Bekendmaking projectplan waterwet Stuwen Reggedal Enter, C1.0

In de vergadering van 19 maart 2023 heeft het dagelijks bestuur het projectplan waterwet Stuwen Reggedal Enter, C1.0 vastgesteld.

 

Wat staat er in het projectplan waterwet Stuwen Reggedal Enter, C1.0?

In 2019 is het projectplan Enter gerealiseerd waarmee en deel van de Boven-Regge en Midden-Regge is heringericht ter hoogte van Enter. De herinrichtingsmaatregelen leiden tot een ander peilbeheer. Dit peilbeheer is tot stand gekomen na intensieve communicatie met de omgeving. Enkele jaren ervaring met deze waterpeilen leiden tot een heroverweging ten aanzien van het stuwpeil van stuw Entermors en de tijdelijke stuw Exoo. Grondgebruikers in het stuwpand Entermors-Potlee hebben het waterschap gevraagd het stuwpeil te verhogen omdat ze de afgelopen jaren droogteschade hebben ervaren.

In dit projectplan worden de maatregelen ten behoeve van de aanpassingen van de stuwen Reggedal Enter beschreven. Concreet is de projectdoelstelling als volgt: Het aanpassen van de stuwen Entermors en Exoo waardoor droogteschade voor landbouw en natuur wordt tegengegaan en de (vis)passeerbaarheid wordt gegarandeerd. Tevens wordt met stuw Exoo de bevaarbaarheid van de Regge voor de Enterse zomp gewaarborgd, behoudens extreme omstandigheden.

 

Documenten bekijken (ter inzage)

Het projectplan waterwet Stuwen Reggedal Enter, C1.0 en de bijhorende documenten kunt u bekijken op de website van Vechtstromen via de volgende link: https://www.vechtstromen.nl/terinzage.

Alle stukken zijn in te zien, uitsluitend op afspraak, tijdens kantooruren bij waterschap Vechtstromen, Kooikersweg 1 te Almelo; maak een afspraak via telefoonnummer (088) 220 33 33.

U kunt deze documenten bekijken met ingang van 3 april 2024 tot en met 15 mei 2024.

 

Vervolg

Bent u het niet eens met het projectplan? U kunt de rechtbank Overijssel (bestuursrechter) tot 16 mei 2024 laten weten dat u het niet eens bent met het projectplan. Dit heet beroep in stellen. U kunt beroep instellen als het projectplan uw belangen raakt of tegen uw belangen ingaat. U bent dan een belanghebbende.

 

Beroep instellen

Als u de rechtbank wilt laten weten dat u het niet eens bent met het projectplan, dan moet u dat schriftelijk doen bij de rechtbank Overijssel, afdeling Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. U moet daarbij de volgende gegevens vermelden:

 

  • a.

    uw naam en adres;

  • b.

    de datum (dagtekening);

  • c.

    de naam van het projectplan (het besluit);

  • d.

    waarom u het niet eens bent met projectplan (de gronden van uw beroep).

Op het projectplan is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat u de rechtbank direct moet laten weten waarom u het niet eens bent met projectplan. Het indienen van een voorlopige reactie (pro forma) en deze later aanvullen is niet mogelijk. U kunt uw reactie niet meer aanvullen na 15 mei 2024.

U kunt ook digitaal uw reactie indienen bij de rechtbank via https://mijn.rechtspraak.nl/keuze. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD).

 

Voor meer informatie kunt u de website van de rechtbank bezoeken: https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Overijssel. U kunt ook met de rechtbank bellen. Dit kan via het telefoonnummer 088 361 55 55.

Voor het indienen van uw beroep moet u een bedrag aan de rechtbank betalen (griffierecht).

 

Voorlopige voorziening

Als u bij de rechtbank beroep instelt stopt dit niet de uitvoering van het projectplan. Met een voorlopige voorziening vraagt u een voorlopige beslissing van de rechtbank als u de uitspraak van de rechtbank in de lopende procedure niet kunt afwachten vanwege een spoedeisend belang.

U kunt de voorlopige voorziening vragen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel, Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. U moet daarbij de volgende gegevens vermelden:

 

  • a.

    uw naam en adres;

  • b.

    de datum (dagtekening);

  • c.

    wat het spoedeisend belang is;

  • d.

    wat de voorlopige voorziening volgens u moet inhouden.

Een voorlopige voorziening kunt u alleen vragen als u al beroep heeft ingesteld tegen het projectplan.

Voor het vragen van een voorlopige voorziening moet u ook een bedrag aan de rechtbank betalen (griffierecht).

