Waterschapsblad van Hoogheemraadschap van Delfland
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Hoogheemraadschap van Delfland | Waterschapsblad 2024, 27381 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Hoogheemraadschap van Delfland | Waterschapsblad 2024, 27381 | ander besluit van algemene strekking |
Peilbesluit Lage Abtswoudse polder (landelijk gebied), peilgebieden 12 en 13, thv Abtswoude
Op 28 november2024 heeft de verenigde vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland, conform art.2.41 van Omgevingswet en art. 7.5 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening, de peilbesluiten cluster 2024 vastgesteld.
Deze peilbesluiten hebben betrekking op het diverse gebieden in het beheergebied van Delfland (Delft, Den Haag, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Schiedam, Vlaardingen, Westland en Rotterdam). De ligging van deze gebieden is terug te vinden op de diverse overzichtskaarten van de bekendgemaakte stukken.
In een peilbesluit worden voor een bepaald gebied de waterstanden of bandbreedtes waarbinnen waterstanden kunnen variëren vastgesteld, die gedurende daarbij aangegeven perioden zoveel mogelijk worden gehandhaafd.
Een ontwerppeilbesluit heeft vanaf 12 juli 2024 zes weken ter inzage gelegen. Hierop zijn geen zienswijzen ingediend.
De peilbesluiten treden in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking in het Waterschapsblad of op een in het peilbesluit specifieke aangegeven datum. U kunt het besluit en de daarop betrekking hebbende stukken vanaf 31 december 2024 raadplegen op internet: https://www.delfland.nl/actueel/bekendmakingen of www.officielebekendmakingen.nl/waterschapsblad/op_organisatie/hoogheemraadschap_van_delfland. Als u de stukken wilt inzien op de locatie van het hoofdkantoor van Delfland, Phoenixstraat 32 te Delft kunt u contact opnemen via onderstaande contactgegevens.
Belanghebbenden die bij de voorbereiding van dit besluit tijdig hun zienswijzen naar voren hebben gebracht, of belanghebbenden die kunnen aantonen dat zij tijdens de terinzageleggingstermijn hier redelijkerwijze niet toe in staat waren geweest, kunnen gedurende een periode van zes weken van de eerste dag, volgend op de datum van bekendmaking, in beroep gaan tegen dit besluit. Het beroepschrift moet worden gericht aan de Rechtbank te Den Haag, Sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag.
Een beroepschrift dient de gronden van beroep en een omschrijving van het besluit tegen welke het zich richt te bevatten. Verder dient het beroepschrift te worden gedateerd en te worden voorzien van naam, adres en handtekening van de belanghebbende. Indien mogelijk dient het afschrift van het besluit bij het beroep te worden gevoegd.
Een ingediend beroepschrift schorst de werking van het besluit niet. Indien u een beroepschrift heeft ingediend, kunt u zich in spoedeisende gevallen wenden tot de voorzieningenrechter van de Rechtbank te Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH, Den Haag, met het verzoek een voorlopige voorziening ter treffen als bedoeld in artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Het is ook mogelijk digitaal een verzoekschrift in te dienen bij de genoemde rechtbank via https://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden.
Indien u vragen heeft naar aanleiding van deze bekendmaking kunt u, op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur, contact opnemen met het klantcontactcentrum (KCC) van Delfland. Het KCC is bereikbaar via één centraal telefoonnummer, namelijk (015) 260 81 08, of via e-mail loket@hhdelfland.nl.
Onderwerp Diverse peilbesluiten Cluster 2024
De verenigde vergadering van Delfland,
op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van dinsdag 8 oktober 2024, dossiernummer 3208;
gelezen het positieve advies van de commissie Waterkwantiteit en Waterkwaliteit.
de bepalingen in de Omgevingswet, de Waterschapswet, de Waterwet en de Omgevingsverordening Zuid-Holland.
