Waterschapsblad van Waterschap De Dommel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap De Dommel | Waterschapsblad 2024, 5 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap De Dommel | Waterschapsblad 2024, 5 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Onderhoudsverordening Waterschap De Dommel 2024
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder:
Hoofdstuk 2. Beheer en onderhoud van waterstaatswerken
Artikel 2.2 Gewoon onderhoud aan waterkeringen
De onderhoudsplichtigen van waterkeringen dragen te allen tijde zorg voor een goede toestand van de waterkeringen.
Artikel 2.4 Gewoon onderhoud aan ondersteunende kunstwerken en werken
De middelen bestemd tot afsluiting van ondersteunende kunstwerken dienen door de onderhoudsplichtigen in goede staat te worden onderhouden en zo vaak als dat door of namens het bestuur nodig wordt geoordeeld, dient de goede werking te worden getoond. Het waterkerend houden betreft zowel de instandhouding als het functioneren van het werk.
Hoofdstuk 3. Toezicht en handhaving
Artikel 3.1 Aanwijzing toezichthouders
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de ambtenaren van het waterschap of andere personen die daartoe bij besluit van het bestuur zijn aangewezen.
Overtreding van de bepalingen van deze verordening en de daarop gebaseerde regelgeving wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete tot ten hoogste het bedrag van de tweede categorie als genoemd in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Hoofdstuk 4. Overgangsrechtelijke bepalingen
Artikel 4.1 Onderhoud aan waterstaatswerken zonder (actuele) legger
Voor waterstaatswerken, waarvoor het vaststellen van een legger ingevolge de Waterschapswet is voorgeschreven, maar waarvoor nog geen legger is vastgesteld, is de onderhoudsplicht als volgt, tenzij het onderhoud bij omgevingsvergunning of projectbesluit anders is bepaald:
Voor een oppervlaktewaterlichaam, en bijbehorende ondersteunende kunstwerken, ten aanzien waarvan registratie in de legger als a-water is voorgeschreven, maar nog niet heeft plaatsgevonden volgens artikel 6.4, eerste lid, van de waterschapsverordening geschiedt het onderhoud door of vanwege het waterschap overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 2.
Voor waterstaatwerken, waarvoor het vaststellen van een legger ingevolge de Waterschapswet is voorgeschreven en die op grond van een projectbesluit of een omgevingsvergunning zijn aangelegd of gewijzigd ten opzichte van de legger, geldt, zolang vaststelling van een legger of van een wijziging van de legger niet heeft plaatsgevonden, dat voor de onderhoudsplichten de ligging, vorm, afmeting en constructie van het waterstaatwerk worden aangehouden, zoals aangegeven in het projectbesluit of de omgevingsvergunning.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur op 29 november 2023.
Het algemeen bestuur,
E. de Ridder
watergraaf
H.J. Kielenstijn
secretaris
Grondslag en reden vaststelling
Het algemeen bestuur stelt de onderhoudsverordening vast op grond van artikel 56 in combinatie met artikel 78 van de Waterschapswet. Op grond van deze artikelen stelt het algemeen bestuur verordeningen vast die nodig zijn voor de behartiging van de opgedragen taken. Ingevolge artikel 2.2, tweede lid, van het Omgevingsbesluit mogen bepalingen met betrekking tot onderhoud aan waterstaatswerken niet in de waterschapsverordening worden opgenomen. Voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet waren dergelijke bepalingen in de Keur opgenomen. Om deze reden dient het algemeen bestuur een afzonderlijke onderhoudsverordening vast te stellen.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Het eerste hoofdstuk bevat begripsomschrijvingen. Ook regelt het eerste hoofdstuk dat het dagelijks bestuur bevoegd is tot het stellen van algemene en nadere regels ten aanzien van de onderhoudsverplichtingen.
Hoofdstuk 2 Beheer en onderhoud van waterstaatswerken
Het tweede hoofdstuk regelt de onderhoudsplichten bij waterstaatswerken. Dit hoofdstuk heeft een belangrijke relatie met de legger op grond van artikel 78 van de Waterschapswet, ook wel onderhoudslegger genoemd. In de onderhoudslegger staan de onderhoudsplichtigen, die aan de onderhoudsverplichtingen uit hoofdstuk 2 moeten voldoen.
Hoofdstuk 3 Toezicht en handhaving
In dit hoofdstuk staan de bepalingen over de aanwijzing van toezichthouders en strafbepalingen.
Hoofdstuk 4 Overgangsrechtelijke bepalingen
Het vierde hoofdstuk bevat een aantal overgangsrechtelijke bepalingen.
Het laatste hoofdstuk bevat bepalingen over de inwerkingtreding en een citeertitel.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Dit artikel bevat de begripsomschrijvingen, waarbij is aangesloten bij de begrippen in de Omgevingswet en de daarop gebaseerde regelgeving.
