Waterschapsblad van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden | Waterschapsblad 2024, 6739 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden | Waterschapsblad 2024, 6739 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Stimuleringsregeling Regionaal Partnerschap voor Water en Bodem
Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,
Gelet op artikel 78, eerste lid, van de Waterschapswet, artikel 1.3 van de Algemene subsidieverordening De Stichtse Rijnlanden, titel 4.2 van de Algemene wet Bestuursrecht
Waterbeheerprogramma ‘Stroomopwaarts 2022-2027’ van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, Deltaprogramma Klimaatadaptatie en Deltaprogramma Zoetwater en de maatregelenlijst van het Bestuurlijke Overleg Open Teelten en Veehouderij
Artikel 14 van de EU Verordening 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022, waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag, betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard. (Pb L. 327), zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie van 21 dec 2022, L327/27 (de Landbouwvrijstellingsverordening).
In deze regeling wordt verstaan onder:
BOOT lijst: Lijst met maatregelen die kunnen worden getroffen om de waterkwaliteit, waterkwantiteit of bodemkwaliteit te verbeteren zoals vastgesteld in het Bestuurlijk Overleg Open Teelten en Veehouderij (http://agrarischwaterbeheer.nl/document/boot-lijst-maatregelen-agrarisch-waterbeheer) en ook als bijlage bij deze regeling is toegevoegd;
Collectief: Een (gecertificeerd) agrarisch samenwerkingsverband in de vorm van een (coöperatieve) vereniging in een (zelfgekozen) begrensd gebied dat bestaat uit agrariërs en andere grondgebruikers (beheerders met gebruiksrecht van de grond) in een gebied die zich op vrijwillige basis hebben verenigd voor het uitvoeren van agrarisch natuur-en landschapsbeheer. Rijn, Vecht en Venen, Utrecht-Oost, Lopikerwaard, of Rijn & Gouwe Wiericke;
Het doel van de regeling is om agrariërs te stimuleren om bovenwettelijke maatregelen te treffen, welke een positief effect hebben op de waterkwaliteit van water en bodem en structurele verbeteringen van het oppervlaktewatersysteem om meer weerbaar te zijn bij klimaatveranderingen (extreem weer, langdurige droogte, wateroverlast bij piekbuien).
Deze maatregelen zijn gericht op integraal waterbeheer en worden vastgelegd in regionale, agrarische waterplannen over waterbeheer en/of kennisoverdracht. Het subsidieprogramma draagt ook bij aan bewustwording bij agrariërs.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende bovenwettelijke activiteiten binnen het beheergebied van het waterschap te weten: productieve en niet-productieve investeringen in het landelijk gebied die betrekking hebben op landbouw-, water-, bodem en klimaatdoelen, die voorkomen op de BOOT-lijst in het kader van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW):
De aanvraag voor subsidie wordt ingediend met een aanvraagformulier. Dit formulier en hulpformats zijn te vinden op de website van het waterschap, Subsidieregeling Regionaal partnerschap voor water en bodem - HDSR.
In aanvulling op de weigeringsgronden in artikel 4:35 Awb en artikel 1.7 van de Subsidieverordening kan subsidie worden geweigerd als:
Artikel 8 Hoogte van de subsidie
De hoogte van het subsidiepercentage zijn voor:
Het maximum-subsidiebedrag per aanvrager en per maatregel is:
De aanschaf van een drinkbak, subsidiabel onder Artikel 4 lid 1 I omvat een maximaal subsidiebedrag van € 2.250,-- per drinkbak; In uitzondering op Artikel 7 lid 3 mag een aanvrager voor dit type maatregel meer dan één drinkbak aanschaffen binnen deze regeling, tot een maximum bedrag van €6.000,- per agrarisch bedrijf;
Artikel 4 lid 1 II tot en met VI, niet-productieve maatregelen, en artikel 4 lid 3, productieve maatregelen gericht op verbetering van de kwaliteit van water en bodem maximaal € 6.000,-- per maatregel; indien een aanvraag betrekking heeft op de realisatie van een natuurvriendelijke oever van het type flauw talud geldt een maximum-subsidiebedrag van € 12.000,--.