Met inachtneming van het volgende:
de overgang van zomerpeil naar winterpeil zal in de regel plaatsvinden in de loop van de maanden september en oktober, de overgang van winterpeil naar zomerpeil in de loop van de maanden maart tot en met mei. Daarbij worden weersgesteldheid en verloop van de freatische grondwaterstand ter plaatse in aanmerking genomen.
In te trekken de peilbesluiten voor de delen die herzien worden en aangegeven zijn op de voornoemde peilenkaarten van de Aalkeet Buitenpolder, vastgesteld 26 september 2013; Babberspolder en polder Vlaardingen-Oost, vastgesteld 23 mei 2013; Delflands Boezem, vastgesteld 26 september 2019; Dijkpolder (Poeldijk), vastgesteld 23 november 2006; Holierhoekse en Zouteveense polder, vastgesteld 29 november 2012; Harnaschpolder en Hooipolder, vastgesteld 25 september 2014; Abtswoude, vastgesteld 29 november 2012; Kralingerpolder, vastgesteld 23 april 2020; Kralingerpolder, vastgesteld 4 juni 2015; Oranjepolder en Steendijkpolder, vastgesteld 23 november 2006; Oude Lierpolder, vastgesteld 23 mei 2013; Oude Polder van Pijnacker, vastgesteld 15 september 2011; Polder van Nootdorp, vastgesteld 25 september 2014; Poldervaartpolder, vastgesteld 23 mei 2013; Schieveen, vastgesteld 15 september 2011; Wippolder, vastgesteld 4 juni 2015 en Woudse polder, vastgesteld 25 september 2014.
Aldus besloten in de openbare vergadering van donderdag 28 november 2024.
De verenigde vergadering voornoemd,
de secretaris,
ir. P.C. Janssen
de voorzitter,
dr. P.H.W.M. Daverveldt
Toelichting op het peilbesluit Lage Abtswoudschepolder (landelijk) peilgebieden 12 en 13,ter hoogte van Abtswoude Schipluiden
Het beheergebied van Delfland heeft een oppervlakte van ongeveer 40.000 hectare en bestaat uit circa 75 polders met circa 700 peilgebieden. Voor elk peilgebied is een waterpeil vastgelegd in een peilbesluit. In de Lage Abtswoudschepolder peilgebieden 12 en 13 wijzigt het vastgestelde peil, voor drie percelen met een gezamenlijk oppervlakte van 4,2 hectare, vanwege een zogenaamd peilbesluit met ruimtelijke ontwikkeling. Dat houdt in dat een waterpeil wordt vastgelegd voor een gebied waarbij het waterpeil is aangepast als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen. De waterhuishoudkundige aanpassingen bij deze ruimtelijke ontwikkelingen zijn uitgevoerd. Daarnaast bleek dat de grens tussen de peilgebieden niet juist liep. De grens wordt hiermee op de juiste plek vastgesteld.
Delfland heeft voor de waterhuishoudkundige aanpassingen twee vergunningen verleend en heeft de uitgevoerde situatie gecontroleerd. Delfland wil het peilbesluit actualiseren aan de nieuwe situatie.
Om een verbeterde toegang tot percelen te bewerkstelligen en de bruikbaarheid van de percelen te optimaliseren, is in het gebied een aantal watergangen gedempt en is vervangend water gegraven. Ook zijn twee dammen met duikers geplaatst. In respectievelijk 2019 (2019-008863) en 2022 (Z-22-061191) zijn hiervoor de vergunningen verleend aan de perceelseigenaren voor de locaties B en C, zie figuur 1. Door deze aanpassingen hoort 342 m watergang van peilgebied 12 nu bij peilgebied 13. Iets noordelijker in het gebied (locatie A) bleek de peilgebiedsgrens verkeerd ingetekend te zijn. De peilgebiedsgrens wordt gecorrigeerd, waarmee 325 m watergang uit peilgebied 13 naar peilgebied 12 gaat. De grens tussen de peilgebieden 12 en 13 wordt daarmee op 3 plekken verlegd.
