Bekendmaking projectplan waterwet ‘Realisatie vispassage en moerassige oever stuw Hoogehaar’

In de vergadering van 5 maart 2024 heeft het dagelijks bestuur het projectplan waterwet ‘Realisatie vispassage en moerassige oever stuw Hoogehaar’ vastgesteld.

 

Wat staat er in het projectplan waterwet ‘Realisatie vispassage en moerassige oever stuw Hoogehaar’?

 

In 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht geworden. In deze richtlijn is opgenomen dat in 2015 een goede kwaliteit van grond- en oppervlaktewater moet zijn bereikt. Er is de mogelijkheid om deze termijn uit te breiden tot 2027 (onder voorwaarden) waarbij een aantal planperiodes worden onderscheiden (2009-2015, 2016-2021 en 2022-2027). Nederland maakt van deze mogelijkheid gebruik. Per periode wordt een Stroomgebiedbeheerplan (SGBP) opgesteld waarin de doelen en maatregelen per waterlichaam zijn opgenomen in factsheets. In het waterlichaam Loodiep zijn tot op heden nog geen maatregelen uitgevoerd.

 

Het waterlichaam heeft een lengte van 8,9 km, wordt op peil gehouden door 5 stuwen en behoort tot het vismigratienetwerk. Voor het Loodiep is het een KRW-eis om deze stuwen passeerbaar te maken voor vis en andere organismen en het toevoegen van zogenaamde stapstenen bestaande uit het realiseren van moerassige glooiende oevers. Het doel van dit project is daarmee het opheffen van de barrières binnen het waterlichaam en het realiseren van moerassige glooiende oevers. Dit projectplan richt zich op de benedenstroomse stuw Hoogehaar en het bovenstrooms liggend eigendom van het waterschap. Stuw Hoogehaar dient vispasseerbaar te worden en op eigendom van het waterschap wordt een moerassige glooiende oever gerealiseerd. Het opheffen van de barrière van de overige 4 stuwen bovenstrooms is opgenomen in het projectplan ‘Realiseren vispasseerbaarheid Loodiep’, d.d. augustus 2023.

 

Documenten bekijken (ter inzage)

Het projectplan waterwet ‘Realisatie vispassage en moerassige oever stuw Hoogehaar’ en de bijhorende documenten kunt u bekijken op de website van Vechtstromen via de volgende link: https://www.vechtstromen.nl/terinzage.

 

Alle stukken zijn in te zien, uitsluitend op afspraak, tijdens kantooruren bij waterschap Vechtstromen, Kooikersweg 1 te Almelo; maak een afspraak via telefoonnummer (088) 220 33 33.

 

U kunt deze documenten bekijken met ingang van 12 maart 2024 tot en met 23 april 2024.

 

Vervolg

Bent u het niet eens met het projectplan? U kunt de rechtbank Overijssel (bestuursrechter) tot 24 april 2024 laten weten dat u het niet eens bent met het projectplan. Dit heet beroep in stellen. U kunt beroep instellen als het projectplan uw belangen raakt of tegen uw belangen ingaat. U bent dan een belanghebbende.

 

Beroep instellen

Als u de rechtbank wilt laten weten dat u het niet eens bent met het projectplan, dan moet u dat schriftelijk doen bij de rechtbank Overijssel, afdeling Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. U moet daarbij de volgende gegevens vermelden:

 

  • a.

    uw naam en adres;

  • b.

    de datum (dagtekening);

  • c.

    de naam van het projectplan (het besluit);

  • d.

    waarom u het niet eens bent met projectplan (de gronden van uw beroep).

Op het projectplan is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat u de rechtbank direct moet laten weten waarom u het niet eens bent met projectplan. Het indienen van een voorlopige reactie (pro forma) en deze later aanvullen is niet mogelijk. U kunt uw reactie niet meer aanvullen na [vul in: uiterlijke datum in beroep gaan = datum laatste dag van de terinzagelegging].

 

U kunt ook digitaal uw reactie indienen bij de rechtbank via https://mijn.rechtspraak.nl/keuze. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD).

 

Voor meer informatie kunt u de website van de rechtbank bezoeken: https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Overijssel. U kunt ook met de rechtbank bellen. Dit kan via het telefoonnummer 088 361 55 55.

 

Voor het indienen van uw beroep moet u een bedrag aan de rechtbank betalen (griffierecht).