Dit artikel regelt dat de verplichtingen in deze verordening rusten op eigenaren van gronden, beperktgerechtigden en grondgebruikers. Beperktgerechtigden zijn bijvoorbeeld mensen die geen eigenaar zijn, maar wel het recht hebben om de grond te gebruiken op basis van bijvoorbeeld een recht van opstal, erfpacht of een erfdienstbaarheid. Dat zijn zogenoemde zakelijke rechten. Een huurovereenkomst is een voorbeeld van een persoonlijk recht. De verplichtingen rusten op al deze gerechtigden. Elke gerechtigde kan op zijn of haar verplichtingen worden aangesproken voor het geheel. De gerechtigden zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de nakoming van verplichtingen.
Op grond van dit artikel kan het dagelijks bestuur algemene of nadere regels stellen ten aanzien van de onderhoudsverplichtingen in hoofdstuk 2.
Hoofdstuk 2 Beheer en onderhoud van waterstaatswerken
In dit artikel wordt algemeen geregeld dat degenen die zijn aangewezen als onderhoudsplichtigen in de legger, verplicht zijn tot het verrichten van gewoon of buitengewoon onderhoud, zoals beschreven is in hoofdstuk 2. Met dit artikel wordt de verbinding gelegd tussen de legger en de gebodsbepalingen in hoofdstuk 2. De legger geeft aan wie onderhoudsplichtig is, de gebodsbepalingen geven aan welk onderhoud van deze onderhoudsplichtigen wordt geëist. De legger die hier bedoeld wordt is de zogenaamde onderhoudslegger, bedoeld in artikel 78, tweede lid, Waterschapswet.
Artikel 2.2 Gewoon onderhoud aan waterkeringen
Waterkeringen hebben een waterkerende functie. Het gewoon onderhoud is erop gericht dat de waterkering die functie behoudt. Hierbij moet gedacht worden aan het verwijderen van schadelijk wild en begroeiingen die aantoonbaar schade toebrengen aan het waterkerend vermogen van de waterkering. De bestrijding van muskus- en beverratten is uitgezonderd. De zorgplicht ter voorkoming van schade aan waterstaatswerken door muskus- en beverratten berust ingevolge artikel 1, derde lid, Waterschapswet bij het waterschap.
Artikel 2.3 Gewoon onderhoud aan oppervlaktewaterlichamen
Oppervlaktewaterlichamen hebben diverse functies in de waterhouding, waaronder waterkwantiteit, waterkwaliteit en scheepvaart. Het gewoon onderhoud is erop gericht dat oppervlaktewaterlichamen deze functies behouden. In dit kader is in dit artikel bepaald wat de onderhoudsplichtigen van oppervlaktewaterlichamen voor het gewoon onderhoud in ieder geval moeten doen. De frequentie van het onderhoud is afhankelijk van de lokale situatie. Het maaien en verwijderen van begroeiing kan daarvoor vaker of minder vaak nodig zijn dan eens per jaar. De oevers en taluds alsmede de daartoe behorende oeververdedigingswerken dienen behoorlijk in stand te worden gehouden, voor zover dat nodig is om te voorkomen dat door inzakking de af- en/of aanvoer van water wordt gehinderd.
Artikel 2.4 Gewoon onderhoud aan ondersteunende kunstwerken en werken
Het gaat hier om (kunst)werken die (mede) een waterhuishoudkundige functie hebben, zoals duikers, overkluizingen en stuwen. Deze werken moeten zodanig worden onderhouden dat er aan de functie voor het watersysteem voldaan kan worden.
Artikel 2.5 Buitengewoon onderhoud aan waterstaatswerken
Dit artikel geeft aan welk buitengewoon onderhoud door onderhoudsplichtigen moet worden gepleegd aan waterstaatswerken.
Hoofdstuk 3. Toezicht en handhaving
Artikel 3.1 Aanwijzing toezichthouders
Onder toezichthouder verstaat de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Hieruit vloeit voort dat de toezichthoudende bevoegdheden uit de Awb alleen kunnen worden uitgeoefend door personen die bij of krachtens wettelijk voorschrift als zodanig zijn aangewezen. Dit artikel voorziet in de vereiste wettelijke grondslag voor de aanwijzing van toezichthouders.
Artikel 81 Waterschapswet bepaalt welke maximumstraf op overtreding van de verordening kan worden gesteld. Deze strafmogelijkheid moet in de verordening zelf worden gepositioneerd. In dit artikel is de maximumstraf opgenomen, namelijk drie maanden hechtenis of een geldboete van de tweede categorie als bedoeld in artikel 23 Wetboek van Strafrecht, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Deze strafbepalingen staan los van het bestuursrechtelijke instrumentarium – last onder bestuursdwang en last onder dwangsom.
Hoofdstuk 4. Overgangsrechtelijke bepalingen
Artikel 4.1 Onderhoud aan waterstaatswerkenzonder (actuele) legger
Het is mogelijk dat het bestuur op grond van artikel 78, tweede lid, Waterschapswet nog geen legger heeft vastgesteld voor (bepaalde) waterstaatswerken. De onderhoudsplichtigen volgen dan niet uit een onderhoudslegger. Artikel 4.1 voorziet in een vangnet voor deze situaties.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2024-5.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.