Figuur 1: Situatie, de rode lijn is de peilscheiding in de praktijk
Doordat de huidige waterpeilen in deze gebiedjes van de peilgebieden 12 en 13 afwijken van het peilbesluit, dient het peilbesluit geactualiseerd te worden.
Als eerste is onderzocht welke (waterhuishoudkundige) wijzigingen hebben plaatsgevonden, welke werken vergund zijn en of de vergunde werkzaamheden volgens vergunning zijn uitgevoerd. Daarnaast is achtergrondinformatie verzameld. Deze informatie is beschreven in de aanleiding van hoofdstuk 1 en de gebiedsbeschrijving van hoofdstuk 2.
Daarna is in hoofdstuk 3 het peil afgewogen aan de hand van de functies en belangen. Dit leidt tot een onderbouwde peilkeuze. Bij de peilenkeuze hoort een peilenkaart om de begrenzing van het peilgebied aan te geven. Deze peilenkaart is als bijlage aan de toelichting toegevoegd.
In de nota Peilbeheer worden de volgende functies genoemd: archeologie, glastuinbouw, grasland, bouwland en vollegrond teelt, natuur, recreatie en groene ruimte, stedelijk gebied en vaarwegbeheer. In dit hoofdstuk wordt onderzocht welke van deze functies in het gebied voorkomen. Naast deze functies wordt onderzocht welke waterhuishoudkundige en overige belangen voorkomen: bodemdaling, waterkeringen, watergangen en kunstwerken en overige waterhuishoudkundige belangen zoals oeverbescherming, waterkwaliteit en ecologie, risico op wateroverlast, risico op watertekort of droogte en objecten aan het water (duikers, beschoeiingen, bruggen, steigers). Om de waterhuishoudkundige belangen goed te kunnen meenemen in de peilafweging is de werking van het watersysteem beschreven.
Het gebied bevindt zich in de gemeente Midden-Delfland. Een groot deel van peilgebied 12 is in gebruik als recreatiegebied ‘Abtswoudse bos’. Peilgebied 13 is overwegend in gebruik als agrarisch gebied. De betreffende gebieden A, B en C hebben een agrarische functie (agrarisch grasland), er is geen bebouwing aanwezig. Alle drie de gebieden maken op basis van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening 2022 onderdeel uit van belangrijk weidevogelgebied. Ter plaatse van alle drie de delen is er kans op archeologische sporen, een klein deel van gebied A is onderdeel van een terrein van hoge archeologische waarde (provinciaal belang, veertien huisterpen uit de Late Middeleeuwen). In de gebieden zijn overwegend venige en moerige gronden aanwezig, die zakkingsgevoelig zijn.
Voor peilgebied 12 en 13 is in 2012 peilbesluit ‘Abtswoude’ vastgesteld. In dit peilbesluit zijn de volgende waterpeilen vastgesteld: voor peilgebied 12 een zomerpeil van NAP –2,82 m en een winterpeil van NAP –2,92 m; voor peilgebied 13 een zomerpeil van NAP –3,06 m en een winterpeil van NAP –3,16 m. Dit is weergegeven in figuur 2.
Figuur 2: Uitsnede uit peilenkaart van peilbesluit Abtswoude uit 2012
2.2.2 Waterhuishoudkundige belangen
Binnen de gebieden A, B en C zijn er, naast waterkwaliteit en ecologie, geen overige waterhuishoudkundige belangen aanwezig.
2.2.3 Watersysteem in de praktijk
De praktijksituatie is weergegeven in figuur 3. Peilgebied 12 heeft een praktijkpeil van NAP 2,82 m (zomerpeil) en NAP –2,92 m (winterpeil). Peilgebied 13 heeft een praktijkpeil van NAP –3,06 m (zomerpeil) en NAP –3,16 m (winterpeil).
