruit gaat. Onderdeel i gaat in op het beschermen van de bestaande lichtinval in en op het water en gaat tevens in op de condities voor plantengroei in en langs het water zodanig dat de ecologische doelen van dat water niet in gevaar komen. Onderdeel j gaat over de verspreiding van flora en fauna in het watersysteem. Planten en dieren in het water bewegen zich in en door het water. De verspreiding van planten gaat langzaam, vissen verspreiden zich veel sneller. Het hoogheemraadschap maakt de verspreiding van flora en fauna mogelijk met onder andere vispassages. Activiteiten mogen deze verspreiding niet belemmeren.
Onderdeel k van het tweede lid ziet voorts op de bescherming van peilgebieden. Het hoogheemraadschap heeft voor de verschillende peilgebieden peilbesluiten vastgesteld. Hierin zijn waterstanden (ook wel aangeduid als waterpeilen) of bandbreedten waarbinnen waterstanden kunnen variëren vastgelegd, die gedurende daarbij aangegeven perioden of omstandigheden zoveel mogelijk in stand worden gehouden. Peilgebieden zijn onderling verbonden met elkaar door peil regulerende kunstwerken zoals stuwen of gemalen. Door beheer en bediening van deze peil regulerende kunstwerken wordt gezorgd dat waterpeilen gehandhaafd worden en in neerslagsituaties peilgebieden gedoseerd en gecontroleerd hun water afvoeren naar benedenstrooms gelegen peilgebieden. Daarmee wordt gezorgd dat bij natuurlijke peilfluctuatiepeilfluctuaties in neerslagomstandigheden benedenstrooms gelegen peilgebieden niet onevenredig belast worden met afvoer vanuit bovenstrooms gelegen peilgebieden.
Hevige en/of langdurige neerslag omstandigheden kunnen kortstondig grotere peilstijgingen tot gevolg hebben. Een ieder dient er van bewust te zijn dat dergelijke peilstijgingen tot overlast en/of schade kunnen leiden aan eigendommen, en draagt daarin een eigen verantwoordelijkheid voor het eventueel treffen van maatregelen ter beperking hiervan.
De scheiding tussen peilgebieden loopt echter voor het grootste deel over landerijen en percelen grond. Het is van belang dat ook die landerijen hoog genoeg zijn om ook bij natuurlijke peilfluctuaties een scheiding te blijven vormen tussen de verschillende peilgebieden, waardoor in neerslagsituaties het af te voeren regenwater via de peil regulerende kunstwerken blijft stromen en niet ongecontroleerd op andere plekken over peilgebiedsgrenzen stroomt. Activiteiten op of gebruik van percelen of landerijen waarover een scheiding tussen peilgebieden loopt dienen zodanig te worden uitgevoerd dat de scheiding tussen verschillende peilgebieden bij natuurlijke peilfluctuatie voldoende gewaarborgd blijft.
Het vierde lid van dit artikel bevat de verplichting voor initiatiefnemer de direct belanghebbenden en de grondeigenaar op voorhand bij de voorgenomen activiteit te informeren en te betrekken. Deze geldt ook voor activiteiten die onder algemene regels vallen. Dit betekent dat burgers of bedrijven ook het hoogheemraadschap als grondeigenaar moeten betrekken. Participatie door initiatiefnemers bij de aanvraag van omgevingsvergunningen is al geregeld in artikel 7.4 Omgevingsregeling.
YYYYYYYYYYYYY
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In dit artikel zijn de indieningsvereisten overgenomen die voorheen in het voormalige artikel 6.24 van de Waterregeling stondenopgenomen. Gelet op het belang van waterkeringen heeft het hoogheemraadschap in het algemeen specifiek beleid vastgesteld over activiteiten bij waterkeringen. Als een initiatiefnemer vermoedt dat voor zijn activiteit geen stabiliteitsberekening nodig is, kan hij daarover contact opnemen met het hoogheemraadschap.
Toelichting op sub e en f:
Via de kaart van www.bodemloket.nl kan inzicht worden verkregen of zich in de oever grondverontreinigingen bevinden. De kaart geeft ook weer of er reeds saneringsactviteiten zijn uitgevoerd. Na uitvoering van een sanering kan een restverontreiniging in de oever achter gebleven zijn. Het is voor een initiatiefnemer dus zaak om bij een aantekening op de kaart nader te bepalen wat de verontreinigingsituatie is.
ZZZZZZZZZZZZZ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In goede staat houden van het water draagt bij aan een goed waterbeheer. Het hoogheemraadschap heeft richtlijnen opgesteld voor de wijze waarop onderhoud wordt uitgevoerd aan oppervlaktewater met kraan en met een maaiboot. Het moet mogelijk blijven aan deze richtlijnen te voldoen.
Het hoogheemraadschap heeft uitgangspunten en eisen opgesteld voor de wijze waarop onderhoud wordt uitgevoerd aan oppervlaktewater vanaf de droge oever of vanaf het water. Het moet mogelijk blijven het onderhoud te kunnen uitvoeren.
AAAAAAAAAAAAAA
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en de algemene regel inzake onderhoud van artikel 2.7. De keuze om maatwerkvoorschriften mogelijk te maken sluit aan bij de keuze die het Rijk heeft gemaakt in het Besluit activiteiten leefomgeving.
De bevoegdheid tot het stellen van maatwerkvoorschriften is de opvolger van onder meer de maatwerkbevoegdheden ter uitwerking van de zorgplichten van artikel 2.1 van het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer, artikel 2.1 van het voormalige Besluit lozen buiten inrichtingen en artikel 4 van het voormalige Besluit lozing afvalwater huishoudens, en de specifieke maatwerkbevoegdheden die in diverse artikelen van die besluiten waren opgenomen. Met het verruimen van de bevoegdheid om maatwerkvoorschriften te stellen, wordt overigens niet beoogd dat het hoogheemraadschap vaker dan voor inwerkingtreding van de Omgevingswet gebruik zal maken van die bevoegdheid. Maatwerk blijft een uitzondering; de algemene regels in dit hoofdstuk voldoen in de meeste gevallen. Maar als lokale omstandigheden of een bijzondere bedrijfsvoering maatwerk nodig maken, dan kan daarin wel worden voorzien.
Het derde lid van dit artikel bepaalt dat een maatwerkvoorschrift niet kan worden gesteld, als over dat onderwerp een voorschrift aan een omgevingsvergunning als bedoeld in afdeling 2.1 kan worden verbonden. Hiervoor is gekozen om voorschriften voor een activiteit zo veel mogelijk samen te brengen in één document.
BBBBBBBBBBBBBB
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van bouwwerken in het beperkingengebiedde gebieden oppervlaktewaterlichaam, kernzone van de waterkering en het beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszonesbeschermingszone A van de waterkering. Van de werking van deze regels worden uitgezonderd verschillende bijzondere bouwwerken vermeld in dertien paragrafen van hoofdstuk 2. Hiervoor zijn aparte regels opgenomen in deze verordening.
CCCCCCCCCCCCCC
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bouwwerken in of nabij vaarwegen kunnen de doorvaart belemmeren of het doorvaartprofiel aantasten. Bij het realiseren van bouwwerken moet daarom rekening worden gehouden met de vrije doorgang. Dit betekent dat breedte, diepte en doorvaarthoogte behouden blijven en dat constructies geen obstakels vormen voor vaarverkeer of de waterstroming. Het hoogheemraadschap beoordeelt of het bouwwerk een belemmering vormt voor de doorvaart en kan voorschriften opleggen om dit te waarborgen.
Bouwwerken op en nabij een waterkering kunnen een negatieve invloed hebben op de stabiliteit van de waterkering. Door belasting van eigen gewicht, kiervorming langs fundering, winddruk, erosie rondom het bouwwerk door stromingsconcentratie kunnen belastingen optreden die verschillende faalmechanismen beïnvloeden. Elke situatie is anders. Het hoogheemraadschap wil daarom in een groot aantal gevallen beoordelen of de activiteit gerealiseerd kan worden en onder welke vergunningvoorschriften.
Alle bouwwerken in primaire en regionale waterkeringen zijn vergunningplichtig. Daarnaast zijn in overige waterkeringen of beschermingszone A bij alle waterkeringen ook bouwwerken die een woon- of verblijfsfunctie hebben, een fundering hebben die dieper is dan 30 cm of die niet eenvoudig te verplaatsen of weg te halen zijn, altijd vergunningplichtig. Bouwwerken in beschermingszone A bij een primaire of regionale kering zijn ook vergunningplichtig als ze niet voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld in het tweede lid, maar wel groter zijn dan 10 m2. Bouwwerken op overige keringen of beschermingszone A bij een overige kering, of bouwwerken die kleiner zijn dan 10 m2 in beschermingszone A bij een primaire of regionale kering, zijn niet vergunningplichtig en vallen onder de algemene regels van artikel 2.12.
Alle bouwwerken in de kernzone van de primaire en regionale waterkering zijn vergunningplichtig.
Daarnaast zijn in de kernzone van de overige waterkering of beschermingszone A van alle waterkeringen ook bouwwerken die een woon- of verblijfsfunctie hebben, een fundering hebben die dieper is dan 30 cm of die niet eenvoudig te verplaatsen of weg te halen zijn, altijd vergunningplichtig.
Bouwwerken in beschermingszone A van de primaire of regionale kering zijn ook vergunningplichtig als ze niet voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld in het vijfde lid, maar wel groter zijn dan 10 m2.
Bouwwerken in de kernzone of beschermingszone A van de overige kering, of bouwwerken die kleiner zijn dan 10 m2 in beschermingszone A van de primaire of regionale kering, zijn niet vergunningplichtig en vallen onder de algemene regels van artikel 2.12.
Aangewezen rietoevers en natuurvriendelijke oevers spelen een belangrijke rol in de ecologie. Deze oevers worden daarom extra beschermd middels een vergunningplicht waarbij goed gekeken wordt of de natuurwaarde/functie van de oever niet verslechterd na het plaatsen een de bouwwerken.
Maalvaardige molens worden bij hevige regenval ingezet om het water snel af te kunnen voeren. Daarom is het belangrijk dat er binnen de molenbiotoop geen hoge bouwwerken geplaatst worden zodat de werking van de molen gegarandeerd kan worden.
DDDDDDDDDDDDDD
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het plaatsen of weghalen van een bouwwerk aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar het bouwwerk wordt geplaatst en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van het plaatsen van het bouwwerk aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve ligging van het bouwwerk en de objectgegevens.
EEEEEEEEEEEEEE
Sectie ' Bouwwerk in een oppervlaktewaterlichaam' wordt geplaatst na sectie ' Gegevens en documenten'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij aanleg van een bouwwerk in het water of de oever wordt water gedempt, waardoor de waterberging afneemt. Voor deze demping gelden de regels voor versmallen van bestaand water.
Bij aanleg van een bouwwerk in het water of de oever wordt water gedempt, waardoor de waterberging afneemt. Voor deze demping gelden de regels voor versmallen van bestaand water. Daarnaast kunnen in de zone naast het oppervlaktewater duikers waaronder inlaatduikers aanwezig zijn. Om te voorkomen dat er boven op deze kunstwerken wordt gebouwd wordt een vrije afstand van minimaal 5 meter aangehouden.
Voorkomen moet worden dat een bouwwerk schade kan veroorzaken aan een (inlaat) duiker, of dat het kunnen plegen van onderhoud aan een duiker bemoeilijkt wordt.
Onder bouwwerken vallen ook uitkragende constructies boven het oppervlaktewater welke geen steunpunt in het water hebben (zoals balkons). Onder deze overhangende constructies geldt bij waterlopen die varend worden onderhouden een vrije doorvaarthoogte van minimaal 1,10 meter en een doorvaartdiepte van minimaal 1,00 meter. De vrije doorvaartbreedte bedraagt (net als bij Artikel 2.56) minimaal zes meter (3 meter aan weerszijde uit de as van de waterloop).
FFFFFFFFFFFFFF
Sectie ' Beheer en onderhoud' wordt geplaatst na sectie ' Bouwwerk in een oppervlaktewaterlichaam'. Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
GGGGGGGGGGGGGG
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het gebied waar deze regel voor geldt is beschermingszone A van de primaire waterkering. Tussen 15 oktober en 15 maartapril valt het stormseizoengesloten seizoen. In deze periode komen over het algemeen de meeste stormen en hoogwater voor. De golven slaan bij een storm hard tegen de waterkering. Een goede grasbekleding is noodzakelijk voor de stabiliteit van de waterkering in het stormseizoengesloten seizoen hoog water. Activiteiten die mogelijk negatief effect kunnen hebben op de waterkering zijn gedurende de stormperiodehet gesloten seizoen niet toegestaan. De gebieden waar deze regel voor geldt zijn het beperkingengebied primaire waterkering en beschermingszone A bij een primaire waterkering.
HHHHHHHHHHHHHH
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in de artikelen 2.7 en 2.142.15 tot en met 2.16.
IIIIIIIIIIIIII
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van zogeheten seizoenstrandbouwwerken. Onder seizoenstandbouwwerk wordt verstaan een bouwwerk inclusief de daarbij behorende fundering en overige elementen die alleen tussen 15 maart en 15 oktober op het strand staan in beschermingszone A aan de zeezijde van een primaire zandige waterkering.
[Vervallen]
JJJJJJJJJJJJJJ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het plaatsen, behouden en weghalen van bruggen in het beperkingengebiedde gebieden oppervlaktewaterlichaam en het beperkingengebied, kernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
KKKKKKKKKKKKKK
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De strandbebouwing staat uitsluitend gedurende het zomerseizoen (15 maart tot 15 oktober) op het strand, buiten deze periode is de strandbebouwing inclusief alle bijbehorende werken en funderingspalen niet op het strand aanwezig en is niet toegestaan.
[Vervallen]
LLLLLLLLLLLLLL
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
MMMMMMMMMMMMMM
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het plaatsen van het seizoenstrandbouwwerken aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar het bouwwerk wordt geplaatst en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
[Vervallen]
NNNNNNNNNNNNNN
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het plaatsen of behouden van een brug in het beperkingengebied secundair en tertiair oppervlaktewater, met uitzondering van vaarwegen in beheer bij het hoogheemraadschap, buiten het beperkingengebied waterkering en beschermingszone A, gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
Voor het plaatsen, behouden of weghalen van een brug in het gebied secundair oppervlaktewater of tertiair oppervlaktewater gelden algemene regels, mits er geen vergunningplicht geldt op basis van artikel 2.26. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
OOOOOOOOOOOOOO
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De strandbebouwing wordt op basis van voorafgaande aanwijzing van de gebiedsbeheerders van het hoogheemraadschap en Rijkswaterstaat op het strand geplaatst. De strandbebouwing wordt voor de duinvoet geplaatst, met daarbij minimaal 10 meter droog strand aanwezig voor de calamiteitenstrook van Rijkswaterstaat. Indien hierbij blijkt dat er onvoldoende ruimte is op het stand voor seizoenbebouwing, kan bebouwing worden geweigerd.
[Vervallen]
PPPPPPPPPPPPPP
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het plaatsen of weghalen van de brug aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar de brug wordt geplaatst of weggehaald en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van het plaatsen van de brug aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve ligging van de brug en de objectgegevens.
QQQQQQQQQQQQQQ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het beheer en onderhoud van de werken wordt door of namens initiatiefnemer en de rechtsopvolger uitgevoerd.
[Vervallen]
RRRRRRRRRRRRRR
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een brug heeft tot doel om het water te kunnen oversteken. Met overspanning wordt bedoeld het deel van de brug wat ondersteunt wordt door palen of landhoofden. De overspanning hindert de aan- en afvoer van water niet als hij boven het water hangt.
Landhoofden zijn de constructie waar de brug op steunt. Door ze buiten het leggerprofielminimaal benodigde doorstroomprofiel, zoals vastgelegd in de Legger Wateren te plaatsen blijft de benodigde aan- en afvoer van water geborgd bij perioden met hevige neerslag. Bij aanleg van landhoofden in het water wordt water gedempt, waardoorDit minimaal benodigde doorstroomprofiel is te vinden via de waterberging afneemt. Voor deze demping geldenpagina Legger Wateren op de regels voor versmallenwebsite van bestaand waterhet hoogheemraadschap.
Om doorvaart van pleziervaart te garanderen is het nodig om de brug voldoende breed en hoog te maken. De minimale afmetingen voor bruggen in een recreatieve vaarroute staan in verordening van de provincie of de gemeente.
SSSSSSSSSSSSSS
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het bouwwerk inclusief fundering en overige elementen worden door of namens de initiatiefnemer of de rechtsopvolger volledig verwijderd voor 15 oktober van hetzelfde jaar als waarin het bouwwerk is geplaatst.
[Vervallen]
TTTTTTTTTTTTTT
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het minimaal benodigde doorstroomprofiel van het oppervlaktewaterlichaam, zoals vastgelegd in de Legger Wateren, moet in stand worden gehouden. Een potentieel risico bij het plaatsen van een brug is uitspoeling van het talud. Door uitspoeling, verzakking van talud of oever wordt het doorstroomprofiel verkleind. Daarom is een regel opgenomen die er voor zorgt dat het risico van uitspoeling of uitzakken van het talud tot een minimum beperkt blijft. Aan- en afvoer van water blijft gewaarborgd evenals bergingscapaciteit.
Bij aanleg van landhoofden in het water wordt water gedempt, waardoor de waterberging afneemt. Om vermindering van het waterbergend vermogen van het watersysteem te voorkomen dient dit verlies aan waterberging gecompenseerd te worden. Kleine dempingen voor landhoofden tot 35 m2 hoeven niet te worden gecompenseerd. Als in een project gelijktijdig of kort na elkaar meerdere bruggen of dammen aangelegd worden, wordt het oppervlak hiervan bij elkaar opgeteld ter bepaling van de benodigde compensatie ervan.
UUUUUUUUUUUUUU
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in artikelen 2.21 tot en met 2.23.
[Vervallen]
VVVVVVVVVVVVVV
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
WWWWWWWWWWWWWW
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in de artikelen 2.7, 2.292.22 en 2.302.23.
XXXXXXXXXXXXXX
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het plaatsen, behouden en weghalen van aquaducten in het beperkingengebiedde gebieden oppervlaktewaterlichaam en het beperkingengebied, kernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
YYYYYYYYYYYYYY
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het hoogheemraadschap wil elke aanleg van een aquaduct beoordelen op de te stellen voorwaarden en mogelijke aantasting van de betrokken belangen. Elke situatie is anders. Als een aquaduct geheel of gedeeltelijk in het oppervlaktewaterlichaam wordt geplaatst kan dit effect hebben op de wateraanvoer of -afvoer en op de bergende functie van het water. Daarom worden eisen gesteld aan de afmeting van het kunstwerk moet het verlies aan waterberging gecompenseerd worden. Daarnaast kan het gewicht van het kunstwerk de stabiliteit van de oever beïnvloeden. Het plaatsen van een brug of een aquaduct kan leiden tot instabiliteit van de waterkering.
Het is van belang dat een aquaduct het doelmatig onderhoud aan het oppervlaktewaterlichaam en de oevers niet belemmert. Wanneer deze kunstwerken te dicht bij elkaar liggen kan het doelmatig onderhoud met behulp van machines onmogelijk worden. Bij doorvaart en varend onderhoud zijn er eisen aan de hoogte van het kunstwerk ten opzichte van de waterlijn.
ZZZZZZZZZZZZZZ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het plaatsen, behouden en weghalen van duikers in het beperkingengebiedde gebieden oppervlaktewaterlichaam en het beperkingengebied, kernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
AAAAAAAAAAAAAAA
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het plaatsen van duikers in een vaarweg, een beperkingengebied primair oppervlaktewater of in beperkingengebied, kernzone van de waterkering enof beschermingszone A bij eenvan de waterkering is een voorafgaande beoordeling nodig van het hoogheemraadschap. Dit geldt ook voor het plaatsen, behouden of weghalen van een hevel of sifon in het beperkingengebiedgebied oppervlaktewaterlichaam of het beperkingengebied, kernzone van de waterkering enof beschermingszone A bij eenvan de waterkering. Sifons worden geplaatst als een gebied met eenzelfde peilwaterpeil wordt doorsneden door een watergang met een ander, afwijkend peilwaterpeil. Ook worden dit soort constructies gemaakt om het water van de ene waterloop in het gebied vast te houden, bijvoorbeeld als het water van een beek van een betere samenstelling is dan het water van een kanaal.
Een hevel is een geheel met water gevulde slang waarvan het ene einde lager gehouden wordt dan de andere, waardoor water van hoge zijde naar de lage zijde stroomt. Hevels worden gebruikt om water vanuit een hoger gelegen waterpeil, over of door een waterkerende constructie, naar een lager gelegen waterpeil te voeren.
Het hoogheemraadschap wil elk geval beoordelen, gelet op de functie en het gebruik van de watergang en de waterkering, dit is per locatie anders. Daarom zijn deze activiteiten aangewezen als vergunningplichtig. Duikers kunnen het bestaande en toekomstige vaarverkeer stremmen. Als een duiker in het oppervlaktewaterlichaam wordt geplaatst kan dit effect hebben op de doorstroming en de bergende functie van het water. De doorstroming van het primaire stelsel van wateren is van dusdanig belang dat het hoogheemraadschap de maatwerkberekening zelf wil uitvoeren. Het plaatsen van een duiker kan leiden tot instabiliteit van de waterkering.
BBBBBBBBBBBBBBB
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het goed beheren van het waterpeil is zeer belangrijk, bij verkeerd beheer kan schade optreden. Daarnaast is het van belang dat de duiker doelmatig onderhoud aan het oppervlaktewaterlichaam en de oevers niet belemmert. Wanneer duikers te dicht bij elkaar liggen kan het doelmatig onderhoud met behulp van machines onmogelijk worden. Bij doorvaart en varend onderhoud zijn er eisen aan de hoogte van de duiker ten opzichte van de waterlijn.
Aan het plaatsen, behouden en weghalen van duikers zijn algemene regels verbonden, als het plaatsen, behouden of weghalen niet valt onder de vergunningplichtige gevallen zoals vermeld in artikel 2.36.
CCCCCCCCCCCCCCC
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het plaatsen of weghalen van de duiker aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar de duiker wordt geplaatst of weggehaald en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar de duiker wordt geplaatst of weggehaald en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van het plaatsen van de duiker aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve ligging van de duiker en de objectgegevens.
DDDDDDDDDDDDDDD
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het plaatsen van een dam is het belangrijk dat de waterverbinding aan weerzijden van de dam in stand blijft. Een duiker zorgt voorervoor dat de benodigde de aan- en afvoer van water niet gestremd of belemmerd wordt. De benodigde afmetingen van de duiker hangen af van hoeveel water er doorheen moet kunnen stromen in perioden met hevige neerslag of de wijze van onderhoud van de waterloop. Lange duikers vormen een risico voor de waterafvoer door een grote kans op verstopping en zijn lastiger te onderhouden. Bovendien ontstaatkan in lange duikers doodzuurstofloos water door gebrek aan zuurstofontstaan. Daarom vallen alleen duikers tot een lengte van 15 meter onder de informatieplicht.
