Waterschapsblad van Waterschap Drents Overijsselse Delta
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Drents Overijsselse Delta | Waterschapsblad 2024, 8891 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Drents Overijsselse Delta | Waterschapsblad 2024, 8891 | ander besluit van algemene strekking |
Projectplan Domeinweg (omgeving ten noordwesten van Hoogeveen)
Het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijssel Delta maakt bekend dat het algemeen bestuur het Projectplan Domeinweg heeft vastgesteld op 16 april 2024, op grond van artikel 5.4, eerste lid, van de Waterwet.
Het watersysteem in het gebied rondom de Domeinweg is verouderd en voldoet niet meer aan de normen. We willen het daarom robuuster en toekomstbestendiger maken, voor onder andere de landbouw. Dit betekent dat we water kunnen vasthouden en afvoeren op de momenten dat dit nodig is. Zo zijn we beter voorbereid tegen wateroverlast of droogte.
Het projectgebied Domeinweg ligt ten noordwesten van Hoogeveen. In het westen vormt het Echtenerveld de grens en in het noordoosten de Boerenveensche Plassen. De A28, met afslag Fluitenberg, doorkruist het projectgebied in verticale richting.
Het projectplan beschrijft de maatregelen voor de Domeinweg. De opgaven bestaan uit het creëren van waterbergingen, het verbreden van watergangen en het plaatsen en aanpassen van een aantal stuwen. Daarnaast worden laaggelegen percelen opgehoogd om wateroverlast te voorkomen. Verder worden beheer- en onderhoudsknelpunten opgelost zodat watergangen beter onderhouden kunnen worden.
Het ontwerpprojectplan lag vanaf 21 december 2023 gedurende zes weken ter inzage. In die periode is er één zienswijze ingediend. Die heeft niet geleid tot wijzigingen ten opzichte van het ontwerpprojectplan.
Het projectplan ligt met ingang van dinsdag 7 mei 2024 digitaal ter inzage, totdat de beroepstermijn is verstreken. Het projectplan, de overzichtskaart-maatregelenkaart en de dwarsprofielen zijn in deze bekendmaking opgenomen. U kunt de stukken digitaal bekijken via het publicatieblad op www.officielebekenmakingen.nl. Andere documenten hangen als “Externe bijlagen” aan deze publicatie (zie linker kolom).
Gedurende zes weken (met ingang van de dag na die van deze bekendmaking) kunnen belanghebbenden en degenen die een zienswijze hebben ingediend beroep instellen bij de Rechtbank Noord-Nederland, Afdeling bestuursrecht (Postbus 150, 9700 AD, Groningen).
Het is mogelijk digitaal beroep in te stellen bij genoemde rechtbank via www.loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet de indiener wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Op de genoemde website staan de precieze voorwaarden.
Het beroepschrift moet voorzien zijn van:
Verder dient het beroepschrift door de indiener te zijn ondertekend. Bij het beroepschrift wordt zo mogelijk een afschrift van het projectplan overgelegd.
Het projectplan treedt met deze bekendmaking in werking, ongeacht of er een beroepschrift wordt ingediend. Dit betekent dat het projectplan uitgevoerd kan worden. Om dit te voorkomen kan degene die beroep instelt gelijktijdig, of na het indienen daarvan, een verzoek om een voorlopige voorziening doen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, Afdeling bestuursrecht (Postbus 150, 9700 AD, Groningen). Daarbij moet een kopie van het beroepschrift worden overgelegd. Zie voor het digitaal indienen van zo’n verzoek hetgeen hiervoor is opgemerkt over het digitaal instellen van beroep.
Voor het indienen van beroep en voor het doen van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.
Het algemeen bestuur van Waterschap Drents Overijsselse Delta besluit, gelet op artikel 5.4, eerste lid, van de Waterwet en de Inspraak- en participatieverordening Waterschap Drents Overijsselse Delta 2016 het onderhavige projectplan vast te stellen.
