Delegatiebesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2024

Het algemeen bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta;

 

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 februari 2024;

 

gelet op Titel III van de Waterschapswet, artikel 2.8 en 2.39 Omgevingswet en Afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

 

B E S L U I T:

 

Vast te stellen het:

 

Delegatiebesluit Drents Overijsselse Delta 2024

Artikel 1  

De bevoegdheden zoals vermeld in onderstaande lijst te delegeren aan het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta, waarbij geldt, dat het dagelijks bestuur:

  • 1.

    (potentieel) bestuursgevoelige zaken altijd aan het algemeen bestuur ter besluitvorming voorlegt,

  • 2.

    het algemeen bestuur zo nodig op de hoogte stelt van de krachtens delegatie genomen besluiten,

  • 3.

    zijn bevoegdheden mag mandateren aan de organisatie, uitgezonderd het bij nummer 23 gedelegeerde.

Nr.

Bevoegdheid

Procedures en Omgeving

 

 

1.

Het besluiten tot het voeren van civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke procedures (waaronder begrepen arbitrage, schikking, bindend advies, dading) en het instellen van alle rechtsmiddelen, in alle instanties zowel eisend als verwerend, en het nemen van de daarbij behorende beslissingen ter voorbereiding, ter voorkoming of ter beëindiging van deze procedures (conflicthantering).

2.

Het besluiten tot het uitoefenen van het recht van bezwaar en beroep tegen en het indienen van inspraakreacties over, (ontwerp-)besluiten of handelingen van bestuursorganen, indien een recht daartoe bij wettelijk voorschrift aan het waterschap of het waterschapsbestuur is toegekend.

3.

Het nemen van:

  • a.

    een verdagingsbesluit;

  • b.

    een besluit tot het verlenen van een termijn voor het herstellen van een verzuim;

  • c.

    en besluit tot kennelijk niet-ontvankelijk verklaren op grond van artikel 6:6 Algemene wet bestuursrecht.

4.

Het besluiten tot aansprakelijk stellen uit onrechtmatige daad van personen of rechtspersonen.

5.

Het besluiten op verzoeken om schadevergoeding tot een bedrag van € 250.000,- per geval.

6.

Het vaststellen en wijzigen van de leggers als bedoeld in de artikelen 78 Waterschapswet en 2.39 Omgevingswet.

7.

Het vaststellen en wijzigen van de volgende delen van de waterschapsverordening Waterschap Drents Overijsselse Delta:

  • a.

    regels over vergunningplichtige activiteiten;

  • b.

    regels over vergunningvrije activiteiten;

  • c.

    regels over meldingsplichtige activiteiten; en

  • d.

    aanwijzing van gebieden en waterstaatswerken waarop regels van toepassing zijn.

8.

Het uitoefenen van de bevoegdheid

  • a.

    tot instemmen met gelijkwaardige bodembeheernota’s en (geactualiseerde) bodemkwaliteitskaarten, al dan niet vertaald in het gemeentelijk omgevingsplan;

  • b.

    om ondergeschikte aanpassingen aan te brengen in de eigen Nota bodembeheer en bodemkwaliteitskaart.

9

Het uitoefenen van de bevoegdheden in hoofdstuk 19 Omgevingswet, betrekking hebbende op een ongewoon voorval waarbij sprake is van:

  • a.

    gevaar voor waterstaatswerken en/of,

  • b.

    verontreiniging van de bodem en oever van oppervlaktewaterlichamen.

10.

Het uitoefenen van de bevoegdheid tot het herzien van het draaiboek hoogwater van het Waterakkoord Meppelerdiep-Overijsselse Vecht.

11.

Het besluiten omtrent:

  • a.

    Het toepassing geven aan artikel 3:11 van de Algemene wet bestuursrecht (tervisielegging).

  • b.

    Het doen van bekendmakingen of mededelingen, zoals bedoeld in artikel 73 van de Waterschapswet en de artikelen 3:42 en 3:44 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • c.

    Het besluiten op verzoeken gericht aan het algemeen bestuur op grond van de Wet open overheid.

  • d.

    Het besluiten op verzoeken gericht aan het algemeen bestuur op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming en de Wet politiegegevens.

 

 

Financiën

 

 

12.

Het besluiten tot het doen van nieuwe en vervangingsinvesteringen ten behoeve van infrastructuur en bedrijfsvoering, die in de investeringslijst bij de programmabegroting door het Algemeen bestuur zijn aangewezen om te worden afgedaan bij of krachtens het dagelijks bestuur.

13.

De bevoegdheid tot het overschrijden van beschikbaar gestelde

Investeringskredieten in relatie tot investeringsprojecten, met de volgende maximale overschrijdingsruimte (MOR):

  • a.

    projecten tot een maximumbedrag van € 1.000.000: 10% (incl. btw);

  • b.

    projecten vanaf een bedrag van € 1.000.000: 5% (incl. btw).