EEEEEEEEEEEEEEE
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Waterpeilen zijn afgestemd op onder meer de hoogte en het grondgebruik van gebieden. Als gebieden met verschillende waterpeilen op een onjuiste manier met elkaar verbonden worden stroomtkan water wegstromen uit het gebied met het hoogste waterpeil weg, waardoor het waterpeil daar zakt,. Dit heeft met mogelijkemogelijk nadelige gevolgen voor bijvoorbeeld funderingen van gebouwen of oevers. In het gebied met het laagste waterpeil waar het water dan heen stroomt kan het waterpeil dan stijgen, oevers, etcwat wateroverlast tot gevolg kan hebben.
FFFFFFFFFFFFFFF
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
GGGGGGGGGGGGGGG
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
HHHHHHHHHHHHHHH
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in de artikelen 2.7 en 2.392.32 tot en met 2.412.34.
IIIIIIIIIIIIIII
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het plaatsen, behouden en weghalen van toegangsdammen in het beperkingengebiedde gebieden oppervlaktewaterlichaam en het beperkingengebied, kernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
JJJJJJJJJJJJJJJ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het plaatsen van een toegangsdam wordt gezien als twee gecombineerde activiteiten: het dempen van een oppervlaktewaterlichaam en, indien dit voor de doorstroming van water noodzakelijk is, gaat het ook om het plaatsen van een duiker. Voor het plaatsen van een toegangsdam in het beperkingengebied waterkering engebied kernzone van de waterkering, beschermingszone A bij eenvan waterkering of het beperkingengebied vaarwegenvaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap is een voorafgaande beoordeling nodig van het hoogheemraadschap. Het hoogheemraadschap wil elk geval beoordelen gelet op de functie en gebruik van de watergang en de waterkering, dit is per locatie anders. Het plaatsen van een toegangsdam kan leiden tot instabiliteit van de waterkering.
KKKKKKKKKKKKKKK
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het plaatsen, behouden en weghalen van een toegangsdam in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaamgelden algemene regels, met uitzondering van vaarwegen in beheer bij het hoogheemraadschap, primair oppervlaktewater en het beperkingengebied waterkering en beschermingszone A bij een waterkering, gelden algemene regelstenzij de situatie valt onder de vergunningplichtige gevallen zoals genoemd in artikel 2.45. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
LLLLLLLLLLLLLLL
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het plaatsen van de toegangsdam aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar de toegangsdam wordt geplaatst of weggehaald en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van het plaatsen van de toegangsdam aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve ligging van de toegangsdam en de objectgegevens.
MMMMMMMMMMMMMMM
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het plaatsen van een dam is het belangrijk dat de waterverbinding aan weerzijden van de dam in stand blijft. Een duiker zorgt voor de benodigde de aan- en afvoer van water. De voorschriften voor de duiker staan onder de regels voor een oppervlaktewater verbindend kunstwerk.
De toegangsdam met duiker moeten worden onderhouden om te voorkomen dat de aan- en afvoer wordt gestremd of belemmerd. Denk hierbij aan het verzakken van de duiker, of het dichtslibben van de duiker of de groei van (water)planten voor de in- en uitstroom van de duiker.
NNNNNNNNNNNNNNN
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In perioden met hevige neerslag kan niet al het water direct worden afgevoerd. In het wateroppervlaktewater is ruimte om water tijdelijk te bergen door het waterpeil te laten stijgen tot het water kan worden afgevoerd. Om te voorkomen dat door het dempen van water voor de aanleg van de dam de capaciteit voor waterberging vermindert, is compensatie vereist. Kleine dempingen tot 35 m2m2 hoeven niet te worden gecompenseerd. Als in een project gelijktijdig of kort na elkaar meerdere dammen of bruggen aangelegd worden, wordt het oppervlak hiervan bij elkaar opgeteld ter bepaling van de benodigde compensatie ervan.
OOOOOOOOOOOOOOO
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
PPPPPPPPPPPPPPP
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in artikelen 2.7, 2.482.41 en 2.492.42.
QQQQQQQQQQQQQQQ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het plaatsen en behouden van steigers, vlonders, boothuizen, zonnepanelen op water, en andere drijvende en overhangende bouwwerken in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, het beperkingengebied vaarwegen in beheer bij het hoogheemraadschap en het beperkingengebied waterkering en beschermingszone A bij een waterkering. Een drijvende steiger valt onder de definitie steiger en niet onder de definitie drijvend bouwwerk.
Deze paragraaf gaat over het plaatsen en behouden van steigers, vlonders en aanmeervoorzieningen in de gebieden oppervlaktewaterlichaam, kernzone van de waterkering en beschermingszone A van de waterkering.
Een drijvende steigervalt onder de definitie steiger en niet onder de definitie drijvend bouwwerk.
Bij aanmeervoorzieningen kan bijvoorbeeld ook gedacht worden aan remmingswerken, bolders, meerpalen, dukdalven of andere vergelijkbare aanleginrichtingen.
RRRRRRRRRRRRRRR
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In het beperkingengebied natuurvriendelijke oevers mag er niet zonder vergunning een steiger, vlonder, boothuis, drijvend bouwwerk of overhangend bouwwerk worden geplaatst. Dit om de maatregelen te beschermen die in het kader van de KRW zijn aangelegd.
Ook voor het plaatsen van een overhangend bouwwerk of een drijvend bouwwerk in een vaarweg, in een beperkingengebied waterkering en beschermingszone A bij een waterkering of beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam is een voorafgaande beoordeling nodig van het hoogheemraadschap. Het hoogheemraadschap wil elk geval beoordelen. Het effect op de waterkwaliteit verschilt per waterlichaam en per project. De gevolgen zijn bovendien afhankelijk van de constructie en de mate van bedekking van het water. Ook bij vaarwegen is de aantasting en versmalling van de vaarweg is voor elke locatie anders. Steigers, vlonders, botenhuizen, zonnepanelen en andere drijvende of overhangende bouwwerken kunnen de waterkering of de (ecologische) waterkwaliteit schaden. Daarom moet de constructies een minimaal effect hebben op het lichtklimaat van het water, met andere woorden de ligging en afmetingen van de constructie zorgen ervoor dat deze zo min mogelijk lichtinval tegenhoudt. In en langs oevers die specifiek voor dit doel natuurvriendelijk zijn ingericht, worden geen werken en dus ook geen steigers toegestaan omdat deze werken de natuurontwikkeling schaadt. Onder een overhangend bouwwerk, zonder steunpunten in het oppervlaktewaterlichaam en met voldoende doorvaarthoogte boven de waterlijn is onderhoud mogelijk indien het water voldoende afmeting heeft voor een maaiboot. De invloed van een dergelijk overhangend bouwwerk op de waterhuishouding zal beperkt zijn.
In het gebied natuurvriendelijke oevers mag er niet zonder vergunning een steiger, vlonder of aanmeervoorziening worden geplaatst. Dit om de oevers te beschermen die zijn aangelegd ter bescherming, behoud en verbetering van de ecologische waterkwaliteit.
Ook voor het plaatsen van een steiger, vlonder of aanmeervoorziening in een vaarweg, in een kernzone of beschermingszone A van de waterkering of een oppervlaktewaterlichaam is een voorafgaande beoordeling nodig van het hoogheemraadschap. Het hoogheemraadschap wil elk geval beoordelen. Het effect op de waterkwaliteit verschilt per waterlichaam en per project. De gevolgen zijn bovendien afhankelijk van de constructie en de mate van bedekking van het water.
Het plaatsen van een steiger, vlonder of aanmeervoorziening kan ook mogelijk invloed hebben op de stabiliteit van de waterkering. Ook leidt het plaatsen van een steiger of aanmeervoorziening tot het versmallen van de vaarweg.
SSSSSSSSSSSSSSS
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het plaatsen, behouden of weghalen van een overhangend bouwwerk (drijvende) steiger, vlonder of aanmeervoorziening in het beperkingengebiedde gebieden hoge gronden en oppervlaktewaterlichaam, met uitzondering van vaarwegen, waterkeringen, rietoevers en natuurvriendelijke oevers, gelden algemene regels, mits er geen vergunningplicht geldt op basis van artikel 2.53. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
TTTTTTTTTTTTTTT
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het plaatsen of weghalen van het bouwwerk de steiger, vlonder of aanmeervoorziening aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar het bouwwerk wordt geplaatst en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit. Onder het bouwwerk wordt hier verstaan: steigers, vlonders, boothuizen, zonnepanelen op water, drijvende bouwwerken en andere overhangende bouwwerken. Een drijvende steiger valt onder de definitie steiger en niet onder de definitie drijvend bouwwerk.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van het plaatsen van de steiger, vlonder of aanmeervoorziening aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve ligging van de steiger, vlonder of aanmeervoorziening en de objectgegevens.
UUUUUUUUUUUUUUU
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Om de afvoer van water in gebieden ook in perioden van hevige neerslag te kunnen borgen is het belangrijk dat er geen obstakels zijn binnen een afstand van 50 meter van een gemaal, inlaat of stuw, waar zich vuil kan ophopen. Bovendien is het vanuit veiligheidsoogpunt vanwege de periodiek hoge stroomsnelheid risicovol om binnen deze afstand van een gemaal, inlaat of stuw te zwemmen of varen. Daarom zijn bouwwerken alleen op grotere afstand toegestaan.
De steiger, vlonder of aanmeervoorziening met eventueel daartegen of onder aanwezige beplanting, bagger, etc. kunnen leiden tot belemmering van de waterdoorvoer. Daarom dienen deze te worden aangebracht buiten het ter plaatse geldende profiel van de legger wateren.
Om geen belemmering te vormen voor de doorvaart dient minimaal 6 meter waterloop vrij te blijven van obstakels, ook als het ter plaatse geldende profiel van de legger wateren kleiner is.
VVVVVVVVVVVVVVV
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Om de afvoer van water in gebieden ook in perioden van hevige neerslag te kunnen borgen is het belangrijk dat er geen obstakels zijn binnen een afstand van 50 meter van een gemaal, inlaat of stuw, waar zich vuil kan ophopen. Bovendien is het vanuit veiligheidsoogpunt vanwege de periodiek hoge stroomsnelheid risicovol om binnen deze afstand van een gemaal, inlaat of stuw te zwemmen of varen. Daarom zijn bouwwerken alleen op grotere afstand toegestaan.
Om hinder van een bouwwerk voor de aan- en afvoer en het onderhoud van het water en waterkering zoveel mogelijk te voorkomen, is het belangrijk dat het bouwwerk goed wordt beheerd en onderhouden door de initiatiefnemer of de rechtsopvolger. De initiatiefnemer of rechtsopvolger is ook verantwoordelijk voor het onderhoud van het water of de grond binnen 1 meter rondom het bouwwerk. In het water kan zich daar meer slootvuil ophopen. Door de verantwoording voor het onderhoud van het water onder en rondom het bouwwerk bij te initiatiefnemer of rechtsopvolger te leggen, wordt bovendien de kans op aanbrengen van schade aan het bouwwerk door derden voorkomen.
WWWWWWWWWWWWWWW
Na sectie ' Onderhoud van het bouwwerk' wordt een sectie ingevoegd, luidende:
Het verwijderen van lange palen van steigers, vlonders of aanmeervoorzieningen uit de waterbodem kan tot gevolg hebben dat (grond-)waterscheidende lagen blijvend worden beschadigd. Door de paalgaten af te dichten met zwelklei wordt de waterscheidende eigenschappen hersteld en wordt voorkomen dat bijvoorbeeld het oppervlaktewater via de paalgaten wordt belast met opkwellend zout grondwater. Bij korte palen wordt het risico als klein ingeschat en kan met algemene regels worden volstaan.
Wanneer de te verwijderen steiger, vlonder of aanmeervoorziening zich binnen of langs het gebied natuurvriendelijke oever bevindt, worden de werkzaamheden vanaf het water uitgevoerd waarbij voorkomen wordt dat de vegetatie in de natuurvriendelijke oever wordt beschadigd.
XXXXXXXXXXXXXXX
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in artikelen 2.7, 2.562.49 tot en met 2.572.51.
YYYYYYYYYYYYYYY
Na sectie ' Maatwerkvoorschriften' worden acht secties ingevoegd, luidende:
Deze paragraaf gaat over het plaatsen, behouden en weghalen van boothuizen in de gebieden oppervlaktewaterlichaam en de kernzone en beschermingszone A van de waterkering.
Boothuizen zijn bouwwerken die de vaarweg versmallen. Ook hebben deze mogelijk een negatief effect op de stabiliteit van waterkeringen of de ecologie, als er sprake is van een natuurvriendelijke oever. Daarom geldt er een vergunningplicht voor het plaatsen van een boothuis in een vaarweg, in de kernzone en beschermingszone A van de waterkering en een natuurvriendelijke oever.
Voor het plaatsen, behouden en weghalen van een boothuis zijn algemene regels opgesteld waarmee de belangen van het hoogheemraadschap voldoende worden beschermd, tenzij er sprake is van een vergunningplicht zoals gesteld in artikel 2.54. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het plaatsen of weghalen van het boothuis aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar het boothuis wordt geplaatst en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van het plaatsen van het boothuis aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve ligging van het boothuis en de objectgegevens.
Om de afvoer van water in gebieden ook in perioden van hevige neerslag te kunnen borgen is het belangrijk dat er geen obstakels zijn binnen een afstand van 50 meter van een gemaal, inlaat of stuw, waar zich vuil kan ophopen. Bovendien is het vanuit veiligheidsoogpunt vanwege de periodiek hoge stroomsnelheid risicovol om binnen deze afstand van een gemaal, inlaat of stuw te varen. Daarom zijn boothuizen alleen op grotere afstand toegestaan.
Het boothuis met eventueel daartegen of onder aanwezige beplanting, bagger etc. kunnen leiden tot belemmering van de waterdoorvoer. Daarom dient dit te worden aangebracht buiten het ter plaatse geldende profiel van de legger wateren.
Om geen belemmering te vormen voor de doorvaart dient minimaal 6 meter waterloop vrij te blijven van obstakels, ook als het ter plaatse geldende profiel van de legger wateren kleiner is.
Rietoevers vervullen een belangrijke rol voor de ecologie waarde van het watersysteem. Het is daarom belangrijk dat deze behouden blijven. Boothuizen mogen daarom niet in een rietoever geplaatst worden, maar moeten langs het riet worden geplaatst. Via een losse loopplank kunnen deze dan worden bereikt zonder dat er schade wordt toegebracht aan het riet.
Om hinder van een bouwwerk voor de aan- en afvoer en het onderhoud van het water en waterkering zoveel mogelijk te voorkomen, is het belangrijk dat het bouwwerk goed wordt beheerd en onderhouden door de initiatiefnemer of de rechtsopvolger. De initiatiefnemer of rechtsopvolger is ook verantwoordelijk voor het onderhoud van het water of de grond binnen 1 meter rondom het bouwwerk. In het water kan zich daar meer slootvuil ophopen. Door de verantwoording voor het onderhoud van het water onder en rondom het bouwwerk bij te initiatiefnemer of rechtsopvolger te leggen, wordt bovendien de kans op aanbrengen van schade aan het bouwwerk door derden voorkomen.
Het verwijderen van lange palen van boothuizen uit de waterbodem kan tot gevolg hebben dat (grond-)waterscheidende lagen blijvend worden beschadigd. Door de paalgaten af te dichten met zwelklei wordt de waterscheidende eigenschappen hersteld en wordt voorkomen dat bijvoorbeeld het oppervlaktewater via de paalgaten wordt belast met opkwellend zout grondwater. Bij korte palen wordt het risico als klein ingeschat en kan met algemene regels worden volstaan.
Wanneer de te verwijderen boothuizen zich binnen of langs het gebied natuurvriendelijke oever bevindt, worden de werkzaamheden vanaf het water uitgevoerd waarbij voorkomen wordt dat de vegetatie in de natuurvriendelijke oever niet wordt beschadigd.
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in artikelen 2.7, 2.57, 2.58 en 2.59.
ZZZZZZZZZZZZZZZ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het plaatsen, behouden en weghalen van taludtrappen in het beperkingengebiedde gebieden kernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de primaire of regionale waterkering.
AAAAAAAAAAAAAAAA
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het plaatsen, behouden of weghalen van een taludtrap in het beperkingengebiedgebied kernzone of beschermingszone A van de regionale waterkering, met uitzondering van niet bij het Amstelmeer of Alkmaarder- en Uitgeestermeer, of inkernzone van de bijbehorende beschermingszone Aoverige waterkering, gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
BBBBBBBBBBBBBBBB
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het plaatsen van de taludtrap aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar de taludtrap wordt geplaatst en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van het plaatsen van de taludtrap aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve ligging van de taludtrap en de objectgegevens.
CCCCCCCCCCCCCCCC
Na sectie ' Maatwerkvoorschriften' worden acht secties ingevoegd, luidende:
Deze paragraaf gaat over het plaatsen, behouden en weghalen van drijvende bouwwerken in de gebieden oppervlaktewaterlichaam en kernzone en beschermingszone A van de waterkering zonder hoge gronden. Onder drijvende bouwwerken worden objecten bedoeld zoals pontons, terrassen en dergelijken. Drijvende steigers vallen onder paragraaf 2.1.7, woonboten vallen onder paragraaf 2.1.11.
Drijvende bouwwerken leiden tot een versmalling van de vaarweg. Indien de drijvende bouwwerken worden geplaatst voor een periode van langer dan één jaar, is er mogelijk sprake van significante, langdurige belemmering van het vaarverkeer en de doorstroming. Ook wordt door een drijvend bouwwerk die inspectie aan dijken belemmerd als deze hier langer dan één jaar ligt. Drijvende bouwwerken kunnen ook schade toebrengen aan natuurvriendelijke oevers, ongeacht de duur van de ligging. Daarom zijn de drijvende bouwwerken in deze situaties vergunningplichtig.
Voor het plaatsen, behouden of weghalen van een drijvend bouwwerk voor een periode van maximaal 12 maanden in de gebieden vaarweg, kernzone en beschermingszone A van de waterkering en oppervlaktewaterlichaam gelden algemene regels, mits er geen vergunningplicht geldt op basis van artikel 2.71. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het plaatsen of weghalen van een drijvend bouwwerk aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar het bouwwerk wordt geplaatst en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van het plaatsen van het drijvende bouwwerk aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve ligging van het drijvend bouwwerk en de objectgegevens.
Om de afvoer van water in gebieden ook in perioden van hevige neerslag te kunnen borgen is het belangrijk dat er geen obstakels zijn binnen een afstand van 50 meter van een gemaal, inlaat of stuw, waar zich vuil kan ophopen. Bovendien is het vanuit veiligheidsoogpunt vanwege de periodiek hoge stroomsnelheid risicovol om binnen deze afstand van een gemaal, inlaat of stuw te zwemmen of varen. Daarom zijn bouwwerken alleen op grotere afstand toegestaan.
Rietoevers vervullen een rol in de ecologie. Schade aan rietoevers moet worden voorkomen en daarom zijn er regels gesteld aan hoe de drijvende bouwwerken vanaf het land bereikt kunnen worden.
Drijvende bouwwerken belemmeren mogelijk de doorvaart, de doorstroming en het onderhoud aan de waterloop. Als er minimaal zes meter aan vrije ruimte overblijft in het midden van de waterlopen, blijft er voldoende ruimte over zonder significante belemmeringen of stremmingen.
Een drijvend bouwwerk belemmert het beheer van en onderhoud aan de waterloop rondom het bouwwerk. De initiatiefnemer of rechtsopvolger is daarom verantwoordelijk voor het onderhoud aan de waterloop rondom en onder het drijvende bouwwerk.
Het verwijderen van lange palen van drijvende bouwwerken uit de waterbodem kan tot gevolg hebben dat (grond-)waterscheidende lagen blijvend worden beschadigd. Door de paalgaten af te dichten met zwelklei wordt de waterscheidende eigenschappen hersteld en wordt voorkomen dat bijvoorbeeld het oppervlaktewater via de paalgaten wordt belast met opkwellend zout grondwater. Bij korte palen wordt het risico als klein ingeschat en kan met algemene regels worden volstaan.
Wanneer de te verwijderen drijvende bouwwerken zich binnen of langs het gebied natuurvriendelijke oever bevindt, worden de werkzaamheden vanaf het water uitgevoerd waarbij voorkomen wordt dat de vegetatie in de natuurvriendelijke oever wordt beschadigd.
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in artikelen 2.7, 2.74 tot en met 2.76.
DDDDDDDDDDDDDDDD
Sectie ' Toepassingsbereik' wordt geplaatst na sectie ' Maatwerkvoorschrift'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen, behouden en weghalen van woonboten in het beperkingengebiedde gebieden oppervlaktewaterlichaam en het beperkingengebied, kernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
EEEEEEEEEEEEEEEE
Sectie ' Aanwijzing vergunningplichtige gevallen' wordt geplaatst na sectie ' Toepassingsbereik'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het plaatsen, behouden of weghalen van een woonboot in een vaarweg, in/bij een waterkering de kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering (met uitzondering van hooggelegen gronden) of een oppervlaktewaterlichaam is een voorafgaande beoordeling nodig van het hoogheemraadschap.
Het effect op de waterkwaliteit verschilt per waterlichaam en per object. De gevolgen zijn bovendien afhankelijk van de constructie en de mate van bedekking van het water. Ook bij vaarwegen is de aantasting en versmalling van de vaarweg voor elke locatie anders. Woonboten kunnen de waterkering of de (ecologische) waterkwaliteit schaden. Voor waterveiligheid is het van belang dat de doorstroming gewaarborgd blijft, dat de dijkbekleding niet aangetast wordt en dat er geen erosie van de kering plaatsvindt. Daarbij moet het leggerprofiel van de waterkering aanwezig blijven en is het niet toegestaan dat er wordt gegraven in de waterkering.
FFFFFFFFFFFFFFFF
Sectie ' Toepassingsbereik' wordt geplaatst na sectie ' Aanwijzing vergunningplichtige gevallen'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het aanbrengen van verhard oppervlak in het beheergebied van het hoogheemraadschap. Het doel van deze regels is het beschermen van het functioneren van het bestaande oppervlaktewatersysteem en het voorkomen van verslechteringwateroverlast door versnelde afvoer van regenwater naar oppervlaktewater. Deze regels gaan specifiek over het beschermen van de wijze waarop regenwater het watersysteem bereikt.
Regenwater dat op een onverhard oppervlak valt, zakt voor een belangrijk deel weg in de bodem (infiltratie). Een deel van het regenwater verdampt, een deel stroomt ondergronds vertraagd af naar het oppervlaktewater (ontwatering) of komt elders weer aan de oppervlakte (kwel), terwijl een ander deel terecht komt in het grondwater (wegzijging). Slechts een beperkt deel van de regen stroomt bovengronds direct af naar het oppervlaktewater.
De mate waarin het water kan infiltreren verschilt per bodemtype. Zandgrond infiltreert goed en kan veel regenwater bergen, klei- en veengrond veel minder.