Het projectplan Domeinweg bestaat uit vier delen. In deel I wordt beschreven wat het waterschap gaat doen en hoe het werk wordt uitgevoerd. Deel II licht toe waarom dit werk wordt uitgevoerd: de onderbouwing van het plan. Deel III geeft informatie over de rechtsbescherming en de procedures, en deel IV bevat rapporten en onderzoeken die voor het plan van belang zijn.
Waterschap Drents Overijsselse Delta gaat het projectgebied Domeinweg herinrichten. Het ontwerp voor het projectgebied is opgesteld vanuit een integraal gebiedsproces waarbij het Dagelijks bestuur een voorkeursalternatief heeft vastgesteld. Hierbij is uitgegaan van de volgende beleidsdoelen (Tabel 1).
Tabel 1: Beleidsdoelen Domeinweg
Om tot een voorkeursalternatief te komen, is naast de bovenstaande beleidsdoelen ook beoordeeld welke bijdrage geleverd kan worden aan het behalen van nevendoelen van het waterschap. Voor nevendoelen geldt geen specifieke opgave binnen het project gebied. Het gaat om de volgende nevendoelen:
Er zijn voor ecologie geen opgaven op het projectgebied geprojecteerd, de “overige wateren” binnen het plangebied zijn niet aangewezen als KRW-Waterlichaam. Wat betreft waterkwaliteit zal deze in zijn algemeenheid in elk geval niet achteruitgaan.
Klimaatrobuuste inrichting/Hydrologie
Het waterschap streeft naar watersystemen die extreme weersomstandigheden (zowel nat als droog) beter op kunnen vangen. Te denken valt aan oplossingen die meer ruimte in het systeem creëren waardoor het systeem beter reageert op extreme situaties, en oplossingen om water sneller te verplaatsen.
Middels het waterbeheerplan en het klimaatakkoord heeft het waterschap zich uitgesproken om bij te dragen aan duurzaamheid. De kansen voor duurzaamheid zijn geïnventariseerd d.m.v. het invullen van de Omgevingswijzer.
Ruimtelijke Kwaliteit en erfgoed
In het stroomgebied zijn geen water gerelateerde gebouwde monumenten, geen beschermd stads- of dorpsgezicht en geen watererfgoed van WDODelta aanwezig. Er vindt géén aantasting van het landschap plaats door de herinrichting van de watergangen in het projectgebied. Andere effecten op ruimtelijke kwaliteit zijn niet te verwachten, dit valt overigens buiten het aandachtsveld van dit project. Hiervoor zijn geen opgaven geformuleerd.
In Tabel 2 is voor de beleidsdoelen, zoals genoemd in 1.1, beschreven wat de concrete opgave voor dit project inhoudt.
Tabel 2: Opgave voor elk beleidsdoel
Het projectgebied ‘Domeinweg’ (Figuur 1) ligt ten noordwesten van Hoogeveen op de flank van de ‘Fluitenberg’. In het westen vormt het Echtenerveld de grens en in het noordoosten de Boerenveensche Plassen. De A28, met afslag Fluitenberg, doorkruist het projectgebied in verticale richting. Ten westen van deze snelweg ligt het Spaarbankbosch. Het gebied rondom het huidige Fluitenberg, waar vroeger het beekje de ‘Vleute’ stroomde, is een verhoging: de ‘Vleutenbarg’. Vanaf de A28 tot aan de Domeinweg zit een hoogteverschil van ca. 3 meter (11,5 – 8,5 meter). In de ondergrond zit veel keileem. De bouwvoor meet vrijwel overal niet meer dan 40 – 50 cm, de opbouw bestaat grotendeels uit zand en mengsel van zand met keileem. Het pakket keileem is op meerdere plekken 12 meter dik. Op sommige plekken is klei aanwezig. Verder komen veldpodzol gronden voor met lemig fijn zand. In het hele gebied komt keileem voor met schijnspiegels. Direct langs de watergang stroomafwaarts rond de Domeinweg en beekdal Oude Diep is een kwelgebied van 100 – 300 meter breed en daaromheen infiltratie.
