Protocol voor het gebruik van drones door het waterschap Hunze en Aa’s

1. Inleiding

 

Een drone is een op afstand bestuurde, onbemand luchtvaartuig dat gebruik maakt van slimme camera's en sensoren. Naast luchtvaartuigen zijn er ook droneboten en handscanners.

Het waterschap voerde in 2024 een succesvolle pilot uit met een drone. Tijdens deze pilot werd de drone ingezet voor handhavingstaken, zoals toezicht houden op waterwegen, opsporen van illegale lozingen en controleren van naleving van regels. De pilot werd later uitgebreid door de drone in te zetten voor inspecties en landmeetkundige werkzaamheden.

De resultaten van deze pilot waren positief: de drone werkt efficiënt, bespaart tijd en biedt uitgebreide informatie voor de doelen waarvoor deze is ingezet. Daarom is gekozen het gebruik uit te breiden naar andere taken binnen het waterschap, waaronder:

• Mapping en beheerregister: Drones verzamelen met speciale sensoren gegevens van gebieden en beheerobjecten, om het beheerregister actueel te houden.

• Dijk- en oeverinspecties: Drones maken het mogelijk om schade aan dijken en oevers vroegtijdig te signaleren, zoals scheuren, erosie of obstructies, zonder dat inspecteurs direct op de locatie hoeven te zijn.

• Monitoren van waterkwaliteit: Drones met sensoren kunnen snel en effectief waterkwaliteit controleren, ook op moeilijk bereikbare plaatsen.

• Natuurbeheer en toezicht: Drones ondersteunen bij het monitoren van flora en fauna en het in kaart brengen van ecologische veranderingen.

• Ondersteuning bij calamiteiten: Inzet van drones tijdens hoogwatersituaties en verontreiniging van oppervlaktewater.

Om het gebruik van drones goed en veilig te organiseren, is een gecertificeerde drone- en dataoperator intern daarmee belast.

Deze drone- en dataoperator kan vluchten uitvoeren in de specifieke-categorie, coördineert dronevluchten en zorgt dat wordt gewerkt volgens de geldende regels, het handboek en onderhavig protocol. Daarnaast zijn een aantal medewerkers opgeleid om dronevluchten te kunnen uitvoeren in de open-categorie.

In dit protocol wordt vastgelegd hoe drones binnen het waterschap worden gebruikt. Het protocol beschrijft onder andere:

• De wet- en regelgeving die van toepassing is op dronevluchten.

• De verschillende drones die ingezet worden en de taken waarvoor ze gebruikt worden.

• De privacyregels en hoe beeldmateriaal opgeslagen en gebruikt wordt.

Alle medewerkers en externe partijen zijn verplicht dit protocol te volgen om drones veilig, efficiënt en verantwoord in te zetten.

2. Wetgeving en drones

 

Europese regels

Binnen de Europese Unie (EU) gelden uniforme regels om de veiligheid in de lucht en op de grond te waarborgen.

Indeling in categorieën

Drones zijn ingedeeld in drie categorieën, afhankelijk van het risico van de vlucht. Elke categorie heeft specifieke eisen.

• Open categorie (laag risico)

• Specifieke categorie (gemiddeld risico)

• Gecertificeerde categorie (hoog risico)

Het gebruik van drones door het waterschap valt onder de open en specifieke categorieën. De gecertificeerde categorie is hierbij niet van toepassing.

Open categorie

De meeste dronevluchten vallen onder de open categorie. Hier gelden de volgende eisen:

• Maximale vlieghoogte: 120 meter.

• Geen gevaarlijke stoffen vervoeren.

• Er mag niets uit de drone vallen.

• De drone moet altijd zichtbaar zijn.

• Nachtvluchten zijn niet toegestaan.

• Registratie als drone-exploitant met een exploitatienummer bij de RDW is verplicht.

• In laagvlieggebieden mag tot 30 meter hoogte worden gevlogen (categorie A1/A2).

Specifieke categorie

In de specifieke categorie gelden ruimere mogelijkheden:

• Vluchten boven mensen en bebouwd gebied zijn toegestaan.

• Vliegen in de buurt van luchtvaartterreinen.

• Gebruik van drones zwaarder dan 25 kilo.

• Vluchten boven vitale infrastructuur.

• Vluchten buiten de uniforme daglicht periode (UDP). Dit is de tijd tussen een kwartier voor zonsopgang en een kwartier na zonsondergang.

• Vluchten boven natuurgebieden (met toestemming van de eigenaar of beheerder).

• In overleg met de luchtverkeersleiding kan in laagvlieggebieden hoger gevlogen worden.

Aanvullende eisen voor de specifieke categorie:

• Het uitvoeren van dronevluchten volgens een operationeel handboek dat goedgekeurd is door Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

• Een piloten met geldig vliegbewijs: A1/A3 + A2 en STS (Specific).

• Risicoanalyse voorafgaand aan elke vlucht.

• Vluchtvergunning van de ILT vereist.

 

Verplichte markeringen

· Cx-label: Drones in de open categorie moeten sinds 1 januari 2024 voorzien zijn van dit Europese certificeringslabel.

· Remote ID: Drones moeten op afstand herkenbaar zijn via een signaal dat informatie over de eigenaar en locatie verzendt.

3. Privacy en drones

 

Bij de inzet van drones is het niet de bedoeling om mensen vast te leggen. Toch kan gebeuren dat personen of kentekens per ongeluk in beeld komen.

Drones verzamelen persoonsgegevens als:

• Personen herkenbaar in beeld komen (bijv. gezicht, opvallende kleding).

• Kentekens vastgelegd worden en gekoppeld kunnen worden aan een persoon.

• Locatie-, biometrische of verkeersgegevens herleidbaar zijn tot een individu.