 

Voorlopige voorziening

Als u bij de rechtbank beroep instelt stopt dit niet de uitvoering van het projectplan. Met een voorlopige voorziening vraagt u een voorlopige beslissing van de rechtbank als u de uitspraak van de rechtbank in de lopende procedure niet kunt afwachten vanwege een spoedeisend belang.

 

U kunt de voorlopige voorziening vragen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel, Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. U moet daarbij de volgende gegevens vermelden:

 

  • a.

    uw naam en adres;

  • b.

    de datum (dagtekening);

  • c.

    wat het spoedeisend belang is;

  • d.

    wat de voorlopige voorziening volgens u moet inhouden.

Een voorlopige voorziening kunt u alleen vragen als u al beroep heeft ingesteld tegen het projectplan.

 

Voor het vragen van een voorlopige voorziening moet u ook een bedrag aan de rechtbank betalen (griffierecht).

 

Informatie

Voor meer informatie over het projectplan waterwet ‘Realisatie vispassage en moerassige oever stuw Hoogehaar’ kunt u ook bellen met het algemene telefoonnummer (088) 2203333.

 

Projectplan waterwet ‘Realisatie vispassage en moerassige oever stuw Hoogehaar’

 

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

In 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht geworden. In deze richtlijn is opgenomen dat in 2015 een goede kwaliteit van grond- en oppervlaktewater moet zijn bereikt. Er is de mogelijkheid om deze termijn uit te breiden tot 2027 (onder voorwaarden) waarbij een aantal planperiodes worden onderscheiden (2009-2015, 2016-2021 en 2022-2027). Nederland maakt van deze mogelijkheid gebruik. Per periode wordt een Stroomgebiedbeheerplan (SGBP) opgesteld waarin de doelen en maatregelen per waterlichaam zijn opgenomen in factsheets. In het waterlichaam Loodiep zijn tot op heden nog geen maatregelen uitgevoerd.

 

Het waterlichaam heeft een lengte van 8,9 km, wordt op peil gehouden door 5 stuwen en behoort tot het vismigratienetwerk. Voor het Loodiep is het een KRW-eis om deze stuwen passeerbaar te maken voor vis en andere organismen en het toevoegen van zogenaamde stapstenen bestaande uit het realiseren van moerassige glooiende oevers. Het doel van dit project is daarmee het opheffen van de barrières binnen het waterlichaam en het realiseren van moerassige glooiende oevers. Dit projectplan richt zich op de benedenstroomse stuw Hoogehaar en het bovenstrooms liggend eigendom van het waterschap. Stuw Hoogehaar dient 1 vispasseerbaar te worden en op eigendom van het waterschap wordt een moerassige glooiende oever gerealiseerd. Het opheffen van de barrière van de overige 4 stuwen bovenstrooms is opgenomen in het projectplan “Realiseren vispasseerbaarheid Loodiep, d.d. augustus 2023.

 

 

Figuur 1 Het Loodiep (licht blauw), vanaf Geeserstroom tot het kanaal Coevorden - Zwinderen. In de cirkel is het projectgebied (de stuw + her in te richten perceel) weergegeven.

1.2 Doelstelling

Voorliggend plan is een projectplan volgens de Waterwet. Op grond van artikel 5.4, eerste lid van de Waterwet wordt voorafgaand aan de aanleg of wijzigingen van een waterstaatswerk door of vanwege de beheerder een projectplan vastgesteld. In het projectplan worden het werk zelf, de uitvoering van de werkzaamheden en de te treffen maatregelen ter voorkoming van eventuele nadelige gevolgen voor de omgeving, beschreven.

 

In dit projectplan worden de aanpassingen aan een deel van het watersysteem van het Loodiep (toepassen van een vispassage bij stuw Hoogehaar en het realiseren van natuurvriendelijkere oevers) en de effecten op de omgeving beschreven.

 

Concreet is de projectdoelstelling als volgt:

 

Verbeteren van de ecologische kwaliteit van het Loodiep met als doel het behalen van de goede ecologische toestand volgens de KRW. Dit door middel van het opheffen van de migratie barrières in het Loodiep wat bijdraagt aan goede ecologische kwaliteit voor de kwaliteitselementen waterfauna. Met als uiteindelijk doel het verbeteren van de vispasseerbaarheid van het Loodiep.