Vanaf de flank van de ‘berg’ stroomt het water richting de Domeinweg. Het watersysteem kenmerkt zich door smalle watergangen waarin weinig opstuwing mogelijk is. De drooglegging is minimaal 45 cm en maximaal 80 cm. Totaal oppervlak dat loost via de stuw onder in het peilvak is ca. 560 ha. (7 peilgebieden), waarvan 165 ha. direct vanuit het oosten vanaf het hellend gebied. Het landgebruik is voornamelijk grasland.
Er is gekeken hoe het landbouwkundige watersysteem kan worden ontlast om overstromingen en tijdelijke wateroverlast (NBW) te voorkomen. In hoofdlijn heeft dit geleid tot een planuitwerking met 2 hoofdonderdelen.
Er worden in totaal twee waterbergingen gerealiseerd en er worden twee watergangen verbreed. Er wordt één knijpstuw en twee geautomatiseerde stuwen gerealiseerd om de waterbergingen optimaal te laten functioneren.
Daar waar mogelijk worden watergangen zoveel mogelijk teruggebracht op leggerprofiel en worden een 2-tal knijpstuwen geplaatst. Plaatselijk worden stuwen voorzien van beweegbare kleppen.
In Tabel 3 worden de belangrijkste maatregelen beschreven die in het gebied worden uitgevoerd. Naast deze belangrijke maatregelen zijn er ook een aantal kleinere maatregelen, deze zijn weergegeven in Tabel 4. De uitwerkingen van deze maatregelen zijn te vinden op de overzichtskaart in bijlage A.
Naast de hydrologische maatregelen die beschreven worden, zijn er ook maatregelen met betrekking tot beheer en onderhoud (B&O). Ook deze zijn opgenomen op de ontwerptekeningen. In deze fase zijn een aantal vormtekeningen uitgewerkt, in de UO-fase worden deze uitgewerkt tot bestekstekeningen.
Tabel 3: Belangrijkste maatregelen in het projectgebied
Tabel 4: Overige maatregelen in het projectgebied
Door de geplande maatregelen ontstaat een robuuster watersysteem dat pieken in de afvoer beter kan verwerken. We kunnen echter niet voorkomen dat toch her en der wateroverlast blijft optreden. Dit is in het gebied besproken met de eigenaren, de wateroverlast bij hevige neerslag wordt wel herkend maar niet als overlast ervaren. Meestal is de overstroming met een dag weer verdwenen door het hellende karakter van het gebied.
Wijzigingen peilen per peilvak
Op basis van de algemene hoogtekaart Nederland (AHN) zijn de huidige MIN/MAX peilen voor het dagelijkse peilbeheer na 25 jaar opnieuw geanalyseerd. De nieuwe bandbreedte van de MIN/MAX-peil instellingen wordt door de beheerder gebruikt om afhankelijk van neerslag, verdamping en bodemvochtvoorraad de juiste waterpeilen per peilvak aan te bieden behorende bij de gebruiksfunctie van het gebied. De volgende peilvakherzieningen zijn gepland, de peilen staan ook vermeld op de overzichtskaart in bijlage A .
** Overige peilvakken MV130 / MV134 / MV136 / MV120 / MV124 / MV171 en MV112 (telemetrie) geen max/min peil wijzigingen
Vanuit het landelijke gebied wordt de T10 neerslag-afvoergolf gedeeltelijk opgevangen in de berging langs de Domeinweg. Een deel van die T10 afvoergolf blijft boven normatief achter in diverse peilvakken. In die specifieke gevallen voorziet het plan in normaanpassing (aanpassing maaiveldcriterium) van deze T10 situatie.