 

Informatie

Voor meer informatie over het projectplan waterwet Stuwen Reggedal Enter, C1.0 kunt u ook bellen met het algemene telefoonnummer (088) 2203333.

 

Projectplan waterwet Stuwen Reggedal Enter, C1.0

 

Projectplan Stuwen Reggedal Enter C 1.0

 

Deel 1 – Stuwen Reggedal Enter

 

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

In 2019 is het project Reggedal Enter gerealiseerd waarmee en deel van de Boven-Regge en Midden-Regge is heringericht ter hoogte van Enter. De herinrichtingsmaatregelen leiden tot een ander peilbeheer. Dit peilbeheer is tot stand gekomen na intensieve communicatie met de omgeving. Enkele jaren ervaring met deze waterpeilen leiden tot een heroverweging ten aanzien van het stuwpeil van stuw Entermors en de tijdelijke stuw Exoo. Grondgebruikers in het stuwpand Entermors-Potlee hebben het waterschap gevraagd het stuwpeil te verhogen omdat ze de afgelopen jaren droogteschade hebben ervaren.

 

De tijdelijke stuw Exoo is tot stand gekomen na realisatie, omdat de weerstand in de Boven-Regge en Midden-Regge onvoldoende was, waardoor de berekende peilen niet konden worden gehaald. Dit is jaarrond nog steeds het geval waardoor droogteschade wordt ervaren en de bevaarbaarheid van de Regge met de Enterse Zomp problemen geeft.

1.2 Doelstelling

Voorliggend plan is een projectplan volgens de Waterwet. Op grond van artikel 5.4, eerste lid van de Waterwet wordt voorafgaand aan de aanleg of wijzigingen van een waterstaatswerk door of vanwege de beheerder een projectplan vastgesteld. In het projectplan dienen tenminste het werk zelf, de uitvoering van de werkzaamheden en de te treffen maatregelen ter voorkoming van eventuele nadelige gevolgen voor de omgeving, te worden omschreven.

 

In dit projectplan worden de maatregelen ten behoeve van de aanpassingen van de stuwen Reggedal Enter beschreven. Concreet is de projectdoelstelling als volgt:

Het aanpassen van de stuwen Entermors en Exoo waardoor droogteschade voor landbouw en natuur wordt tegengegaan en de (vis)passeerbaarheid wordt gegarandeerd. Tevens wordt met stuw Exoo de bevaarbaarheid van de Regge voor de Enterse zomp gewaarborgd, behoudens extreme omstandigheden.

1.3 Projectresultaten

Met de uitvoering van dit project worden de volgende projectresultaten bereikt:

 

  • Peilverhoging van stuw Entermors en aanpassing van de huidige vispassage;

  • Het vervangen van de tijdelijke stuw Exoo door een definitieve stuw/vispassage.

1.4 Leeswijzer

Dit projectplan bestaat uit drie delen. In deel I wordt beschreven wat het waterschap gaat doen en hoe het werk wordt uitgevoerd. Deel II geeft een toelichting op waarom dit werk wordt uitgevoerd. Dit deel is, met andere woorden, de onderbouwing van het plan. Deel III geeft tenslotte informatie over de rechtsbescherming en de procedures.

2. Gebiedsbeschrijving

2.1 Het projectgebied

Het project Stuwen Reggedal Enter, bestaande uit de stuw Entermors en tijdelijke stuw Exoo in de Boven-Regge, ligt binnen de projectbegrenzing van het voormalige project Reggedal Enter in de gemeente Wierden. Stuw Entermors ligt aan de Werfstraat in Enter, bovenstrooms de instroom van de Lee en benedenstrooms de instroom van de Twickelervaart. Om de stuw is een vispassage aangelegd. Aanliggende natuurpercelen zijn in eigendom van Landschap Overijssel. De tijdelijke stuw Exoo is gelegen nabij De Wissel, bovenstrooms de uitmonding van de Exose Aa in de Regge. Aanliggende natuurgronden zijn hier ook in eigendom van Landschap Overijssel.

 

Figuur 1 Plangebied

 

De direct aanliggende gronden langs de Boven-Regge hebben de functie natuur gevolgd door voornamelijk de functie Landbouw.

2.2 Watersysteem

De Boven-Regge is een langzaam stromende, natuurlijk ingerichte beek op zandgrond en behoort tot het stroomgebied van de Regge die uitmondt in de Vecht. De Diepenheimse Molenbeek, de benedenloop van de Twickelervaart en de Holtdijksbeek behoren tot het waterlichaam Boven-Regge. Door de aanleg van de Schipbeek, lang geleden, is de Boven-Regge van haar oorspronkelijke brongebied afgesneden. Er wordt continu water ingelaten vanuit de Buurserbeek en de Boven-Regge ontvangt het effluent van de rioolwaterzuivering in Goor.