Verder geldt voor de aanleg van een natuurvriendelijke oever een maximum subsidiebedrag van € 20,-- per strekkende meter, ongeacht het type natuurvriendelijke oever;
De subsidiebedragen per maatregel mogen gestapeld worden tot een maximaal subsidiebedrag per subsidieontvanger:
Productieve en niet-productieve maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van water mogen jaarlijks gestapeld worden tot een maximaal bedrag van € 6.000,-- per agrariër per subsidieaanvraag of voor de hele looptijd van de regeling (1 jan 2024 t/m 31 dec 2027) tot een maximum van €10.000,-- per drie jaar. Als de aanvraag (mede) betrekking heeft op de realisatie van een Natuurvriendelijke oever van het type flauw talud mogen productieve en niet-productieve maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van water gestapeld worden tot maximaal € 12.000,-- per agrariër.
Artikel 9 Subsidieverlening en –vaststelling
Voor subsidieaanvragen die vallen onder de deelplafonds, zoals vermeld in artikel 12.2.I geldt dat subsidie op volgorde van binnenkomst dagelijks wordt toegewezen; indien op de dag dat het plafond van een deelplafond wordt bereikt er meerdere aanvragen worden ingediend, dan worden de op die dag nog resterende subsidiemiddelen via loting toegewezen aan de op die dag ontvangen aanvragen.
Voor alle overige subsidieaanvragen, die betrekking hebben op maatregelen die vallen onder Artikel 4, lid 1 en Artikel 4, lid 2 geldt dat het beschikbare deelplafond, zoals genoemd in Artikel 12.2.II, toegewezen wordt aan aanvragen die op of voor 30 juni 2024 zijn ingediend. Als met de op of voor die datum ingediende aanvragen het deelplafond, zoals vermeld in artikel 12.2.II, wordt overschreden, worden de beschikbare middelen via loting toegewezen. Als met de op of voor 30 juni 2024 ingediende aanvragen genoemd deelplafond nog niet is uitgeput, worden de resterende middelen op volgorde van binnenkomst toegewezen aan aanvragen die na 30 juni 2024 worden ingediend.
Voor de overige aanvragen, die vallen onder artikel 4, lid 1 en artikel 4, lid 2 geldt, in afwijking van artikel 5 lid 1.1 en artikel 5 lid 1.2 van de Algemene Subsidie Verordening dat de subsidieontvanger bij zijn aanvraag tot vaststelling een activiteitenverslag indient voorzien van relevant beeldmateriaal alsmede een overzicht van de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten, blijkend uit een financieel verslag.
Het college stelt het bedrag van de subsidie in beginsel vast in overeenstemming met de beschikking tot subsidieverlening. Als niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld in de beschikking tot subsidieverlening, wordt op de subsidieaanvraag afwijzend besloten of kan in overeenstemming met artikel 4:46 Awb de subsidie lager of op nihil worden vastgesteld.
Artikel 10 Intrekking en wijzigen subsidie
Voor het intrekken en wijzigen van de subsidiegelden de bepalingen uit de Awb en hoofdstuk 6 van de Subsidieverordening.
Artikel 13 Melding onvoorziene omstandigheden
De subsidieontvanger doet melding aan het college, zodra aannemelijk is dat het project, waarvoor de subsidie is verstrekt, niet of niet geheel zal worden uitgevoerd of dat niet of niet geheel aan de verplichtingen voldaan kan worden die zijn opgelegd bij de verstrekking van de subsidie.