De hydrologische modellering geeft per peilvak de volgende resultaten:
Van de in totaal 17 peilvakken voldoen er in de nieuwe situatie 11 niet aan de NBW-norm (max. 5% inundatie bij grasland). Bij de provincie Drenthe wordt hiervoor een normaanpassing aangevraagd.
We wentelen in de T100 situatie tijdelijk water af naar lagergelegen gebieden, met name richting het stedelijke gebied Hoogeveen. Met het Projectplan Domeinweg wentelen we tijdelijk extra water af naar lagergelegen gebieden. Bestuurlijke partners hebben eerder aangegeven dat het niet de voorkeur geniet om water af te wentelen. Dat gaan we nu tijdelijk wel doen. Het lagergelegen gebied biedt ruimte om deze afwenteling op te vangen, waardoor de afwenteling teniet wordt gedaan. Over enkele jaren, gepland kunnen we deze afwenteling compenseren binnen geprogrammeerde projecten rondom het Oude Diep waarin we samenwerken met de provincie Drenthe (onder andere de projecten KRW-stadsrand Hoogeveen, Roode Brand en Zuidmaten). In totaal wordt met project Domeinweg circa 10.000m3 in de piek afgewenteld.
In het plangebied vindt onderhoud rijdend plaats. Het gebied is volgens de modellering gevoelig voor veel begroeiing. Op tijd maaien is dus belangrijk in deze systemen. Dit gebeurt via de aanwezige onderhoudsroutes door het land en via de onderhoudspaden. Onderhoud vindt van weg naar weg plaats waarbij in het land wordt gekeerd. Om de onderhoudsroutes te kunnen gebruiken zijn hekwerken, poortgrepen en dammen met duikers aanwezig. Bij inventarisatie zijn 37 knelpunten voor beheer en onderhoud geconstateerd. Dit zijn veelal kleine knelpunten waarbij onder andere de toegankelijkheid niet op orde is en bijvoorbeeld een dam en duiker moet worden verbreed. Waar mogelijk is het onderhoud conform IBOOM aangepast van smal- naar breedspoor. Zie voor een uitgebreide beschrijving het onderhoudsplan in bijlage E.
Het waterschap streeft naar het uniformiseren van het beheer. De implementatie van Waterschapszorg wordt meegenomen in het project. Er worden twee statuswijziging doorgevoerd:
Door de geplande aanpassingen is het beheer en onderhoud geoptimaliseerd.
Voor de aanleg van de waterberging in de berm van de A28 wordt een overeenkomst gesloten met Rijkswaterstaat met o.a. afspraken over eigendom, beheer en onderhoud (EBO), de grond blijft bij hen in eigendom. Het perceel voor een waterberging aan de Fluitenbergseweg is aangekocht door WDODelta.
De hoofdwatergangen van oost naar west door het plangebied zijn niet in eigendom van het waterschap. Hier hebben we geen medewerking kunnen vinden van aanliggende eigenaren om de profielen te verruimen. We kunnen hier alleen waar nodig de profielen weer terugbrengen naar leggerprofiel.
Na goedkeuring van het projectplan wordt gestart met het opstellen van een Bestek met Uitvoeringsontwerp. Hierna start een aannemer met de realisatie van het werk. De verwachting is dat de uitvoering in 2025 zal starten. In Tabel 5 is een overzicht van de planning opgenomen.
Tabel 5: Overzicht uitkomsten conditionerende onderzoeken
Er wordt een RAW-bestek (de standaard bestekssystematiek in de Grond-, Weg- en Waterbouw) opgesteld waarin de resultaatsverplichting wordt omschreven die de aannemer moet realiseren. De uitvoeringswijze is ter keuze van de aannemer. Tijdens het werk dient de aannemer rekening te houden met onderstaande voorwaarden die in het bestek zullen worden opgenomen.
7.1 Nadelige gevolgen van het plan
Vanuit het landelijke gebied wordt de T10 afvoergolf gedeeltelijk opgevangen in de berging langs de Fluitenbergseweg. Een deel van die T10 afvoergolf blijft boven normatief achter in diverse peilvakken. In die specifieke gevallen voorziet het plan in normaanpassing van deze T10 situatie. Deze normaanpassing wordt aangevraagd bij de Provincie Drenthe.