Aan de Schieweg bij huisnummer 158A, aan de oostkant van peilgebied 12, ligt een gemaal dat water uit de Schie het gebied inlaat. Dit water stroomt in westelijke en noordelijke richting door het gebied. Via tal van keerschotten op de grens tussen de peilgebieden stroomt het water van peilgebied 12 naar 13. In figuur 3 zijn de gemeten waterstanden bij het gemaal van de Lage Abtwoudschepolder weergegeven in peilgebied 12. In figuur 4 zijn de gemeten waterstanden bij de stuw aan de Abtwoudseweg 25 weergegeven in peilgebied 13.
Figuur 3: Meetreeks gemeten waterpeilen meetpunt gemaal Lage Abtswoudse polder, peilgebied 12
Figuur 4: Meetreeks gemeten waterpeilen meetpunt stuw Abtwoudseweg 25, peilgebied 13
Wijzigingen in het watersysteem
Voor een verbeterde toegang tot de percelen en het optimaliseren van de bruikbaarheid van de percelen, is bij de locaties B en C (zie figuur 5) een aantal werkzaamheden verricht. Twee dammen met duikers zijn geplaatst (respectievelijk open duikers 20821115 en 20821135). Verder is een aantal watergangen gedempt en is vervangend water gegraven. De werkzaamheden waren ter plaatse van huisnummers 50 en 54, nabij de grens tussen peilgebieden 12 en 13. De peilgebiedsgrens wordt verplaatst en loopt bij locatie C over keerschot 20800005. De gewijzigde percelen gaan tot peilgebied 13 behoren. De werken zijn vergund en uitgevoerd.
Tevens bleek dat de grens op één plek bij gebied A niet goed ingetekend was. De grens was getrokken over een peilscheidend kunstwerk dat in de praktijk niet aanwezig was. De peilscheiding wordt gevormd door een afsluitbare duiker. De grens tussen de peilgebieden 12 en 13 wordt verplaatst door deze aanpassingen. Gebied A wordt onderdeel van peilgebied 12 zie figuur 5. In de praktijk verandert hier niks in de situatie, omdat het peil in dit gebied altijd al op het niveau van peilgebied 12 heeft gestaan.
Figuur 5: Kaart met wijzigingen in de praktijksituatie
2.2.4 Waterkwaliteit en ecologie
De waterkwaliteit en ecologie van het gebied worden beschreven aan de hand van de Ecologische Sleutelfactoren (lit. 5).
Ecologische Sleutelfactor 1- Productiviteit van het water
In peilgebied 12 bevinden zich 4 meetpunten waar in fosfaat en stikstofgehaltes regelmatig zijn gemeten. De gemiddelde fosfaatconcentraties liggen bij deze meetpunten tussen 0,3 en 2,3 mg/l en overschrijden daarmee ruim de fosfaatnorm (0,3 mg/l). De gemiddelde stikstofconcentraties liggen bij de meetpunten tussen 1,5 mg/l en 3,5 mg/l en overschrijden dus vaak de stikstofnorm (1,8 mg/l).
In peilgebied 13 bevindt zich 1 meetpunt waar in fosfaat en stikstofgehaltes regelmatig zijn gemeten. De gemiddelde fosfaatconcentratie bij dit meetpunt is 0,38 mg/l en overschrijdt daarmee de fosfaatnorm (0,3 mg/l). De gemiddelde stikstofconcentratie bij dit meetpunt is en 3,79 mg/l en overschrijdt daarmee dus ruim de stikstofnorm (1,8 mg/l).
De bodem bestaat in de gebieden waar het peil wijzigt uit veen. Door veenafbraak ten gevolge van peilverlaging kunnen nutriënten vrijkomen waardoor het oppervlaktewater te voedselrijk kan worden. Voor de gebieden B en C is vergunning verleend om het peil te verlagen. Omdat dit slechts twee kleine gebieden zijn, zal het effect op de waterkwaliteit in peilgebied 13 beperkt zijn.