Bij het maken van werken, zoals bij de nieuwbouw van stedelijk gebied, de bouw van schuren of kassen, de aanleg van parkeerterreinen of wegen, is er sprake van het verharden van oppervlak waar voorheen water in de bodem kon infiltreren. Bij verhard oppervlak vindt nauwelijks of geen infiltratie in de bodem plaats. Vrijwel al het water stroomt direct of via het (regenwater)rioolstelsel af naar het oppervlaktewater. Dit betekent dat bij een flinke regenbui het oppervlaktewatersysteem een grote regenwaterhoeveelheid moet opvangen dan een onverhard oppervlak. Dat kan tot ongewenste peilstijgingen leiden. Tevens zal minder water worden toegevoegd aan het grondwater. Dit kan leiden tot (ongewenst) verlaging van de grondwaterstand en zelfs tot verdroging van de bodem.
Het hoogheemraadschap wil niet dat het oppervlaktewatersysteem na de realisering van een verhardingstoename zwaarder wordt belast dan voordien. Om het basisniveau voor preventie van wateroverlast te behouden, is het van belang dat bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen voldoende waterberging wordt aangebracht zodat de extra regenwaterhoeveelheid in de ontwikkeling zelf geborgen kan worden en niet wordt afgewenteld op de omgeving (waterneutraal bouwen). De initiatiefnemer van de verhardingstoename neemt voldoende compenserende maatregelen, zodat het oppervlaktewatersysteem na de realisering van de verhardingstoename niet zwaarder wordt belast dan voordien. De kosten van deze maatregelen komen volledig voor rekening van de initiatiefnemer.
Het hoogheemraadschap hanteert de volgende voorkeurvolgorde voor het compenseren van de verhardingstoename:
Infiltratie in de bodem, al dan niet met behulp van een infiltratievoorziening;.
Compensatie door realisatie extra oppervlaktewater
Compensatie door middel van alternatieve vormen van waterberging zoals bijvoorbeeld een wadi.
In het geval er gebruik gemaakt wordt van alternatieve vormen van waterberging, wil het hoogheemraadschap de alternatieve waterberging wel inzichtelijk hebben omdat het hoogheemraadschap deze waterberging opneemt in de legger. In dat geval zullen er dus regels gelden op grond van de waterschapsverordening.
Het hoogheemraadschap hanteert:
GGGGGGGGGGGGGGGG
Sectie ' Aanwijzing van vergunningplichtige gevallen' wordt geplaatst na sectie ' Toepassingsbereik'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Daar waar de verharding toeneemt met meer dan 2000 m2, is het nodig om de benodigde compensatiemaatregel te kwantificeren met een maatwerkberekening. Gezien de diversiteit aan grondsoorten, droogleggingen, afvoersituaties enzovoort zijn maatwerkberekeningen noodzakelijk om per verhardingstoename de vereiste hoeveelheid compensatie te bepalen.
Het hoogheemraadschap volgt overeenkomstig de handreiking wateroverlast beperken voor de compensatiemaatregelen de landelijke maatlat groen klimaatadaptieve gebouwde omgeving. De maatwerkberekening wordt gebaseerd op de in deze maatlat genoemde neerslagsituatie van 70 mm per daguur die 1 keer per 100 jaar (T=100) voorkomt.
Voor een meer exacte bepaling kan een ontwikkelaar ervoor kiezen om de benodigde compensatie zelf te berekenen. Hiervoor kunnen aanvullende modelberekeningen door of namens en voor rekening van de initiatiefnemer worden uitgevoerd. De benodigde compensatie kan hierbij iets hoger of lager uitvallen. Bij uitvoering van een modelberekening door de initiatiefnemer geeft het hoogheemraadschap de volgende randvoorwaarden mee voor het bepalen van de referentiesituatie en benodigde compenserende maatregelen: . Een initiatiefnemer kan hiervoor contact opnemen met het hoogheemraadschap.
de hydrologische eenheid (bijvoorbeeld een polder) waarin de ontwikkeling plaatsvindt dient in zijn geheel in de modellering te worden meegenomen. De benodigde gegevens (kenmerken van het gebied en het watersysteem) levert het hoogheemraadschap op aanvraag;
voor de modellering wordt gebruik gemaakt van een neerslag-afvoermodel waarin de onverzadigde zone is opgenomen. Indien gebruik gemaakt wordt van Sobek-RR dient er gerekend te worden met de Capsim-module in combinatie met Hellinga – de Zeeuw, zoals aangegeven in de handleiding van Deltares);
indien gebruik wordt gemaakt van een neerslag-afvoermodel in combinatie met een hydraulisch model dient overleg plaats te vinden met het hoogheemraadschap over de aanlevering van gegevens (dimensies waterlopen en kunstwerken).
Binnen de beschermingszones van waterkeringen geldt een vergunningsplicht voor verhardingen groter dan 25 m². Deze grens is gekozen omdat kleinere verhardingen meestal geen merkbaar effect hebben op de waterkering, terwijl grotere verhardingen wel risico’s kunnen veroorzaken. Grote verhardingen zorgen voor meer afstromend water, wat kan leiden tot waterophoping en daarmee de stabiliteit van de kering kan beïnvloeden. Ook kunnen ze de afwatering verstoren en het toezicht op de waterkering bemoeilijken. Daarom moet het hoogheemraadschap beoordelen of grotere verhardingen veilig zijn en geen risico vormen voor de waterkering. Kleinere verhardingen hebben meestal weinig effect en zijn daarom vergunningsvrij. Het hoogheemraadschap beoordeelt grotere verhardingen om te zorgen dat de veiligheid van de waterkering niet in gevaar komt.
HHHHHHHHHHHHHHHH
Sectie ' Aanwijzing algemene regels' wordt geplaatst na sectie ' Aanwijzing van vergunningplichtige gevallen'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het aanbrengen van verhard oppervlak met een maximum van 2000 m2 gelden algemene regels. Bij het aanbrengen van minder dan 230 m2 verhard oppervlakte geldt alleen de specifieke zorgplicht en hoeft er geen informatie te worden aangeleverd of compensatie te worden gerealiseerd.
Deze regels gaan uit van het eenmalig aanbrengen van verharding. Wanneer een initiatiefnemer of de rechtsopvolger meerdere malen verhard oppervlak aanbrengt, ook met een oppervlakte minder dan totaal 230 m2, kan het hoogheemraadschap eventueel maatwerkvoorschriften stellen of geldt een vergunningplicht indien de grens van 2.000 m2 (cumulatief) wordt overschreden.
IIIIIIIIIIIIIIII
Sectie ' Gegevens en documenten' wordt geplaatst na sectie ' Aanwijzing algemene regels'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De initiatiefnemer voor het verharden van een oppervlak levert vijftien dagen voor het graven informatie waaruit blijkt:
Wijze van verharden;
Locatie van de verharding
Locatie en de wijze van de compensatiemaatregel;
Startdatum en de geschatte einddatum van het aanbrengen van de verharding en de compensatiemaatregel.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van het aanbrengen van het verhard oppervlak aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve ligging van het verhard oppervlak en de objectgegevens.
JJJJJJJJJJJJJJJJ
Sectie ' Compensatie verhard oppervlak' wordt geplaatst na sectie ' Gegevens en documenten'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In dit artikel heeft het hoogheemraadschap de voorkeursvolgorde voor compensatie uitgewerkt:
Bij zandgrond is er sprake van verplichte infiltratie in de bodem vanwege het beschermen van de grondwaterstand;
Ook bij andere grondsoorten heeft infiltratie in de bodem de voorkeur, voor zover dat niet leidt tot (grond)wateroverlast in de directe omgeving.
Als de initiatiefnemer extra verhard oppervlak wil aanleggen in een gebied waar het niet mogelijk of wenselijk is regenwater snel in de bodem te infiltreren, is de volgende compensatie in de vorm van aanleg van oppervlaktewater vereist:
|
Oppervlakte aanleg extra verhard oppervlak |
Minimaal benodigd oppervlak extra open water, uitgedrukt als percentage van het aan te leggen extra verhard oppervlak |
|
< 230 m² |
Geen, op grond van artikel 2.76 lid 5 |
|
≥ 230 m² < 2.000 m² |
15% |
|
≥ 2.000 m² |
Maatwerkberekening |
|
Oppervlakte aanleg extra verhard oppervlak |
Minimaal benodigd extra oppervlakte water, uitgedrukt als percentage van het aan te leggen extra verhard oppervlak |
|
< 230 m² |
Geen, op grond van artikel 2.76 lid 5 |
|
≥ 230 m² < 2.000 m² |
15% |
|
≥ 2.000 m² |
Maatwerkberekening |
Het benodigde extra wateroppervlak kan de initiatiefnemer makenrealiseren door bestaande waterlopen te verbreden of door nieuw water te graven. Voor de realisatie van het benodigde compenserende oppervlaktewater hanteert het hoogheemraadschap de regels zoals opgenomen in de paragraaf paragraven 2.1.23 'Graven van nieuw oppervlaktewater' en 2.1.24 'Verbreden van een bestaand oppervlaktewaterlichaam'.
Het hoogheemraadschap stelt als voorwaarde dat de initiatiefnemer de compensatiemaatregel voorafgaand aan het verharden van het oppervlak aanlegt. Een andere volgorde leidt tot een tijdelijke vermindering van de bergingscapaciteit van het watersysteem waardoor het risico voor wateroverlast toeneemt.
KKKKKKKKKKKKKKKK
Sectie ' Maatwerkvoorschriften' wordt geplaatst na sectie ' Compensatie verhard oppervlak'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel gaat over activiteiten volgens artikel 2.3 en 2.76 2.84 waar het hoogheemraadschap de mogelijkheid heeft om maatwerkvoorschriften te stellen. Het biedt het hoogheemraadschap en de initiatiefnemer de mogelijkheid om af te wijken van de regels in artikel 2.76 2.84. De initiatiefnemer dient een maatwerkvoorschriftaanvraag te voorzien van de volgende gegevens:
Als er in het gebied geen of onvoldoende mogelijkheden zijn om compenserend oppervlaktewater te realiseren, kan compensatie plaatsvinden door de aanleg van een alternatieve vorm van waterberging, zoals bassins, doorlatende verharding met waterbuffering en -infiltratie en de bodem enz. Dit kan ook wenselijk zijn als er bijvoorbeeld sprake is van waterbuffering in de bodem. Over het toepassen van een alternatieve vorm van waterberging dient vooraf overleg te worden gevoerd en overeenstemming gekregen met het hoogheemraadschap.
De initiatiefnemer dient een maatwerkvoorschriftaanvraag te voorzien van de volgende gegevens:
Wijze van verharden;
Locatie van de verharding;
Locatie en de wijze van de compensatiemaatregel;
Startdatum en de geschatte einddatum van het aanbrengen van de verharding en de compensatiemaatregel;
Hoe de initiatiefnemer de zorgplicht overeenkomstig artikel 2.3 invult;
Hoe de initiatiefnemer de omgeving heeft betrokken bij het plannen voor het initiatief.
LLLLLLLLLLLLLLLL
Sectie ' Toepassingsbereik' wordt geplaatst na sectie ' Maatwerkvoorschriften'. Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
MMMMMMMMMMMMMMMM
Sectie ' Aanwijzing vergunningplichtige gevallen' wordt geplaatst na sectie ' Toepassingsbereik'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het plaatsen van een windturbine in het beperkingengebied waterkering met bijbehorendehet gebied kernzone en beschermingszones van de waterkering is een voorafgaande beoordeling nodig van het hoogheemraadschap. Het plaatsen, behouden en weghalen van een windturbine kan leiden tot instabiliteit van en schade aan de waterkering.
NNNNNNNNNNNNNNNN
Sectie ' Aanwijzing algemene regels' wordt geplaatst na sectie ' Aanwijzing vergunningplichtige gevallen'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het plaatsen of behouden van een windturbine in het beheergebied buiten het beperkingengebied waterkering met bijbehorendede kernzone en beschermingszones van de waterkering gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels. Buiten de waterkering en de beschermingszone geldt een informatieplicht, omdat de windturbine bij bezwijken nog steeds een gevaar kan vormen.
OOOOOOOOOOOOOOOO
Sectie ' Afstand tot het beperkingengebied waterkering' wordt geplaatst na sectie ' Aanwijzing algemene regels'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Windturbines worden steeds groter en daarom is er bepaald dat de afstand tot beschermingszone Bhet gebied kernzone en beschermingszones van de waterkering gelijk moet zijn aan de hoogte. Hoogte is van maaiveld tot de top de wiek op het hoogste punt.
PPPPPPPPPPPPPPPP
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ontgravingen kunnen een groot effect op de stabiliteit of waterdichtheid van een waterkering hebben. Daarom zijn er beperkingen opgelegd aan het uitvoeren van ontgravingen onder de algemene regels. Voor grotere of diepere ontgravingen die niet onder de vergunningplicht vallen, kan een maatwerkvoorschrift worden aangevraagd.
[Vervallen]
QQQQQQQQQQQQQQQQ
Sectie ' Maatwerkvoorschriften' wordt geplaatst na sectie ' Afstand tot het beperkingengebied waterkering'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in het artikel 2.812.89.
RRRRRRRRRRRRRRRR
Sectie ' Toepassingsbereik' wordt geplaatst na sectie ' Maatwerkvoorschriften'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het plaatsen van bodemenergiesystemen in het beperkingengebied waterkering en in de gebieden kernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
SSSSSSSSSSSSSSSS
Sectie ' Aanwijzing vergunningplichtige gevallen' wordt geplaatst na sectie ' Toepassingsbereik'. Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
TTTTTTTTTTTTTTTT
Sectie ' Toepassingsbereik' wordt geplaatst na sectie ' Aanwijzing vergunningplichtige gevallen'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het uitvoeren van ontgravingen in het beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszonesgebied kernzone en beschermingszones van de waterkering.
Volgens het tweede lid van dit artikel worden een groot aantal activiteiten in andere paragrafen van de werking van de regels van deze paragraaf uitgezonderd.
UUUUUUUUUUUUUUUU
Sectie ' Aanwijzing vergunningplichtige gevallen' wordt geplaatst na sectie ' Toepassingsbereik'. Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
VVVVVVVVVVVVVVVV
Sectie ' Aanwijzing algemene regels' wordt geplaatst na sectie ' Aanwijzing vergunningplichtige gevallen'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het uitvoeren van een ontgraving in beschermingszone B bij eenvan de waterkering gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
WWWWWWWWWWWWWWWW
Sectie ' Gegevens en documenten' wordt geplaatst na sectie ' Aanwijzing algemene regels'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het uitvoeren van de ontgraving aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie van de ontgraving en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van de ontgraving aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve ligging van de ontgraving en de objectgegevens.
XXXXXXXXXXXXXXXX
Sectie ' Maatwerkvoorschriften' wordt geplaatst na sectie ' Gegevens en documenten'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in artikel 2.89.
YYYYYYYYYYYYYYYY
Na sectie ' Maatwerkvoorschriften' worden twee secties ingevoegd, luidende:
Deze paragraaf gaat over het aanbrengen of plaatsen van grond en bouwstoffen in de kernzone van de waterkering.
In het tweede lid van dit artikel zijn activiteiten uitgezonderd die elders in de verordening al zijn geregeld.
Het aanbrengen of plaatsen van grond en bouwstoffen heeft vaak een grote impact op de waterkering. Daarom zijn deze ook niet onder te brengen in algemene regels. Elke situatie is zeer specifiek en zal dus individueel moeten worden beoordeeld. Om deze redenen moet dit dan ook vergunningplichtig in kernzone van de waterkering blijven.
Grond en bouwstoffen omvat alle materialen die worden toegevoegd aan de bodem of in constructies, variërend van natuurlijke grondsoorten zoals zand en klei, tot primaire bouwmaterialen zoals grind en natuursteen, en gerecyclede materialen zoals betongranulaat.
ZZZZZZZZZZZZZZZZ
Sectie ' Toepassingsbereik' wordt geplaatst na sectie ' Aanwijzing vergunningplichtige gevallen'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het plaatsen, behouden en weghalen van lozings- en onttrekkingswerken in het beperkingengebied vaarwegen in beheer bij het hoogheemraadschap, het beperkingengebiedde gebieden kernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
AAAAAAAAAAAAAAAAA
Sectie ' Aanwijzing vergunningplichtige gevallen' wordt geplaatst na sectie ' Toepassingsbereik'. De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het plaatsen of weghalen van lozings- en ontrekkingswerken kan leiden tot instabiliteit van de waterkering. Voor deze activiteiten in het beperkingengebied waterkering en in beschermingszone A bij een waterkeringgebied kernzone van de waterkering of beschermingszone A van de waterkering. is een voorafgaande beoordeling nodig van het hoogheemraadschap. Het hoogheemraadschap wil elk geval beoordelen en daarom zijn deze gevallen vergunningplichtig.
BBBBBBBBBBBBBBBBB
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
CCCCCCCCCCCCCCCCC
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het plaatsen van een drainagebuis of ontwateringsgreppel kan leiden tot instabiliteit van de waterkering en kan effecten hebben op de waterstromen in de waterkering zelf.
Het plaatsen van een drainagebuis of ontwateringsgreppel kan leiden tot instabiliteit van de waterkering en kan effecten hebben op de waterstromen in de waterkering zelf. Samengestelde, gecontroleerde en peilgestuurde drainages zijn voorts typen drainages die van grotere invloed kunnen zijn op het functioneren van het watersysteem. Het hoogheemraadschap wil daarom elk geval beoordelen onder welke voorwaarden de activiteit gerealiseerd kan worden en onder welke vergunningvoorschriften.
DDDDDDDDDDDDDDDDD
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het plaatsen, behouden of weghalen van een drainagebuis of ontwateringsgreppel buiten het beperkingengebied waterkeringin het beheergebied buiten de kernzone en beschermingszone A bij eenvan de waterkering, gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
EEEEEEEEEEEEEEEEE
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het plaatsen van de drainagebuis of ontwateringsgreppel aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar de drainagebuis wordt geplaatst of ontwateringsgreppel wordt aangebracht en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van het plaatsen van de drainagebuis of het aanbrengen van de ontwateringsgreppel aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve ligging van de drainagebuis of ontwateringsgreppel en de objectgegevens.
FFFFFFFFFFFFFFFFF
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Als bijvoorbeeld na demping van één of meerdere waterlopen drainage aangebracht wordt zouden peilgrenzen, volgens het ter plaatse vastgestelde peilbesluit, kunnen worden gekruist. Dit zou in de praktijk dan een wijziging van peilgebieden tot gevolg hebben. Voor gewenste wijzigingen van het peilbesluit dient echter vooraf toestemming gevraagd te worden bij en verleend door het hoogheemraadschap.
Ter voorkoming van de verbinding van waterlopen wordt de hoge kant van de drainage meer dan 5 meter vanuit de insteek geplaatst. Drainage is bedoeld om het grondwaterniveau in percelen te reguleren. Het is echter niet de bedoeling dat er via drainage water gaat stromen tussen waterlopen aan weerzijden van een perceel. Door de voorgeschreven wijze van aanleg wordt dit voorkomen.
GGGGGGGGGGGGGGGGG
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
HHHHHHHHHHHHHHHHH
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in het artikel 2.952.106.
IIIIIIIIIIIIIIIII
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
JJJJJJJJJJJJJJJJJ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het plaatsen van verticale drainage in de (nabijheid van) een waterkering kan ook een negatieve invloed hebben op de grondmechanische stabiliteit en waterdichtheid van de waterkering.
Met verticale drainage wordt grondwater versneld uit slappe grondlagen zoals klei en veen weggehaald met als doel om versneld zettingen te realiseren en de draagkracht van deze slappe lagen in een kort tijdsbestek te verbeteren. Grind- en zandpalen hebben tot doel om drassigheid te verminderen maar in het risicovolle gebied verticale drainage kunnen deze onbedoeld tot zoute kwel leiden.
In gebieden met zoute kwel remmen de klei- en veenlagen, door hun slechte doorlatendheid, de toestroom van zout grondwater uit de diepte naar het ondiepe grondwater en oppervlaktewater af. Wanneer de verticale drains in gebieden met zoute kwel de klei- en veenlagen perforeren is de natuurlijke barrière tegen verzilting beschadigd en neemt de verziltingsdruk toe.
Door verticale drainages kan zoute kwel vanuit diepere lagen naar boven komen en kan verzilting van grondwater optreden. Ten behoeve van de oppervlaktewaterkwaliteit is het zonder de perforaties al noodzakelijk om het oppervlaktewatersysteem door te spoelen. De zoetwatervoorraad is beperkt en wordt door de klimaatverandering minder vanzelfsprekend. Het is onwenselijk dat de vraag naar zoetwater toeneemt. Het optreden van deze negatieve effecten is het hoogst in bepaalde risicovolle gebieden binnen het beheergebied van het waterschaphoogheemraadschap. Het hoogheemraadschap wil daarom in de risicovolle gebieden voorkomen dat de verticale drainage de natuurlijke barrière tegen verzilting volledig perforeren. Daarnaast kan het plaatsen van verticale drainage in de (nabijheid van) een waterkering ook een negatieve invloed hebben op de grondmechanische stabiliteit en waterdichtheid van de waterkering. Ook hier wil het waterschap elk geval vooraf beoordelen en geldt een vergunningplicht.
Daarom wil het hoogheemraadschap elk geval van verticale drainage in de opgenomen beperkingengebieden vooraf beoordelen en geldt een vergunningplicht.
KKKKKKKKKKKKKKKKK
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
LLLLLLLLLLLLLLLLL
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
MMMMMMMMMMMMMMMMM
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het uitvoeren van grondonderzoek in het beperkingengebiedde gebieden kernzone van de waterkering en in beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
NNNNNNNNNNNNNNNNN
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
OOOOOOOOOOOOOOOOO
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
PPPPPPPPPPPPPPPPP
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze tekst dient er om te zorgen dat de werkzaamheden enkel buiten kritische perioden uitgevoerd worden. Door werkzaamheden zoals sonderingen en peilbuizen plaatsen, creëer je zwakke plekken in de dijk, terwijl het belangrijk is deze intact te houden, zodat deze op het moment van hoog water of storm zijn functie uit kan voeren. Wateroverlast, hoge waterstanden en verweking van de waterkering (of een combinatie hiervan) kan het risico vergroten van een instabiele dijk. Het stormseizoen duurt van oktober t/m april. Dit is een vrij lange periode waarbinnen we ook vaak te maken hebben met normale/droge omstandigheden. In deze perioden kunnen bovenstaande werkzaamheden zonder risico's uitgevoerd worden. De toezichthouder dijken is op de hoogte van de werkzaamheden en kan tevens bepalen of het waterkeringbedreigende omstandigheden betreft.
Dit artikel bevat voorwaarden om te waarborgen dat grondonderzoek zodanig wordt uitgevoerd dat de veiligheid van de waterkering niet in het geding komt. Werkzaamheden zoals sonderingen en boringen kunnen tijdelijke verzwakkingen in de dijk veroorzaken. Het is daarom van belang om deze alleen onder geschikte omstandigheden uit te voeren.
Het gesloten seizoen, dat loopt van oktober tot en met april, valt grotendeels binnen de periode waarin de kans op waterkeringbedreigende omstandigheden toeneemt. Binnen deze maanden kunnen zich echter ook droge en stabiele omstandigheden voordoen waarin grondonderzoek wel mogelijk is.