Een deel van de T10-T100 NBW-opgave wordt benedenstrooms afgewenteld. Deze hoeveelheid moet elders in andere Oude Diep projecten weer worden gecompenseerd. Er blijft dus een restopgave liggen door deze afwenteling.
7.2 Nadelige gevolgen van de uitvoering
Gedurende de uitvoering van het werk wordt de overlast voor derden zoveel mogelijk beperkt. Eventuele schade aan rij- en werkstroken wordt hersteld. Uitvoeringsschade is nu niet voorzien, maar mocht die toch optreden, dan wordt die vergoed. Ook gewasderving en/of inkomstenschade als gevolg van de uitvoering van dit projectplan wordt vergoed. Voorafgaand aan de uitvoering wordt met alle relevante aanliggende eigenaren contact opgenomen, zodat zij rekening kunnen houden met de werkzaamheden.
De Wet Natuurbescherming eist dat schade aan de natuur zoveel mogelijk wordt beperkt. Hieraan wordt voldaan doordat het waterschap werkt volgens de vigerende natuurbeschermingswetgeving, de Gedragscode Wet Natuurbescherming voor Waterschappen en een maximale inspanning levert om de bestaande natuur te beschermen. De uitvoering staat gepland in 2025. In deze periode worden de werkzaamheden zodanig gepland dat nadelige gevolgen op de flora- en fauna tot een minimum worden beperkt.
Als gevolg van dit projectplan is geen financiële schade voorzien die aan de uitvoering van het project in de weg staat. Indien een belanghebbende ten gevolge van dit besluit toch schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en ten aanzien waarvan de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, kan op grond van artikel 7.14 van de Waterwet een verzoek om schadevergoeding worden ingediend. Voor de wijze van indiening van een dergelijk verzoek en voor de procedure wordt verwezen naar de Procedureverordening nadeelcompensatie Waterschap Drents Overijsselse Delta 2019.
8. Legger, beheer en onderhoud
Er is een onderhoudsplan opgesteld waarmee de instandhouding van de maatregelen wordt gewaarborgd. Dit onderhoudsplan is opgenomen in bijlage E van dit projectplan.
In het gebied zijn relatief veel knel- en verbeterpunten voor het beheer en onderhoud geconstateerd. De beheer en onderhoudsopgave kan worden opgedeeld in knelpunten, achterstallig onderhoud en IBOOM (integraal beheer en onderhoud op maat). In de afgelopen periode is deze B&O opgave besproken met het gebied. Door het uitvoeren van de opgave wordt het onderhoud sterk geoptimaliseerd. Hierdoor wordt ook de impact van het onderhoud beter verdeeld.
Naast de uitwerking van de IBOOM-maatregelen worden ook het beheer en onderhoud van de waterbergingen beschreven. Verder zal het onderdeel peilbeheer volledig worden uitgewerkt zodat bij de verschillende scenario’s duidelijk is wat er van de peilbeheerder gevraagd wordt.
Met de eigenaren zijn gesprekken gevoerd over de plannen van het waterschap in dit project en de eventuele aankoop van gronden. De mensen in het gebied zijn ingelicht door middel van een nieuwsbrief in augustus 2021 over de plannen. Er is een tweede nieuwsbrief uitgegaan in maart 2022 inclusief een uitnodiging voor de eerste informatiebijeenkomst in april 2022. Hier is het gebied op de hoogte gesteld van het voorkeursalternatief dat is gekozen door het dagelijks bestuur.