Het college kan van deze regeling afwijken indien toepassing in een individueel geval leidt tot onevenredige onbillijkheid.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college op 27 februari 2024
Dijkgraaf,
J.C.H. Haan
Secretaris-directeur,
C. Apeldoorn
De subsidieregeling Regionaal Partnerschap voor Water en Bodem is bedoeld om agrariërs in staat te stellen kleinschalige, bovenwettelijke maatregelen te nemen die de waterkwaliteit en ecologie verbeteren of helpen de bodemdaling vertragen en/of problemen door klimaatadaptatie te voorkomen (verminderen watergebruik bij droogte, voorkomen wateroverlast bij piekbuien). Tegelijkertijd beoogt de regeling om bij te dragen aan vergroting van de bewustwording onder agrariërs over de mogelijkheden die zij hebben om bij te dragen aan deze doelen.
De regeling bouwt voort op de regeling met dezelfde naam die in de periode 2018 – 2023 jaarlijks werd opengesteld.
Hieronder wordt artikelsgewijs de regeling, die vanaf 1 april 2024 tot en met 30 november 2027 wordt opengesteld, nader toegelicht. De toelichting heeft dezelfde rechtskracht als de regeling zelf.
LVV: Landbouwvrijstellingsverordening (Verordening EU-nummer 2022/2472). Deze regeling vervangt de landbouwvrijstellingsverordening 702/2014, waarop de subsidieregeling in 2023 was gebaseerd. De voorwaarden uit de nieuwe verordening 2022/2472 met betrekking tot de openstelling zijn niet wezenlijk ten opzichte van de regeling van 2023.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Voor een aantal van de in artikel 4 genoemde subsidiabele activiteiten gelden aanvullende voorwaarden.
Voor drinkbakken geldt als aanvullende bepaling dat op het perceel waar de drinkbak wordt geplaatst, de slootkanten voorzien moeten zijn of worden van afrastering om te voorkomen dat het vee alsnog de slootkanten vertrapt.
Veegmachines zijn bedoeld voor het regelmatig schoonvegen van het erf en dienen ook met dit doel te worden aangeschaft en gebruikt. Het schoonvegen van het erf voorkomt dat er zaken als voerresten en mest kunnen afspoelen naar het oppervlaktewater.
Let bij de aanschaf van een veegmachine op de volgende factoren:
We onderscheiden twee verschillende typen natuurvriendelijke oever:
Eisen aan natuurvriendelijke oever met flauwhellend talud (type 1): Max subsidiebedrag: €12.000
Bron: Handreiking Natuurvriendelijke oevers, 2003
Eisen aan plasberm (type 2): Max subsidiebedrag: €6.000
Bron: Handreiking Natuurvriendelijke oevers, 2003
Bij voorkeur wordt de natuurvriendelijke oever aan de noordoever gerealiseerd. Een west- of oostoever zijn ook toegestaan. De zuidoever is niet geschikt.
Eventuele aanvullende maatwerkvoorwaarden aan natuurvriendelijke oevers:
Als de oever grenst aan een perceel met weidegang, dan moet een strook van 1,5 meter vanaf de landzijde van de natuurvriendelijke oever. De afrastering voorkomt dat in de natuurvriendelijke oever vee graast of mest. Kosten voor afrastering van de natuurvriendelijke oever zijn subsidiabel, omdat het vertrappen van de oever tegengaat.
Bij het plaatsen van de oeverbeschoeiing om een natuurvriendelijke oever te beschermen, dient er zoveel mogelijk een natuurlijke lijn aangehouden te worden (‘losjes’ te werk gaan dus), waardoor er verschillende gradiënten ontstaan in de oever. Dit draagt niet alleen bij aan de biodiversiteit, maar ook aan het natuurlijke uiterlijk van de natuurvriendelijke oever
Beheer natuurvriendelijke oever
De natuurvriendelijke oever dient niet met de rest van het perceel meegemaaid/gehooid te worden, maar als natuurvriendelijke oever beheerd te worden. Afhankelijk van de ontwikkeling van vegetatie in de natuurvriendelijke oever kan het gunstig zijn om in het najaar te maaien, dan wel van tijd tot tijd houtachtigen uit de natuurvriendelijke oever te verwijderen. Dit beheer moet minimaal vijf jaar worden uitgevoerd, gelijk aan de instandhoudingeis van de fysiek aangelegde natuurvriendelijke oever. HDSR adviseert om voor het beheer contact te zoeken met het agrarisch collectief in de regio van de aanvrager. Bij het collectief kan mogelijk een beheerpakket afgesloten worden, waarmee aanspraak gemaakt kan worden op een vergoeding voor het beheer van de natuurvriendelijke oever;
Met het verstrekken van de subsidie voor de aanleg van een natuurvriendelijke oever, ongeacht het type, wordt de aanvrager deelnemer aan het project Bloeiende boerensloot. Voor dit project moet in minimaal drie verschillende jaren het meetformulier Bloeiende boerensloot voor de aangelegde natuurvriendelijke oever worden ingevuld. Dit geeft inzicht in de ontwikkeling van de waarde van de natuurvriendelijke oever voor de biodiversiteit. Meer informatie over dit project is te vinden op de website https://www.hdsr.nl/werk/werken-we-samen/meten-waterkwaliteit.