Werkzaamheden zijn niet toegestaan bij wateroverlast, hogere waterstanden dan de normale peilen, verweking van de waterkering of andere omstandigheden die de stabiliteit van de kering kunnen bedreigen. Daarnaast mogen de werkzaamheden alleen plaatsvinden wanneer de ondergrond zo droog is dat er geen rijsporen of andere schade ontstaan.
Na uitvoering van het grondonderzoek dienen boorgaten zorgvuldig te worden afgedicht met zwelstaven of kleikorrels. Daarmee worden ongewenste verbindingen tussen watervoerende lagen voorkomen.
Bij de planning en uitvoering van de werkzaamheden moet rekening worden gehouden met de actuele weersomstandigheden en de toestand van de waterkering. Bij twijfel over de uitvoerbaarheid of mogelijke risico’s wordt geadviseerd contact op te nemen met het hoogheemraadschap.
QQQQQQQQQQQQQQQQQ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in het artikel 2.1052.116.
RRRRRRRRRRRRRRRRR
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het uitvoeren van seismisch onderzoek iniin het beperkingengebied waterkering met bijbehorendegebied kernzone en beschermingszones van de waterkering.
SSSSSSSSSSSSSSSSS
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
TTTTTTTTTTTTTTTTT
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het plaatsen, behouden en weghalen van peilbuizen in het beperkingengebiedde gebieden kernzone van de waterkering en in beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
UUUUUUUUUUUUUUUUU
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
VVVVVVVVVVVVVVVVV
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het uitvoeren van de activiteiten aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
WWWWWWWWWWWWWWWWW
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel dient er om te zorgen dat de werkzaamheden enkel buiten kritische perioden uitgevoerd worden. Door werkzaamheden zoals sonderingen en peilbuizen plaatsen, creëer je zwakke plekken in de dijk, terwijl het belangrijk is deze intact te houden, zodat deze op het moment van hoog water of storm zijn functie uit kan voeren. Wateroverlast, hoge waterstanden en verweking van de waterkering (of een combinatie hiervan) kan het risico vergroten van een instabiele dijk. Het stormseizoengesloten seizoen duurt van oktober t/m april. Dit is een vrij lange periode waarbinnen we ook vaak te maken hebben met normale/droge omstandigheden. In deze perioden kunnen bovenstaande werkzaamheden zonder risico's uitgevoerd worden. De toezichthouder dijken is op de hoogte van de werkzaamheden en kan tevens bepalen of het waterkeringbedreigende omstandigheden betreft.
XXXXXXXXXXXXXXXXX
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In dit artikel zijn de algemene regels beschreven die van toepassing zijn bij het weghalen van een peilbuis.
In dit artikel wordt genoemd dat de afsluitende laag moet worden afgesloten met zwelklei. Zwelklei is een kleisoort met grote zwelcapaciteit en lage doorlatendheid en wordt o.a. gebruikt voor het dichten van gaten in de kernzone of bijbehorende beschermingszonesbeschermingszone van de waterkering. Werkzaamheden kunnen gaten achterlaten in de onderliggende grondlagen. Door toepassing van zwelklei worden gaten afgedicht. Dit gebeurt doordat de klei het aanwezige water in de ondergrond opneemt en opzwelt. Hiermee is het gat afgedicht.
YYYYYYYYYYYYYYYYY
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Artikel 2.247 Maatwerkvoorschriften
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in de artikelen 2.1122.123 en 2.1132.124.
ZZZZZZZZZZZZZZZZZ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het leggen, behouden en weghalen van kabels, leidingen en leidingenhuisaansluitingen in het beperkingengebiedgebied oppervlaktewaterlichaam en het beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszonesde kernzone en beschermingszones van de waterkering.
De paragraaf is niet van toepassing als er bij het leggen van de kabel, leiding of huisaansluiting gebruik wordt gemaakt van bestaande mantelbuizen en er minimale grondroering nodig is om de mantelbuis te bereiken. In dat geval is er namelijk geen risico dat onze belangen worden geschaad. Daarom is dit uitgezonderd van werking van de waterschapsverordening.
AAAAAAAAAAAAAAAAAA
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het leggen of weghalen van kabels, leidingen en leidingenhuisaansluitingen heeft invloed op de stabiliteit en waterdichtheid van de waterkering. Bij een mediumvoerende leiding bestaat er een kans op het ontstaan van een ontgrondingskuil bij falen van de leiding. Het hoogheemraadschap wil elk geval vooraf beoordelen onder welke voorwaarden de activiteit gerealiseerd kan worden en onder welke vergunningvoorschriften.
BBBBBBBBBBBBBBBBBB
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het leggen, behouden en weghalen van een kabel of leiding in het beperkingengebiedgebied oppervlaktewaterlichaam, met uitzondering van vaarwegen, gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
CCCCCCCCCCCCCCCCCC
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het leggen of weghalen van de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting wordt gelegd en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk vier weken na afronding van het leggen van de kabel, leiding of huisaansluiting aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve ligging van de kabel, leiding of huisaansluiting en de objectgegevens.
DDDDDDDDDDDDDDDDDD
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting moet worden gelegd op een afstand van ten minste 1 meter uit het leggerprofiel of (als het bestaande profiel groter is dan het leggerprofiel) 1 meter uit het bestaande profiel. Dit geldt voor zowel langsliggende als kruisende kabels, leidingen en huisaansluitingen. Hierbij wordt er van uitgegaan dat dit een diepte is die bij normaal onderhoud geen hinder of schade veroorzaakt.
Om schade aan kabels, leidingen en leidingenhuisaansluitingen bij onderhoud aan kunstwerken als bruggen, duikers, stuwen en gemalen te voorkomen moeten kabels, leidingen en leidingenhuisaansluitingen op een zodanige afstand worden gelegd dat dit onderhoud niet belemmerd wordt.
Een kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting kan aan een brug worden bevestigd als de doorvaartbreedte en -hoogte van de brug hierdoor niet kleiner worden. Bovendien moet vervanging of aanpassing van de brug mogelijk blijven.
EEEEEEEEEEEEEEEEEE
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De aan- en afvoer van water en beroeps- of recreatievaart moeten geborgd blijven bij het leggen van kabels en leidingen. Het stremmen of belemmeren van de waterdoorvoer zou namelijk kunnen leiden tot overlast en schade in het gebied.
Herstel van talud en waterbodem zijn van belang om uitspoeling van de bodem en oever te voorkomen. Daardoor zouden kabels en leidingen bloot kunnen komen te liggen met mogelijke schade bij onderhoud tot gevolg. Door uitzakken of uitspoelen van de oever of van de waterbodem komen grond of andere stoffen in het water. Hiermee wordt het doorstroomprofiel verkleind.
FFFFFFFFFFFFFFFFFF
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Kabels en leidingen zijn obstakels in de kernzone of beschermingszone van een waterkering of in de waterbodem of oever waar rekening mee moet worden gehouden bij onderhoud of graafwerkzaamheden. Zodra een kabel of leiding buiten bedrijf is gesteld, is het uitgangspunt dat deze wordt verwijderd.
Door lekkage kan schade ontstaan aan het water en de oevers en daarmee hinder van de aan- en afvoer van water. Daarom moeten leidingen in een zodanige staat worden onderhouden dat er geen lekkage ontstaat. InHet in goede staat houden van de kabels en leidingen en het voorkomen van defecten draagt bijvoorkomt schade aan een goed waterbeheerhet watersysteem.
Bij onderhoud van het water bestaat het risico dat kabels en leidingen beschadigen. Daarom moeten ze minimaal 1 meter onder de vaste waterbodem worden gelegd. Hierbij wordt er van uitgegaan dat dit een diepte is die bij normaal onderhoud geen hinder of schade veroorzaakt.
Herstel van talud en waterbodem zijn van belang om uitspoeling van de bodem en oever te voorkomen. Daardoor zouden kabels- en leidingen bloot kunnen komen te liggen met mogelijke schade bij onderhoud tot gevolg. Door uitzakken of uitspoelen van de oever of van de waterbodem komen grond of andere stoffen in het water. Hiermee wordt het doorstroomprofiel verkleind.
Beschadigde kabels en leidingen kunnen zorgen voor schade aan het wateroppervlaktewater en de oevers en daarmee de aan- en afvoer van water hinderen. Daarom moeten ze zo spoedig mogelijk weggehaald, gerepareerd of vervangen worden.
Kabels en leidingen zijn obstakels in de waterbodem en oever waar rekening mee moet worden gehouden bij onderhoud of graafwerkzaamheden. Als ze niet langer nodig zijn moeten ze daarom worden weggehaald.
Een buiten gebruik gestelde kabel kan in de loop der tijd in kwaliteit achteruitgaan. Hierdoor ontstaat het risico dat kwelwater langs of door de kabel gaat stromen, wat erosie van de omliggende bodem tot gevolg kan hebben. Om deze risico’s te voorkomen, dient een buiten gebruik gestelde kabel te worden verwijderd.’
GGGGGGGGGGGGGGGGGG
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in artikelen 2.1192.130 tot en met 2.1212.132.
HHHHHHHHHHHHHHHHHH
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het graven van proefsleuven in het beperkingengebiedgebied kernzone van de waterkering en in beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
IIIIIIIIIIIIIIIIII
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
JJJJJJJJJJJJJJJJJJ
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
KKKKKKKKKKKKKKKKKK
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Grote ontgravingen kunnen invloed hebben op de stabiliteit of waterdichtheid van een waterkering. Beperkte ontgravingen volgens de algemene regels in dit artikel zijn wel toegestaan. Proefsleuven op een primaire kering moeten buiten het stormseizoengesloten seizoen gegraven worden.
LLLLLLLLLLLLLLLLLL
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
MMMMMMMMMMMMMMMMMM
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
NNNNNNNNNNNNNNNNNN
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in de artikelen 2.1262.137 tot en met 2.1282.139.
OOOOOOOOOOOOOOOOOO
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het graven van nieuwe sloten en watergangen oppervlaktewater in het beheergebied van het hoogheemraadschap.
Wanneer in een vergunning (voor bijvoorbeeld een demping of verhardingstoename) als compenserende maatregel wordt voorgeschreven dat er oppervlaktewater moet worden gegraven, valt het uitvoeren daarvan onder de voorschriften van die desbetreffende vergunning. Daarom is in het tweede lid opgenomen dat in dat geval paragraaf 2.1.23 niet van toepassing is.
PPPPPPPPPPPPPPPPPP
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden om zonder een vergunning een sloot of watergang te graven in een dijkde kernzone of kade of in de beschermingszone A van deze dijk of kadeeen waterkering. Een sloot of watergang kan de stevigheid van de dijk of kadewaterkering ondergraven
Het is verboden zonder een vergunning een sloot of watergang in of langs een hellend gebied te graven. Hellende gebieden zijn de duinen, de strandwallen en stuwwallen of die gebieden waar geen peilbesluitplicht geldt. Sloten of watergang in hellende gebieden kunnen de grondwaterstand onnodig verlagen als deze te diep of niet altijd watervoerend zijn gegraven.
Het is verboden zonder vergunning een sloot of watergangen te graven in de Wieringermeer en de Westzanerpolder. Deze polders hebben zoute kwel waarbij het slootpatroon is ontworpen op enerzijds het afvangen van de kwel (diepe sloten en watergangen) en anderzijds het vasthouden van neerslagwater met de ondiepe sloten of beddingen. Een nieuwe sloot kan de balans in of tussen deze systemen verstoren.
In het hellend gebied in en langs de duinen, de strandwallen en stuwwallen, en in de polders waar in de ondiepe ondergrond zoute kwel aanwezig is moet terughoudend zijn met het plaatsen van te diep uitgegraven wateren. In de Wieringermeer en Westzanerpolder is dit versterkt aanwezig door de extra grote drooglegging van de hoofdwateren.
Het is verboden zonder een vergunning een sloot of watergang in of langs een hellend gebied te graven. Hellende gebieden zijn de duinen, de strandwallen en stuwwallen of die gebieden waar geen peilbesluitplicht geldt. Sloten of watergangen in hellende gebieden kunnen de grondwaterstand onnodig verlagen als deze te diep of niet altijd watervoerend zijn gegraven. Het hellend gebied is vrij afwaterend en het benodigde profiel voor de aan-/afvoer van water is onder meer afhankelijk van de helling van de bodem van het oppervlaktewaterlichaam. De helling van de bodem volgt vaak de helling van het maaiveld en de wateren zijn soms alleen bij neerslag watervoerend. In deze gebieden, bestaande uit de duinen en duinrand en de stuwwallen op Texel en Wieringen, is het noodzakelijk afwijkende normen te hanteren. De wateren moeten voldoende afvoercapaciteit hebben. Maar de wateren mogen niet te diep worden gemaakt, omdat dit de grondwaterstand (negatief) kan beïnvloeden.
In de Wieringermeer en Westzanerpolder gelden afwijkende uitgangspunten voor het secundaire en tertiaire stelsel in het landelijk gebied. In deze polders is het watersysteem ingericht op het zo veel mogelijk beperken van zoute kwel en het opbouwen van zoetwaterlenzen. De polders hebben een permanent watervoerende hoofdstructuur, maar ondiepe perceelsloten die droogvallen.
Het is verboden zonder vergunning een sloot of watergang te graven in de Wieringermeer en de Westzanerpolder. Deze polders hebben zoute kwel waarbij het slootpatroon is ontworpen op enerzijds het afvangen van de kwel (diepe sloten en watergangen) en anderzijds het vasthouden van neerslagwater met de ondiepe sloten of beddingen die kunnen droogvallen. Een nieuwe sloot of watergang kan de balans in of tussen deze systemen verstoren. In de Wieringermeer en Westzanerpolder gelden daarom afwijkende uitgangspunten voor het secundaire en tertiaire stelsel.
QQQQQQQQQQQQQQQQQQ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Algemene regels gelden voor het graven van nieuwe sloten en watergangen wanneer deze niet in een dijk of kade of in de beschermingszone van deze dijk of kade zijn gepland/ontworpen.
Algemene regels gelden ook als het graven van een sloot of watergang niet in een hellend gebied of in de Wieringermeer en de Westzanerpolder is gepland/ontworpen. Hellende gebieden zijn de duinen, de strandwallen en stuwwallen of die gebieden waar geen peilbesluitplicht geldt.
Algemene regels gelden voor het graven van nieuwe sloten/watergangen wanneer dit niet valt onder de vergunningplicht zoals gesteld in artikel 2.142, of wanneer het graven van oppervlaktewater wordt voorgeschreven als compenserende maatregel van een andere vergunningplichtige activiteit.
RRRRRRRRRRRRRRRRRR
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De initiatiefnemer voor het graven van een nieuwe sloot of watergang levert vijftien dagen voor het graven informatie waaruit blijkt:
Wijze van ontgraven;
Locatie waar de sloot gegraven wordt;
Lengte van de sloot en de profielafmetingen;
Startdatum en de geschatte datum dat het graven gereed is.
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het graven van het water aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar het water wordt gegraven en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Wanneer zich in de toekomstige waterbodem een grondverontreiniging boven de interventiewaarden bevindt, dient een waterbodemimmissietoets te worden uitgevoerd. De waterbodemimmissietoets heeft tot doel om te bepalen of de kwaliteit van de toekomstige waterbodem nadelige effecten heeft op de chemische en ecologische waterkwaliteit.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van het graven aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve locatie van het oppervlaktewater en de objectgegevens.
SSSSSSSSSSSSSSSSSS
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het hoogheemraadschap stelt de volgende eisen aan een nieuwe sloot of watergang:
Een nieuwe sloot of watergang mag geen verbinding maken tussen gebieden met verschillende waterpeilen. Het waterpeil in het hogere peilgebied zalDe waterpeilen zullen hierdoor veranderen. Dat kan nadelige gevolgen hebben voor onder andere het grondgebruik, funderingen van gebouwen en oevers van het hoge gelegen peilgebied. EenVoorafgaand aan een dergelijke verandering is een gevolg vanwijziging van waterpeilen dient een belangenafweging uitgevoerd te worden, en van een peilbesluitwijziging van het peilbesluit door het hoogheemraadschap en niet van een gegraven nieuwe sloot of watergangte worden vastgesteld..
De afmetingen zijn afhankelijk van de hoeveelheden water die door een sloot of watergang moet stromen. Deze hoeveelheden baseert het hoogheemraadschap voor een afvoersloot op een neerslaghoeveelheid die statistisch één keer per jaar valt op het bovenstrooms gelegen afstromend oppervlak van de sloot. Voor een aanvoersloot baseert het hoogheemraadschap zich op het oppervlak van het verzorgingsgebied van de aanvoerlocatie. Voor de afmetingen van de meeste sloten is een berekening nodig. Voor het gebruik van deze algemene regel heeft het hoogheemraadschap de afmetingen van een nieuwe sloot of watergang vastgesteld op een doorstroomprofiel met een breedte van minimaal 2 meter op de waterlijn. Daarom dient een initiatiefnemer hiervoor tijdig contact op te nemen met het hoogheemraadschap voor het bepalen van de juiste afmetingen en leggerclassificatie.
De vorm van de sloot en watergang is zodanig dat de helling van de slootkant stabiel is. Afhankelijk van de grondsoort is de helling flauwer of steiler, maar nooit steiler dan 1 : 1,5.
Een nieuwe sloot heeft minimaal een doorstroomprofiel met een breedte van 2 meter op de waterlijn.
Waterpeilen zijn afgestemd op de hoogte en het grondgebruik van gebieden. Als gebieden met verschillende waterpeilen met elkaar verbonden worden stroomt water uit het gebied met het hoogste waterpeil weg, waardoor het waterpeil daar zakt, met mogelijke nadelige gevolgen voor funderingen van gebouwen, oevers, etc.
Wanneer zich in de toekomstige waterbodem een grondverontreiniging boven de interventiewaarden bevindt, dient een waterbodemimmissietoets te worden uitgevoerd. De waterbodemimmissietoets heeft tot doel om te bepalen of de kwaliteit van de toekomstige waterbodem nadelige effecten heeft op de chemische en ecologische waterkwaliteit. Wanneer een grondverontreiniging boven de interventiewaarde wordt verwijderd, zodat geen interventiewaardenoverschrijdingen zich meer bevinden in de toekomstige waterbodem, kan een waterbodemimmissietoets achterwege blijven.
TTTTTTTTTTTTTTTTTT
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
UUUUUUUUUUUUUUUUUU
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ontgravingen kunnen een groot effect op de stabiliteit of waterdichtheid van een waterkering hebben. Daarom zijn er beperkingen opgelegd aan het uitvoeren van ontgravingen onder de algemene regels. Voor grotere of diepere ontgravingen die niet onder de vergunningplicht vallen, kan een maatwerkvoorschrift worden aangevraagd.
Dit artikel is opgesteld ten behoeve van het beschermen van de plaatselijke bodemomstandigheden, waarbij moet worden voorkomen dat bijvoorbeeld toename van (zoute) kwel of opbarsten kan optreden.
VVVVVVVVVVVVVVVVVV
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in de artikelen 2.7 en 2.1342.145 tot en met 2.1362.147.
WWWWWWWWWWWWWWWWWW
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het verbreden van een bestaand oppervlaktewaterlichaam in het beperkingengebiedde gebieden oppervlaktewaterlichaam en het beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszoneskernzone en beschermingszones van de waterkering.
Wanneer in een vergunning (voor bijvoorbeeld een demping of verhardingstoename) als compenserende maatregel wordt voorgeschreven dat een bestaand oppervlaktewaterlichaam moet worden verbreed, valt het uitvoeren daarvan onder de voorschriften van die desbetreffende vergunning. Daarom is in het tweede lid opgenomen dat in dat geval paragraaf 2.1.24 niet van toepassing is.
XXXXXXXXXXXXXXXXXX
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het verbreden van bestaand water in de nabijheid van een waterkering kan leiden tot instabiliteit van de waterkering. Elke situatieIn de Westzanerpolder en Wieringermeer kan opbarsting met zoute kwel optreden bij een ontgraving. In bestaande waterlopen kunnen voorzieningen zijn getroffen om opbarsten te voorkomen in de vorm van een zinkstuk met ballast daarop. In hellend gebied zoals de binnenduinrand, Wieringen en Texel, kan een verbreding tot extra ontwatering van het gebied leiden. De aanvoer van water naar hellend gebied is andersniet mogelijk waardoor extra ontwatering niet altijd wenselijk is. Het hoogheemraadschap wil daarom elk geval beoordelen onder welke voorwaarden de activiteit gerealiseerd kan worden en onder welke vergunningvoorschriften.
YYYYYYYYYYYYYYYYYY
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het verbreden van bestaand water in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, met uitzonderinggebied oppervlaktewaterlichaam buiten de kernzone en beschermingszone A van vaarwegende waterkering en buiten de vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap en het hellend gebied en gebied met droge beddingen en in beschermingszone B bij eenvan primaire waterkering, gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
ZZZZZZZZZZZZZZZZZZ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het verbreden van het water aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar het water wordt verbreed en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Wanneer zich in de toekomstige waterbodem een grondverontreiniging boven de interventiewaarden bevindt, dient een waterbodemimmissietoets te worden uitgevoerd. De waterbodemimmissietoets heeft tot doel om te bepalen of de kwaliteit van de toekomstige waterbodem nadelige effecten heeft op de chemische en ecologische waterkwaliteit. Wanneer een grondverontreiniging boven de interventiewaarde wordt verwijderd, zodat geen interventiewaardenoverschrijdingen zich meer bevinden in de toekomstige waterbodem, kan een waterbodemimmissietoets achterwege blijven.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van de verbreding aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve locatie van de verbreding en de objectgegevens.
AAAAAAAAAAAAAAAAAAA
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In perioden met hevige neerslag is het om wateroverlast te voorkomen van belang dat dit water goed kan worden afgevoerd. Daarom stelt het hoogheemraadschap eisen aan de minimale afmetingen van het oppervlaktewaterlichaam over de breedte en diepte.
Door uitzakken of uitspoelen van de oever komen grond of andere stoffen in het water. Hiermee wordt het doorstroomprofiel verkleind.
Obstakels kunnen de doorstroming van het oppervlaktewaterlichaam of het onderhoud van het water hinderen en moeten daarom weggehaald worden als ze niet meer nodig zijn.
Wanneer uit de waterbodemimmissietoets blijkt dat de grondverontreiniging boven de interventiewaarde in de toekomstige waterbodem geen nadelige gevolgen heeft op de oppervlaktewaterkwaliteit, kunnen de graafwerkzaamheden uitgevoerd worden zonder aanvullende maatregelen.
BBBBBBBBBBBBBBBBBBB
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ontgravingen kunnen een groot effect op de stabiliteit of waterdichtheid van een waterkering hebben. Daarom zijn er beperkingen opgelegd aan het uitvoeren van ontgravingen onder de algemene regels. Voor grotere of diepere ontgravingen die niet onder de vergunningplicht vallen, kan een maatwerkvoorschrift worden aangevraagd.
Dit artikel is opgesteld ten behoeve van het beschermen van de plaatselijke bodemomstandigheden, waarbij moet worden voorkomen dat bijvoorbeeld toename van (zoute) kwel of opbarsten kan optreden.