In dezelfde periode van de nieuwsbrief en de inloopbijeenkomst is er ook contact opgenomen met de omliggende eigenaren om de onderhoudsroutes en het voorkeursalternatief te bespreken. Waar nodig is er een afspraak op locatie ingepland. In januari 2023 is een derde nieuwsbrief inclusief uitnodiging uitgegaan voor de tweede inloopbijeenkomst in januari 2023. Hier is het voorlopig ontwerp gepresenteerd op kaart. Specifieke veranderingen voor stakeholders zijn toegelicht: de betreffende eigenaren zijn met persoonlijke gesprekken geïnformeerd over het bijgestelde inundatiebeeld bij realisatie van het ontwerp. Na het vaststellen van het Projectplan Waterwet in Ontwerp, is dit met de omgeving gecommuniceerd door middel van een nieuwsbrief in december 2023. Tijdens de inzagetermijn heeft een inloopbijeenkomst in januari 2024 plaatsgevonden. De inloopbijeenkomst is goed bezocht (25-30 personen) en er is positief gereageerd op de plannen.
Met de Provincie Drenthe is afstemming over de aan te passen normering voor het gebied en de plannen voor waterbergingen. Met Rijkswaterstaat is overeenstemming over de waterberging in de berm van de A28. Met de gemeente Hoogeveen is contact geweest over de plannen.
Als een waterschap een waterstaatswerk wil aanleggen of wijzigen, dient op grond artikel 5.4 Waterwet een projectplan te worden vastgesteld, met daarin een beschrijving van het werk en de wijze waarop dat zal worden uitgevoerd én een beschrijving van de voorzieningen om nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk ongedaan te maken of te beperken. Het werk dient bij te dragen aan de doelstellingen van de Waterwet waaronder:
1.2 Milieueffectrapportage (m.e.r.)
In de bijlage van het Besluit milieueffectrapportage zijn categorieën van activiteiten aangewezen waarvoor een m.e.r.-plicht (C-lijst) of m.e.r.-beoordelingsplicht (D-lijst) geldt. In deze C- en D-lijst zijn geen activiteiten opgenomen, die van toepassing zijn op dit project. Er is o.a. geen sprake van:
Voor dit project geldt derhalve geen m.e.r.-(beoordelings)plicht. Het opstellen en indienen van een aanmeldingsnotitie is niet benodigd.
Ons waterbeheer is in natte omstandigheden gericht op het zoveel mogelijk voorkomen of beperken van schade en/of inkomstenderving als gevolg van wateroverlast. Dit bereiken we met onze doelstellingen door te zorgen dat onze infrastructuur voldoet aan de normen uit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). Om de regionale wateroverlast aan te pakken hebben de waterschappen in het NBW (2009) afgesproken hun gebieden te beoordelen op risico’s op wateroverlast. Landelijk zijn hiervoor richtinggevende waarden vastgesteld. Voor de verschillende gebieden zijn normen vastgelegd in de provinciale waterverordeningen/ omgevingsvisies. Deze normen zeggen iets over de mate waarin overstromingen toelaatbaar zijn doordat oppervlaktewateren buiten de oevers treden. We zien de normen als basisbeschermingsniveau en zorgen ervoor dat het watersysteem ten minste voldoet aan deze normen.
Onder normale weersomstandigheden werken wij aan een waterbeheer dat optimaal de functies en het huidige gebruik ondersteunt. We streven naar de juiste hoeveelheid water voor menselijke activiteiten, landbouw en natuur. Dit bereiken we door te zorgen dat onze infrastructuur voldoet aan de kaders van het Gewogen Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR). GGOR is een hulpmiddel dat voor elke functie in landelijk en stedelijk gebied de gewenste toestand van het grondwater en het oppervlaktewater aangeeft. In ons huidige beleid is bepaald dat de actuele situatie ook de gewogen situatie is. Dit betekent dat we het huidige voorzieningenniveau handhaven en werken aan het in stand houden van de bestaande natte infrastructuur als de peilregulerende kunstwerken. De infrastructuur passen we alleen aan wanneer sprake is van een knelpunt in het watersysteem of bij het beheer ervan.