1.3 Projectresultaten

Met de uitvoering van dit project worden de volgende projectresultaten beoogd:

 

Realiseren van vispasseerbaarheid van 1 stuw:

 

  • -

    stuw Hoogehaar;

Stapstenen realiseren bestaande uit moerassige glooiende oevers:

 

  • -

    Stapstenen realiseren bestaande uit moerassige glooiende oever binnen eigendom Vechtstromen, 90 meter nabij stuw Hoogehaar.

1.4 Leeswijzer

Dit projectplan bestaat uit drie delen. In deel I wordt beschreven wat het waterschap gaat doen en hoe het werk wordt uitgevoerd. Deel II geeft een toelichting op waarom dit werk wordt uitgevoerd. Dit deel is, met andere woorden, de onderbouwing van het plan. Deel III geeft tenslotte informatie over de rechtsbescherming en de procedures.

2. Gebiedsbeschrijving

2.1 Deellocaties

Het waterlichaam Loodiep bevindt zich in de provincie Drenthe, geheel in de gemeente Coevorden en betreft een gekanaliseerde en genormaliseerde, gestuwde beek in agrarisch gebied. Het waterlichaam ontvangt water vanuit het bovenstrooms gelegen Geeserstroom en vanuit de Verlengde Hoogeveensevaart (waterinlaat) en komt uit in het kanaal Coevorden - Zwinderen. Het waterlichaam heeft een lengte van 8,9 km. Om de beek zo goed mogelijk op peil te kunnen houden zijn er een vijftal stuwen aangebracht. Deze hebben een zomer- en een winterpeil.

 

De voorgenomen werkzaamheden beschreven in dit projectplan richt zich specifiek op stuwlocatie Hoogehaar en worden hieronder nader toegelicht.

 

Locatie Stuw Hoogehaar:

Stuw Hoogehaar is gelegen benedenstrooms van het Loodiep.

 

Zomerpeil: 9,80 m+NAP

 

Winterpeil: 9,50 m+NAP

 

De stuw is voorzien van een betonnen in- en uitstroomvoorziening.

 

Stapsteen realiseren bestaande uit moerassige glooiende oever bovenstrooms van Hoogehaar

 

De groenblauwe terreinen zijn in eigendom van waterschap Vechtstromen

2.2 Landschap

Het Loodiep stroomt door een hoofdzakelijk open agrarisch landschap. Met sporadisch enkele bospercelen aanliggend aan de beek. De stuw Hoogehaar ligt tussen bosperceel en een agrarisch perceel in een verder agrarisch landschap. Het Loodiep is op de projectlocatie voorzien van een tweezijdig onderhoudspad ten behoeve van beheer en onderhoud.

 

HOOGTELIGGING

 

De hoogteligging van de stuw is 11,22 m +NAP. En het in te richten perceel heeft een hoogte ligging van 10,90 tot 11,32 +NAP.

2.3 Bodem

Op de bodemkaart (zie figuur 2) is het Loodiep weergegeven. Het Loodiep stroomt door diverse bodemtypen, passend bij een ‘genormaliseerd’ watersysteem. De bodem is gekarteerd als een beekeerdgrond met lemig fijn zand, Madeveengronden op zand zonder humuspodzol, Moerige eerdgronden met een moerige bovengrond op zand. Gezien de aard van de werkzaamheden (ondiepe grondroering in het talud) waarop dit projectplan van toepassing is, blijft de diepere ondergrond ongemoeid.

 

 

Figuur 2 Bodemkaart

2.4 Watersysteem

Het Loodiep stroomde tot midden jaren `70 van het Geeserveld naar Coevorden om daaruit te stromen in de gracht. Midden jaren `70 is Loodiep systeem vergraven, genormaliseerd en van de gracht van Coevorden afgekoppeld. Sindsdien is de natuurlijke loop niet meer zichtbaar, wordt het systeem op peil gehouden door diverse stuwen en stroomt het Loodiep uit in het kanaal Coevorden - Zwinderen.

 

Het Loodiep heeft een vijftal stuwen die beschikken over een zomer en winterpeil. Het zomerpeil is hoger dan het winterpeil. Dit is een tegennatuurlijke situatie.