Na het indienen van een aanvraag zal een medewerker van HDSR met u contact opnemen om de locatie te bekijken en met u te bespreken.
Herinrichting erf om erfemissies naar oppervlaktewater te verminderen
Erfwater vervuild door voer, voerresten, en mest kan in de sloot terecht komen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen perssappen (afkomstig van kuilen), percolaat (vocht uit mest en mesthopen), een hemelwaterafvoer vervuild met bijvoorbeeld voerresten of mestdeeltjes op het erf. In het Activiteitenbesluit Milieubeheer (2013) is opgenomen dat deze vuilwaterstromen niet op het oppervlaktewater geloosd mogen worden. Voor perssappen is lozing vanaf de ingang van het Activiteitenbesluit al verboden. Voor percolaat en hemelwater geldt een overgangsregeling tot 2027. In deze overgangsregeling is opgenomen dat herinrichtingsprojecten op het erf die vanaf 1 januari 2013 opgestart zijn, ingericht moeten worden op basis van de regels uit het Activiteitenbesluit.
Met een emissiescan of een erfemissiecoach kunt u bepalen welke maatregelen op uw erf het meest effectief zijn om afspoeling van erfwater naar de sloot te verminderen. Voor het inschakelen van een erfemissiecoach kunt u via deze regeling subsidie aanvragen. Voor beide opties geldt dat de resultaten van de erfemissiescan niet gedeeld worden met het waterschap zonder uw toestemming.
Veel boeren hebben ondertussen hun erf (deels) aangepast of zijn hiermee aan de slag. In de afgelopen subsidieperiode heeft een aantal boeren maatregelen genomen om schoon en vuil water op hun erf te scheiden door bijvoorbeeld een afwateringssysteem aan te leggen onder hun voerkuilen of dat een afvoersysteem voor schoon hemelwater op het erf aan te leggen en rechtstreeks af te voeren naar de boerensloot.
Voorwaarde om in aanmerking te komen voor subsidie voor herinrichtingsmaatregelen op het erf is dat het deel van het erf dat u wil herinrichten sinds 1 januari 2013 niet al een keer heringericht is.
Wij stellen het op prijs als u bewijs kan leveren dat u voor (het betreffende deel van) uw erf voor 2013 het laatst hebt heringericht en vragen er altijd naar.
Er kan subsidie verstrekt worden voor de aanschaf van GPS-apparatuur voor precisiebemesting en om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. Hierdoor neemt het risico af dat mineralen en gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater terechtkomen. Subsidie kan ook worden verleend op de aanschaf van GPS-appratuur om vaste rijpaden op percelen te gebruiken. Hierdoor blijft inklinking van de bodem beperkt tot de rijpaden, ondervindt de bodemstructuur minder schade en neemt de kans op oppervlakkige afstroming naar het oppervlaktewater af.
Als voorwaarde geldt daarom dat in de aanvraag onderbouwd moet worden op welke manier het gebruik van GPS-apparatuur bijdraagt aan verbetering van de waterkwaliteit.