In het project Reggedal Enter zijn daarnaast waterinlaten gerealiseerd, waardoor vanuit de zijtak Twentekanaal, via de Oude Hagmolenbeek en de Twickelervaart, de Boven-Regge van water kan worden voorzien. Ook vanuit het Twentekanaal kan via de Oude Poelsbeek water naar het Reggesysteem worden ingelaten. In de zomerperiode kan via deze 3 waterinlaatpunten maximaal 1,2 m3/sec water worden ingelaten.

 

In het betreffende deel van de Boven-Regge zijn in het project Reggedal Enter twee stuwen gebouwd zijnde:

  • -

    Stuw Entermors met een breedte van 14 meter en een vaste kruinhoogte van 7.90 m+NAP. Deze hoogte is tijdelijk verhoogt door het aanbrengen van balken tot 8.05 m+NAP.

  • De stuw is vispasseerbaar door een (bypass) vispassage.

  • -

    Stuw Exoo met een breedte van 9.14 meter, waarvan 5,14 meter een kruinhoogte heeft van 7.35 m+NAP en 4 meter een kruinhoogte heeft van 7.50 m+NAP.

  • De stuw bij Exoo is aangelegd als tijdelijke voorziening in het project Reggedal Enter, omdat de weerstand in het watersysteem, door gebrek aan begroeiing kort na aanleg, nog onvoldoende was. Hierdoor werden de berekende peilen niet gehaald. Ten behoeve van de bevaarbaarheid met de zomp, maar ook om verdroging van landbouw en natuur tegen te gaan is toen deze tijdelijke stuw gebouwd. De stuw is niet vispasseerbaar.

2.3 Huidig ruimtegebruik

Grondgebruik

Het huidige grondgebruik in het gebied is overwegend agrarisch en bestaat hoofdzakelijk uit grasland en maïsland. De direct aan de Regge gelegen overwegend lage percelen zijn natuur en maken deel uit van NatuurNetwerk Nederland (NNN). Deze percelen zijn in eigendom bij Landschap Overijssel, Stichting Enters Reggedal en enkele particuliere eigenaren.

 

Oppervlaktewater

De natuurlijk ingerichte Regge in het projectgebied, bestaand uit de stuwpanden van stuw Exoo en stuw Entermors heeft een lengte van ruim 7100 meter. De aanliggende laaggelegen natuurgebieden hebben tevens de functie van retentie- inundatie en meanderstroken. De belangrijkste waterlopen die afwateren op dit deel van de Regge zijn de Peddemorsleiding, de Lee, de Twickelervaart, de Oude Hagmolenbeek en de Potlee.

 

Recreatie

Landbouw, natuur en water zijn de belangrijkste functies in het projectgebied. Er zijn diverse fiets- en wandelpaden in het gebied aanwezig. Lange afstand wandelroutes zoals het Marskramerpad en het Reggepad doorkruisen het gebied. Tevens is er rondom Enter een men-route aanwezig.

Het recreatief medegebruik van de Regge wordt toegestaan mits het de water- en natuurfunctie niet hindert. Sportvisserij is een belangrijke recreatieve functie op de Regge.

 

Langs de Regge zijn diverse recreatieondernemingen actief die de Regge als vaarwater gebruiken, mits er voldoen water aanwezig is. In Enter ligt de Enterse Waarf waar weer Enterse zompen worden gebouwd. De zomp is een platbodem en heeft een rijke historie voor wat betreft het varen op de Regge. Vanuit de Enterse Waarf kunnen recreanten met een Enterse zomp via de Lee over de Boven-Regge in benedenstroomse richting varen tot aan stuw Exoo. Ook vanuit Rijssen kan met een Enterse Zomp in bovenstroomse richting gevaren worden tot aan stuw Exoo. Daarnaast kunnen recreanten op een aantal locaties een fluisterboot of kano huren.

3. Beschrijving van het werk

3.1 Projectresultaat

Met de uitvoering van het project Stuwen Reggedal Enter worden de volgende projectresultaten nagestreefd:

  • Door de peilverhoging van de stuwen Entermors en Exoo wordt droogteschade voor landbouw en natuur zoveel mogelijk tegengegaan;

  • De mogelijkheid van vispasseerbaarheid van de stuwen Entermors en Exoo wordt gegarandeerd;

  • Met de aanleg van stuw Exoo wordt de bevaarbaarheid van de Regge voor de Enterse zomp gewaarborgd, behoudens extreme omstandigheden.

