Waterschapsblad van Hoogheemraadschap van Delfland
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Hoogheemraadschap van Delfland | Waterschapsblad 2024, 27361 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Hoogheemraadschap van Delfland | Waterschapsblad 2024, 27361 | ander besluit van algemene strekking |
Peilbesluit Delflands Boezem, peilgebied 1 ter hoogte van Kansjesmolensloot
Op 28 november2024 heeft de verenigde vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland, conform art.2.41 van Omgevingswet en art. 7.5 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening, de peilbesluiten cluster 2024 vastgesteld.
Deze peilbesluiten hebben betrekking op het diverse gebieden in het beheergebied van Delfland (Delft, Den Haag, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Schiedam, Vlaardingen, Westland en Rotterdam). De ligging van deze gebieden is terug te vinden op de diverse overzichtskaarten van de bekendgemaakte stukken.
In een peilbesluit worden voor een bepaald gebied de waterstanden of bandbreedtes waarbinnen waterstanden kunnen variëren vastgesteld, die gedurende daarbij aangegeven perioden zoveel mogelijk worden gehandhaafd.
Een ontwerppeilbesluit heeft vanaf 12 juli 2024 zes weken ter inzage gelegen. Hierop zijn geen zienswijzen ingediend.
De peilbesluiten treden in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking in het Waterschapsblad of op een in het peilbesluit specifieke aangegeven datum. U kunt het besluit en de daarop betrekking hebbende stukken vanaf 31 december 2024 raadplegen op internet: https://www.delfland.nl/actueel/bekendmakingen of www.officielebekendmakingen.nl/waterschapsblad/op_organisatie/hoogheemraadschap_van_delfland. Als u de stukken wilt inzien op de locatie van het hoofdkantoor van Delfland, Phoenixstraat 32 te Delft kunt u contact opnemen via onderstaande contactgegevens.
Belanghebbenden die bij de voorbereiding van dit besluit tijdig hun zienswijzen naar voren hebben gebracht, of belanghebbenden die kunnen aantonen dat zij tijdens de terinzageleggingstermijn hier redelijkerwijze niet toe in staat waren geweest, kunnen gedurende een periode van zes weken van de eerste dag, volgend op de datum van bekendmaking, in beroep gaan tegen dit besluit. Het beroepschrift moet worden gericht aan de Rechtbank te Den Haag, Sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag.
Een beroepschrift dient de gronden van beroep en een omschrijving van het besluit tegen welke het zich richt te bevatten. Verder dient het beroepschrift te worden gedateerd en te worden voorzien van naam, adres en handtekening van de belanghebbende. Indien mogelijk dient het afschrift van het besluit bij het beroep te worden gevoegd.
Een ingediend beroepschrift schorst de werking van het besluit niet. Indien u een beroepschrift heeft ingediend, kunt u zich in spoedeisende gevallen wenden tot de voorzieningenrechter van de Rechtbank te Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH, Den Haag, met het verzoek een voorlopige voorziening ter treffen als bedoeld in artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Het is ook mogelijk digitaal een verzoekschrift in te dienen bij de genoemde rechtbank via https://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden.
Indien u vragen heeft naar aanleiding van deze bekendmaking kunt u, op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur, contact opnemen met het klantcontactcentrum (KCC) van Delfland. Het KCC is bereikbaar via één centraal telefoonnummer, namelijk (015) 260 81 08, of via e-mail loket@hhdelfland.nl.
Onderwerp Diverse peilbesluiten Cluster 2024
De verenigde vergadering van Delfland,
op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van dinsdag 8 oktober 2024, dossiernummer 3208;
gelezen het positieve advies van de commissie Waterkwantiteit en Waterkwaliteit.
Niet meer actueel zijn en daarom moeten worden herzien;
de bepalingen in de Omgevingswet, de Waterschapswet, de Waterwet en de Omgevingsverordening Zuid-Holland.
Vast te stellen het peil van de waterstand, het daarbij behorende schouwpeil en peilenkaarten van onderstaande peilbesluiten:
Met inachtneming van het volgende:
de overgang van zomerpeil naar winterpeil zal in de regel plaatsvinden in de loop van de maanden september en oktober, de overgang van winterpeil naar zomerpeil in de loop van de maanden maart tot en met mei. Daarbij worden weersgesteldheid en verloop van de freatische grondwaterstand ter plaatse in aanmerking genomen.