Voor aanvragen die betrekking hebben op de aanleg van fertigatie, de aanleg van een natuurvriendelijke oever of de herinrichting van het erf zal na het indienen van de aanvraag een medewerker van HDSR contact opnemen met de aanvrager(s) om de locatie(s) te bekijken en het plan dat onderdeel is van de aanvraag met de aanvrager(s) te bespreken.
Voor een aantal subsidiabele activiteiten dienen aanvullende documenten bij de aanvraag te worden gevoegd.
Aanleg natuurvriendelijke oever:
Een beknopt beheerplan voor de komende 5 jaar (zie ook kopje Beheer natuurvriendelijke oever)1
Agrariërs aan wie in de periode 2022 tot 2023 subsidie is verleend voor een in artikel 4 genoemde subsidiabele activiteit, kunnen in deze openstelling geen aanspraak maken op subsidie voor eenzelfde subsidiabele activiteit. Als een agrariër b.v. in 2022 een subsidie heeft gekregen voor het aanleggen van gescheiden afvoer bij een mestopslag, dan kan hij/zij in deze openstelling geen beroep doen op subsidie voor gescheiden afvoer bij een mestopslag.
Artikel 8 Hoogte van de subsidie
De vaste subsidiebedragen voor de aanschaf van een drinkbak of een veegmachine zijn enkele honderden euro’s hoger vastgesteld dan in het jaar 2023.
Bij de stapeling van subsidies geldt wel dat voor het aanvragen van subsidie voor een drinkbak of voor een erfveegmachine afzonderlijke aanvragen moeten worden ingediend.
Artikel 9 Subsidieverlening en –vaststelling
Er zijn twee afhandelingsprocedures:
Voor alle andere aanvragen gericht op verbetering van de waterkwaliteit is een afzonderlijk subsidieplafond vastgesteld. Voor deze aanvragen geldt een eerste aanvraagperiode van 1 april tot en met 30 juni 2024. De aanvragen worden getoetst op ontvankelijkheid en compleetheid. Indien nodig, worden aanvragers in de gelegenheid gesteld om aanvullende informatie in te dienen. Ook zal in de meeste gevallen een medewerker van HDSR op locatie de aanvraag doornemen. Ook dit kan leiden tot verzoeken om het verstrekken van aanvullende informatie.
Als er in deze eerste openstellingsperiode het beschikbare subsidieplafond van
€ 186.250 wordt overschreden, wordt de subsidie via loting toegewezen aan subsidiabele aanvragen. Als in de eerste openstellingsperiode het beschikbare subsidieplafond van € 186.250 nog niet is bereikt, dan volgt een tweede openstellingsronde, welke sluit op 30 november 2024. Aanvragen in deze tweede ronde worden toegewezen op volgorde van ontvangst. Als tijdstip voor ontvangst geldt het moment dat de aanvraag juist en volledig is.
Voor de aanvragen die betrekking hebben op de aanschaf van een drinkbak dat de geselecteerde aanvragen, na een toets op ontvankelijkheid en volledigheid, direct worden vastgesteld. Na vaststelling wordt het toegekend subsidiebedrag direct uitbetaald aan de aanvrager. De aanvrager hoeft geen bewijsmateriaal in de vorm van een factuur, betaalbewijs of foto’s in te sturen. Wel blijft de normale instandhoudingsplicht van 5 jaar gelden. Mocht in deze periode blijken dat er geen sprake is geweest van de aanschaf of dat de investering niet meer aanwezig is, dan zal de verleende subsidie worden teruggevorderd.
Voor alle andere aanvragen die bijdragen aan verbetering van de waterkwaliteit geldt dat de subsidie wordt vastgesteld aan de hand van een financieel en inhoudelijk verslag. Het financiële verslag gaat vergezeld van de bijbehorende facturen en betaalbewijzen. Uit het inhoudelijk verslag moet blijken dat de aanvraag volgens de voorwaarden is uitgevoerd. Pas na vaststelling van de aanvraag, wordt het subsidiebedrag uitgekeerd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2024-6739.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.