3.2 Uit te voeren maatregelen

Het project bestaat uit het aanpassen van stuw Entermors, het aanpassen van vispassage Entermors en het bouwen van een stuw/vispassage bij Exoo.

 

Stuw Entermors:

Van deze stuw wordt de vaste drempel, met een hoogte van 7.90 m+NAP verhoogd tot 8.10 m+NAP. Deze permanente peilverhoging met 20 cm draagt bij aan het tegengaan van verdroging, Terwijl het niet direct zal leiden tot grote toename van natschade.

 

Ten gevolge van deze permanente verhoging zal de huidige vispassage om de stuw worden voorzien van 3 extra drempels. Het verval per overlaat wordt hiermee teruggebracht van 8 cm naar 7 cm. Hierdoor neemt de stroomsnelheid in de openingen af ten opzichte van de huidige passage. Dit is een bewuste keuze omdat het een aanpassing van een bestaande passage betreft en bij het oorspronkelijke model relatief hoge stroomsnelheden zijn waargenomen waarop de tussenschotten zijn aangepast.

 

De extra overlaten zijn zoveel mogelijk in het bovenstroomse deel van de vispassage geplaatst. De peilopzet wordt hiervoor vooral in het bovenstroomse tracé opgevangen waardoor de bestaande overlaten minder ver hoeven te worden opgehoogd. Tussen de bestaande overlaten 4 en 5 wordt een extra overlaat (4b) toegevoegd en bovenstrooms van overlaat 5 worden twee extra overlaten (6 en 7) voorzien. In figuur 2 is dit nader uitgewerkt en in bijlage 1 is een nadere uitwerking opgenomen.

 

Figuur 2 ontwerp vispassage Entermors

 

Stuw Exoo:

De tijdelijke stuw met een hoogte van 7.35 m+NAP bij Exoo wordt vervangen door een permanente vispassage in de Regge. De vispassage betreft het type bekkenpassage, met v-vormige overlaten. De kruinhoogte van de bovenstroomse v-vormige overlaat komt op 7,46m+NAP. De vispassage is van het type V-vormige overlaat met een asymmetrische vorm. Dit type passage is het meest geschikt voor de locatie vanwege een optimale vispasseerbaarheid en een goede landschappelijke inpassing. Het verval per overlaat is vastgesteld op 8 cm.

De passage wordt voorzien van vertical slots wat de passeerbaarheid vergroot. Een ontwerp met een verval van 8 cm per bekken is in Nederland gebruikelijk en bewezen effectief.

 

Het totale verval bij vispassage Exoo bedraagt 0,69 m, zodat er 9 overlaten en 8 bekkens in het ontwerp zijn opgenomen om het gehele verval te overbruggen. De bekkens hebben een lengte van 12 m en een breedte van 6 m. De vispassage heeft een totale lengte van ca. 96 m en een breedte van 6,0 m. In onderstaand figuur 3 is de passage nader uitgebeeld. In bijlage 1 is een nadere uitwerking van de vispassage opgenomen.

 

Figuur 3 schetsontwerp vispassage Exoo

3.3 Communicatie met de streek

Bovengenoemde uit te voeren maatregelen komen voort uit gesprekken met de streek.

 

Stuw Entermors:

Enkele agrariërs in het stuwpand bovenstrooms stuw Entermors hebben het waterschap verzocht het stuwpeil te verhogen. Om ook de mening van andere grondgebruikers in het betreffende stuwpand te peilen is een inloopbijeenkomst gehouden op donderdag 29 september 2022 in Enter, waarvoor 27 grondeigenaren/ gebruikers uitgenodigd waren.

Vanuit het waterschap is voorgesteld het vaste stuwpeil met 20 cm te verhogen. Verwacht wordt dat dit bijdraagt aan het tegengaan van verdroging terwijl dit niet direct zal leiden tot grote toename van natschade. De aanwezige, veelal agrarische, grondeigenaren/gebruikers konden instemmen met de voorgestelde peilverhoging.

Voor de natuurpercelen in dit stuwpand in eigendom bij Stichting Enters Reggedal en Landschap Overijssel is een peilverhoging ook gewenst.

Op basis van de reacties van de op 29 september 2022 aanwezige grondeigenaren/ gebruikers mag geconcludeerd worden dat een stuwpeilverhoging van 20 cm verantwoord is en dat hiermee tegemoetgekomen wordt aan de wensen van het gebied.

