Wijziging Subsidieregeling Waterschap de Dommel: Samen beter in Waterbeheer Stimulering Watertransitie Landelijk gebied

Het Dagelijks bestuur van Waterschap de Dommel;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene Subsidieverordening Waterschap de Dommel 2018;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling Waterschap de Dommel: Subsidieregeling Samen Beter in Waterbeheer te wijzigen in verband met de toevoeging van transitiegewassen en verlening van openstelling;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling Waterschap de Dommel: Samen beter in Waterbeheer Stimulering Watertransitie Landelijk gebied

A.

Artikel 1.5.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt na “5.1.1” toegevoegd “, 5.2.1, 5.3.1”.

  • 2.

    In het tweede lid wordt na “5.1.1” toegevoegd “, 5.2.1, 5.3.1”.

  • 3.

    In het zesde lid, onderdeel a, wordt na “4.1” toegevoegd “, 5.1.1, en 5.2.1”.

  • 4.

    In het zesde lid, onderdeel b, wordt “5.1.1” vervangen door “5.3.1.

  • 5.

    Het zevende lid komt te luiden:

    • 7.

      Voor subsidie als bedoeld in hoofdstuk 2, 3, 4, 5, 6 en 7 komen in aanmerking de voorbereidingskosten en uitvoeringskosten.

B.

In artikel 1.5.3, achtste lid, wordt “….%” vervangen door “100%”.

 

C.

In artikel 1.8.1, tweede lid, wordt na “5.1.1” toegevoegd “, 5.2.1, 5.3.1”.

 

D.

In artikel 1.10.1 wordt “20 april tot en met 20 mei” vervangen door “tot en met 30 september 2025”.

 

E.

Artikel 2.2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

    • a.

      de activiteit wordt uitgevoerd op een perceel dat voor meer dan 60% van het totale oppervlak van het perceel is gelegen op een flank; en

  • 2.

    Het derde lid, onderdeel b, komt te luiden:

    • b.

      de activiteit wordt uitgevoerd op een perceel dat voor meer dan 60% van het totale oppervlak van het perceel is gelegen op een kop of in een beekdal.

F.

Artikel 3.1.2, onderdeel a, komt te luiden:

  • a.

    de activiteit wordt uitgevoerd op een perceel die voor meer dan 60% van het totale oppervlak gelegen is op een kop of flank of lokale laagte.

G.

Het opschrift van hoofdstuk 5 komt te luiden: Hoofdstuk 5 Transitiegewassen.

 

H.

In hoofdstuk 5 worden twee paragrafen ingevoegd, luidende:

 

Paragraaf 5.1 Transitiegewassen op droge gronden op koppen

 

Artikel 5.1.1 Subsidiabele activiteit

Subsidie kan worden verstrekt voor het telen van transitiegewas zonder beregening op landbouwgrond gelegen op een kop waarop beregening beschikbaar is met als doel het verbeteren van de weerbaarheid en vruchtbaarheid van de bodem bij natuurlijke droge omstandigheden en het bevorderen van infiltratie en verminderen van grondwateronttrekking.

 

Artikel 5.1.2 Criteria

  • 1.

    Subsidie als bedoeld in artikel 5.1.1 wordt alleen verstrekt indien:

    • a.

      de activiteit wordt uitgevoerd op een kop; en

    • b.

      op het perceel niet al een transitiegewas staat.

  • 2.

    Indien de activiteit als bedoeld in artikel 5.1.1. wordt uitgevoerd met gebruikmaking van gewassen met een hoge brandbaarheid, wordt subsidie alleen verstrekt wanneer de activiteit wordt uitgevoerd op tenminste 100 m van bebouwd gebied dan wel aaneengesloten bos of heide.

Artikel 5.1.3 Verplichtingen

De ontvanger van subsidie als bedoeld in artikel 5.1.1 is verplicht om gedurende de subsidieperiode:

  • a.

    periodiek onderhoud en beheer uit te voeren conform het bepaalde in bijlage 2;

  • b.

    geen chemische onkruidbescherming toe te passen, tenzij door het waterschap schriftelijke toestemming is verleend voor pleksgewijze behandeling.

  • c.

    geen activiteiten te ondernemen die verdrogend werken; en

  • d.

    geen beregening of irrigatie toe te passen, tenzij daarvoor schriftelijke toestemming door het waterschap is verleend.