• Huizen herkenbaar zijn (bijv. met huisnummer of in combinatie met andere gegevens).

Opnames die geen identificatie mogelijk maken, zoals beelden van bovenaf zonder herkenbare kenmerken, zijn geen persoonsgegevens.

Volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is er sprake van verwerking van persoonsgegevens als gegevens over een geïdentificeerde of identificeerbare persoon worden verzameld, opgeslagen of gebruikt. Onder verwerking vallen onder andere: verzamelen, opslaan, wijzigen, raadplegen, verspreiden en wissen van gegevens.

Bij dronegebruik is er sprake van verwerking van persoonsgegevens als:

• De camera personen herkenbaar in beeld brengt.

• Beelden digitaal worden opgeslagen of verwerkt.

• Opnames worden gemaakt en later bewerkt (bijv. gezichten onzichtbaar maken).

Als beelden direct anoniem zijn en niet herleidbaar tot een persoon, valt dit niet onder de AVG.

Altijd handelen in lijn met de uitgangspunten van de AVG is essentieel. De uitgangspunten die hierna volgen, geven aan hoe de AVG-vereisten worden toegepast en nageleefd bij het inzetten van drones. Dit waarborgt dat zorgvuldig wordt omgegaan met persoonsgegevens wanneer mensen per ongeluk op beeld verschijnen. Dit laatste wordt echter zoveel mogelijk voorkomen.

1. Doelbinding

Drones worden uitsluitend ingezet voor specifieke doeleinden, waaronder het controleren van waterstanden, uitvoeren van inspecties, handhaving, calamiteiten en landmeetkundige werkzaamheden. Het is niet de intentie om personen te filmen. De verkregen beelden worden enkel voor de genoemde doelen gebruikt.

2. Grondslag voor verwerking

Een geldige reden bestaat voor het vastleggen van beelden, bijvoorbeeld door een wettelijke taak zoals handhavingszaken. Beelden worden alleen gemaakt wanneer dit noodzakelijk is.

4. Dataminimalisatie en bewaartermijnen

Alleen noodzakelijke beelden worden verzameld en bewaard zolang ze relevant zijn, met inachtneming van wettelijke termijnen.

5. Beveiliging

Dronebeelden worden veilig opgeslagen en zijn alleen toegankelijk voor bevoegde personen, volgens de basisprincipes van informatieveiligheid.

Pro6. Informatieplicht

De website biedt een overzichtelijke informatiepagina over dronegebruik, inclusief het protocol. Bezoekers worden zo geïnformeerd dat ze gefilmd kunnen worden. Piloten zijn herkenbaar aan hun hesjes met "Dronepiloot".

7. Verwerkingsverantwoordelijkheid

Het is van belang dat beelden die met drones worden gemaakt in overeenstemming zijn met de AVG en zorgvuldig omgaan met de privacy van personen. De functionaris gegevensbescherming en de privacy-officers bewaken de naleving van de privacyregels.

4. Regels gebruik drones

 

Om risico’s voor het gebruik van drones te beperken zijn regels ingesteld. Dit zorgt voor veilig werken met drones.

1. Doel en inzet

Drones voeren taken uit voor het waterschap, zoals inspecties, waterbeheer, handhaving en landmetingen. Alleen noodzakelijke gegevens worden verzameld, met oog voor privacy en volgens de wet- en regelgeving.

2. Privacy en betrokkenen

Soms worden mensen per ongeluk gefilmd. Persoonsgegevens op beeld worden snel geanonimiseerd of verwijderd. Beelden worden niet langer bewaard dan wettelijk toegestaan. Betrokkenen hebben recht op inzage, correctie en verwijdering. Het waterschap zorgt dat de privacywet wordt nageleefd.

3. Veiligheid, techniek en regelgeving

De dronepiloot legt vast waar, wanneer en waarom er gevlogen wordt. Beelden worden tijdens de vlucht op de drone opgeslagen en daarna beveiligd bij het waterschap; enkel bevoegden hebben toegang. Dronepiloten dragen een herkenbaar hesje en drones worden altijd voor en na gebruik gecontroleerd, met jaarlijks onderhoud door een gecertificeerd bedrijf. Zowel piloten als drones zijn gecertificeerd volgens Europese regels. Piloten volgen regelmatig trainingen over regelgeving en technologie. In de specifieke categorie is er een handboek en wordt vooraf een risicoanalyse uitgevoerd. Incidenten of klachten worden via de standaardprocedure afgehandeld. Er wordt alleen gevlogen bij geschikt weer en no-fly zones worden gerespecteerd.

4. Natuur, landbouw en dieren

Drones vliegen zo hoog mogelijk boven natuurgebieden, landbouw en overige gebieden om dieren niet te verstoren, met inachtneming van de wettelijke maximale vlieghoogte.

5. Verantwoordelijkheid

Dronepiloten melden klachten en incidenten bij het Teamhoofd Data en Informatie. Gedragingsklachten volgen de standaardklachtenregeling. Kan informeel overleg met de secretaris-directeur het probleem niet oplossen, dan wordt de klacht afgehandeld volgens de Verordening behandeling bezwaarschriften en klachten Hunze en Aa’s.

Het Teamhoofd houdt toezicht op dronegebruik en naleving van het protocol. De functionaris gegevensbescherming en privacy-officers controleren of dronegebruik voldoet aan privacyregels.

 

Inwerkingtreding

 

Het Protocol voor het gebruik van drones door het waterschap Hunze en Aa’s treedt in werking een dag na bekendmaking.

 

 

 

 

Vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa’s op 2 september 2025

Jelmer Kooistra Geert-Jan ten Brink

Secretaris-directeur Dijkgraaf

Naar boven