3. Beschrijving van het werk

Het vispasseerbaar maken van het Loodiep past bij de opgaven die het waterschap heeft in kader van de Kaderrichtlijn Water en het vismigratienetwerk. Voor het Loodiep geldt dat het KRW-ambitieniveau ‘laag’ is toegekend. In dit hoofdstuk worden de werkzaamheden, vispasseerbaarheid en realiseren van moerassige glooiende oevers, ten behoeve van de projectlocatie nader toegelicht.

3.1 Ontwerp Vis passerende constructie

In deze paragraaf wordt het ontwerp en de werking van de vispasseerbaarheid beschreven.

 

HET ONTWERP

 

Bij de stuw wordt benedenstrooms, rechterkant van figuur 3, een constructie geplaatst waarmee vissen en andere water gerelateerde fauna de stuw kunnen passeren. De vis passeerbare constructie wordt in het talud geplaatst, achter de bestaande damwanden. Via een inzwemleiding kunnen de vissen en overige waterfauna de constructie inzwemmen. In de bestaande situatie is dit een betonnen uitstroomvoorziening voorzien van damwanden. In kader van ‘Groot Onderhoud Kunstwerken’ worden werkzaamheden aan de stuw uitgevoerd, om deze o.a. te automatiseren.

 

Aan de bovenstroomse zijde, linkerkant van figuur 3, wordt een zogenaamde zwemleiding aangebracht. De vissen kunnen dan vanaf benedenstrooms via de constructie door de zwemleiding de barrière van de stuw beslechten. In bijlage 1, is de technische uitwerking weergegeven. Figuur 4 geeft een voorbeeld van de constructie weer in het beheergebied van waterschap Rivierenland.

 

 

Figuur 3 Ontwerp constructie

 

 

Figuur 4 Voorbeeld van een constructie voor vispasseerbaarheid, waterschap Rivierenland (foto N. Hoekman)

 

DE WERKING VAN DE CONSTRUCTIE:

De constructie, zie figuur 5, wordt benedenstrooms van de stuw aangebracht. De vissen voelen een ‘lokstroom’ vanuit de inzwembuis. Dankzij de ‘lokstroom’ zwemmen de vissen de inzwembuis (benedenstrooms) binnen, bereiken de grote rustkamer waar ze kunnen wennen aan de omgeving. Vanuit de rustkamer zwemmen de vissen via ronde bekkens als via een ‘wokkel’ naar boven en zwemmen via een uitzwembuis naar buiten. De vis barrière is opgeheven.

 

De constructie heeft een waterbesparende functie, indien er geen wateraanvoer is, kan de constructie beperkt of geheel dicht gezet worden. Hierdoor is het peil van de stuw altijd leidend.

 

 

Figuur 5 De constructie

3.2 Ontwerp moerassige glooiende oever

In deze paragraaf wordt het ontwerp van de moerassige glooiende oever beschreven.

 

 

HET ONTWERP

 

Bovenstrooms van stuw Hoogehaar wordt aan de oostzijde een moerassige glooiende oever gerealiseerd. Deze moerassige glooiende oever wordt op eigendom van het waterschap gerealiseerd. In de wintersituatie betreft het een 2,5 meter zone en in de zomer situatie is er een bredere zone beschikbaar. In figuur 6 is de bredere zone weergegeven. De effecten zijn bepaald op basis van inzet van dit gehele zoekgebied. Direct achter de 2,5 meter zone wordt er een verlaagd onderhoudspad aangelegd, waardoor in de wintersituatie eventueel beheer en onderhoud uitgevoerd kan worden.

 

 

Figuur 6 stapsteen ( groen: verlaagde onderhoudspad en indigo: moerassige glooiende oever)

 

EFFECTEN

 

De effecten van het plan zijn nader beschreven in hoofdstuk 6. De volgende hoofdstukken geven eerst aan in welke mate de gronden beschikbaar zijn en de wijze waarop het werk wordt uitgevoerd.

4. Beschikbaarheid gronden

De beschreven werkzaamheden, het realiseren van de vispasseerbaarheid constructie en een moerassige glooiende oever, kan gerealiseerd worden op de gronden die in eigendom zijn van waterschap Vechtstromen.