CCCCCCCCCCCCCCCCCCC
Na sectie ' Oppervlak en diepte van de ontgraving' wordt een sectie ingevoegd, luidende:
Vanuit de legger is bepaald dat over het algemeen, bij secundaire waterlopen, de kadastrale eigenaren aan weerszijden van de waterloop elk verantwoordelijk zijn voor de helft van het onderhoud. Daarom moet de grond ter plaatse van de verbreding eigendom zijn van de initiatiefnemer, om te voorkomen dat een derde partij meer onderhoud moet uitvoeren.
DDDDDDDDDDDDDDDDDDD
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in de artikelen 2.7, 2.1422.153 en 2.1432.154.
EEEEEEEEEEEEEEEEEEE
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het dempen of versmallen van oppervlaktewater in het beperkingengebiedde gebieden oppervlaktewaterlichaam en het beperkingengebied , kernzone van de waterkering en beschermingszone A bij eenvan de waterkering.
Onder geheel dempen wordt verstaan het dempen over de gehele breedte van een waterloop. Onder versmallen van een waterloop wordt verstaan het gedeeltelijk dempen van een waterloop, bijvoorbeeld door het talud aan te passen, of door het aanleggen van een eiland in een groot water of het plaatsen van een pijler voor een brug.
FFFFFFFFFFFFFFFFFFF
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het versmallen van bestaand primair oppervlaktewater is een voorafgaande beoordeling nodig van het hoogheemraadschap. Het hoogheemraadschap wil elk geval apart beoordelen, zo'n aantastingPrimaire waterlopen zijn zeer belangrijk voor de aan- en versmallingafvoer van de primaire waterloop is op elke locatie anderswater. Deze activiteit is daarom vergunningplichtig.
Voor een goede aan- en afvoer van water is het belangrijk dat waterlopen van voldoende afmeting blijven, met name die oppervlaktewateren die nodig zijn voor het waterbeheer op regionaal en polderniveau. Door middel van een categorie-indeling geeft het hoogheemraadschap het belang van elk oppervlaktewaterlichaam. Om schade te beperken tijdens de steeds vaker optredende klimaatbuien is het nodig om het overschot aan water flexibel te kunnen sturen naar speciaal hiervoor ingerichte waterbergingen of naar locaties waar de schade minder groot is. Hierin spelen de zogenoemde primaire en secundaire oppervlaktewateren een belangrijke rol.
GGGGGGGGGGGGGGGGGGG
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het geheel dempen van een tertiair oppervlaktewater en het versmallen of verondiepen van een secundair of tertiair oppervlaktewater, gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels. Het is hierbij belangrijk dat er geen afgesloten oppervlaktewater over blijft dat niet vrij kan afstromen naar het omringende watersysteem.
HHHHHHHHHHHHHHHHHHH
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het dempen of versmallen van het water aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar het water wordt gedempt en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van de demping, versmalling of verondieping aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve locatie van de demping, versmalling of verondieping en de objectgegevens.
IIIIIIIIIIIIIIIIIII
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Tertiaire oppervlaktewateren zijn de haarvaten van het regionale watersysteem. Omdat ze geeneen beperkte rol hebben in de aan- en afvoer van water kunnen ze worden gedempt onder de voorwaarde dat het water in de volledigeover een bepaalde lengte volledig wordt gedempt. Het is hierbij belangrijk dat er geen afgesloten oppervlaktewater over blijft dat niet vrij kan afstromen naar het omringende watersysteem. De strekking van de regel is dat er geen nieuw doodlopende watergangen ontstaan. Voor zover er sprake is van een reeds bestaande doodlopende watergang mag deze wel worden verkort.
JJJJJJJJJJJJJJJJJJJ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In perioden met hevige neerslag is het om wateroverlast te voorkomen van belang dat dit water goed kan worden afgevoerd. Daarom stelt het hoogheemraadschap eisen aan de minimale afmetingen van het oppervlaktewater over de breedte en diepte.
Nieuwe watergangen dienen te worden aangelegd met grotere afmetingen dan de leggerafmetingen. Dit om te voorkomen dat bij eventuele aanwezige bagger, begroeiing e.d. meteen niet meer voldaan wordt aan de leggerafmetingen.
Door uitzakken of uitspoelen van de oever komen grond of andere stoffen in het water. Hiermee wordt het doorstroomprofiel verkleind. Een te steile taludhelling vergroot de kans op uitzakken of uitspoelen van de oever.
Obstakels kunnen de doorstroming van het water of het onderhoud van het water hinderen en moeten daarom weggehaald worden als ze niet meer nodig zijn.
KKKKKKKKKKKKKKKKKKK
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
LLLLLLLLLLLLLLLLLLL
Na sectie ' Compensatie' wordt een sectie ingevoegd, luidende:
Vanuit de legger en onderhoudsverordening is bepaald dat over het algemeen, bij secundaire en tertiaire watergangen, de kadastrale eigenaren aan weerszijden van de watergang elk verantwoordelijk zijn voor de helft van het onderhoud. Daarom moet de grond ter plaatse van de versmalling of verondieping eigendom zijn van de initiatiefnemer, om te voorkomen dat een derde partij meer onderhoud moet uitvoeren. Het kan namelijk zijn dat er na versmalling en/of verondieping van een watergang intensiever onderhoud nodig is om te kunnen blijven voldoen aan de benodigde aan- en/of afvoernormen.
MMMMMMMMMMMMMMMMMMM
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in de artikelen 2.7 en 2.1492.161 tot en met 2.1512.163.
NNNNNNNNNNNNNNNNNNN
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het plaatsen, behouden en weghalen van beschoeiing in het beperkingengebied de gebieden oppervlaktewaterlichaam en het beperkingengebied, kernzone van de waterkering met bijbehorende beschermingszonesen beschermingszone A van de van de waterkering. Een beschoeiing bestaat veelal uit een verticaal geplaatste houten wand. Het is een type (profiel)verdediging ook wel oeverbescherming genoemd. Andere typen profielverdedigingen zijn bijvoorbeeld een damwand, kademuur, perkoenpalen, wiepen of betuining. Het zijn grondkerende constructies om afkalving van de oever (of het talud) te voorkomen zodat de doorstroming of het vaarwegverkeer niet wordt belemmerd door afgekalfde grond.
OOOOOOOOOOOOOOOOOOO
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het plaatsen, behouden of weghalen van beschoeiing en andere profielbeschermingen in het beperkingengebied vaarwegengebied vaarweg in beheer bij het hoogheemraadschap of kernzone of beschermingszone A van de waterkering is een voorafgaande beoordeling nodig van het hoogheemraadschap. Het hoogheemraadschap wil elk geval apart beoordelen, zo'n voorziening is op elke locatie anders. Deze activiteit is daarom vergunningplichtig.
PPPPPPPPPPPPPPPPPPP
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het plaatsen van een beschoeiing en andere profielbeschermingen in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam, met uitzondering van vaarwegen, buiten het beperkingengebied waterkering en beschermingszone A bij een waterkering, gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
Voor het plaatsen, behouden of weghalen van een beschoeiing en andere profielbeschermingen in het gebied oppervlaktewaterlichaam gelden algemene regels, mits er geen vergunningplicht geldt op basis van artikel 2.167. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
QQQQQQQQQQQQQQQQQQQ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het plaatsen of weghalen van de beschoeiing of andere profielbescherming profielbescherming aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar de beschoeiing of andere profielbeschermingen wordt geplaatst en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van het plaatsen van de beschoeiing of andere profielbescherming aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve ligging van de beschoeiing of andere profielbescherming en de objectgegevens.
Wanneer een beschoeiing of andere profielbescherming wordt weggehaald en niet wordt teruggeplaatst, kan het op grond van dit artikel nodig zijn om een waterbodemimmissietoets te overleggen. Met een waterbodemimmissietoets wordt bepaald of een grondverontreiniging boven de interventiewaarden de oppervlaktewaterkwaliteit wel of niet negatief beïnvloedt. Wanneer een grondverontreiniging boven de interventiewaarde in de grond, oever of waterbodem wordt verwijderd, zodat geen interventiewaardenoverschrijdingen zich meer bevinden in de toekomstige oever, kan een waterbodemimmissietoets achterwege blijven.
RRRRRRRRRRRRRRRRRRR
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een beschoeiing of andere profielbescherming is een constructie die de oever beschermt tegen uitzakken of uitspoelen van de oever. In sommige gebieden voeren we in bepaalde perioden van het jaar (meestal zomerperiode) hogere waterpeilen. Als de beschoeiing wordt geplaatst bij het hoogst gevoerde waterpeil is het niet nodig om het verlies van waterberging te compenseren.
Door de aanleg van beschoeiing of andere profielbescherming tot het maaiveld wordt het oppervlaktewaterlichaam (het water en de oever) minder breed, omdat het schuine talud verloren gaat. Hierdoor gaat capaciteit voor waterberging verloren. Dit moet worden gecompenseerd.
Een beschoeiing dient in goede staat gehouden te worden, om bijvoorbeeld te voorkomen dat grond langs de beschoeiing of de beschoeiing zelf in de watergang zakt.
SSSSSSSSSSSSSSSSSSS
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Obstakels kunnen de doorstroming van het water of het onderhoud van het water hinderen en moeten daarom weggehaald worden als ze niet meer nodig zijn. Om dit op een veilige manier te doen is het vereist om met het hoogheemraadschap af te stemmen over het moment en de wijze waarop het weghalen wordt uitgevoerd.
Als een beschoeiing verwijderd wordt, en er daarna op dezelfde plaats geen nieuwe beschoeiing aangebracht zal worden, is er in sommige gebieden kans op uitloging van grondverontreiniging naar het oppervlaktewater. Dat moet worden voorkomen. Daarom, als er een bestaande verontreiniging bekend is waarin de interventiewaarde wordt overschreden, moet er in deze gevallen een waterbodemimmissietoets worden uitgevoerd.
Wanneer uit de waterbodemimmissietoets blijkt dat de grondverontreiniging boven de interventiewaarde in de grond, oever of waterbodem geen nadelige gevolgen heeft op de oppervlaktewaterkwaliteit, kan de beschoeiing worden verwijderd zonder aanvullende maatregelen.
TTTTTTTTTTTTTTTTTTT
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in de artikelen 2.7 en 2.1572.170.
UUUUUUUUUUUUUUUUUUU
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het aanleggen en behouden van natuurvriendelijke oevers in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam en het beperkingengebiedde gebieden oppervlaktewaterlichaam, kernzone van de waterkering, beschermingszone A van de waterkering met bijbehorende beschermingszones en natuurvriendelijke oever.
Wanneer in een vergunning (voor bijvoorbeeld een demping of verhardingstoename) als compenserende maatregel wordt voorgeschreven dat er oppervlaktewater moet worden gegraven, valt het uitvoeren daarvan onder de voorschriften van die desbetreffende vergunning. Daarom is in het tweede lid opgenomen dat in dat geval paragraaf 2.1.27 niet van toepassing is.
VVVVVVVVVVVVVVVVVVV
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het aanleggen van een natuurvriendelijke oever in het beperkingengebied primaire of regionalegebied kernzone van de waterkering of de beschermingszone A bij een primaire of regionalevan de waterkering, is een voorafgaande beoordeling nodig van het hoogheemraadschap. Het hoogheemraadschap wil elk geval apart beoordelen, zo'n oever is op elke locatie anders. Deze activiteit is daarom vergunningplichtig.
WWWWWWWWWWWWWWWWWWW
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het aanleggen of behouden van een natuurvriendelijke oever in het beperkingengebiedgebied oppervlaktewaterlichaam, gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXX
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het aanleggen van de natuurvriendelijke oever natuurvriendelijke oever aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar de natuurvriendelijke oever natuurvriendelijke oever wordt aangelegd en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van het aanleggen van een natuurvriendelijke oever aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve locatie van de natuurvriendelijke oever en de objectgegevens.
YYYYYYYYYYYYYYYYYYY
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij aanleg van de natuurvriendelijke oever buiten het doorstroomprofiel wordt de waterafvoer niet gehinderd. In perioden met hevige neerslag is het om wateroverlast te voorkomen van belang dat water goed kan worden afgevoerd. Daarom stelt het hoogheemraadschap eisen aan de minimale afmetingen van het water over de breedte en diepte.
Obstakels kunnen de doorstroming van het water of het onderhoud van het water hinderen en moeten daarom weggehaald worden als ze niet meer nodig zijn.
Het wateroppervlak binnen de natuurvriendelijke oever draagt bij aan de waterberging van een gebied.
Zonder onderhoud kan door de groei en sterfte van oeverplanten na enige tijd de bodem boven water komen te liggen zodat er geen waterberging meer kan plaatsvinden. Dit moet worden voorkomen.
Wanneer uit de waterbodemimmissietoets blijkt dat de grondverontreiniging boven de interventiewaarde in de toekomstige waterbodem geen nadelige gevolgen heeft op de oppervlaktewaterkwaliteit, kunnen de graafwerkzaamheden uitgevoerd worden zonder aanvullende maatregelen.
ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
AAAAAAAAAAAAAAAAAAAA
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in de artikelen 2.7, 2.1642.177 en 2.1652.178.
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het ophogen van lage percelen en bergingen in een bergingsgebied. Als door hevige neerslag vanuit het water omliggende percelen en/of bebouwing onder water komen te staan spreken we van wateroverlast. Laag gelegen percelen komen dan als eerste onder water te staan. Deze gebieden vormen als het ware de noodventielen van een polder bij hevige neerslag. Bij ophogen van deze percelen kunnen ze niet meer gebruikt worden voor waterberging, waardoor de rest van het gebied meer/sneller wateroverlast kan krijgen. De hoeveelheid water die in de oude situatie op het perceel kon worden geborgen, oftewel de bergingscapaciteit, moet worden gecompenseerd. Hiermee voorkomen we dat ophoging ten koste gaat van het waterbergend vermogen in het gebied. Deze paragraaf is een uitwerking van een structurerende keuze (nr. 13) uit de kamerbrief Water en Bodem Sturend van 25 november 2022 met betrekking tot het borgen van waterberging in diepe polders.
Deze paragraaf gaat over het ophogen van percelen in het gebied bergingsgebied. Bergingsgebieden zijn gebieden die specifiek zijn aangelegd om de waterberging in de polder te vergroten om zo de wateroverlast in de polder te beperken. Bergingsgebieden zijn meestal ook ruimtelijk vastgelegd.
CCCCCCCCCCCCCCCCCCCC
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het ophogen van een laag perceel of bergingpercelen in een bergingsgebied gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
DDDDDDDDDDDDDDDDDDDD
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het ophogen van het lage perceel of de bergingpercelen in een bergingsgebied aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar het lage perceel of de berging wordt opgehoogd en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van het ophogen van percelen aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve locatie van de ophoging en de objectgegevens.
EEEEEEEEEEEEEEEEEEEE
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Als door hevige neerslag vanuit het water omliggende percelen en of bebouwing onder water komen te staan spreken we van wateroverlast. Laag gelegen percelen komen dan als eerste onder water te staan. Bij ophogen van deze percelen kunnen ze niet meer gebruikt worden voor waterberging, waardoor de rest van het gebied meer/sneller wateroverlast kan krijgen. De hoeveelheid water die in de oude situatie op het perceel kon worden geborgen, oftewel de bergingscapaciteit, moet worden gecompenseerd.
Als door hevige neerslag vanuit het watersysteem omliggende percelen en of bebouwing onder water komen te staan spreken we van wateroverlast door inundatie. In diverse polders zijn waterbergingsgebieden gerealiseerd om de wateroverlast in de polder te beperken. Deze bergingsgebieden dienen om overtollig regenwater tijdelijk te bergen om wateroverlast bij aangrenzende percelen te beperken. Het ophogen van deze percelen leidt tot vermindering van de bergingscapaciteit waardoor de rest van de polder meer/sneller wateroverlast kan krijgen. De hoeveelheid water die in de oude situatie op het perceel kon worden geborgen, oftewel de bergingscapaciteit, moet worden gecompenseerd. Daarom dient een initiatiefnemer hiervoor tijdig contact op te nemen met het hoogheemraadschap voor het bepalen van de benodigde compensatie en de realisatie daarvan.
FFFFFFFFFFFFFFFFFFFF
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in artikel 2.1702.183.
GGGGGGGGGGGGGGGGGGGG
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het realiseren of wijzigen van peilafwijkingen in het beheergebied van het hoogheemraadschap.
Een peilafwijking met behulp van een pomp valt niet onder deze activiteit. Een peilregeling die wordt gerealiseerd door waterinlaat van buiten de polder, zoals water uit de boezem of het IJsselmeer valt niet onder deze activiteit.
HHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Indien buiten het aangewezen gebied peilafwijkingen de peilafwijking niet kan worden gerealiseerd of gewijzigd met bestaande kunstwerken, wordt vergunning aangevraagd.
Voor het verlagen of verhogen van het waterpeil door middel van een pomp is een vergunning noodzakelijk om voorschriften vast te leggen over de maximale verlaging of verhoging van het waterpeil. In tegenstelling tot een peilregeling waarbij het waterpeil niet lager kan worden verlaagd dan het polderpeil.
Door het aanvoeren van water van buiten de polder, wordt het gemaal mogelijk te veel extra belast. Om eventuele effecten hiervan te beoordelen moet vergunning aangevraagd worden.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIII
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het realiseren of wijzigen van een peilafwijking in het aangewezen gebied peilafwijkingen gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
JJJJJJJJJJJJJJJJJJJJ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het realiseren of wijzigen van de peilafwijking aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar de peilafwijking wordt gerealiseerd en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
Ook verplicht het artikel om uiterlijk twee weken na afronding van het realiseren of wijzigen van de peilafwijking aan het bestuur gegevens en documenten te verstrekken over de definitieve locatie van de peilafwijking en de objectgegevens.
KKKKKKKKKKKKKKKKKKKK
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Iedere
Een peilafwijking mag geen negatieve gevolgen hebben op de omgeving. De peilregeling mag niet leiden tot wateroverlast, watertekort of verdroging in de omliggende gebieden. De peilregelende kunstwerken aan de hoogwaterzijde en de laagwaterzijde mogen niet tegelijkertijd open staan. Ook mag de peilafwijking niet leiden tot onvoldoende kwellengte bij de bestaande peilscheidende kunstwerken. Richtlijn daarbij is dat er sprake is van voldoende kwellengte als minimaal 1 meter horizontale en verticale kwellengte per 10cm10 cm peilverschil wordt gehanteerd.
LLLLLLLLLLLLLLLLLLLL
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in artikel 2.1762.189.
MMMMMMMMMMMMMMMMMMMM
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het plaatsen, behouden en weghalen van peilregelende en peilscheidende kunstwerken in het beperkingengebiedgebied oppervlaktewaterlichaam.
NNNNNNNNNNNNNNNNNNNN
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het plaatsen en weghalen van peilregelende en peilscheidende kunstwerken in het beperkingengebiedgebied oppervlaktewaterlichaam is een voorafgaande beoordeling nodig van het hoogheemraadschap. Het hoogheemraadschap wil elk geval beoordelen op de effecten van deze activiteiten op het vaarverkeerde waterhuishouding die voor elke locatie anders kunnen zijn. Deze activiteiten zijn daarom vergunningplichtig.
Het vastgestelde waterpeil is het resultaat van de afweging die het hoogheemraadschap heeft gemaakt met als doel een duurzaam en goed functionerend watersysteem voor het – waar mogelijk – faciliteren van de ruimtelijke gebruiksfunctie. Het waterpeil moet de aanwezige belangen zo optimaal mogelijk faciliteren en een doelmatig waterbeheer tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten mogelijk maken. Voor specifieke omstandigheden kan een (eventueel tijdelijke) afwijking van het vastgestelde waterpeil gewenst zijn. Het hoogheemraadschap toetst de motivatie voor een peilafwijking en gebruikt deze bij de afweging voor de vergunning. De voorwaarden in de vergunning zijn maatwerkberekeningen. Per peilafwijking wordt aangegeven welk gebied de peilafwijking beslaat, wat de toegestane peilfluctuaties zijn, wat de maximaal toegestane pompcapaciteit is en welke compenserende maatregelen worden genomen.
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het uitzetten en onttrekken van vis in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam.
Deze paragraaf gaat over het uitzetten en onttrekken van vis met het oog op een verantwoord visstandsbeheer ten bate van het beschermen en verbeteren van de ecologische- en chemische waterkwaliteit van het oppervlaktewater in het gebied oppervlaktewaterlichaam.
PPPPPPPPPPPPPPPPPPPP
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het uitzetten of onttrekken van vis in het beperkingengebiedgebied oppervlaktewaterlichaam gelden algemene regels. Een goede visstand is van belang voor de ecologische- en chemische waterkwaliteit. Deze goede visstand kan verstoord worden door het onoordeelkundig uitzetten of onttrekken van vis. Om deze reden zijn algemene regels opgenomen voor het uitzetten of onttrekken van vis.
QQQQQQQQQQQQQQQQQQQQ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een goede visstand is van belang voor de waterkwaliteit en vice versa. Het onttrekken of uitzetten van vis kan leiden tot wijziging van de visstand. Soms is dit gewenst, maar het kan ook ongewenste effecten hebben. Dit is mede afhankelijk van de staat van de ecologische- en chemische waterkwaliteit ter plekke en de actuele visstand. Daarom worden verzoeken tot uitzet en onttrekking getoetst en leggen we afspraken hierover schriftelijk vast in. Bij voorkeur zijn afspraken over uitzet en onttrekking een integraal onderdeel van een visplan dat visrechthebbenden onderling afsluiten.
In een visplan wordt toegewerkt naar een streefbeeld voor de visstand, zoals aangegeven in het uitwerkingskader visstand. Een visplan schept daarbij duidelijkheid over uitzet en onttrekking van vis, waarbij de visrechthebbenden onderling afspraken maken en nakomen, over verantwoorde benutting van vis.
Een visplan heeft in ieder geval betrekking op de vissoorten waarop mag worden gevist, in welke hoeveelheden deze mogen worden onttrokken, met welke vistuigen, op welke momenten, op welke locaties, door welke vissers en met inachtneming van welke bijzondere voorwaarden. Ook voornemens tot uitzet van vis dienen specifiek te worden opgenomen in een visplan. HHNK toetst een visplan aan de doelstellingen uit de (Europese) Kaderrichtlijn Water en aan het beleid van het hoogheemraadschap, inclusief het uitwerkingskader visstand. Voorwaarde is tevens een positief advies over het visplan van de Visstandbeheercommissie Hollands Noorderkwartier.
Het hoogheemraadschap toetst de schriftelijke afspraken en visplannen onder andere aan de doelstellingen uit de (Europese) Kaderrichtlijn Water, de Richtlijnen uitzet karper (herziening 18 december 2020) en aan het beleid van het hoogheemraadschap. Bovendien toetst het hoogheemraadschap specifiek of de uitzet en onttrekking in lijn is met het streefbeeld voor de visstand, zoals aangegeven in het uitwerkingskader visstand.
RRRRRRRRRRRRRRRRRRRR
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in artikel 2.1822.195.