Paragraaf 5.2 Transitiegewassen op natte gronden in beekdalen en laagtes

 

Artikel 5.2.1 Subsidiabele activiteit

Subsidie kan worden verstrekt voor het bevorderen van infiltratie en het vertraagd afvoeren van oppervlaktewater door het aanpassen van de gewaskeuze op bouwland zodat deze beter aansluit bij de natuurlijke omstandigheden van het perceel.

 

Artikel 5.2.2 Criteria

  • 1.

    Subsidie als bedoeld in artikel 5.2.1 wordt alleen verstrekt indien:

    • a.

      de activiteit wordt uitgevoerd op landbouwgrond;

    • b.

      de activiteit wordt uitgevoerd op een lokale laagte zoals aangegeven op kaart in bijlage 1, op een perceel welke natter wordt als gevolg van uitvoering van activiteiten opgenomen in artikel 3.1 of 4.1. of in een beekdal; en

    • c.

      de activiteit wordt uitgevoerd op minimaal 0,5 hectare;

    • d.

      er op het perceel niet al een transitiegewas staat.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in artikel 5.2.1wordt bovendien alleen verstrekt indien gebruikt gemaakt wordt van transitiegewassen natte teelten zoals opgenomen in bijlage 5.

Artikel 5.2.3 Verplichtingen

De ontvanger van subsidie als bedoeld in artikel 5.2.1 is verplicht om gedurende de subsidieperiode:

  • a.

    beheer uit te voeren;

  • b.

    geen kunstmest of drijfmest te gebruiken op het perceel;

  • c.

    enkel begrazing toe te passen wanneer dit het maximum van 2 GVE per hectare niet overschrijdt;

  • d.

    geen bestrijdingsmiddelen te gebruiken, tenzij daarvoor schriftelijke toestemming door het waterschap is verleend voor pleksgewijze behandeling; en

  • e.

    geen drainerende maatregelen te nemen.

I.

Het opschrift van paragraaf 5.1 (oud) wordt vernummerd naar paragraaf 5.3.

 

J.

De artikelen 5.1.1 tot en met 5.1.3 worden vernummerd tot 5.3.1 tot en met 5.3.3.

 

K.

In artikel 5.3.2 (nieuw) wordt “5.1.1” vervangen door “5.3.1”.

 

L.

Bijlage 4 behorend bij de Subsidieregeling Waterschap de Dommel: Subsidieregeling Samen Beter in Waterbeheer wordt vervangen door bijlage 1 bij dit wijzigingsbesluit.

 

M.

Bijlage 5 behorend bij de Subsidieregeling Waterschap de Dommel: Subsidieregeling Samen Beter in Waterbeheer wordt vervangen door bijlage 2 bij dit wijzigingsbesluit.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 26 april 2025.

Boxtel, 26 augustus 2025.

de voorzitter

de secretaris

Bijlage 1 behorende bij artikel I, onder L, van de wijziging van de Subsidieregeling Waterschap de Dommel: Subsidieregeling Samen Beter in Waterbeheer

 

[Bijlage 1 behorende bij artikel I, onder L bevat een kennelijke verschrijving. Per abuis was de wijziging in bijlage 4 niet in het wijzigingsbesluit opgenomen. Het Dagelijks bestuur heeft bijlage 4 wel formeel vastgesteld.]

 

Bijlage 4: kwaliteit voorschriften

Maatregel corresponderend met aanleg

1

Aanbrengen veerasters (rundvee)

Plaatsen veeraster; palen op 4 meter afstand en 2 puntdraden

- Afstand tussen palen maximaal 4 meter

- Palen zijn onbehandeld met duurzaamheidsklasse 1-3 (robinia/acacia, tamme kastanje, inlandse eik)

- Diameter kop palen 10-12 cm, lengte palen minimaal 160 cm

- Op de palen worden minimaal 2 draden bevestigd; 2 puntdraden of 1 puntdraad i.c.m. 1 gladde draad (stroom boven)

de afrastering niet hoger is dan 1,20 meter

bij het plaatsten van een afsluiting welke mogelijk belemerend werkt voor onderhoud wordt er deze zodanig uitgevoerd dat deze makelijk envoudig te openen is of dat er gebruik gemaakt wordt van een slot van het waterschap.