In te trekken de peilbesluiten voor de delen die herzien worden en aangegeven zijn op de voornoemde peilenkaarten van de Aalkeet Buitenpolder, vastgesteld 26 september 2013; Babberspolder en polder Vlaardingen-Oost, vastgesteld 23 mei 2013; Delflands Boezem, vastgesteld 26 september 2019; Dijkpolder (Poeldijk), vastgesteld 23 november 2006; Holierhoekse en Zouteveense polder, vastgesteld 29 november 2012; Harnaschpolder en Hooipolder, vastgesteld 25 september 2014; Abtswoude, vastgesteld 29 november 2012; Kralingerpolder, vastgesteld 23 april 2020; Kralingerpolder, vastgesteld 4 juni 2015; Oranjepolder en Steendijkpolder, vastgesteld 23 november 2006; Oude Lierpolder, vastgesteld 23 mei 2013; Oude Polder van Pijnacker, vastgesteld 15 september 2011; Polder van Nootdorp, vastgesteld 25 september 2014; Poldervaartpolder, vastgesteld 23 mei 2013; Schieveen, vastgesteld 15 september 2011; Wippolder, vastgesteld 4 juni 2015 en Woudse polder, vastgesteld 25 september 2014.
Aldus besloten in de openbare vergadering van donderdag 28 november 2024.
De verenigde vergadering voornoemd,
de secretaris,
ir. P.C. Janssen
de voorzitter,
dr. P.H.W.M. Daverveldt
Toelichting op het peilbesluit Delflands Boezem peilgebied 1 ter hoogte van de Kansjesmolensloot
Het beheergebied van Delfland heeft een oppervlakte van ongeveer 40.000 hectare en bestaat uit circa 75 polders met circa 700 peilgebieden. Voor elk peilgebied is een waterpeil vastgelegd in een peilbesluit. Voor het een klein gebied wat nu deel uitmaakt van de Delflandse Boezem peilgebied 1, ter hoogte van de Kansjesmolensloot (0,94 hectare groot) is dit vastgestelde peil gewijzigd vanwege een zogenaamde peilbesluit met ruimtelijke ontwikkeling. Dat houdt in dat een waterpeil wordt vastgelegd voor een gebied waarbij het waterpeil is aangepast als gevolg van een ruimtelijke ontwikkeling. De waterhuishoudkundige aanpassingen bij deze ruimtelijke ontwikkeling zijn uitgevoerd. Delfland heeft voor deze waterhuishoudkundige aanpassingen een vergunning verleend en heeft de uitgevoerde situatie gecontroleerd. Delfland wil het peilbesluit actualiseren aan de nieuwe situatie.
Langs het Molenslootpad in Den Haag is in 2019 parallel aan de Kansjesmolensloot een nieuwe watergang aangelegd. Met de nieuwe watergang is de Kansjesmolensloot uitgebreid en is een verbinding ontstaan tussen de Delftsche Vliet en het Molenvlietpark. Het Molenvlietpark is naast een park voor recreatie ook een bergingsgebied voor overtollig boezemwater vanuit de Delftsche Vliet. Om het Molenvlietpark in te kunnen zetten als boezemwaterberging is een verbinding nodig met de Boezem. Om deze reden is extra watergang naast de Kansjesmolensloot aangelegd, zoals te zien is in figuur 1. Door de ontwikkeling in het gebied gaat het grijs gemarkeerde deel over van de Tedingerbroekpolder peilgebied 6 naar Boezem peilgebied 1.
Voor de aanpassing van de Kansjesmolensloot zijn vergunningen van Delfland verleend in 2017 met de nummers: 2017-003438 (graven en dempen primair boezemwater) en 2017-003145 (aanleg regionale waterkering Molenslootpad). Door de ontwikkelingen zijn enkele waterpeilen en grenzen veranderd. Doordat het huidige waterpeil bij het verbrede deel van de Kansjesmolensloot afwijkt van het peilbesluit dient het peilbesluit geactualiseerd te worden.
Figuur 1: Overzicht situatie uitbreiding Kansjesmolensloot
Als eerste is onderzocht welke (waterhuishoudkundige) wijzigingen hebben plaatsgevonden, welke werken vergund zijn en of de vergunde werkzaamheden volgens vergunning zijn uitgevoerd. Daarnaast is relevante achtergrondinformatie verzameld. Deze informatie is beschreven in de aanleiding van hoofdstuk 1 en de gebiedsbeschrijving van hoofdstuk 2.