5. Wijze van uitvoering

Voor het realiseren van de constructies zijn minimale werkzaamheden nodig. Door aansluiting bij de renovatie door het waterschap van de stuwen in het kader van ‘Groot onderhoud Kunstwerken’ worden de werkzaamheden gecombineerd. Dit betreft onder ander het vernieuwen van de klepconstructie, de locatie waar de visconstructie wordt gepositioneerd en bovenstrooms aansluitend de aanleg van een moerassige glooiende oever. De uitvoering wordt aanbesteed aan een aannemer en het plaatsen van de constructie en de aanleg van de moerassige glooiende oever zal ongeveer 40 werkdagen duren.

 

Onderstaand zijn de werkzaamheden beschreven:

 

  • Het ontgraven van de zwemleiding en het vrij graven van de locatie van de te plaatsen constructie;

     

  • Het plaatsen van de constructie. Het plaatsen van damwanden om binnen het profiel ruimte te creëren voor het plaatsen van de constructie;

     

  • Ontgraving ten behoeve van de moerassige glooiende oever.

Raakvlakken met andere waterschap werkzaamheden en projecten:

 

  • Groot Onderhoud Kunstwerken, renovatie stuwen vanuit Partnerschap Wateroverlast;

     

  • Aanleggen van 4 vis passerende constructies bij de bovenstroomse stuwen Loodiep, bestuursbesluit 26-09-2023.

5.1 Technische uitvoering

Na het doorlopen van de inspraakprocedure en vaststelling van dit projectplan volgt de verdere voorbereiding van het project. De uitvoering zal naar verwachting in het tweede kwartaal 2023 plaatsvinden en neemt ongeveer 40 werkdagen in beslag. Tijdens de uitvoering van het werk worden de gebruikelijke voorwaarden gehanteerd met betrekking tot ecologie, het beperken van overlast voor de omgeving (wegafzettingen, geluid e.d.). Vanzelfsprekend wordt tijdens de uitvoering de veiligheid in acht genomen. Toezicht op de uitvoering vindt plaats door een toezichthouder van waterschap Vechtstromen.

5.2 Afwijkingsmogelijkheden uitvoering

In de uitvoering kunnen kleine afwijkingen ontstaan. De afwijkingen doen geen afbreuk aan de uitgangspunten en leiden voor belanghebbenden niet tot andere, dan in dit projectplan, beschreven effecten.

6. Effecten van het plan

6.1 Watersysteem

Onderstaand zijn de hydrologische effecten van het plan beschreven.

 

OPPERVLAKTEWATERSYSTEEM

 

Het aanbrengen van de constructie voor de vispasseerbaarheid en de moerassige glooiende oever heeft geen significant hydraulisch effect:

 

  • De uitstroming van de stuw wordt niet belemmerd;

  • Door het éénzijdig vervangen van het talud door verticale damwand wordt het uitstroomverlies dat anders direct na de stuwklep optreedt gedeeltelijk verplaatst naar het eind van de nieuwe damwand. Het totale effect op de (bovenstroomse) waterstand blijft hetzelfde;

  • Door aangepaste regeling van stuw en de vispassage (indien nodig dichtzetten) blijft eenzelfde peilbeheer gehandhaafd, ook bij (te) weinig wateraanvoer;

  • De moerassige glooiende oever ligt buiten het hydraulisch benodigde profiel (profiel dat benodigd is voor debiet van het Loodiep) en heeft geen effect op de waterpeilen. Stuw Hoogehaar zorgt voor het peilbeheer en dit projectplan heeft geen invloed op het geldende peilbeheer. De begroeiing op de moerassige glooiende oever heeft geen invloed op de peilen.

GRONDWATERSTANDEN

De realisatie van de vispasseerbaarheid en de moerassige glooiende oever heeft geen invloed op de grondwaterstanden. Zoals hierboven beschreven is er geen effect op de peilen. Daarmee is het ook uitgesloten dat er invloed is op de grondwaterstanden.

6.2 Ecologische effecten

Door het realiseren van dit project wordt het Loodiep (vis)passeerbaar en wordt een gedeeltelijke invulling gegeven aan het realiseren van 1 km de moerassige glooiende oever. De ecologische effecten hebben met name betrekking op de vissen en andere organismen, deze kunnen na realisatie migreren tussen de verschillende stuwpanden van het Loodiep en de Geeserstroom bereiken.

 

In het kader van de uitvoering van de voorgestelde maatregelen is een quickscan op de Wet natuurbescherming en de omgevingsverordening Drenthe (NNN) uitgevoerd, bijlage 2.