- Op de palen worden isolatoren met minimaal 1 gladde draad bevestigd

ten behoeve van beheer aan A-watergangen blijft het raster 4 meter uit de waterkant, dan wel de maximale afstand van de beschermingszone

rasters parallel aan de watergang dienen in beschermingszones tenminste 1 meter vanuit de insteek van de watergang te worden geplaatst

2

Aanbrengen veerastersm (elektrisch)

Plaatsen elektrisch veeraster; palen op 10 meter afstand en 2 draden

- Afstand tussen palen maximaal 10 meter

- Palen zijn onbehandeld met duurzaamheidsklasse 1-3 (robinia/acacia, tamme kastanje, inlandse eik)

- Diameter kop palen 10-12 cm, lengte palen minimaal 160 cm

- Op de palen worden isolatoren met minimaal 1 gladde draad bevestigd

- Op draden wordt stroom gezet

de afrastering niet hoger is dan 1,20 meter

bij het plaatsten van een afsluiting welke mogelijk belemerend werkt voor onderhoud wordt er deze zodanig uitgevoerd dat deze makelijk envoudig te openen is of dat er gebruik gemaakt wordt van een slot van het waterschap

ten behoeve van beheer aan A-watergangen blijft het raster 4 meter uit de waterkant, dan wel de maximale afstand van de beschermingszone

rasters parallel aan de watergang dienen in beschermingszones tenminste 1 meter vanuit de insteek van de watergang te worden geplaatst

3

Aanbrengen schapenrasters

Plaatsen schapenraster; palen op 3 meter en zwaar gelijkmatig ursusgaas van 100 cm hoogte

- Afstand tussen palen maximaal 3 meter

- Palen zijn onbehandeld met duurzaamheidsklasse 1-3 (robinia/acacia, tamme kastanje, inlandse eik)

- Diameter kop palen 10-12 cm, lengte paal minimaal 160 cm

- Op de palen wordt minimaal middelzwaar verzinkt schapengaas van 100 cm hoogte en een maaswijdte van maximaal 15 cm x 15 cm bevestigd

de afrastering niet hoger is dan 1,20 meter

bij het plaatsten van een afsluiting welke mogelijk belemerend werkt voor onderhoud wordt er deze zodanig uitgevoerd dat deze makelijk envoudig te openen is of dat er gebruik gemaakt wordt van een slot van het waterschap.

ten behoeve van beheer aan A-watergangen blijft het raster 4 meter uit de waterkant, dan wel de maximale afstand van de beschermingszone

rasters parallel aan de watergang dienen in beschermingszones tenminste 1 meter vanuit de insteek van de watergang te worden geplaatst

4

Aanbrengen klaphekje (incl. aankoop materiaal)

- Het klaphekje is minimaal 90 cm breed en minimaal 80 cm hoog en is gemaakt van onbehandeld hout met duurzaamheidsklasse 1-3 (robinia/acacia, tamme kastanje, inlandse eik)

- Klaphekje bestaat uit 2 palen van minimaal 15 cm x 15 cm waarop een poort met scharnieren is bevestigd

- De palen worden zodanig geplaatst of voorzien van een spie waardoor de poort automatisch dicht gaat na opening

- De planken van de poort hebben een dikte van minimaal 2 cm

5

Aanbrengen openstellingsbord / klein informatiepaneel (incl. aankoop materiaal)

- Openstellingsbord is gemaakt van weerbestendig materiaal en in twee kleuren vormgegeven.

- Het bord wordt bevestigd op paal van onbehandeld hout met duurzaamheidsklasse 1-3 (robinia/acacia, tamme kastanje, inlandse eik)

- Op het openstellingsbord zijn de regels voor openstelling opgenomen

- indien er logo's geplaatst worden op het paneel dan wordt het logo van het waterschap ook opgenomen

wordt niet geplaatst binnen 1 meter vanuit de insteek van een watergang

6

Aanbrengen groot informatiepaneel (incl. aankoop materiaal)

- Informatiepaneel is minimaal 0,25 m2 groot (oppervlakte A2 formaat), gemaakt van weerbestendig materiaal en full-colour vormgegeven

- Het informatiepaneel is opgesloten tussen twee onbehandelde palen met duurzaamheidsklasse 1-3 (robinia/acacia, tamme kastanje, inlandse eik) met diameter van minimaal 10 cm of afmeting van minimaal 10 cm x10 cm

- Op het paneel is aangegeven dat het project gefinancierd wordt vanuit het Waterschap de Dommel incl het opnemen van het logo

wordt niet geplaatst binnen 1 meter vanuit de insteek van een watergang

7

Aanbrengen boomstambrug 3m (incl. aankoop materiaal)