 

Stuw Exoo:

Voorafgaan aan het project Reggedal Enter is jarenlang intensief overleg gevoerd met de Regionale Stichting Enterse Zomp over de bevaarbaarheid van de Regge tussen de Lee en Exoo. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het besluit van het algemeen bestuur op 31 oktober 2012 om in gezamenlijkheid met de Stichting Enterse Zomp een innovatieve oplossing te zoeken om de bevaarbaarheid van de Regge voor de Enterse Zomp te waarborgen, behoudens extreme omstandigheden, evenals de financiering daarvan.

 

In het projectplan Reggedal Enter is er vervolgens voor gekozen om, door extra waterinlaat vanuit de zijtak Twentekanaal en het realiseren van meer weerstand in het watersysteem, tot de streefpeilen te komen. Omdat zo kort na aanleg, ten gevolge van te weinig weerstand in het systeem, de streefpeilen niet gehaald werden, is er bij Exoo een tijdelijke stuw, met uitneembaar schot, gebouwd.

Inmiddels zijn de peilen een paar jaar gemonitord, waarbij het schot ook een paar keer uit de tijdelijke stuw verwijderd is. De weerstand in het systeem is inmiddels zodanig verbeterd, dat zomers de berekende peilen zonder stuw wel gehaald worden.

 

Voor de bevaarbaarheid zitten er echter wel een paar knelpunten:

  • -

    Als het vaarseizoen van de Enterse Zomp begint rond 1 april is de begroeiing nog te beperkt waardoor de streefpeilen veelal niet gehaald worden;

  • -

    Aan het eind van het vaarseizoen doet zich eenzelfde situatie voor;

  • -

    In de zomer wordt het varen sterk belemmerd door de bodembegroeiing, waardoor de schroef soms vastzit. Als er dan een keer op verzoek van de Stichting Enterse Zomp een stroombaan gemaaid wordt, heeft dit direct invloed op het peil. Het peil kan tot wel 20 cm onderuit zakken als gevolg van het verwijderen van de weerstand (beplanting) door het maaien van een stroombaan.

Kortom: bevaarbaarheid garanderen door weerstand in het systeem is in de praktijk weerbarstig en niet de oplossing.

 

In overleg met de Stichting Enterse zomp wordt daarom een permanente stuw als enige haalbare oplossing gezien om de bevaarbaarheid te waarborgen. Ook is het voornemen van aanpassing van deze stuwen op 6 april 2023 besproken met de (agrarische) klankbordgroep inrichting Boven-Regge. Gezien de droogteschade die zij de afgelopen jaren hebben ervaren, kunnen zich ook vinden in deze aanpassingen. Voor de natuurpercelen in dit stuwpand in eigendom bij Stichting Enters Reggedal en Landschap Overijssel is een peilverhoging ook gewenst.

4. Beschikbaarheid gronden

De werkzaamheden worden op grond in eigendom van waterschap Vechtstromen en Stichting Landschap Overijssel uitgevoerd. Met Landschap Overijssel is hierover overeenstemming.

5. Wijze van uitvoering

Om het projectplan stuwen Reggedal Enter te kunnen realiseren, moeten diverse werkzaamheden worden uitgevoerd. De uitvoering wordt aanbesteed aan een aannemer en zal ongeveer 3 maanden duren.

 

De uit te voeren werkzaamheden zullen voornamelijk bestaan uit:

 

Stuw Entermors:

  • -

    het verhogen van de vaste drempel van stuw Entermors;

  • -

    het plaatsen van 3 damwandschermen in bestaande vispassage Entermors;

  • -

    het aanpassen van de bestaande damwandschermen in vispassage Entermors.

Stuw Exoo:

  • -

    het opruimen van de tijdelijke stuw Exoo;

  • -

    het realiseren van een stuw/vispassage in de Regge;

  • -

    het aanbrengen van damwandschermen, beton en stortsteen.

5.1 Technische uitvoering

Nadat dit projectplan ter inzage heeft gelegen en eventuele zienswijzen zijn behandeld, wordt het projectplan door het waterschap vastgesteld en volgt de verdere voorbereiding van het project. De uitvoering zal naar verwachting in het 2e en 3e kwartaal van 2024 plaatsvinden. Tijdens de uitvoering van het werk worden de gebruikelijke voorwaarden gehanteerd met betrekking tot het beperken van overlast voor de omgeving (wegafzettingen, geluid e.d.). Vanzelfsprekend wordt tijdens de uitvoering de veiligheid in acht genomen. Toezicht op de uitvoering vindt plaats door een toezichthouder van waterschap Vechtstromen.