Ecologische Sleutelfactoren 4 - habitat-geschiktheid en 5- verspreiding
Peilgebied 12 is met een vispassage verbonden met de boezem, ook zijn er natte ecologische zones en verschillende waterdieptes aanwezig binnen dit peilgebied. Door het toevoegen van gebied A aan peilgebied 12 is de grootte van peilgebied 12 toegenomen. In de praktijk verandert hier echter niks in de situatie, omdat het peil in dit gebied altijd al op het niveau van peilgebied 12 heeft gestaan. De aanpassing van de peilgebiedsgrens heeft dus geen effect op de grootte van het leefgebied voor vis.
In dit hoofdstuk wordt gekeken of het nieuwe peil een positieve of negatieve invloed heeft op de voorkomende functies en belangen. Daarbij wordt gekeken hoe negatieve effecten zo klein mogelijk kunnen blijven.
Deze peilafweging heeft betrekking op het gedeelte van peilgebied 12 bij locatie A (zie figuur 5), wat door een correctie van de peilgebiedsgrens wordt gewijzigd: een aanpassing naar het huidige peil van peilgebied 12.
Het nieuwe peil betekent een peilstijging van 0,24 m ten opzichte van het vastgestelde peil. Er verandert met de voorgestelde peilwijziging echter niets in de situatie buiten, omdat dit in de praktijk al behoort tot de waterhuishouding van peilgebied 12 en de daar heersende waterpeilen. De huidige situatie levert geen knelpunten op voor de al bestaande gebiedsfuncties.
Het huidige waterpeil is gewenst, want dit waterpeil sluit aan bij de gebiedsfunctie. De drooglegging is 0,20 tot 0,60 m, dit past bij de functie agrarisch grasland. Omdat het peil in de praktijk niet wijzigt, zijn er ook geen effecten op eventuele archeologische vondsten, bodemdaling, weidevogels en waterkwaliteit en ecologie.
Deze peilafweging heeft betrekking op de twee gedeelten van peilgebied 13, bij de locaties B en C (zie figuur 5), die door ruimtelijke ontwikkelingen zijn gewijzigd. Hier zijn watergangen gedempt, vervangend water is gegraven en twee dammen met duikers zijn aangelegd. Het voorstel is deze percelen aan peilgebied 13 toe te voegen.
De twee nieuw ingerichte gebieden krijgen het peil van peilgebied 13. Dit betekent een peilverlaging van 0,24 m ten opzichte van het vastgestelde peil. De peilverlaging zal alleen effect hebben op de secundaire watergangen binnen deze gebieden en de direct daaraan gelegen agrarische percelen.
Beide gebieden zijn afgestemd op de aangepaste waterhuishouding en de bestaande waterpeilen. De vergunde werken zijn uitgevoerd. Het is niet gewenst dat het waterpeil teruggaat naar het vastgestelde peil, want het grondgebruik is met de aanpassingen verbeterd: de peilwijziging heeft een positief effect op het gebruik van de landbouwgronden.
Omdat het verlagen van het waterpeil nadelige effecten kan hebben op de archeologie heeft in 2019 (in het kader van het wijzigen van het bestemmingsplan) archeologisch onderzoek plaatsgevonden d.m.v. een bureauonderzoek en een booronderzoek. Voor de zone die nu beïnvloed zal worden door de verlaging van het peil bestaan, op basis van het bureauonderzoek, geen aanwijzingen voor het voorkomen van archeologische vindplaatsen. Uit het booronderzoek blijkt dat in het op die manier onderzochte gebied zeer onwaarschijnlijk is dat zich daar vindplaatsen bevinden die behouden moeten worden. Op basis daarvan en omdat het om een relatief kleine peilverlaging gaat, zal de peilwijziging geen noemenswaardige schade toebrengen aan het bodemarchief. Er is dan ook geen nader onderzoek nodig.
Het verlagen van het waterpeil heeft een negatief effect op bodemdaling in zakkingsgevoelig gebied. In zakkingsgevoelig gebied is het beleid om terughoudend om te gaan met peilverlaging. Het betreft twee relatief kleine gebieden (0,6 ha en 0,7 ha) waar het peil verlaagd wordt waardoor de invloed op de gemiddelde drooglegging in het gehele peilgebied 13 beperkt is en de gemiddelde drooglegging van peilgebied 13 kleiner dan 60 cm blijft.