- Een boomstambrug bestaat uit 2 halfronde liggers, met een minimale dikte van 15 cm, gezaagd uit een boomstam van een soort met duurzaamheidsklasse 1-3 (robinia/acacia, tamme kastanje, inlandse eik)

- De breedte van de brug is minimaal 80 cm en de brug is aan een zijde voorzien van een leuning

- De liggers hebben een lengte van 3 meter

er worden geen peilers in het doorstroomprofiel geplaatst

De onderkand van de brug ligt op tenminste 50 centimeter boven de hoogwaterlijn (T10))

voor A-watergangen dient rekening gehouden te worden met voorwaarden welke voor het onderhoud van het waterschap bv voor onderhoud met maaiboten en de doorstroming van de watergang.

8

Aanbrengen boomstambrug 5 meter (incl. aankoop materiaal)

- Een boomstambrug bestaat uit 2 halfronde liggers, met een minimale dikte van 15cm, gezaagd uit een boomstam van een soort met duurzaamheidsklasse 1-3 (robinia/acacia, tamme kastanje, inlandse eik)

- De breedte van de brug is minimaal 80 cm en de brug is aan een zijde voorzien van een leuning.

- De liggers hebben een lengte van 5 meter

er worden geen peilers in het doorstroomprofiel geplaatst

De onderkand van de brug ligt op tenminste 50 centimeter boven de hoogwaterlijn (T10))

voor A-watergangen dient rekening gehouden te worden met voorwaarden welke voor het onderhoud van het waterschap bv voor onderhoud met maaiboten en de doorstroming van de watergang.

9

Aanbrengen boomstambrug 7,5 meter (incl. aankoop materiaal)

- Een boomstambrug bestaat uit 2 halfronde liggers, met een minimale dikte van 15cm, gezaagd uit een boomstam van een soort met duurzaamheidsklasse 1-3 (robinia/acacia, tamme kastanje, inlandse eik)

- De breedte van de brug is minimaal 80 cm en de brug is aan een zijde voorzien van een leuning

- De liggers hebben een lengte van 7,5 meter

De onderkand van de brug ligt op tenminste 50 centimeter boven de hoogwaterlijn (T10)

De onderkand van de brug ligt op tenminste 50 centimeter boven de hoogwaterlijn (T10))

voor A-watergangen dient rekening gehouden te worden met voorwaarden welke voor het onderhoud van het waterschap bv voor onderhoud met maaiboten en de doorstroming van de watergang.

10

Aanbrengen boomstambrug 10 meter (incl. aankoop materiaal)

- Een boomstambrug bestaat uit 2 halfronde liggers, met een minimale dikte van 20 cm, gezaagd uit een boomstam van een soort met duurzaamheidsklasse 1-3 (robinia/acacia, tamme kastanje, inlandse eik)

- De breedte van de brug is minimaal 80 cm. De boomstambrug is aan een zijde voorzien van een leuning.

- De liggers hebben een lengte van 10 meter

er worden geen peilers in het doorstroomprofiel geplaatst

De onderkand van de brug ligt op tenminste 50 centimeter boven de hoogwaterlijn (T10))

voor A-watergangen dient rekening gehouden te worden met voorwaarden welke voor het onderhoud van het waterschap bv voor onderhoud met maaiboten en de doorstroming van de watergang.

11

Aanleg bosplantsoen (incl. aankoop materiaal)