 

Hieronder zijn de uitkomsten beschreven:

 

Gebiedsbescherming

Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is het Mantingerzand en ligt op dertien kilometer afstand van het plangebied. Vanuit het voornemen zijn negatieve op de doelstellingen van omliggende Natura 2000- gebieden op voorhand uitgesloten. Er zijn geen vervolgstappen noodzakelijk.

 

Soortenbescherming

Het plangebied voorzien mogelijk in leefgebiedsfuncties voor beschermde grondgebonden zoogdieren, vleermuizen en vogels. Door het nemen van de maatregelen, kan een overtreding van verbodsbepalingen van de Wet natuurbescherming ten aanzien van de meeste van deze soorten voorkomen worden. Deze maatregelen dienen door (of ten minste onder begeleiding van) een ecologisch deskundige te worden uitgevoerd. Hiervoor dient een ecologisch werkprotocol te worden opgesteld.

 

Voor de beschermde veldspitsmuis geldt dat een overtreding van de verbodsbepalingen van de Wet natuurbescherming niet zonder meer kan worden voorkomen. Een nader onderzoek moet uitwijzen of deze soort daadwerkelijk aanwezig zijn in het plangebied en welke functies het plangebied voor deze soort vervult. Indien de veldspitsmuis daadwerkelijk aanwezig is, leiden de werkzaamheden tot een overtreding van verbodsbepalingen van de Wet natuurbescherming. In dat geval dient een ontheffing te worden aangevraagd bij het bevoegd gezag.

 

Natuurnetwerk Nederland

Het plangebied ligt niet in het Natuurnetwerk Nederland. Een toetsing aan het beleid van het NNN is daarom niet aan de orde.

6.3 Stikstof

Voor de werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de constructie is een Aerius berekening uitgevoerd. Deze is toegevoegd als bijlage 2. Als gevolg van de aanleg van de vispassage wordt een maximale toename in stikstofdepositie van 0,00 mol/ha/jaar berekend. Hiermee zijn significant negatieve effecten op de natuurwaarden (habitats) van de omliggende Natura 2000-gebieden uitgesloten. Hiermee zijn de werkzaamheden niet vergunningsplichtig. Op 3-11-2023 is er een correctie doorgevoerd in de AERIUS calculator, deze correctie is reeds verwerkt in de bijgevoegde berekening, bijlage 3 d.d. 07-10-2023.

6.4 Bodem

Indien bij de werkzaamheden grond vrijkomt kan deze op locatie verwerkt worden. Indien dit niet tot de mogelijkheden behoort, en de grond ook niet elders binnen het gebied van de bodemkwaliteitskaart kan worden toegepast, dient een onderzoek volgens het Besluit bodemkwaliteit te worden uitgevoerd, bijlage 4.

6.5 Archeologie

Uit een eerste verkenning blijkt dat wanneer de werkzaamheden binnen het plangebied uitgevoerd wordt zijn er geen onderzoeken noodzakelijk ten behoeve van de archeologie, bijlage 5.

7. Legger, beheer, onderhoud en monitoring

7.1 Legger

Na uitvoering worden de nieuwe gerealiseerde werken ingemeten en opgetekend in een revisietekening. De legger wordt vervolgens hierop aangepast met een leggerbesluit. Dit besluit wordt voorbereid en ter inzage gelegd conform de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht.

7.2 Beheer en onderhoud

Het beheer en onderhoud van het Loodiep verandert niet naar aanleiding van realisatie van dit project. De aan te leggen constructies voor de vispasseerbaarheid komen in beheer van het waterschap even als de moerassige glooiende oever.

Deel 2 – Verantwoording

In deel 2 wordt het projectplan getoetst aan de regelgeving en het relevante beleid. Er is kort weergegeven wat de relatie van dit projectplan is met het betreffende beleid of wet en waarom deze regelgeving een rechtvaardiging is van dit projectplan. Wanneer het beleid of een wet een beperking vormt, is aangegeven op welke wijze het plan daarop anticipeert.

8. Wet- en regelgeving

In deel II wordt het projectplan getoetst aan het relevante beleid. Telkens is kort weergegeven wat de relatie van dit projectplan is met het betreffende beleid of met de desbetreffende wet en waarom deze regelgeving een rechtvaardiging is van onderhavig projectplan. Wanneer het beleid of de wet een beperking vormt, is aangegeven op welke wijze het plan daarop is aangepast.