Inrichting, Beheer en Onderhoud op Maat (IBOOM)
Na de realisatie van de plannen wordt het gebied conform het beleid “Inrichting, Beheer en Onderhoud Op Maat” (IBOOM) uitgevoerd. Hieronder wordt verstaan dat het beheer en onderhoud aan de watergang wordt afgestemd op de functies in het gebied en de opgaven, hierbij rekening houdend met de gebiedskenmerken en wensen en ideeën van de inwoners en omgeving.
Waterschapszorg gaat over de zorg voor beheer en onderhoud van de watergang; wie welke watergang beheert en wie de onderhoudsplichtige is. WDODelta wil het water in de wetering zo goed mogelijk aan- en afvoeren. Op deze manier kan het waterschap de functies in een gebied (zoals landbouw en natuur) zo optimaal mogelijk bedienen. Daarom wil WDODelta de grote, regionaal belangrijke watergangen zelf onderhouden. De kleinere watergangen en de individuele perceelsloten worden onderhouden door de aanliggende perceeleigenaren.
Het definitieve ontwerp is opgesteld vanuit de lokale belangen, kansen en doelen.
Ter onderbouwing van de plannen zijn een aantal conditionerende onderzoeken uitgevoerd:
In navolgende tabel zijn de belangrijkste bevindingen van deze onderzoeken weergegeven.
Tabel 6 - Overzicht uitkomsten conditionerende onderzoeken
4. Vergunningen, ontheffingen en meldingen
In onderstaande tabel zijn de resultaten van de vergunningenscan verzameld. Er wordt aangegeven of er een vergunning, ontheffing en/of melding nodig is voor de projectwerkzaamheden voor Project Domeinweg.
Tabel 7 - Overzicht vergunningen, ontheffingen en meldingen
Als het ontwerpprojectplan is vastgesteld, wordt dit bekend gemaakt. Het plan ligt gedurende zes weken ter inzage. Voordat het waterschap een definitieve beslissing neemt, kunnen belanghebbenden en ingezetenen gedurende deze periode hun zienswijze op dit ontwerpprojectplan kenbaar maken. Dat kan schriftelijk of mondeling. Een zienswijze moet vóór afloop van de termijn bij het waterschap zijn ingediend.
Als het projectplan is vastgesteld, wordt dit bekend gemaakt. Het plan ligt gedurende zes weken ter inzage. Gedurende zes weken (vanaf de dag na die waarop het besluit ter inzage is gelegd) kunnen beroep instellen bij de rechtbank Noord-Nederland (Postbus 150, 9700 AD, Groningen), onder overlegging van een afschrift van dit projectplan:
Het is mogelijk digitaal beroep in te stellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet de indiener wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Op de genoemde site staan de precieze voorwaarden.
Voor het indienen van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd. Tegen de uitspraak van de rechtbank kan vervolgens hoger beroep worden ingesteld bij de Raad van State.
Op de vaststelling van een projectplan is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat in het beroepschrift moet worden aangeven welke beroepsgronden worden aangevoerd tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard als binnen de beroepstermijn geen gronden zijn ingediend. Indieners wordt verzocht in het beroepschrift te vermelden dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.
4. Verzoek om voorlopige voorziening
Het projectplan treedt na vaststelling in werking, ook al wordt er een beroepschrift ingediend. Dit betekent dat de maatregelen opgenomen in het projectplan kunnen worden uitgevoerd. Om dit te voorkomen kan degene die beroep instelt gelijktijdig of na het indienen daarvan een zogenaamd verzoek om een voorlopige voorziening doen bij de Voorzieningenrechter van de Afdeling Bestuursrecht van de rechtbank Noord-Nederland (Postbus 150, 9700 AD, Groningen). Daarbij moet een kopie van het beroepschrift worden overlegd. Ook voor het doen van een verzoek om een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Zie voor het digitaal indienen van zo’n verzoek onder “Beroep en hoger beroep”.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2024-8891.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.