Het twee gebieden waar het peil wijzigt zijn aangemerkt als belangrijk weidevogelgebied. Over het algemeen is een peilverlaging onwenselijk voor weidevogels. Omdat het twee relatief kleine gebieden (0,6 ha en 0,7 ha) betreft en deze nabij bebouwing en de weg liggen, is het eventuele negatieve effect op weidevogels beperkt.
Het verlagen van het peil en het aanpassen van de peilgebiedsgrens heeft een verwaarloosbare invloed op het functioneren van het watersysteem, waardoor er naar verwachting geen invloed is op de waterkwaliteit. Het effect van het toevoegen van de twee gebieden aan peilgebied 13 heeft geen significant effect op de grootte van het leefgebied voor vis.
Het peil wordt gekozen omdat het een positief effect heeft voor de voor agrarische functie en er geen negatief effect is op archeologische vondsten. De negatieve effecten op bodemdaling en weidevogels zijn beperkt. De effecten op waterkwaliteit en ecologie zijn naar verachting nihil.
Gezien de bovenstaande afweging wordt gekozen voor een zomerpeil van NAP -2,82 m en een winterpeil van NAP -2,92 m voor peilgebied 12 (locatie A). Het schouwpeil wordt NAP -2,92 m.
Voor peilgebied 13 (de locaties B en C) wordt gezien de bovenstaande afweging gekozen voor een zomerpeil van NAP -3,06 m en een winterpeil van NAP -3,16 m. Het schouwpeil wordt NAP -3,16 m.
De overgang van het zomerpeil naar het winterpeil zal plaatsvinden in de loop van de maanden september en oktober en de overgang van het winterpeil naar het zomerpeil in de loop van de maanden maart tot en met mei. Het precieze tijdstip is afhankelijk van het weer en van het verloop van de grondwaterstanden in het peilgebied.
Ten opzichte van het vorige peilbesluit wordt het peil in peilgebied 12 bij locatie A zowel in de zomer als in de winter 0,24 m hoger. Bij locaties B en C wordt het peil zowel in de zomer als in de winter 0,24 m lager.
Het vorige peilbesluit polder Abtswoude voor de delen van peilgebied 12 en 13 zoals aangegeven op de peilkaart wordt ingetrokken.
Deze wijzigingen zijn in overeenstemming met de praktijksituatie en de uitgevoerde werkzaamheden. Er zijn geen maatregelen nodig voor het vaststellen van het peil.
Drooglegging: Het hoogteverschil tussen het waterpeil in een watergang en de gemiddelde hoogte van het naastgelegen perceel.
Peil: Door waterschap in peilbesluit vastgelegde waterpeil dat in een bepaald gebied moet worden gehandhaafd.
Peilbeheer: Vaststelling en handhaving van het waterpeil in oppervlaktewateren.
Peilbesluit: Besluit van het Algemeen Bestuur van een waterschap, waarin de te handhaven peilen van de oppervlaktewateren ten opzichte van het NAP, de ligging van de peilgebieden en plaats van de peilschalen zijn aangegeven. Aan de gemaakte keuze ligt een integrale afweging van belangen en beleid ten grondslag.
Peilgebied: Waterstaatkundige eenheid waarbinnen eenzelfde peil wordt gehandhaafd met behulp van gemaal, stuw of inlaat.
Peilverlaging: Neerwaartse bijstelling van het waterpeil ten opzichte van het voorgaande peilbesluit verder dan peilaanpassing.
Praktijkpeil: Waterstand die werkelijk in een watergang aanwezig is, afgelezen van de peilschaal.
Schouwpeil: In het peilbesluit vastgesteld peil dat het referentieniveau vertegenwoordigt voor het voeren van schouw, dagelijks peilbeheer, afhandelen van vergunningen en het uitvoeren van onderhoud aan watergangen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2024-27381.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.