8.1 Toets Waterwet

Als een waterschap een waterstaatswerk wil aanleggen of wijzigen, dient op grond van artikel 5.4 Waterwet een projectplan te worden vastgesteld. Daarin is opgenomen een beschrijving van het werk, de wijze waarop dat zal worden uitgevoerd en een beschrijving van de voorzieningen om nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk ongedaan te maken of te beperken. Het werk dient bij te dragen aan de drie doelstellingen van de Waterwet waaronder:

 

  • 1.

    Voorkoming en waar nodig beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste (waterkwantiteit).

     

  • 2.

    Bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen (waterkwaliteit).

     

  • 3.

    Vervulling van overige maatschappelijke functies van het watersysteem.

Met onderhavig plan wordt invulling gegeven aan bovenstaande doelstellingen.

 

Ad 1.

 

Ondanks dat het geen hoofddoel van het project is om invulling aan deze doelstelling te geven, is deze doelstelling wel beschouwd. Er zijn geen negatieve effecten als gevolg van het project te verwachten.

 

Ad 2.

 

Het Loodiep wordt door deze maatregel (lokaal) migreerbaar, hierdoor zal in het plangebied de ecologische kwaliteit verbeteren.

 

Ad 3.

 

Ondanks dat het geen hoofddoel van het project is om invulling aan deze doelstelling te geven, is deze doelstelling wel beschouwd. Er zijn geen negatieve effecten als gevolg van het project te verwachten.

9. Beleidskaders

KADERRICHTLIJN WATER (KRW)

 

De KRW is in 2000 in werking getreden. Voor het waterbeheer is deze richtlijn kaderstellend omdat deze boven het landelijk beleid en de waterwetgeving op Europees niveau staat. De richtlijn beoogt een goede kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Het Loodiep wordt als waterlichaam in het kader van de KRW omschreven als een R20-type: moerasbeek. Voor diverse waterlichamen zijn binnen de KRW-ambitieniveaus bepaald die vervolgens de te nemen maatregelen indiceren. Er zijn drie ambitieniveaus: hoog, midden en laag. Voor het Loodiep geldt het ambitieniveau ‘laag’.

 

Voor het waterbeheer is deze richtlijn maatgevend. De KRW is opgenomen in de waterwetgeving conform Europese richtlijnen. De 'chemische toestand' wordt beoordeeld aan de hand van 33 Europees vastgestelde prioritaire stoffen. De 'ecologische toestand ' is opgebouwd uit beoordelingen van onder andere de 'biologische kwaliteit' en de 'algemene fysisch-chemische kwaliteit', die in Nederland voornamelijk wordt bepaald door de nutriënten fosfor en stikstof. In de praktijk is de biologische kwaliteit, die bestaat uit maatlatten voor algen, vissen, macrofauna en waterplanten, meestal bepalend voor de ecologische toestand.

Deel 3 – Rechtsbescherming 10.

10. Inspraaktermijn

Op grond van artikel 3 van de Inspraak- en participatieverordening Waterschap Vechtstromen is dit projectplan zes weken ter inzage gelegd. In die periode konden belanghebbenden een zienswijze over het ontwerp van het projectplan bij het dagelijks bestuur van het waterschap indienen. Er zijn geen zienswijzen ingediend, het projectplan is na deze periode vastgesteld.

 

VERGUNNING EN ONTHEFFING

 

Na vaststelling van het projectplan wordt het plan verder uitgewerkt in een uitvoeringsdocument, zodat het werk aanbesteed en uitgevoerd kan worden. Hieraan voorafgaand worden de benodigde omgevingsvergunningen en ontheffingen aangevraagd.

 

CRISIS- EN HERSTELWET

 

Op dit projectplan is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat een belanghebbende in zijn beroepschrift tegen het besluit tot vaststelling van het projectplan moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken, kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Vermeld in het beroepschrift dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.

Bijlage 1: Technische tekening Stuw Hoogehaar

 

Bijlage 2: Natuurtoets

 

Bijlage 3: Aeriusberekening

 

Bijlage 4: Milieukundig vooronderzoek

 

Bijlage 5: Ontplofbare Oorlogsresten en Archeologie

 

Naar boven