5.2 Afwijkingsmogelijkheden uitvoering

In de uitvoering kunnen kleine afwijkingen ontstaan. De afwijkingen doen geen afbreuk aan de uitgangspunten en leiden voor belanghebbenden niet tot andere, dan in dit projectplan, beschreven effecten.

6. Effecten van het plan

6.1 Watersysteem

Onderstaand zijn de hydrologische effecten van het plan beschreven.

 

Voorgestelde verhoging van stuwpeilen

De beoogde verhoging van de peilen bedragen:

  • 1.

    locatie Exoo; van kruinhoogte 7,35 m NAP naar kruinhoogte 7,6 m NAP: 25 cm verhoging

  • 2.

    locatie Stuw Entermors: van kruinhoogte 7,9 m NAP naar kruinhoogte: 8,1 m NAP: 20 cm verhoging

De peilen zullen jaarrond worden gehandhaafd.

 

Effecten oppervlaktewaterstanden

Arcadis heeft met het SOBEK-model van Reggedal Enter (bron: Hydrologische uitgangspunten voor het ontwerp Reggedal Enter, 3 mei 2017) de effecten berekend van de peilverhogingen. Hiertoe zijn eerst de peilen berekend in de referentiesituatie; dit is de situatie zoals nu, anno 2023, buiten aanwezig is. Dat wil zeggen met de reeds verhoogde vaste overlaat bij Entermors (verhoogd ten opzichte van Projectplan Reggedal Enter, april 2017, waarin een stuwpeil van 7,8 m NAP was opgenomen) en de tijdelijke stuw bij Exoo. Daarna zijn de oppervlaktewaterstanden berekend bij de nieuwe stuwpeilen. Het verschil tussen beide situaties zijn de effecten die door Arcadis zijn opgenomen in memo Resultaten modellering Reggedal Enter, Arcadis, 14 september 2023. De memo Resultaten modellering Reggedal Enter, Arcadis, 14 september 2023 is opgenomen als bijlage 2.

 

Zomersituatie

Het effect is het grootst in het stuwpand van Exoo; hier gaan de waterstanden met ongeveer 10 -18 cm omhoog (grootste effect direct bovenstrooms van de stuw). In stuwpand Entermors is de stijging kleiner, ongeveer 1-6 cm. Dit is ook te verwachten aangezien de stuw bij Exoo meer verhoogd wordt dan bij Entermors. Naast de waterstanden in Regge gaan de waterstanden in de aangrenzende watergangen ook omhoog, deze stijging ebt in bovenstroomse richting uit.

 

Wintersituatie

In het stuwpand van Exoo gaan de waterstanden met ongeveer 15 -19 cm omhoog. In stuwpand Entermors is de stijging kleiner, ongeveer 1-7 cm. De waterstanden gaan ook omhoog in de aangrenzende watergangen.

 

Inundaties bij hoog water (T1, T10 en T100)

Er is geen significant verschil (meer dan 0,5 cm) berekend tussen de piekwaterstanden van de referentie en de ontwerp situatie. Bij extreme situaties (al vanaf T=1) is de waterstand dermate hoog dat het water over maaiveld gaat meestromen. Zo kan bij bijvoorbeeld stuw Entermors over een breedte van ongeveer 80 m het water over maaiveld stromen. Het maaiveld is hier over een breed stuk (tot circa 80 m) op NAP +8,20 tot +8,40m. Bij waterstanden van NAP +8,8 m is hier dus een meestromend vlak met dieptes van 40 tot 60 cm. Het aanpassen van de kruinhoogte van een stuw over 14 m (bij Entermors) heeft dan geen significant effect.

 

Grondwaterstanden

De verwachting is dat de verhoging van de stuwpeilen ook een verhogend effect zullen hebben op de grondwaterstanden. Zowel in de winter als in de zomersituatie zullen de grondwaterstanden stijgen. De effecten op de grondwaterstanden zijn niet berekend met een grondwatermodel. In plaats daarvan wordt ervoor gekozen om de grondwaterstanden te (blijven) monitoren. Hiervoor wordt gebruikt gemaakt van het intensieve meetnet aan peilbuizen dat langs de Regge is geplaatst ten behoeve van de Landinrichting Regge (peilbuizen geplaatst vanaf 2011) en het projectplan Reggedal Enter (peilbuizen geplaatst in 2017). Bij elkaar zijn dit meer dan 20 peilbuizen langs de Boven-Regge.