Bosplantsoen is van conventioneel geteeld en autochtone-herkomst

Het plantsoen is van een van de volgende soorten: Wilde appel(Malus sylvestris); Ruwe berk (Betula pendula); Zachte berk (Betula pubescens); Aalbes (Ribes rubrum); Zwarte bes (Ribes nigrum); Beuk (Fagus Sylvatica); Bosroos (Rosa arvensis); Eglantier(Rosa rubiginosa); Zomereik (Quercus robur); Wintereik (Quercus petrea); Zwarte els (Alnus glutinosa); Gagel (Miryca gale); Gelderse roos (Viburnum opulus); Haagbeuk (Carpinus betulus); Hazelaar (Corylus avellana); Heggeroos (Rosa corymbifera); Hondsroos (Rosa canina); Hulst (Ilex aquifolium); Steel iep (Ulmus laevis); Kardinaalsmuts (Euonymus europaeus); Tamme kastanje (Castanea sativa); Zoete kers (Prunus avium); Rode kornoelje (Cornus sanguinea); Gele kornoelje (Cornus mas); Kraagroos (Rosa agrestis); Krenteboompje (Amelanchier lamarckii);Wilde liguster (Ligustrum vulgare); Kleinbladige linde (Tilia cordata); Hollandse Linde (Tilia vulgaris);Lijsterbes (Sorbus aucuparia); Eenstijlige Meidoorn (Crataegus monogyna);Tweestijlige Meidoorn (Crataegus laevigata);Mispel (Mespilus germanica);Wilde Peer (Pyrus pyraster);Sleedoorn (Prunus spinosa);Veldesdoorn (Acer campestre);Gewone Vlier (Sambucus nigra);Bergvlier (Sambucus racemosa);Inheemse Vogelkers (Prunus padus);Vuilboom (Rhamnus frangula);Wegedoorn (Rhamnus catharticus); Amandel Wilg (Salix triandra);Bittere wilg (Salix purpurea);Boswilg (Salix caprea); Grauwe wilg (Salix cinerea);Katwilg (Salix viminalis); Geoorde wilg (Salix aurita);Kraakwilg (Salix fragilis); Kruipwilg (Salix repens); Laurierwilg (Salix pentandra); Schietwilg (Salix alba)

12

Aanleg Laanboom (incl. aankoop materiaal)

De bomen hebben een omtrek van 10-12 cm op 110 m hoogte

Een van de volgende bomen: Zomereik (Quercus robur); Wintereik (Quercus petrea); Grauwe abeel (Populus canescens*); Ruwe berk (Betula pendula); Beuk (Fagus sylvatica); Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus*);; Haagbeuk (Carpinus betulus); Iep, diverse klonen (Ulmus*); Tamme Kastanje (Castanea sativa); Zoete Kers (Prunus avium); Kleinbladige Linde (Tilia cordata*); Grootbladige Linde (Tilia platyphyllos); Hollandse Linde (Tilia vulgaris); Noot (Juglans regia); Zwarte Populier (Populus nigra*) ; Populier‘Canadapopulier’ (Populus x canadensis*); Schietwilg (Salix alba); Inheemse Hoogstamfruitbomen *Bij deze soorten worden de volgende cultivars als inheems aangemerkt: Populus canescens ‘De Moffart en Witte van Haamstede’; Acer pseudeplatanus ‘ Negenia en Rotterdam’Ulmus ‘Dodoens Clusius en Lobel’; Tilia cordata ‘ Erecta en Roelvo’; Tilia vulgaris ‘Pallida’; Populus x canadensis ‘div. cultivars’; Populus nigra ‘div. cultivars m.u.v. Italica’; Salix alba ‘ Liempde, Belders’

13

Aanleg bewortelde stek en 3 wilgenpoten (incl. aankoop materiaal)

het betreft een eenjarige bewortelde stek of een wilgenpoot van 3 jaar oud

14

Aanleg wilg, populier en langzaamgroeiende soorten (incl. aankoop materiaal)

Het betreft veren van langzaamgroeiende soorten met een lengte tussen de 200 en 300 cm

Bijj wilg en populieren hebben ze een omtrek van 10 tot 12 cm op 110 m hoogte

15

aanschaf en inzaaien graskruidenmengsel

aanschaf en inzaaien graskruidenmengsel:

Grond wordt gefreesd en ingezaaid met een van onderstaande mengsels

Botanische weiderand: Duizendblad, Knoopkruid, Gewone margriet, Gewone rolklaver, Witte klaver.

een zaaidichtheid van 12 kg/ha

Botanische hooilandrand: Duizendblad, Knoopkruid, Gewone margriet, Gewone rolklaver, Rode klave

een zaaidichtheid van 15kg/ ha

Wintervoedselrand op bouwland: 90% bestaat uit de volgende samenstelling: Zomertarwe (korte soort) (Triticum) 50%;Zomergerst (korte soort) (Hordeum distochon)25%; Triticale (Triticale x triticale) 10%; Boekweit (Fagopyrum esculentum)10%

Met een zaaidichtheid van 125 kg/ha

Bloemenblok voor akkervogels op bouwland: Boekweit (Fagopyrum esculentum) 20%; Vlas (Linum usitatissimum) 19%; Zonnebloem (Helianthus annuus)8%; Haver (Avena sativa)8%; Bladramanas (Raphanus sativus) 8%; Oude rogge (Secale multicaule) 8%; Bladkool (Brassica oleracea) 7%; Venkel (Foeniculum vulgare) 6%; Grote kaardebol (Dipsacus fullonum) 6%; Chicorei(Cichorium intybus) 5%; Honingklaver (Melilotus officinalis)3%; Luzerne Medicago sativa 2%

zaaidichtheid van 10 kg/ha.