14.

Het fiatteren van neerwaartse bijstellingen van beschikbaar gestelde investeringskredieten ter grootte van het aanbestedingsresultaat (groter dan 5% met een ondergrens van € 50.000 incl. btw). Het aanbestedingsresultaat wordt hier gedefinieerd als de som van het gunningsresultaat en de aanpassingen in de risicoreservering (voorziene risico’s);

in de bijstelling kunnen geen andere zaken begrepen worden.

15.

Het besluiten omtrent:

  • a.

    het aanbesteden van opdrachten (inclusief het selecteren van inschrijvers),

  • b.

    het aangaan van verplichtingen met een financiële consequentie en

  • c.

    het sluiten, wijzigen, opzeggen en ontbinden van overeenkomsten.

16.

Overschrijding van de exploitatie van een programma uit de begroting met maximaal 5% mits de middeleninzet past binnen het vastgestelde beleid en het totale exploitatieresultaat niet meer dan € 1 miljoen (incl. btw) ongunstiger wordt dan begroot.

17.

Beslissen op subsidieaanvragen van derden en het doen van subsidieaanvragen.

18.

Het afsluiten en verstrekken van geldleningen, voortvloeiend uit de jaarbegroting, meerjarenbegroting of een besluit van het algemeen bestuur.

19.

Het incidenteel gemotiveerd afwijken van inkoop- en aanbestedingsbeleid.

20.

Het vaststellen, intrekken en wijzigen van algemene waterschapsinkoopvoorwaarden.

 

 

Eigendommen

 

 

21.

Het besluiten tot het verkrijgen, vervreemden en bezwaren van onroerende zaken ten behoeve van de aanleg of wijziging van waterstaatswerken en zuiveringstechnische werken tot een bedrag van € 500.000,-, danwel conform door het bestuur vastgesteld grondbeleid.

22.

Het besluiten tot het vestigen, wijzigen en beëindigen van zakelijke rechten ten behoeve van de aanleg of wijziging van waterstaatswerken en zuiveringstechnische werken tot een bedrag van € 500.000,-, danwel conform door het bestuur vastgesteld grondbeleid.

23.

Het opleggen van gedoogplichten op grond van artikel 10.17 Omgevingswet.

24.

Het nemen van besluiten inzake het huren, verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van roerende en onroerende zaken van het waterschap. Hieronder wordt ook begrepen het aangaan, wijzigen en beëindigen van jacht- en visrechtovereenkomsten en de verkoop van rietgewas op stam.

25.

Het vestigen dan wel afstand doen van zakelijk rechten ten behoeve van het leggen van kabels en leidingen en het aanbrengen van andere werken van openbaar nut of de liquidatie daarvan.

Artikel 2 Inwerkingtreding en titel

  • 1.

    Het Delegatiebesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2016-II zoals vastgesteld door het algemeen bestuur op 28 juni 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid van dit artikel genoemde datum.

  • 2.

    Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2024.

  • 3.

    Dit besluit kan worden aangehaald als Delegatiebesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2024.

Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta in de openbare vergadering van 5 maart 2024.

D.S. Schoonman

Dijkgraaf

E.M. van Grol,

Secretaris-directeur

Toelichting op het Delegatiebesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2024

Algemeen

 

Onder delegatie wordt verstaan: het overdragen door een bestuursorgaan (delegans) van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander (delegataris) die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (artikel 10:13 Algemene wet bestuursrecht).

 

Door delegatie verkrijgt de delegataris de bevoegdheid besluiten te nemen onder eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid. De delegans is niet langer verantwoordelijk. Deze verantwoordelijkheid heeft zowel betrekking op de politieke verantwoordelijkheidsplicht alsook op de eventuele privaatrechtelijke aansprakelijkheid. De delegans kan na delegatie zijn bevoegdheid niet meer zelf uitoefenen (10:17 Awb). De delegans kan het delegatiebesluit wel te allen tijde intrekken (10:18 Awb).

 

Voor waterschappen is de wettelijke basis voor delegatie artikel 83 van de Waterschapswet. Dit artikel bepaalt dat het algemeen bestuur bevoegdheden aan het dagelijks bestuur kan overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich tegen overdracht verzet. In het tweede lid van dit artikel is een aantal bevoegdheden genoemd die niet mogen worden gedelegeerd, zoals het vaststellen van peilbesluiten, de begroting, de rekening en verordeningen.

 

Indien een bestuursorgaan zijn bevoegdheid tot het verrichten van andere handelingen dan besluiten overdraagt aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent, dan gelden de wettelijke bepalingen over delegatie uit de Awb onverkort (10:21 Awb). In het voorliggende Delegatiebesluit worden ook andere handelingen dan besluiten overgedragen.

Naar boven