 

De stijging van de grondwaterstand zal altijd geringer zijn dan de stijging van de oppervlaktewaterstanden in de waterlopen. Effecten op grondwaterstanden worden mede bepaald door neerslag en verdamping, bodemstructuur en door lokale ontwatering (drainage) en afwatering. Doorgaans werkt een verandering in oppervlaktewaterstand ongeveer 1/3 tot 1/2 door in een verandering van de grondwaterstand. Dit betekent dat de verwachte effecten op de grondwaterstanden maximaal orde grootte 5-10 cm zullen zijn.

 

De spreidingslengte is een maat voor de ruimtelijke doorwerking van hydrologische ingrepen. Als vuistregel wordt aangehouden dat op een afstand van drie keer de spreidingslengte het effect van een hydrologische ingreep kleiner dan 5% is. Langs de Boven-Regge ligt de spreidingslengte in de zomer en winter tussen de 100 en 250 meter (bron: grondwatermodel Vechtstromen). Dit betekent dat naar verwachting het effect op circa 300 tot 750 meter is uitgewerkt.

6.2 Ecologie

De vervanging van de tijdelijke stuw Exoo door een stuw/vispassage en het aanpassen van de vispassage bij stuw Entermors zal een positief effect hebben op de vismigratie in de Regge. Hiermee wordt een belangrijke en noodzakelijke KRW-maatregel (Kaderrichtlijn Water) uitgevoerd.

 

Voorafgaand aan de realisatie van de beschreven inrichtingsmaatregelen wordt er een flora- en faunatoets uitgevoerd ten behoeven van de wet Natuurbescherming. Aan de hand van deze uitkomsten wordt enerzijds een vergunning aangevraagd of anderzijds eventuele mitigerende maatregelen worden geborgd in een ecologische werkprotocol ten tijde van de uitvoering.

6.3 Recreatie

Op recreatief gebied blijven de effecten van het plan beperkt tot het varen op de Regge. Met name door de aanleg van stuw Exoo, zullen de problemen met betrekking tot de bevaarbaarheid van de Lee tot aan Exoo zijn opgelost. De aanleg van deze permanente stuw is echter ook een barrière voor het varen op de Regge omdat deze niet te passeren is door de Enterse zomp en andere boten van boven en benedenstrooms.

6.4 Stikstof

Voor de werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de vispassages wordt een Aerius berekening uitgevoerd. De uitstoot kan pas worden bepaald in de definitieve ontwerpfase, gezien de doorlooptijd van de diverse procedures en het ontwerpspoor. Eventuele mitigerende maatregelen komende uit de Aerius berekening worden opgenomen ten tijde van de uitvoering.

6.5 Bodem-milieu

Voor het project is een vooronderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van verdachte bodemlocaties binnen de projectlocaties. De projectlocaties liggen in het landelijk gebied volgens de bodemkwaliteitskaart (omgevingsdienst Twente) en zijn niet verontreinigd (klasse ‘Achtergrond Waarde 2000’). De aard van de werkzaamheden zijn tevens van dien aard dat er minimaal grond verzet plaats vindt.

6.6 Archeologie

De werkzaamheden beschreven in dit projectplan omvatten het verhogen van een bestaande stuw, het toevoegen van drempels in de vispassage Entermors en het realiseren van een nieuwe vistrap in de bestaande Regge ter hoogte van Exoo. Daarmee hebben de werkzaamheden geen invloed op de archeologie. Tevens vallen de projectlocaties binnen de zone ‘lage verwachting’ conform advies kaart Reggedal Enter, zie bijlage 3. In de bijlage is het plangebied van het voormalige project ‘Reggedal Enter’ weergegeven. Het plangebied betreft al reeds geroerde grond vanwege de realisatie van het project ‘Reggedal Enter’. Dit projectplan betreft alleen een ingreep ter hoogte van Entermors en Exoo.

Legger, beheer, onderhoud en monitoring

7.1 Legger

Na uitvoering worden de nieuwe gerealiseerde werken ingemeten en opgetekend in een revisietekening. De legger wordt vervolgens hierop aangepast met een leggerbesluit. Dit besluit wordt voorbereid en ter inzage gelegd conform de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht.

7.2 Beheer en onderhoud

Ten aanzien van het beheer en onderhoud wordt het peilbeheer aangepast, een vispassage toegevoegd en een vispassage aangepast. Dit vraag om een aanpassing van het huidige beheerregime. Dit aangepaste beheerregime wordt omschreven in een beheer en onderhoudsdocument. De aan te leggen constructies voor de vispasseerbaarheid komen in beheer van het waterschap.

 

Deel 2 – Verantwoording

In deel 2 wordt het projectplan getoetst aan de regelgeving en het relevante beleid. Er is kort weergegeven wat de relatie van dit projectplan is met het betreffende beleid of wet en waarom deze regelgeving een rechtvaardiging is van dit projectplan. Wanneer het beleid of een wet een beperking vormt, is aangegeven op welke wijze het plan daarop anticipeert.