16

Grondverzet ten behoeven van aanleg poel en infiltratiegreppel

17

Grondverzet ten behoeven van natuurvriendelijke oever, waterbergingsvoorziening

1:8 of kleiner

18

plaatsen en leveren (schotbalk) stuwtjes

Betonnestuuw bak met daarachter

gronddam met betonnen duikers

voorzien van een sponning met schotbalken

19

leveren en aanbrengen grindbed incl aanvoer en grondverzet

leveren en aanbrengen van grind

De slootbodem wordt met ca 30 cm maar minimaal met 15 cm verhoogd.

verondieping wordt uitgevoerd met grind

minimale lengte waarover verhoging plaatsvind is 20 meter

20

verondeping door verbreding watergang

ten behoeve van verondeping door verbreding watergang

De slootbodem wordt minimaal met 25 cm verhoogd.

Drainagebasis wordt zodanig verhoogd dat er minder grondwater wordt afgevoerd.

verondieping wordt uitgevoerd met gebiedseigen grond door watergang te verbreden en vrijgekomen grond uit oever aan te wensen voor verondieping

Er mag geen drainage of overkluizing in worden aangebracht

De minimale lengte waarover verondieping plaatsvind is 100 meter

21

verondeping watergang

De slootbodem wordt met ca 25 cm maar minimaal met 20 cm verhoogd.

Drainagebasis wordt zodanig verhoogd dat er minder grondwater wordt afgevoerd.

verondieping wordt uitgevoerd met gebiedseigen grond of grond welke beschikt over schoongrondverklaring

Er mag geen drainage of overkluizing in worden aangebracht

minimale lengte waarover verhoging plaatsvind is 20 meter

22

Grondverzet ten behoeve van demping watergang of greppels

Demping wordt aangebracht tot maaiveldniveau

demping uitgevoerd met grond welke beschikt over schoongrondverklaring of gebiedseigen is

Er mag geen drainage of overkluizing in worden aangebracht

De minimale lengte waarover verondieping plaatsvind is 100 meter

er wordt minimaal 1m3 per meter aangebracht

23

Plaatsen grondam/gronddrempel

Dam is uitgevoerd in grond, hout, beton of een andere duurzame vorm

De kruinhoogte van de gronddam of vaste drempel dient minimaal 25 cm boven de bodem van de watergang te worden aangelegd

Dam wordt uitgevoerd met gebiedsgeigen grond

De kruinhoogte van de dam is maximaal 10 cm lager dan de laagste insteek van de watergang op de locatie van de dam.

24

leveren en aanbrengen duiker rond 300 beton

lengte duiker minimaal 2 meter

leveren en platsen van een duiker met diameter van 30 cm

Duiker bestaat uit duurzaam meteriaal o.a. kunstof of beton

Een duiker wordt niet geplaatst in een watergang met een vastgestelde ecologische functie

Een duiker ligt op minimaal 100 metter van een andere duiker of brug

De buislengste is maximaal 15 meter

De binnenonderkant minimaal 5 cm onder de waterbodem ligt

25

leveren en aanbrengen duiker rond 500 beton

lengte duiker minimaal 2 meter

leveren en platsen van een duiker met diameter van 50 cm

Duiker bestaat uit duurzaam meteriaal o.a. kunstof of beton

Een duiker wordt niet geplaatst in een watergang met een vastgestelde ecologische functie

Een duiker ligt op minimaal 100 metter van een andere duiker of brug

De buislengste is maximaal 15 meter

De binnenonderkant minimaal 5 cm onder de waterbodem ligt

26

leveren en aanbrengen dood hout / stobben in watergang

het leveren en aanbrengen van dood hout dan wel stobbe in een watergang

29

Roterend Kunsstof Duikerschot (RKD) 300

Er wordt gebruik gemaakt van een Roterend Kunsstof Duikerschot (RKD) met een diameter van 300 mm welke wordt geplaatst confom instructie welke wordt meegeleverd