SSSSSSSSSSSSSSSSSSSS
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het weiden van dieren in het beperkingengebiedde gebieden kernzone van de waterkering, en beschermingszone A bij eenvan waterkering.
TTTTTTTTTTTTTTTTTTTT
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het weiden van dieren in het beperkingengebied primaire of regionalegebied kernzone van de waterkering of in beschermingszone A bij een primaire of regionalevan de waterkering, gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
UUUUUUUUUUUUUUUUUUUU
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
VVVVVVVVVVVVVVVVVVVV
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
WWWWWWWWWWWWWWWWWWWW
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in artikel 2.1872.200.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het aanplanten, behouden en rooien van beplantingbomen of bosschages in het beperkingengebied de gebieden oppervlaktewaterlichaam, het beperkingengebied kernzone van de waterkering met bijbehorende beschermingszones , beschermingszone A van de waterkering en in een beperkingengebied molenbiotoop.
YYYYYYYYYYYYYYYYYYYY
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het hoogheemraadschap wil elke aanplant, behouden en rooien van beplantingbomen of bosschages beoordelen op de te stellen voorwaarden en mogelijke aantasting van de betrokken belangen. Elke situatie is anders. Bomen en bosschages kunnen omvallen en ontgrondingskuilen achterlaten. De dijk kan eroderen waardoor de stabiliteit in gevaar komt. Kwaliteit van de vegetatie en bekleding van de waterkering wordt minder door de aanwezigheid van bomen en bosschages. Daarnaast kunnen bomen en bosschages een belemmering vormen voor het regulier onderhoud. Tot slot kan beplantingkunnen bomen of bosschages toekomstige versterkingen van de waterkering bemoeilijken
Maalvaardige molens zijn bemalingsinstallaties, die voor het malen van water afhankelijk zijn van de wind en kunnen worden ingezet om het waterbeheer van de polder uit te voeren. De werking van deze door wind aangedreven bemalingsinstallaties kan belemmerd worden door hoge bebouwing of begroeiing. Hoewel de molenbiotoop ook langs planologische weg in zekere mate beschermd is via provinciale regelgeving, biedt dit niet voldoende zekerheid vanwege de mogelijke uitzonderingen daarop. De beperking van het verbod tot opgaande beplantingen houdt in dat het verbod niet geldt voor laagblijvende gewassen, zoals land- en tuinbouwgewassen.
ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het aanplanten, behouden of rooien van een boom of bosschage in beschermingszone B bij een waterkering gelden algemene regels. In beschermingszone B is de afstand tot de waterkering groot genoeg zodat de bomen geen invloed meer hebben. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
Voor het aanplanten, behouden of rooien van een boom of bosschage in het gebied aangewezen hoge gronden bij een waterkering of oppervlaktewaterlichaam gelden algemene regels. In de gebieden aangewezen hoge gronden en oppervlaktewaterlichaam zijn -voor zover deze niet overlappen met vergunningplichtige gebieden- de regels versoepeld ten opzichte van andere beperkingengebieden en wordt volstaan met algemene regels.
AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
CCCCCCCCCCCCCCCCCCCCC
Na sectie ' Doorstroomprofiel' wordt een sectie ingevoegd, luidende:
Om te voorkomen dat een boom of bosschage schade kan veroorzaken aan een (inlaat)duiker, of dat het kunnen plegen van onderhoud aan een duiker bemoeilijkt wordt, wordt een vrije afstand van minimaal 5 meter aangehouden.
DDDDDDDDDDDDDDDDDDDDD
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.3 en over de algemene regels in de artikelen 2.7, 2.1922.205 en 2.1932.206.
EEEEEEEEEEEEEEEEEEEEE
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het organiseren van evenementen op onverhard oppervlak in het beperkingengebiedgebied kernzone van de waterkering.
FFFFFFFFFFFFFFFFFFFFF
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het organiseren van een evenement op onverhard oppervlak in het beperkingengebiedgebied kernzone van de waterkering heeft invloed op de stabiliteit van de waterkering. Elke situatie is anders. Het hoogheemraadschap wil daarom elk geval beoordelen onder welke voorwaarden de activiteit gerealiseerd kan worden en onder welke vergunningvoorschriften.
GGGGGGGGGGGGGGGGGGGGG
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het plaatsen en behouden van explosiegevaarlijk materiaal in het beperkingengebied waterkering met bijbehorende beschermingszonesgebied kernzone en beschermingszones van de waterkering.
HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het plaatsen van explosiegevaarlijk materiaal in de nabijheid van of op de kernzone van de waterkering heeft invloed op de stabiliteit van de waterkering en er is een mogelijk risico op het ontstaan van een erosiekrater. Elke situatie is anders. Het hoogheemraadschap wil daarom elk geval beoordelen onder welke voorwaarden de activiteit gerealiseerd kan worden en onder welke vergunningvoorschriften.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het uitvoeren van activiteiten in het beperkingengebiedgebied weg.
JJJJJJJJJJJJJJJJJJJJJ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft aan met welke oogmerken de regels in deze afdeling zijn gesteld. De verordening stelt regels in het belang van de aanleg, instandhouding en bruikbaarheid van wegen en de vrije, veilige en vlotte afwikkeling van het verkeer over die wegen.
KKKKKKKKKKKKKKKKKKKKK
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
LLLLLLLLLLLLLLLLLLLLL
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
MMMMMMMMMMMMMMMMMMMMM
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen of vergunningvoorschrift te verbinden aan een omgevingsvergunning. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.2012.215.
Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat een maatwerkvoorschrift niet kan worden gesteld, als over dat onderwerp een voorschrift aan een omgevingsvergunning als bedoeld in afdeling 2.2 kan worden verbonden. Hiervoor is gekozen om voorschriften voor een activiteit zo veel mogelijk samen te brengen in één document.
NNNNNNNNNNNNNNNNNNNNN
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het aanleggen en behouden van uitritten, parkeervoorzieningen en halteplaatsen in het beperkingengebiedgebied weg.
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
PPPPPPPPPPPPPPPPPPPPP
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het aanleggen of behouden van een uitrit, parkeervoorziening of halteplaats in het beperkingengebiedgebied erftoegangsweg gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
QQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQ
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
SSSSSSSSSSSSSSSSSSSSS
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
TTTTTTTTTTTTTTTTTTTTT
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Degene die de verharding gebruikt en er belang bij heeft, draagt ook zorg voor het functioneren en onderhouden van deze verharding. Zo komen de kosten voor een particulier niet ten laste van de algemene gelden voor wegenbeheer.
UUUUUUUUUUUUUUUUUUUUU
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.2012.215 en over de algemene regels in artikelen 2.2082.222 tot en met 2.2102.224.
VVVVVVVVVVVVVVVVVVVVV
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het plaatsen en behouden van werken met een verkeersfunctie door een overheidsinstelling in het beperkingengebiedgebied weg. Voorzieningen en werken met een verkeersfunctie worden aangebracht door de wegbeheerder zelf, het hoogheemraadschap dus. Het betreffen werken die onderdeel uitmaken van de rijbaan (bijvoorbeeld passeerstroken) en verkeersvoorzieningen (zoals bebording). Beide worden ten behoeve van de verkeersveiligheid geplaatst. De plaats en constructie moet voldoen aan de wettelijke vereisten of richtlijnen.
WWWWWWWWWWWWWWWWWWWWW
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het plaatsen en behouden werken met een verkeersfunctie door een overheidsinstelling in het beperkingengebiedgebied weg, gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
YYYYYYYYYYYYYYYYYYYYY
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.2012.215 en over de algemene regels in artikelen 2.2152.229 tot en met 2.2172.231.
CCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCC
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het leggen, behouden en weghalen van kabels, leidingen en leidingenhuisaansluitingen in het beperkingengebiedgebied weg.
DDDDDDDDDDDDDDDDDDDDDD
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het leggen of behouden van een kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting in het beperkingengebiedgebied weg gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
EEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEE
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vijftien werkdagen voor het leggen van de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting aan het bestuur de gegevens en documenten, bedoeld in dit artikel, te verstrekken. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard van de activiteit, de locatie waar de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting wordt gelegd en de geplande aanvangs- en einddatum van de activiteit.
FFFFFFFFFFFFFFFFFFFFFF
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In verband met onderhoud van de berm (meestal maaien) is voldoende gronddekking op de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting nodig zodat de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting door de onderhoudswerkzaamheden niet beschadigd kan raken. De aanlegdiepte is de diepte onder het maaiveld waar de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting gesitueerd moet worden (verticaal gemeten), in dit geval dus met een gronddekking van 60 cm.
De wegfundering, het grondpakket dat de rijbaan/-banen draagt, is breder dan de rijbaanverharding zelf. Om de wegfundering niet te beschadigen, of instabiliteit in de berm direct naast de verharding te veroorzaken, worden sleuven of goten met een minimale (horizontale) afstand van 1,25 m van de verharding gegraven. De sleuf of kabelgoot is een gegraven goot waar de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting op de bodem wordt ingelegd. Na plaatsing van de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting wordt de sleuf weer gedicht en verdicht met de uitgekomen grond.
De kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting wordt ofwel met open ontgraving (sleuf) gelegd of middels boring of persing geplaatst. Rondom een boom worden met deze werkzaamheden boomwortels doorsneden. Om de levensvatbaarheid van de boom zo groot mogelijk te houden, zo min mogelijk schade aan te brengen aan het wortelstelsel van de boom en de meest cruciale wortels niet te beschadigen, is een minimale afstand van 2 meter een vereiste. De minimale afstand van 2 meter vanaf de boomstam wordt gemeten vanaf de buitenzijde van de stam. In het algemeen kan worden gesteld dat het wortelstelsel van een boom (ondergronds) rondom even breed is als de kruin van de boom (bovengronds). Met de genoemde 2 meter kan bij een grotere boom aangenomen worden dat er sowieso schade aan het wortelstelsel ontstaat.
GGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGG
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Onder de weg door wordt een mantelbuis gedrukt, geperst of geboord. Hierdoor is een open ontgraving – en dus het openbreken van de verharding – niet nodig. Door toepassing van een mantelbuis is vervangen of herstellen van de kabel kabel, leiding of leiding huisaansluiting mogelijk (door aan het uiteinde van de mantelbuis de kabel te trekken). Oude kabels/, leidingen of huisaansluitingen worden niet onnodig verlaten of steeds nieuwe locaties aangeboord.
De mantelbuis kan (grond)water vervoeren. Dit kan een oneigenlijke grondwaterstroming veroorzaken of verschillende peilgebieden ter weerszijden van de weg onbedoeld met elkaar verbinden. Om dit te voorkomen dient de mantelbuis aan beide zijden te worden afgesloten. Een mantelbuis is een holle buis met een ruimere diameter dan de kabel(s), leiding(en) of leiding huisaansluiting(en) die hierin komt te liggen.
Ter bescherming van de wegfundering en raken bij onderhoudswerkzaamheden is een minimale gronddekking van 1 meter vereist. De gronddekking van de mantelbuis wordt (horizontaal) gemeten tussen bovenzijde mantelbuis en maaiveld.
HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
JJJJJJJJJJJJJJJJJJJJJJ
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
KKKKKKKKKKKKKKKKKKKKKK
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.2012.215 en over de algemene regels in artikelen 2.2222.236 tot en met 2.2262.240.
LLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLL
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het plaatsen en behouden van werken, reclame-uitingen, stoffen en het houden van dieren in het beperkingengebiedgebied weg. Uitgezonderd van het toepassingsbereik van deze paragraaf zijn:
MMMMMMMMMMMMMMMMMMMMMM
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
NNNNNNNNNNNNNNNNNNNNNN
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het plaatsen of behouden van een werk, reclame-uiting of stof of het houden van dieren in het beperkingengebiedgebied erftoegangsweg gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
PPPPPPPPPPPPPPPPPPPPPP
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
QQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQ
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
SSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSS
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.2012.215 en over de algemene regels in artikelen 2.2322.246 tot en met 2.2342.248.
TTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTT
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf gaat over het geheel of gedeeltelijk afsluiten van een weg in het beperkingengebiedgebied weg.
UUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUU
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
VVVVVVVVVVVVVVVVVVVVVV
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het gedeeltelijk afsluiten van een weg in het beperkingengebiedgebied erftoegangsweg gelden algemene regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
WWWWWWWWWWWWWWWWWWWWWW
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
YYYYYYYYYYYYYYYYYYYYYY
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 2.2012.215 en over de algemene regels in artikelen 2.2402.254 en 2.2412.255.
AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft aan met welke oogmerken de regels in dit hoofdstuk zijn gesteld. Dit zijn, kort gezegd, de doelstellingen van het waterbeheer (zie de begripsomschrijving van beheer van watersystemen in de memorie van toelichting van de Omgevingswet) die betrekking hebben op de waterkwaliteit en functievervulling door watersystemen, aangevuld met de bescherming van de doelmatige werking van zuiveringtechnische werken. De regels in dit hoofdstuk zijn niet gesteld met het doel om wateroverlast of watertekorten te voorkomen of te beperken.
Op grond van artikel 10.29a van de Wet milieubeheer moet het hoogheemraadschap bij het stellen van regels in de waterschapsverordening ook rekening houden met de in dat artikel opgenomen voorkeursvolgorde voor het omgaan met afvalwater. Deze voorkeursvolgorde gold ook voor de voormalige rijksregels die in dit hoofdstuk zijn opgenomen. Bij het opstellen van de regels over lozingen in een oppervlaktewaterlichaam in dit hoofdstuk is daarom niet alleen rekening gehouden met de bescherming van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en de doelmatige werking van zuiveringtechnische werken, maar ook met bijvoorbeeld de voorkeur om afvalwater, dat ten aanzien van de biologische afbreekbaarheid niet overeenkomt met huishoudelijk afvalwater, zo nodig na retentie of zuivering bij de bron te hergebruiken of lokaal terug te brengen in het milieu. Daarom is in verschillende artikelen in dit hoofdstuk bepaald dat afvalwaterstromen onder voorwaarden op een oppervlaktewaterlichaam kunnen worden geloosd. Hierbij is een afweging gemaakt tussen enerzijds de bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewaterlichaam (dat leidt tot beperking van lozingen op een oppervlaktewaterlichaam) en anderzijds de bescherming van de doelmatige werking van zuiveringtechnische werken en de voorkeur voor lokale verwerking van afvalwater (dat leidt tot beperking van lozingen op de vuilwaterriolering). Waar het oogmerk «doelmatig beheer van afvalwater» staat, duidt dit erop dat deze afweging heeft gespeeld.
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel bevat een specifieke zorgplicht voor lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam en lozingsactiviteiten op een zuiveringtechnisch werk. De formulering van deze specifieke zorgplicht is gelijk aan die van artikel 2.11 van het Bal. Het eerste lid bevat de omschrijving van de zorg die iedereen die een lozingsactiviteit uitvoert moet betrachten. Het tweede lid bevat een nadere uitwerking van de elementen die in ieder geval tot die zorg behoren.
De specifieke zorgplicht van dit artikel geldt naast de meer uitgewerkte artikelen over lozingsactiviteiten in de afdelingen 3.2 tot en met 3.203.19. De specifieke zorgplicht geldt ook voor lozingsactiviteiten waarvoor een omgevingsvergunning op grond van afdeling 3.20 is vereist.
Dit sluit aan op de keuze die het Rijk heeft gemaakt over de werking van de specifieke zorgplichten van het Bal. De specifieke zorgplicht fungeert zoals een basisnorm voor alle lozingsactiviteiten die onder de reikwijdte van dit hoofdstuk vallen. De algemene regels van de afdelingen 2.2 3.2 en verder en de voorschriften die aan een omgevingsvergunning voor een lozingsactiviteit worden verbonden, zijn een nadere uitwerking van de specifieke zorgplicht voor een concrete lozingsactiviteit. Die algemene regels en vergunningvoorschriften moeten steeds passen binnen de oogmerken van artikel 2.2 3.2 (waarnaar in het eerste lid van dit artikel wordt verwezen) en de strekking die in het tweede lid van dit artikel is opgenomen. Deze brede werking van de specifieke zorgplicht maakt het mogelijk om maatregelen, die voor zich spreken en die ieder redelijk denkend mens zal nemen, niet uit te schrijven in de algemene regels van dit hoofdstuk en in vergunningvoorschriften. De specifieke zorgplicht waarborgt dat zulke vanzelfsprekende maatregelen worden genomen.
Deze specifieke zorgplicht is de opvolger van de zorgplichten die in artikel 2.1 van het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer, artikel 2.1 van het voormalige Besluit lozen buiten inrichtingen en artikel 4 van het voormalige Besluit lozing afvalwater huishoudens waren opgenomen. Tegen een overtreding van de specifieke zorgplicht kan handhavend worden opgetreden. Handhavend optreden ligt voor de hand bij evidente overtredingen van de specifieke zorgplicht. Daarvan is sprake in situaties waarin het handelen of nalaten van degene die de activiteit verricht onmiskenbaar in strijd is met de specifieke zorgplicht. Er kunnen ook situaties aan de orde zijn waarin niet direct duidelijk is of van onmiskenbare strijd sprake is. Het bevoegd gezag zal dan een keuze moeten maken tussen een handhavingstraject of het eerst verduidelijken wat de specifieke zorgplicht inhoudt. Die verduidelijking kan in de vorm van het stellen van een maatwerkvoorschrift (zie het navolgende artikel) maar dat hoeft niet. Ook wanneer het bevoegd gezag degene die de activiteit verricht mondeling of schriftelijk informeert over wat er in een concreet geval onder de specifieke zorgplicht moet worden verstaan, is het voor diegene na ontvangst van die informatie duidelijk wat er verwacht wordt. Als daar geen gevolg aan wordt gegeven, is er sprake van onmiskenbare strijd met de specifieke zorgplicht. Een uitgebreidere uiteenzetting van de mogelijkheden om handhavend op te treden tegen overtredingen van de specifieke zorgplicht is opgenomen in de nota van toelichting bij het Bal.
CCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCC
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel is ontleend aan de Omgevingsregeling. In dit artikel wordt gevraagd om basale informatie van lozingsactiviteit, zoals: de aard, het debiet, de locatie van de lozingspunten, verwachte tijdstip en duur van de lozing, eventuele maatregelen of voorzieningen om lozingen (van bijvoorbeeld ongezuiverd huishoudelijk afvalwater) te voorkomen, de noodzaak om te moeten lozen, de samenstelling van het afvalwater, de invloed van de lozing op het ontvangende oppervlaktewater en een beschrijving hoe metingen aan het afvalwater worden verricht, geregistreerd en gerapporteerd aan in dit geval het bestuur van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.
DDDDDDDDDDDDDDDDDDDDDDD
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor de beoordeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam of op een zuiveringtechnisch werk zijn de beoordelingsregels van het Bkl van overeenkomstige toepassing. Dat sluit aan op de situatie die gold voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
EEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEE
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ook de voorschriften die op grond van het Bkl aan een omgevingsvergunning voor een lozingsactiviteit moeten worden verbonden, zijn van overeenkomstige toepassing. Dit sluit eveneens aan bij de regeling op grond van de Waterwet.
FFFFFFFFFFFFFFFFFFFFFFF
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 3.3 over de algemene regels over ongewone voorvallen en over de algemene regels over lozingsactiviteiten in de afdelingen 3.2 tot en met 3.20. De keuze om maatwerkvoorschriften generiek mogelijk te maken sluit ook hier aan bij de keuze die het Rijk heeft gemaakt in het Besluit activiteiten leefomgeving.
Deze bevoegdheid tot het stellen van maatwerkvoorschriften is de opvolger van onder meer de maatwerkbevoegdheden ter uitwerking van de zorgplichten van artikel 2.1 van het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer, artikel 2.1 van het voormalige Besluit lozen buiten inrichtingen en artikel 4 van het voormalige Besluit lozing afvalwater huishoudens, en de specifieke maatwerkbevoegdheden die in diverse artikelen van die besluiten waren opgenomen. Met het verruimen van de bevoegdheid om maatwerkvoorschriften te stellen, wordt overigens niet beoogd dat het bevoegd gezag vaker dan voor inwerkingtreding van de Omgevingswet gebruik zal maken van die bevoegdheid. Maatwerk blijft een uitzondering; de algemene regels in dit hoofdstuk voldoen in de meeste gevallen. Maar als lokale omstandigheden of een bijzondere bedrijfsvoering maatwerk nodig maken, dan kan daarin wel worden voorzien.
GGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGG
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Om wateroverlast te voorkomen stelt het hoogheemraadschap een maximum aan de afvoer van water naar oppervlaktewater van 50 m3 per uur. Het gaat in dit voorschrift alleen om (schoon) hemelwater en systeemeigen watergrondwater. Met dit laatste wordt water bedoeld dat onderdeel is van hetzelfde watersysteem als het water waarin het wordt gebracht.
HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel verplicht om vier weken voor de start van de lozing gegevens en documenten te verstrekken aan het bevoegd gezag. Daarbij wordt informatie verstrekt over de aard en omvang van de lozing, zoals de te lozen hoeveelheid afvalwater en de concentraties van stoffen die in het afvalwater worden verwacht. Het bevoegd gezag moet eveneens worden geïnformeerd als er wijzigingen optreden in de lozing, bijvoorbeeld omdat de hoeveelheid te lozen water wordt aangepast.
De plicht om het bevoegd gezag te informeren geldt niet voor lozingen bij ontwatering (bijvoorbeeld bronbemalingen) die minder dan 48 uur duren, of bij lozingen vanuit huishoudensvanaf percelen met een woonfunctie afkomstig van een onttrekking volgens het polderprincipe en lozingen vanaf agrarische percelen met drainage onder vrij verval. Met drainage onder vrij verval wordt bedoeld, drainage waarvoor geen pomp nodig is om het water te lozen. Voor lozingen bij ontwatering met een duur tussen 48 uur en 8 weken geldt een afwijkende termijn voor het verstrekken van gegevens en documenten: ten minste vijftien werkdagen voor de start van de lozingsactiviteit wordt het bevoegd gezag geïnformeerd in plaats van 4 weken.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In dit artikel wordt aangegeven welke normen gehanteerd worden voor het meten van emissiegrenswaardende stofconcentraties in het te lozen water. Artikelen met normbladen voor het bemonsteren van afvalwater schrijven niet voor dat het afvalwater moet worden bemonsterd, maar wel wat er moet gebeuren áls er wordt bemonsterdbeschrijven de wijze van bemonstering. Er zijn normen opgenomen voor het bemonsteren, conserveren en ontsluiten. Ook zijn de analysemethoden die moeten worden gebruikt voor de stoffen waaraan in deze afdeling emissiegrenswaarden worden gesteld voorgeschreven. De versies van de NEN-EN-normen zijn opgenomen in de begripsbepalingen van bijlage I.
Als er wordt bemonsterd, moeten de monsters volgens NEN 6600-1 worden geconserveerd om te voorkomen dat in de monsters verandering optreedt voor de te analyseren parameter tussen het moment van bemonstering en het moment van analyse. Omdat de emissiegrenswaarden die zijn gesteld betrekking hebben op het totaal van opgeloste en niet opgeloste stoffen in het afvalwater, is het van belang dat het monster niet gefilterd wordt en dat de stoffen die zich onopgelost in het afvalwater bevinden meegenomen worden in de analyse.