8. Wet- en regelgeving

In deel II wordt het projectplan getoetst aan het relevante beleid. Telkens is kort weergegeven wat de relatie van dit projectplan is met het betreffende beleid of met de desbetreffende wet en waarom deze regelgeving een rechtvaardiging is van onderhavig projectplan. Wanneer het beleid of de wet een beperking vormt, is aangegeven op welke wijze het plan daarop is aangepast.

8.1 Toets Waterwet

Als een waterschap een waterstaatswerk wil aanleggen of wijzigen, dient op grond van artikel 5.4 Waterwet een projectplan te worden vastgesteld. Daarin is opgenomen een beschrijving van het werk, de wijze waarop dat zal worden uitgevoerd en een beschrijving van de voorzieningen om nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk ongedaan te maken of te beperken. Het werk dient bij te dragen aan de drie doelstellingen van de Waterwet waaronder:

 

  • 1.

    Voorkoming en waar nodig beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste (waterkwantiteit).

  • 2.

    Bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen (waterkwaliteit).

  • 3.

    Vervulling van overige maatschappelijke functies van het watersysteem.

Met onderhavig plan wordt invulling gegeven aan bovenstaande doelstellingen.

 

Ad 1.

De verhoging van de stuwpeilen draagt bij aan de bestrijding van verdroging van landbouw- en natuurpercelen in het Reggedal. Er zijn geen negatieve effecten als gevolg van het project te verwachten.

 

Ad 2.

De Boven-Regge wordt door deze maatregel (lokaal) migreerbaar voor vissen, hierdoor zal in het plangebied de ecologische kwaliteit verbeteren.

 

Ad 3.

Het project draagt positief bij aan de maatschappelijke functie recreatief medegebruik van het watersysteem en dan met name met betrekking tot de bevaarbaarheid. Een mogelijk als negatief ervaren effect is dat de nieuwe stuw bij Exoo niet passeerbaar is voor boten.

 

Beleidskaders

 

KADERRICHTLIJN WATER (KRW)

De KRW is in 2000 in werking getreden. Voor het waterbeheer is deze richtlijn kaderstellend omdat deze boven het landelijk beleid en de waterwetgeving op Europees niveau staat. De richtlijn beoogt een goede kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. De Boven-Regge wordt als waterlichaam in het kader van de KRW omschreven als een R5-type: Langzaam stromende midden/benedenloop op zand.

 

Voor het waterbeheer is deze richtlijn maatgevend. De KRW is opgenomen in de waterwetgeving conform Europese richtlijnen. De 'chemische toestand' wordt beoordeeld aan de hand van 33 Europees vastgestelde prioritaire stoffen. De 'ecologische toestand ' is opgebouwd uit beoordelingen van onder andere de 'biologische kwaliteit' en de 'algemene fysisch-chemische kwaliteit', die in Nederland voornamelijk wordt bepaald door de nutriënten fosfor en stikstof. In de praktijk is de biologische kwaliteit, die bestaat uit maatlatten voor algen, vissen, macrofauna en waterplanten, meestal bepalend voor de ecologische toestand.

 

Deel 3 – Rechtsbescherming

 

Inspraaktermijn

Op grond van artikel 3 van de Inspraak- en participatieverordening waterschap Vechtstromen wordt dit projectplan zes weken ter inzage gelegd. In die periode kunnen belanghebbenden een zienswijze over het ontwerp van het projectplan bij het dagelijks bestuur van het waterschap indienen. Na deze periode wordt het projectplan, met eventueel daarbij gevoegd de zienswijzen en de reactie van het waterschap daarop vastgesteld.

 

VERGUNNING EN ONTHEFFING

Na vaststelling van het projectplan wordt het plan verder uitgewerkt in een uitvoeringsdocument, zodat het werk aanbesteed en uitgevoerd kan worden. Hieraan voorafgaand worden de benodigde omgevingsvergunningen en ontheffingen aangevraagd.

 

CRISIS- EN HERSTELWET

Op dit projectplan is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat een belanghebbende in zijn beroepschrift tegen het besluit tot vaststelling van het projectplan moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken, kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Vermeld in het beroepschrift dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.

Bijlage 1 - Ontwerpnotitie vispassages Entermors en Exoo

 

Bijlage 2 – Memo modellering Reggedal Enter

 

Bijlage 3 – Archeologische Advieskaart project Reggedal Enter

 

Naar boven