30

Roterend Kunsstof Duikerschot (RKD) 400

Er wordt gebruik gemaakt van een Roterend Kunsstof Duikerschot (RKD) met een diameter van 400 mm welke wordt geplaatst confom instructie welke wordt meegeleverd

31

Roterend Kunsstof Duikerschot (RKD) 500

Er wordt gebruik gemaakt van een Roterend Kunsstof Duikerschot (RKD) met een diameter van 500mm welke wordt geplaatst confom instructie welke wordt meegeleverd

32

Roterend Kunsstof Duikerschot (RKD) 600

Er wordt gebruik gemaakt van een Roterend Kunsstof Duikerschot (RKD) met een diameter van 600 mm welke wordt geplaatst confom instructie welke wordt meegeleverd

33

Roterend Kunsstof Duikerschot (RKD) 700

Er wordt gebruik gemaakt van een Roterend Kunsstof Duikerschot (RKD) met een diameter van 700 mm welke wordt geplaatst confom instructie welke wordt meegeleverd

34

Omvorming drainage

Drains maximaal 1m. onder maaiveld. Verzameldrain die uitmond in één of meerdere verzamelput(ten). Iedere verzamelput is voorzien van een in hoogte instelbare drempel.

35

Helofytenfilters

Aanleg van helofytenfilters in de vorm van een helofytensloot waarbij het afvalwater horizontaal door het filter stroomt. De lengte is minimaal 300 meter en de bodembreedte minimaal 1meter. Deze maatregel dient te worden gecombineerd met het plaatsen van een stuw die er voor zorgt dat het water voldoende verblijftijd heeft.

36

Transitiegewassen op droge gronden

Frezen, ploegen en aanplanten in zaaien, beheren van de volgende gewassen: Miscanthus met plantdichtheid van 17.000 plantjes per ha. Vezelhennep met zaaidichtheid van minimaal 35 kg / ha. Lupine met zaaidichtheid van minimaal 150 kg / ha. Zonnekroon met zaaidichtheid van minimaal 4 kg / ha. Luzerne met zaaidichtheid van minimaal 30 kg / ha. Sorghum / Soedangras met zaaidichtheid van minimaal 30 kg / ha. Vlas met zaaidichtheid van minimaal 110 kg / ha.

37

Transitiegewassen op natte gronden

Frezen, ploegen en aanplanten in zaaien, beheren van de volgende gewassen: Miscanthus met plantdichtheid van 17.000 plantjes per ha. Lisdodde riet met plantdichtheid van 4.000 plantjes per ha. Sorghum / Soedangras met zaaidichtheid van minimaal 30 kg / ha. Els / wilg / populier met een omtrek van 10 tot 12 cm op 110 m hoogte.

 

Bijlage 2 behorende bij artikel I, onder M, van de wijziging van de Subsidieregeling Waterschap de Dommel: Subsidieregeling Samen Beter in Waterbeheer

 

Bijlage 5:

inkomstenderving

 

 

 

Maatregel

Vergoeding excl. BTW

Eenheid

Hoofdstuk 3.1

waterbuffers

€ 1.506,67

per hectare per jaar

 

 

inkomstenderving accepteren inundatie op grasland

 

 

Hoofdstuk 3.2

stuwende constructies- niet regelbaar

 

 

3.2.1a

 

inkomstenderving accepteren hoogwaterpeil langs watergang bij grasland excl. beheer

€ 114,42

per hectare per jaar

3.2.1a

 

inkomstenderving accepteren hoogwaterpeil langs watergang lang op voormalige akker excl. beheer

€ 813,75

per hectare per jaar

Hoofdstuk 5.1

Transitiegewassen

 

 

5.1.1.

 

Transitiegewassen op droge gronden op koppen

€ 1.415,75

per hectare per jaar

5.1.2.

 

Transitiegewassen op natte gronden in beekdalen en laagtes

€ 1.415,75

per hectare per jaar

Hoofdstuk 4.1

Robuuste Waterlopen

 

 

4.1c

 

inkomstenderving accepteren hoogwaterpeil langs watergang bij grasland excl. beheer

€ 114,42

per hectare per jaar

4.1c

 

inkomstenderving accepteren hoogwaterpeil langs watergang lang op voormalige akker excl. beheer

€ 813,75

per hectare per jaar

hoofdstuk 6.1

Beek begeleidende beplanting

€ 1.415,75

per hectare per jaar

 

 

inkomstenderving van grond welke wordt beplant met houtige gewassen

 

 

Naar boven