JJJJJJJJJJJJJJJJJJJJJJJ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Afvalwater afkomstig van het saneren van de bodem of het grondwater (of een aan een grondwatersanering voorafgaand onderzoek) is qua biologische afbreekbaarheid niet vergelijkbaar met huishoudelijk afvalwater. In lijn met de voorkeursvolgorde voor het omgaan met afvalwater, opgenomen in artikel. 10.29a van de Wet milieubeheer, heeft het de voorkeur om dit afvalwater na zuivering lokaal terug te brengen in het milieu en niet af te voeren naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) via het openbare vuilwaterriool. Daarom is in dit artikel het lozen op een oppervlaktewaterlichaam toegestaan. Deze afdeling geldt ook voor lozingen afkomstig van milieubelastende activiteiten die zijn aangewezen in hoofdstuk 3 van het Bal. In dat geval zijn de regels van deze afdeling maatwerkregels op grond van artikel 2.12 van dat besluit.
Bij het saneren kunnen, naast het positieve milieueffect dat de sanering heeft, ook nadelige gevolgen optreden. Om de nadelige gevolgen voor de oppervlaktewaterkwaliteit van bij het saneren vrijkomend afvalwater te beperken, zijn in dit artikel emissiegrenswaarden opgenomen voor het lozen daarvan. Vaak wordt dit water ter plaatse gezuiverd. Het afvalwater wordt vervolgens in het oppervlaktewater geloosd.
Voor lozingen in het oppervlaktewater zijn emissiegrenswaarden geformuleerd voor oppervlaktewateren die voor lozingen geen bijzondere bescherming nodig hebben, en wateren waarbij een bijzondere bescherming wel aan de orde kan zijn. De emissiegrenswaarden zijn overgenomen uit het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer en het voormalige Besluit lozen buiten inrichtingen. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen lozingen op aangewezen oppervlaktewaterlichamen en niet-aangewezen oppervlaktewaterlichamen. De aangewezen oppervlaktewaterlichamen, die een grotere omvang hebben en daardoor minder kwetsbaar zijn voor lozingen, zijn opgenomen in bijlage III bij deze verordening.
In het Activiteitenbesluit milieubeheer en het Besluit lozen buiten inrichtingen was ook bepaald dat het afvalwater doelmatig moest kunnen worden bemonsterd. Die regel is nu opgenomen in de specifieke zorgplicht in dit hoofdstuk.
KKKKKKKKKKKKKKKKKKKKKKK
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Grondwater bij ontwatering is de algemene term voor grondwater dat vrijkomt bij bijvoorbeeld bronneringen en water uit drainagebuizen. Dit kunnen kleinschalige activiteiten betreffen die bijvoorbeeld na een paar uur zijn afgerond, maar ook grootschalige projecten (vooral in de bouw) die jaren kunnen duren en waar zeer grote hoeveelheden grondwater worden weggepompt. De regeling voor het lozen van grondwater heeft de voorkeursvolgorde voor het beheer van afwater (artikel 10.29a van de Wet milieubeheer) als uitgangspunt. Over het algemeen kan het grondwater dat lokaal bij ontwatering vrijkomt zonder problemen lokaal in het milieu teruggebracht worden. Maar het is niet uitgesloten dat afhankelijk van de locatie waar het vrijkomt grondwater in enige mate verontreinigd kan zijn of van nature stoffen bevat, waarvan de lozing bezwaarlijk kan zijn. Veelal is dit lokaal bekend uit gegevens bij het bedrijf zelf of bij de overheid. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van degene die loost om het waterschap te informeren over de bekende gegevens over de samenstelling en eventuele verontreiniging van het grondwater. Dit is met name van belang daar waar de samenstelling van het grondwater afwijkt van de in het gebied voorkomende grondwaterkwaliteit. Bij twijfel over de vraag of hiervan sprake zou kunnen zijn is het raadzaam om contact op te nemen met het waterschap om na te gaan of er in een bepaald gebied nog stoffen in de bodem aanwezig zijn, waarvan lozing tot problemen zou kunnen leiden. In dit artikel is een emissiegrenswaarde voor onopgeloste bestanddelen opgenomen. Het beperken van visuele verontreiniging valt onder de specifieke zorgplicht en is daarom niet uitgeschreven in dit artikel.
Dit artikel is niet van toepassing op lozingen van grondwater bij wonen, omdat het voormalige Besluit lozing afvalwater huishoudens geen specifieke eisen bevatte voor deze lozingen. Voor wonen wordt daarom volstaan met de specifieke zorgplicht van dit hoofdstuk.
De meetverplichting en de verplichting voor chloride zijn niet van toepassing op lozingen van grondwater van particuliere huishoudens afkomstig van onttrekkingen volgens het polderprincipe. In de praktijk betreffen dit doorlopende of seizoensgebonden onttrekkingen van freatisch grondwater met een klein debiet om kelders en kruipruimten droog te houden. Omdat de te lozen debieten relatief klein zijn en het onttrokken grondwater doorgaans een vergelijkbare kwaliteit heeft als het ontvangende oppervlaktewater vormen deze lozingen geen risico voor de oppervlaktewaterkwaliteit. Voor particuliere huishoudens wordt daarom volstaan met de specifieke zorgplicht van dit hoofdstuk.
LLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLL
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het lozen van huishoudelijk afvalwater afkomstig van wonenparticuliere huishoudens. Zorginstellingen, huisvesting van seizoensarbeiders en andere groepsaccommodaties vallen niet onder deze paragraaf. Omdat de hoeveelheid huishoudelijk afvalwater afkomstig van zorginstellingen, huisvesting doorvan seizoensarbeiders en groepsaccommodaties van zo’n grote omvang is, zijn de regels voor het bedrijfsmatig lozen van huishoudelijk afvalwater hierop van toepassing en zijn ze uitgezonderd van de regels lozen van huishoudelijk afvalwater afkomstig van wonenparticuliere huishoudens.
MMMMMMMMMMMMMMMMMMMMMMM
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij het lozen van huishoudelijk afvalwater afkomstig van wonenparticuliere huishoudens gelden algemene regels. Particuliere huishoudens moeten per huishouden voldoen aan deze regels. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in deze gevallen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.
NNNNNNNNNNNNNNNNNNNNNNN
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In de praktijk vinden de meeste lozingen van huishoudelijk afvalwater plaats in het vuilwaterriool. Voor een beperkt aantal situaties waar geen aansluiting op het vuilwaterriool of een zuiveringtechnisch werk mogelijk is, is lozen op een oppervlaktewaterlichaam toegestaan. Dit is toegestaan buiten de bebouwde kom of binnen de bebouwde kom van waaruit stedelijk afvalwater wordt geloosd met een vervuilingswaarde van minder dan 2.000 inwonerequivalenten. Deze afdeling geldt ook voor lozingen afkomstig van milieubelastende activiteiten die zijn aangewezen in hoofdstuk 3 van het Bal. In dat geval zijn de regels van deze afdeling maatwerkregels op grond van artikel 2.12 van dat besluit.
Binnen de in het eerste lid aangegeven afstanden tot de riolering in combinatie met het aantal inwonerequivalenten dat geloosd wordt, is het verboden direct in het oppervlaktewater te lozen. Aansluiting op de riolering ligt dan voor de hand. Buiten deze afstandsgrenzen moet het huishoudelijk afvalwater gezuiverd worden voordat het geloosd mag worden in het oppervlaktewater.
De afstanden in dit artikel zijn de afstanden van het vuilwaterriool of zuiveringtechnisch werk tot de kadastrale grens van het perceel waar het huishoudelijk afvalwater vrijkomt. Voor een aantal lozingen van huishoudelijk afvalwater die al voor 1 maart 1997 plaatsvonden werd op grond van de toen geldende wetgeving de afstand bepaald tot het gedeelte van het gebouw dat het dichtst bij het vuilwaterriool of zuiveringtechnisch werk was gelegen. Voor deze lozingen geldt overgangsrecht. Dit overgangsrecht is ongewijzigd overgenomen uit het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer, het voormalige Besluit lozen buiten inrichtingen en de daaraan voorafgaande besluiten: het voormalige Lozingenbesluit bodembescherming en het voormalige Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater. In sommige gevallen is hemelsbreed de afstand tot het dichtstbijzijnde vuilwaterriool minder dan genoemd in het eerste lid, maar is het in de praktijk niet mogelijk daar een afvoerleiding te plaatsen. Bijvoorbeeld omdat dan een watergang gekruist of een dijk doorboord moet worden. Daarvoor is in het tweede lid, onderdeel b, opgenomen dat de afstand berekend moet worden langs de lijn waar in de praktijk een afvoerleiding geplaatst kan worden. De eisen aan lozingen van huishoudelijk afvalwater gelden niet voor spoorvoertuigen en voor militaire oefeningen op militaire terreinen. De voorzieningen voor de opvang van huishoudelijk afvalwater bij spoorvoertuigen kunnen via de spoorwegwetgeving worden geregeld. Bij militaire oefeningen is de plaatsing van IBA’s redelijkerwijs niet mogelijk.
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In de situaties dat niet wordt aangesloten op de riolering maar direct wordt geloosd in het oppervlaktewater worden met dit artikel lozingseisen in de vorm van emissiegrenswaarden gesteld. Hierbij wordt voor lozingen in het oppervlaktewater een onderscheid gemaakt tussen lozingen in aangewezen wateren (wateren die geen bijzondere bescherming behoeven) en niet-aangewezen wateren (wateren die wel bijzondere bescherming behoeven). De lijst van aangewezen wateren is opgenomen in bijlage III bij deze verordening. Aan de hier gestelde lozingseisen ligt het CIW-rapport ‘Individuele Behandeling van Afvalwater, IBA-systemen’ van januari 1999 ten grondslag.
De voorwaarden die aan de beperkte directe lozingen in het oppervlaktewater van huishoudelijk afvalwater worden gesteld, komen in grote lijnen overeen met de hieraan voorafgaande voorwaarden op grond van het voormalige Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater. Voor beperkte lozingen van huishoudelijk afvalwater kan de lozer er, in afwijking van de emissiegrenswaarden op grond van tabel 2.3, voor kiezen te lozen via een septic tank. Deze voorziening is geschikt voor lozingen tot en met 5 inwonerequivalenten. Vandaar dat in het derde lid van dit artikel is aangegeven dat lozingen van huishoudelijk afvalwater van minder dan 6 inwonerequivalenten via zo’n voorziening geloosd mogen worden.
Deze voorwaarden komen overeen met de voorwaarden die voorafgaand aan de inwerkingtreding van het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer en het voormalige Besluit lozen afvalwater huishoudens golden op grond van de Regeling Wvo septic tank en de Uitvoeringsregeling lozingenbesluit bodembescherming. Oudere voorzieningen die nog steeds zijn afgestemd op de hoeveelheid te lozen afvalwater, mogen ook worden gebruikt. De voor 2009 geplaatste voorzieningen kunnen namelijk niet worden getoetst aan de norm voor het hydraulisch rendement, omdat de in de NEN-EN 12566-1 beschreven beproevingsprocedure niet in het veld toepasbaar is.
PPPPPPPPPPPPPPPPPPPPPPP
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Huishoudelijk afvalwater ontstaat bij particulieren (huishoudens) en bedrijven. Het bevat verontreinigingen die samenhangen met het voeren van een huishouding, zoals koken, (af-)wassen en gebruik van toilet. Dit type afvalwater komt ook vrij bij bedrijven. Voorbeelden zijn tijdelijke huisvesting, campings, kantoren, hotel of restaurant. Denk bijvoorbeeld aan afvalwater dat vrijkomt bij voedselbereiding met grootkeukenapparatuur in de keuken van een hotel. De voorkeursroute voor deze lozingen is via het vuilwaterriool naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie.
Deze paragraaf gaat over het bedrijfsmatig lozen van huishoudelijk afvalwater in het beheergebied. Ten opzichte van huishoudelijk afvalwater afkomstig van wonen bevatten de bedrijfsmatige lozingen een grotere hoeveelheid stoffen en de impact op de watergangen is groter. Het waterschap wil deze lozingen scherper reguleren.
Voor deze nieuwe strengere regels geldt het overgangsrecht zoals opgenomen in afdeling 5.1 van deze waterschapsverordening. De regels zijn niet direct van toepassing op de situaties die voorheen niet vergunningplichtig of verboden waren en daarna wel. Er geldt een overgangstermijn van 2 jaar, zie hiervoor artikel 5.1, vierde lid.
Omdat de hoeveelheid huishoudelijk afvalwater afkomstig van groepsaccommodaties (bijvoorbeeld voor tijdelijke huisvesting arbeidsmigranten, accommodaties voor recreatief gebruik en campings) van zo’n grote omvang is, wil het waterschap deze lozingen reguleren alsof het bedrijfsmatige lozingen zijn. Het toepassingsbereik van deze paragraaf geldt daarom ook voor die lozingen. De bestaande locaties liggen vooral in het buitengebied en zijn niet aangesloten op het riool, omdat er geen riolering in de buurt is geplaatst en aansluiten financieel en technisch niet doelmatig is. Deze locaties hebben voor het zuiveren van afvalwater vaak een IBA-systeem (Individuele Behandeling van Afvalwater) of septic tank(s). Uit metingen blijkt dat de eerder aangebrachte systemen onvoldoende functioneren. Dit heeft te maken met de hoeveelheid afvalwater, het gebruik en het niet continu in gebruik zijn van het systeem (seizoensafhankelijk). Daarnaast zijn de IBA-systemen minder geschikt voor piekbelastingen. Dat leidt ertoe dat de waterkwaliteit door deze lozingen achteruit gaat. Op Europees en landelijk niveau is afgesproken om minimaal het stand still-beginsel toe te passen. Dat betekent dat de waterkwaliteit niet mag verslechteren. Dit blijkt ook uit recente jurisprudentie: op 5 mei 2022 heeft het Hof van Justitie EU een arrest gewezen over de Kaderichtlijn Water (KRW) (ECLI:EU:C:2022:350) waaruit blijkt dat tijdelijke achteruitgang van de toestand van een oppervlaktewaterlichaam is niet toegestaan.
Met de verwachte toename van grootschaligere locaties in het buitengebied, zal de belasting op het watersysteem vele malen groter worden en de waterkwaliteit achteruitgaan. Uit uitgevoerde modelstudies blijkt ook dat de belasting van de lozingen op sommige delen van ons watersysteem dusdanig groot is, dat het systeem niet meer herstelt. Vanuit de KRW zijn de relevante criteria, de normen voor P, N, NH4, O2 en verontreinigende stoffen beschouwd. Ook is gekeken naar niet genormeerde stoffen, zoals bijvoorbeeld medicijnresten. Getoetst is of een activiteit leidt tot “achteruitgang”. Daarvan is sprake wanneer de activiteit leidt tot een achteruitgang van de toestandsklasse van een stof of kwaliteitselement. Indien het betreffende kwaliteitselement zich reeds in de laagste klasse bevindt, vormt iedere achteruitgang van dat element een ‘achteruitgang van de toestand’ van een oppervlaktewaterlichaam (Wezer arrest). Uit de studie blijkt dat met name de kleinere watergangen de grotere lozingsvrachten niet aan kunnen. Het hoogheemraadschap wil verdere achteruitgang voorkomen.
Deze paragraaf is ook van toepassing op het lozen van huishoudelijk afvalwater afkomstig van groepsaccommodaties. Onder het begrip groepsaccommodatie wordt verstaan: een voorziening ten behoeve van het verblijven van meerdere personen. Onder wonen worden normaal gesproken diverse uiteenlopende vormen van huisvesting of bewoning begrepen, zoals het gebruik van een pand voor een particulier huishouden of de huisvesting van buitenlandse werknemersarbeidsmigranten of seizoensarbeiders. Het waterschap wil hier een onderscheid maken. Deze verblijfsgroepen vallen niet onder de regels van het lozen van huishoudelijk afvalwater afkomstig van wonen (paragraaf 3.4.1).
Voor het begrip groepsaccommodatie gaat het om een accommodatie anders dan een particulier huishouden. In een groepsaccommodatie wordt er voor een bepaalde duur overnacht buiten de eigen woonplaats. Bij bewoning door arbeidsmigranten van zo’n accommodatie is geen sprake van een huishouding. Huisvesting van een zo’n groep personen valt onder het begrip groepsaccommodatie. In het geval huishoudelijk afvalwater vrijkomt bij een bedrijf zoals een camping, kantoor, locatie met gezondheidsfunctie, locatie met logiesfunctie (hotel, restaurant, bed & breakfast of asielzoekerscentra), wordt gezien als het bedrijfsmatig lozen van huishoudelijk afvalwater. Mocht er geen sprake zijn van een bedrijf dan valt de bewoning van een groep onder de regels van groepsaccommodaties.
De eisen aan lozingen van huishoudelijk afvalwater gelden niet voor spoorvoertuigen en voor militaire oefeningen op militaire terreinen. De voorzieningen voor de opvang van huishoudelijk afvalwater bij spoorvoertuigen kunnen via de spoorwegwetgeving worden geregeld. Bij militaire oefeningen is de plaatsing van IBA’s redelijkerwijs niet mogelijk.
QQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het beperkingengebiedgebied primair oppervlaktewater is minder kwetsbaar en een bedrijfsmatige lozing kan in bepaalde gevallen onder voorschriften worden toegestaan. Andere zuiveringsvoorzieningen (die eenzelfde of zelfs beter zuiveringsrendement opleveren) wil het waterschap niet uitsluiten. Deze gevallen wil het waterschap per geval beoordelen en toetsen bij een aanvraag om vergunning.
RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor beperkte lozingen van huishoudelijk afvalwater kan de lozer er voor kiezen te lozen via een septic tank. Deze voorziening is geschikt voor lozingen tot en met 5 inwonerequivalenten. Vandaar dat in het eerste lid van dit artikel is aangegeven dat lozingen van huishoudelijk afvalwater van minder dan 6 inwonerequivalenten via zo’n voorziening geloosd mogen worden. Deze voorwaarden komen overeen met de voorwaarden die voorafgaand aan de inwerkingtreding van het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer en het voormalige Besluit lozen afvalwater huishoudens golden op grond van de Regeling Wvo septic tank en de Uitvoeringsregeling lozingenbesluit bodembescherming. Oudere voorzieningen die nog steeds zijn afgestemd op de hoeveelheid te lozen afvalwater, mogen ook worden gebruikt. De voor 2009 geplaatste voorzieningen kunnen namelijk niet worden getoetst aan de norm voor het hydraulisch rendement, omdat de in de NEN-EN 12566-1 beschreven beproevingsprocedure niet in het veld toepasbaar is.
SSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSS
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Afvalwater dat in contact is geweest met opgeslagen inerte goederen kan worden geloosd in oppervlaktewater. In lijn met de voorkeursvolgorde voor de verwijdering van afvalwater (artikel 10.29a van de Wet milieubeheer) wordt het afvalwater bij voorkeur hergebruikt voordat het wordt geloosd. In het algemeen zal dit (verzameld) afstromend hemelwater, schrob- en spoelwater of water van een nevelgordijn zijn. In het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer en het voormalige Besluit lozen buiten inrichtingen was bepaald dat de lozing geen visuele verontreiniging mag veroorzaken. Die bepaling keert niet terug, want het voorkomen van visuele verontreiniging is onderdeel van de specifieke zorgplicht van dit hoofdstuk.
TTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTT
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel heeft betrekking op goederen die bij contact met water kunnen uitlogen. Dit artikel geldt voor lozingen afkomstig van milieubelastende activiteiten die zijn aangewezen in hoofdstuk 3 van het Bal. In dat besluit is geregeld dat het te lozen afvalwater in een vuilwaterriool moet worden geloosd. Voor het doelmatig beheer van afvalwater kan het water ook op een aangewezen oppervlaktewaterlichaam worden geloosd. Dit artikel is dus een maatwerkregel op het Bal. De verplichte lozingsroute naar het vuilwaterriool kan in deze waterschapsverordening niet worden ‘uitgezet’. Daarom is in het omgevingsplan een regel opgenomen die bepaalt dat de verplichte lozingsroute een facultatieve lozingsroute wordt, als in de waterschapsverordening lozen in het oppervlaktewater is toegestaan.
Lozen van afvalwater afkomstig van het opslaan van goederen waaruit stoffen kunnen uitlogen op een aangewezen oppervlaktewaterlichaam is toegestaan als het perceel waar het afvalwater vrijkomt niet is aangesloten op een vuilwaterriool of zuiveringtechnisch werk en ook niet binnen een afstand van 40 meter aangesloten kan worden op een vuilwaterriool of zuiveringtechnisch werk. Als er binnen die afstand wel een vuilwaterriool of zuiveringtechnisch werk aanwezig is, is het niet toegestaan om te lozen op een aangewezen oppervlaktewaterlichaam. Het ligt dan voor de hand om aan te sluiten op die riolering of zuiveringtechnisch werk. De afstand is de afstand van het vuilwaterriool of zuiveringtechnisch werk tot de kadastrale grens van het perceel waar het afvalwater vrijkomt. De aangewezen oppervlaktewaterlichamen zijn opgenomen in bijlage III bij deze verordening.
Bij het lozen op een oppervlaktewaterlichaam moet voldaan worden aan de emissiegrenswaarden in de tabel. De emissiegrenswaarden zijn overgenomen uit het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer. Niet voor alle goederen zijn alle stoffen in de tabel relevant. Zo zijn bijvoorbeeld voor agribulk alleen het chemisch zuurstofverbruik, onopgeloste stoffen, som van stikstofverbindingen en som van fosforverbindingen van belang.
UUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUU
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel heeft betrekking op het lozen van stoffen afkomstig van het:
bedrijfsmatig overslaan van niet-inerte goederen;
overslaan van zout voor het strooien op wegen;
overslaan van niet-inerte goederen die vrijkomen bij een werk; en
overslaan van niet-inerte goederen die nodig zijn in een werk.
Met ‘bedrijfsmatig overslaan van niet-inerte goederen’ wordt het overslaan bedoeld wat in het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer was geregeld voor inrichtingen.
De andere overslaghandelingen (strooizout, niet-inerte goederen die vrijkomen bij of nodig zijn in een werk) hebben betrekking op wat in het voormalige Besluit lozen buiten inrichtingen was geregeld voor het overslaan buiten een inrichting. Bij ‘niet-inerte goederen die vrijkomen bij een werk’ kan gedacht worden aan het vervangen of plaatsen van een walbeschoeiing in het oppervlaktewater, het plaatsen of vervangen van kabels in de bodem of oppervlaktewater en andere werkzaamheden in de openbare ruimte. Dit materiaal kan van allerlei aard zijn, zoals beschadigde walbeschoeiing en oude kabels. Ook het nieuwe materiaal kan worden overgeslagen voordat het in het werk wordt aangebracht. In dit geval betreft het dus de nieuwe walbeschoeiing, nieuwe kabels en soortgelijk materiaal die nodig zijn in een werk.
Het tweede lid bepaalt dat bij het overslaan van goederen in de buitenlucht zo veel mogelijk wordt voorkomen dat goederen op een oppervlaktewaterlichaam geraken. Zo veel mogelijk moet voorkomen worden dat de goederen (op bijvoorbeeld een oever) afvloeien in het oppervlaktewater of met stuiven, morsen, of andere ongewenste routes in het oppervlaktewater terechtkomen.
In het derde lid is een maatregel opgenomen hoe aan het voorschrift in het tweede lid in ieder geval kan worden voldaan bij het laden en lossen van schepen. Bij overslag van schip naar wal (of andersom) betekent dit dat het schip zo dicht mogelijk tegen de wal gelegd moet worden. Aan het tweede lid wordt bij het laden en lossen van schepen in ieder geval voldaan als het schip zo afgemeerd kan worden dat er geen ruimte tussen schip en wal zit. In de praktijk is dat niet altijd haalbaar, en zal er bij overslag een spleet tussen schip en wal ontstaan. In het derde lid is aangeven dat deze spleet in ieder geval niet groter mag zijn dan 5 meter. Deze maatregel laat overigens onverlet dat degene die de activiteit verricht de spleet zo klein mogelijk moet houden. Een andere maatregel die toegepast kan worden om te voldoen aan het tweede lid is gebruik maken van een ponton of een morsklep.
De maatregelen in het derde lid laten verder onverlet dat degene die de activiteit verricht er alles aan doet om te voorkomen dat goederen in het oppervlaktewater raken. Mocht er onverhoopt toch een lozing plaatsvinden ondanks dat er alles aan gedaan is om dat te voorkomen, dan is die lozing toegestaan op grond van het eerste lid.
VVVVVVVVVVVVVVVVVVVVVVV
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In dit artikel wordt het lozen van afvalwater vanuit openbare ontwateringsstelsels, openbare hemelwaterstelsels en openbare vuilwaterriolen in oppervlaktewater toegestaan. Voorwaarde daarbij is dat deze stelsels voorkomen op het overzicht van voorzieningen en maatregelen dat is opgenomen in het gemeentelijke rioleringsplan (GRP) als bedoeld in het voormalige artikel 4.22, eerste lid, van de Wet milieubeheer. Op grond van het overgangsrecht van artikel 4.93 van de Invoeringswet Omgevingswet blijven GRP’s van kracht tot het tijdstip waarop de periode verstrijkt waarvoor het plan is vastgesteld, of tot het tijdstip waarop het gemeentebestuur besluit dat het plan vervalt. Bij het vaststellen van het GRP is betrokkenheid van het waterschap voorgeschreven. Gemeente en waterschap bepalen gezamenlijk welke maatregelen aan de riolering het meest doelmatig zijn. Daarbij wordt onder meer gelet op de effecten van lozingen uit de riolering op het ontvangende oppervlaktewaterlichaam. Daarnaast verplichtte het voormalige artikel 3.8De Omgevingswet gaat uit van samenwerking tussen overheden bij de Waterwet tot afstemminguitoefening van hun taken en bevoegdheden over de afvalwaterketen(zie artikel 2.2 Omgevingswet). Een omgevingsvergunning voor lozen vanuit de riolering is in dat licht overbodig. Ook het nieuwe stelsel gaat uit van samenwerking tussen overheden bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden (zie artikel 2.2 Omgevingswet). De Omgevingswet voorziet in artikel 3.14 in een bevoegdheid voor het college van burgemeester en wethouders om een (facultatief) gemeentelijk rioleringsprogramma vast te stellen. Ongetwijfeld zal het college het waterschap daarbij betrekken. Als het college een rioleringsprogramma heeft vastgesteld, is het lozen vanuit de in dat programma opgenomen voorzieningen daarom eveneens toegestaan. De naam ‘rioleringsprogramma’ is overigens niet limitatief, de gemeente kan dit programma bijvoorbeeld ook een waterprogramma noemen.
WWWWWWWWWWWWWWWWWWWWWWW
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij ontgravingen of baggerwerkzaamheden, waarbij de kwaliteit van de te ontgraven of te baggeren waterbodem in de kwaliteitsklasse ‘sterk verontreinigd’, bedoeld in artikel 2925d, tweede lid, onder a en derde lid, onder a, van het Besluit bodemkwaliteit valt, is het gewenst dat het ontgraven of baggeren met een grotere zorgvuldigheid gebeurt dan wanneer de kwaliteit in een andere (minder schadelijke) kwaliteitsklasse valt. De kwaliteitsklasse ‘sterk verontreinigd’ komt overeen met een waterbodem die volgens het oude recht de interventiewaarden overschreed. In dat geval is het opstellen van een werkinstructie verplicht.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel geeft het hoogheemraadschap de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betreft een ruime bevoegdheid: maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld over de specifieke zorgplicht van artikel 3.3, over de algemene regels over ongewone voorvallen en over de algemene regels over lozingsactiviteiten in de afdelingen 3.2 tot en met 3.20. De keuze om maatwerkvoorschriften generiek mogelijk te maken sluit ook hier aan bij de keuze die het Rijk heeft gemaakt in het Besluit activiteiten leefomgeving.
Deze bevoegdheid tot het stellen van maatwerkvoorschriften is de opvolger van onder meer de maatwerkbevoegdheden ter uitwerking van de zorgplichten van artikel 2.1 van het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer, artikel 2.1 van het voormalige Besluit lozen buiten inrichtingen en artikel 4 van het voormalige Besluit lozing afvalwater huishoudens, en de specifieke maatwerkbevoegdheden die in diverse artikelen van die besluiten waren opgenomen. Met het verruimen van de bevoegdheid om maatwerkvoorschriften te stellen, wordt overigens niet beoogd dat het bevoegd gezag vaker dan voor inwerkingtreding van de Omgevingswet gebruik zal maken van die bevoegdheid. Maatwerk blijft een uitzondering; de algemene regels in dit hoofdstuk voldoen in de meeste gevallen. Maar als lokale omstandigheden of een bijzondere bedrijfsvoering maatwerk nodig maken, dan kan daarin wel worden voorzien.
YYYYYYYYYYYYYYYYYYYYYYY
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het afvalwater dat vrijkomt bij het telen van gewassen in een gebouw, anders dan een kas, moet op grond van artikel 4.795 van het Bal gelijkmatig worden verspreid over landbouwgronden of worden geloosd in een vuilwaterriool. Op grond van het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer was het ook mogelijk om dit afvalwater te lozen in het oppervlaktewater, als er geen vuilwaterriool aanwezig is binnen 40 meter vanaf de perceelgrens waar het afvalwater vrijkomt. Deze uitzondering is in dit artikel voortgezet. Bij lozingen die voor 2013 al plaatsvonden, wordt de afstand berekend vanaf de plek waar het vrijkomt in plaats van de perceelgrens. De afstand wordt berekend over de kortste lijn waarlangs aansluiting daadwerkelijk kan plaatsvinden. Dit is niet altijd hemelsbreed de kortste lijn. Privaatrechtelijke belemmeringen of de aanwezigheid van bijvoorbeeld een waterkering kunnen een reden zijn waarom de aansluitleiding langs een andere route moet worden geplaatst dan hemelsbreed de kortste lijn.
Het tweede lid bevat de emissiegrenswaarden die gelden voor deze lozing.
ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het afvalwater dat vrijkomt bij het sorteren van biologisch geteeld fruit moet op grond van artikel 4.761 van het Bal gelijkmatig worden verspreid over landbouwgronden. Op grond van het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer was het ook mogelijk om dit afvalwater te lozen in een vuilwaterriool of, als er geen vuilwaterriool aanwezig is binnen 40 meter vanaf de perceelgrens waar het afvalwater vrijkomt, in het oppervlaktewater. De alternatieve lozingsroute naar het vuilwaterriool is opgenomen in het omgevingsplan. De alternatieve lozingsroute naar het oppervlaktewater is in dit artikel voortgezet. Bij lozingen die voor 2013 al plaatsvonden, wordt de afstand berekend vanaf de plek waar het vrijkomt in plaats van de perceelgrens. De afstand wordt berekend over de kortste lijn waarlangs aansluiting daadwerkelijk kan plaatsvinden. Dit is niet altijd hemelsbreed de kortste lijn. Privaatrechtelijke belemmeringen of de aanwezigheid van bijvoorbeeld een waterkering kunnen een reden zijn waarom de aansluitleiding langs een andere route moet worden geplaatst dan hemelsbreed de kortste lijn.
Het tweede lid bevat de emissiegrenswaarden die gelden voor deze lozing.
AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het afvalwater dat vrijkomt bij het wassen van biologisch geteeld fruit moet op grond van artikel 4.773 van het Bal gelijkmatig worden verspreid over landbouwgronden. Op grond van het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer was het ook mogelijk om dit afvalwater te lozen in een vuilwaterriool of, als er geen vuilwaterriool aanwezig is binnen 40 meter vanaf de perceelgrens waar het afvalwater vrijkomt, in het oppervlaktewater. De alternatieve lozingsroute naar het vuilwaterriool is opgenomen in het omgevingsplan. De alternatieve lozingsroute naar het oppervlaktewater is in dit artikel voortgezet. Bij lozingen die voor 2013 al plaatsvonden, wordt de afstand berekend vanaf de plek waar het vrijkomt in plaats van de perceelgrens. De afstand wordt berekend over de kortste lijn waarlangs aansluiting daadwerkelijk kan plaatsvinden. Dit is niet altijd hemelsbreed de kortste lijn. Privaatrechtelijke belemmeringen of de aanwezigheid van bijvoorbeeld een waterkering kunnen een reden zijn waarom de aansluitleiding langs een andere route moet worden geplaatst dan hemelsbreed de kortste lijn.
Het tweede lid bevat de emissiegrenswaarden die gelden voor deze lozing.
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het lozen van afvalwater afkomstig van het ontijzeren van grondwater voor agrarische activiteiten is niet geregeld in het Bal. Op grond van het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer was het mogelijk om dit afvalwater te lozen in een vuilwaterriool of, als er geen vuilwaterriool aanwezig is binnen 40 meter vanaf de perceelgrens waar het afvalwater vrijkomt, in het oppervlaktewater. De lozingsroute naar het vuilwaterriool is opgenomen in het omgevingsplan. De lozingsroute naar het oppervlaktewater is in dit artikel voortgezetopgenomen. Bij lozingen die voor 2013 al plaatsvonden, wordt de afstand berekend vanaf de plek waar het vrijkomt in plaats van de perceelgrens. De afstand wordt berekend over de kortste lijn waarlangs aansluiting daadwerkelijk kan plaatsvinden. Dit is niet altijd hemelsbreed de kortste lijn. Privaatrechtelijke belemmeringen of de aanwezigheid van bijvoorbeeld een waterkering kunnen een reden zijn waarom de aansluitleiding langs een andere route moet worden geplaatst dan hemelsbreed de kortste lijn.
Het tweede lid bevat de emissiegrenswaarden die gelden voor deze lozing.
CCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCC
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op het lozen van afvalwater vanuit een weilanddepot dat is ingericht voor het tijdelijk opslag ten behoeve van de ontwatering van baggerspecie. De initiatiefnemer beoogt met deze activiteit het door de ontwatering vrijgekomen afvalwater te lozen op het oppervlaktewaterlichaam waar de baggeractiviteit heeft plaatsgevonden of op een ander oppervlaktewaterlichaam. Deze regels worden gesteld met het oog op het doelmatig beheer van afvalwater.
Voor deze activiteit geldt een meldplichtinformatieplicht, omdat het waterschap zicht wil houden op lozingen vanuit weilanddepots vanwege de mogelijke aanwezigheid van verontreinigende stoffen in het afvalwater.
DDDDDDDDDDDDDDDDDDDDDDDD
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het verrichten van een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het waterschap is een omgevingsvergunning vereist, als die lozing niet is geregeld in de afdelingen 3.2 tot en met 3.19 van deze waterschapsverordening. Dit sluit aan op de systematiek van artikel 6.2 van de Waterwet: voor alle lozingen is een vergunning vereist, tenzij voor de lozing een vrijstelling geldt. De vergunningplicht is beperkt tot het lozen van stoffen of warmte (oftewel de gevolgen voor de waterkwaliteit). Een eventuele vergunningplicht voor het lozen van water (oftewel de gevolgen voor de waterkwantiteit) staat in het tijdelijke deel van deze waterschapsverordening. Beide vergunningen kunnen natuurlijk wel gelijktijdig worden aangevraagd. De vergunningplicht geldt niet voor het lozen van warmte of stoffen afkomstig van milieubelastende activiteiten die zijn aangewezen in hoofdstuk 3 van het Bal. Voor die lozingen is al in dat besluit bepaald in welke gevallen een omgevingsvergunning voor een lozingsactiviteit is vereist. De vergunningplicht geldt ook niet voor water dat afkomstig is uit het oppervlaktewaterlichaam waarop het wordt geloosd, als daaraan geen stoffen zijn toegevoegd. Er zijn dan immers geen nadelige gevolgen voor de waterkwaliteit te verwachten. De vergunningplicht geldt ook niet voor lozingen afkomstig van wonen.
EEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEE
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor het lozen van water, warmte of stoffen op een zuiveringtechnisch werk, dat niet afkomstig is van een milieubelastende activiteit die is aangewezen in hoofdstuk 3 van het Bal, is een omgevingsvergunning voor een lozingsactiviteit vereist. Voor lozingen die wel afkomstig zijn van zo’n milieubelastende activiteit is al in dat besluit bepaald in welke gevallen een omgevingsvergunning voor een lozingsactiviteit is vereist.
In dit artikel is eveneens geregeld dat de vangnetvergunningplicht niet geldt indien er een afvalwaterakkoord is overeengekomen tussen een gemeente en het hoogheemraadschap.
FFFFFFFFFFFFFFFFFFFFFFFF
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit artikel concretiseert de specifieke zorgplicht voor het onttrekken van water aan een oppervlaktewaterlichaam en grondwater en bevat een opsomming met voorbeelden. De nadruk ligt in dit artikel op de bescherming van oppervlaktewater en grondwater.
Dit artikel concretiseert de specifieke zorgplicht voor het onttrekken van water aan een oppervlaktewaterlichaam en grondwater en bevat een opsomming met voorbeelden. De nadruk ligt in dit artikel op de bescherming van oppervlaktewater en grondwater. Het uitvoeren van onttrekkingen uit oppervlaktewater en grondwater is grotendeels geregeld via algemene regels. Bij gelijktijdige onttrekking van kleine hoeveelheden die binnen de algemene regels vallen, kan de gecombineerde hoeveelheid van de afzonderlijke onttrekkingen tot negatieve gevolgen leiden. Negatieve gevolgen kunnen zijn een ontoelaatbare daling van het oppervlaktewater- en grondwaterpeil waardoor onder andere schade aan waterleven en schade aan funderingen kunnen optreden. Onttrekkers hebben zelf de zorgplicht om ontoelaatbare peildaling te voorkomen en zonodig onderling af te stemmen om de negatieve gevolgen te voorkomen.
GGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGGG
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De beoordelingsregel van het Besluit kwaliteit leefomgeving voor omgevingsvergunningen voor het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem is van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige wateronttrekkingsactiviteiten. Dit sluit aan bij de wijze waarop dit in de Waterwet was geregeld.
HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Ook de voorschriften die volgens het Besluit kwaliteit leefomgeving aan een omgevingsvergunning voor het infiltreren van water in de bodem moeten worden verbonden, zijn van overeenkomstige toepassing. Dit sluit eveneens aan bij de regeling op grond van de Waterwet.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De beoordelingsregel van het Besluit kwaliteit leefomgeving voor omgevingsvergunningen voor het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem is van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige wateronttrekkingsactiviteiten. Dit sluit aan bij de wijze waarop dit in de Waterwet was geregeld.
JJJJJJJJJJJJJJJJJJJJJJJJ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In dit artikel zijn de meetverplichtingen van het voormalige artikel 6.11 van het Waterbesluit en het voormalige artikel 6.5 van de Waterregeling voortgezet. De meetverplichting geldt voor zowel vergunningplichtige als vergunningvrije gevallen. Op grond van het eerste lid moet de hoeveelheid onttrokken grondwater en de hoeveelheid water die wordt geïnfiltreerd worden gemeten. Op grond van het derde lid moet daarnaast ook de kwaliteit van het water dat wordt geïnfiltreerd worden gemeten. In deze waterschapsverordening kan een bepaling staan waarin gevallen worden aangewezen waarvoor de meetverplichtingen niet gelden.
De meetverplichting geldt voor zowel vergunningplichtige als vergunningvrije gevallen. Op grond van het eerste lid moet de hoeveelheid onttrokken grondwater en de hoeveelheid water die wordt geïnfiltreerd worden gemeten. Op grond van lid 2 moeten de gemeten geïnfiltreerde en onttrokken hoeveelheden alsmede de kwaliteit van het infiltratiewater uiterlijk op 31 januari van het daaropvolgende jaar of binnen één maand na beëindiging van de onttrekking aan het hoogheemraadschap worden doorgegeven. Op grond van het derde lid moet daarnaast ook de kwaliteit van het water dat wordt geïnfiltreerd worden gemeten. In deze waterschapsverordening kan een bepaling staan waarin gevallen worden aangewezen waarvoor de meetverplichtingen niet gelden.
Er zijn ook een tweetal stoffen opgenomen vanuit het regionale waterprogramma van de provincie Noord-Holland, te weten nikkel en gewasbeschermingsmiddelen. Onder gewasbeschermingsmiddelen wordt verstaan de werkzame stoffen in bestrijdingsmiddelen, met inbegrip van de relevante omzettings-, afbraak- en reactieproducten daarvan.
KKKKKKKKKKKKKKKKKKKKKKKK
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het onttrekken van grondwater voor proefonttrekkingen kan de stabiliteit van de waterkering ernstig in gevaar brengen of kan de grondwaterstand zodanig worden beïnvloeden dat schade aan andere maatschappelijke belangen kan ontstaan. Om deze redenen hanteert het hoogheemraadschap een vergunningplicht voor proefonttrekkingen in de kernzone en rondom waterkeringen,beschermingszone A van de waterkering en kwetsbare gebieden, waardoor het hoogheemraadschap per geval kan nagaan en beoordelen of en onder welke voorwaarden het onttrekken kan worden toegestaan.
LLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLL
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het debiet heeft invloed op het effect op de freatische grondwaterstand. De mate van verlaging van de grondwaterstand blijft door het opgenomen debiet zodanig beperkt dat hier geen schade voor de omgeving van wordt verwacht. Het effect van de onttrekking blijft voor de duur van zes aaneengesloten kalendermaanden beperkt zolang de onttrekking plaatsvindt uit dezelfde filters. Zodra de onttrekking uit filters op een andere locatie plaatsvindt, zoals bij een sleufbemaling, verschuift het beperkte effect.
MMMMMMMMMMMMMMMMMMMMMMMM
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het debiet heeft invloed op het effect op de freatische grondwater grondwaterstand. Het onttrekken van grondwater voor bronbemaling kan de stabiliteit van de waterkering ernstig in gevaar brengen of de grondwaterstand zodanig beïnvloeden dat schade voor een derde of uitputting van de grondwaterstand kan ontstaan. Om deze reden hanteert het hoogheemraadschap een vergunningsplichtvergunningplicht bij bepaalde onttrekkingen, namelijk alle onttrekkingen voor bronbemaling in de waterkeringen en grote onttrekkingen voor bronbemaling in kwetsbare gebieden. In deze gevallen kan het hoogheemraadschap nagaan of en onder welke voorwaarden het onttrekken kan worden toegestaan.
NNNNNNNNNNNNNNNNNNNNNNNN
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De onttrekkingsduur heeft invloed op het effect op de freatische grondwater grondwaterstand. De mate van verlaging van de grondwaterstand blijft door de duur zodanig beperkt dat hier geen schade van wordt verwacht. Het effect van de onttrekking blijft voor de duur van zes aaneengesloten kalendermaanden beperkt zolang de onttrekking plaatsvindt uit dezelfde filters. Zodra de onttrekking uit filters op een andere locatie plaatsvindt, zoals bij een sleufbemaling, verschuift het beperkte effect.
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het debiet heeft invloed op het effect op de freatische grondwaterstand. Het onttrekken van grondwater voor grondwater- en bodemsaneringen kan de stabiliteit van de waterkering ernstig in gevaar brengen, de grondwaterstand zodanig beïnvloeden dat schade voor een derde kan ontstaan of de kwaliteit van het grondwater negatief beïnvloeden. Om deze redenen hanteert het hoogheemraadschap in aangewezen gevallen een vergunningsplichtvergunningplicht, namelijk als dit plaatsvindt in een waterkering of in een kwetsbaar gebied of (als het daar buiten plaatsvindt) als er meer dan 15.000 m3 per maand of meer wordt onttrokken. In deze gevallen kan het hoogheemraadschap vooraf beoordelen of en onder welke voorwaarden het onttrekken kan worden toegestaan.
PPPPPPPPPPPPPPPPPPPPPPPP
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De onttrekkingsduur heeft invloed op het effect op de freatische grondwaterstand. De mate van verlaging van de grondwaterstand blijft door de duur zodanig beperkt dat hier geen schadenegatieve gevolgen voor de omgeving van wordt verwacht.
QQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Omdat schoon grondwater schaars is en niet onnodig moet worden verbruikt is in dit artikel geregeld dat grondwater wordt onttrokken uit het eerste watervoerend pakket. Pas als dat onvoldoende water heeft dan wordt gewonnen uit het tweede watervoerende pakket.
RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze afdeling gaat over het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem voor een noodvoorziening en op het plaatsen van een noodvoorziening. Onder een noodvoorziening wordt verstaan een put of een tijdelijke voorziening (zoals een geboorde put voorzien van een aansluitstuk) die nodig is voor het bestrijden van een calamiteit. Denk zoals bijvoorbeeld aan het bestrijden van een brand met een brandblusvoorziening.
SSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSS
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het onttrekken van grondwater voor overige doeleinden kan de stabiliteit van de waterkering ernstig in gevaar brengen of kan de grondwaterstand zodanig beïnvloeden dat schade voor derde kan ontstaan. Om deze reden hanteert het hoogheemraadschap een vergunningsplichtvergunningplicht voor het onttrekken van grondwater voor overige doeleinden in de kernzone en beschermingszone A van de waterkeringen, zodat per geval nagegaan kan worden of en onder welke voorwaarden het onttrekken kan worden toegestaan.
TTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTT
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Onttrekkingen van grondwater voor overige doeleinden buiten de waterkering moeten voldoen aan de algemene regels als er niet meer grondwater wordt onttrokken dan 4.000 m3 per maand.
De mate van verlaging van de grondwaterstand buiten de gebieden kwetsbaar gebied grondwater en kernzone of beschermingszone A van de watering blijft door het opgenomen maximale debiet zodanig beperkt dat hier geen schade van wordt verwacht. De kleinere grondwateronttrekkingen zijn toegestaan mits voldaan wordt aan de algemene regels.
UUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUU
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De grens (onttrekkingen van meer dan 12.000 m3 per jaar) geeft uitvoering aan een instructieregel van de Omgevingsverordening Noord Holland.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2025-22647.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.