Daarna is in hoofdstuk 3 het peil afgewogen aan de hand van de functies en belangen. Dit leidt tot een onderbouwde peilkeuze. Bij de peilenkeuze hoort een peilenkaart om de begrenzing van het peilgebied aan te geven. Deze peilenkaart is als bijlage aan de toelichting toegevoegd.
In de nota Peilbeheer worden de volgende functies genoemd: archeologie, glastuinbouw, grasland, bouwland en vollegrond teelt, natuur, recreatie en groene ruimte, stedelijk gebied en vaarwegbeheer. In dit hoofdstuk wordt onderzocht welke van deze functies in het gebied voorkomen. Naast deze functies wordt onderzocht welke waterhuishoudkundige en overige belangen voorkomen: bodemdaling, waterkeringen, watergangen en kunstwerken en overige waterhuishoudkundige belangen zoals oeverbescherming, waterkwaliteit en ecologie, risico op wateroverlast, risico op watertekort of droogte en objecten aan het water (duikers, beschoeiingen, bruggen, steigers). Om de waterhuishoudkundige belangen goed te kunnen meenemen in de peilafweging is de werking van het watersysteem beschreven.
Het gebied ligt in de gemeente Den Haag tussen het Molenvlietpark de Delftsche Vliet. Het gebied maakt onderdeel uit van de Delflandse boezem en van de waterberging Molenvlietpark. Het gebied heeft de bestemming water en ligt in de beschermingszone van een waterkering. Daarnaast heeft het gebied een archeologische waarde en een ecologische waarde. De bodem bestaat uit klei en fijn zand en is niet zakkingsgevoelig.
Voor peilgebied 6 (VI) is in 2006 peilbesluit ‘Tedingerbroekpolder’ vastgesteld. Het peil voor het peilgebied 6 was vastgesteld met een vast peil van respectievelijk NAP -1,45m. Dit is weergegeven in figuur 2.
Figuur 2 : Gedeelte van de peilenkaart van peilbesluit Tedingerbroekpolder uit 2006 (met witte stippellijn is het gewijzigde gebied aangegeven)
2.2.2 Waterhuishoudkundige belangen
Binnen het gebied zijn meerdere waterhuishoudkundige belangen die relatie hebben met het waterpeil.
2.2.3 Watersysteem in de praktijk
De praktijksituatie is weergegeven in figuur 3. Het gebied heeft een praktijkpeil van NAP -0,43 m. Daarmee ligt het waterpeil structureel 1,02 m hoger dan het peilbesluit.
In figuur 5 staat een tijdreeks van waterstanden van niveaumeter OW000814, die in de Kansjesmolensloot staat. De tijdreeks geeft aan dat het gemiddelde waterpeil vanaf 2021 NAP -0,43 m is. Aangezien de nieuwe watergang van de Kansjesmolensloot in open verbinding staat door 2 open duikers met de Kansjesmolensloot geldt dit waterpeil ook voor dit deel. In geval van nood kan de toevoer vanaf de Delftsche Vliet afgesloten worden door een afsluitmiddel (hydraulische sluisdeuren), dat te zien is in figuur 3. Om het Molenvlietpark in te zetten als waterberging kunnen 2 elektrische stuwen naar beneden worden gezet.
Wijzigingen in het watersysteem
De wijziging van het watersysteem is aangegeven in figuur 3 met een grijze arcering, een zwarte stippellijn en de omschrijving uitbreiding Kansjesmolensloot met extra watergang. De praktijksituatie is in detail weergegeven in figuur 4. Het deel van de uitbreiding gaat over van de Tedingerbroekpolder peilgebied 6 naar de Boezem peilgebied 1.
Figuur 3: Kaart met de praktijksituatie van de waterhuishouding
Figuur 4: Gedetailleerde kaart met de praktijksituatie van de waterhuishouding
Figuur 5 : Meetreeks gemeten waterpeilen meetpunt OW000814 (inlaat Molenvlietpark_HWZ)
2.2.4 Waterkwaliteit en ecologie
De waterkwaliteit en ecologie van het gebied worden beschreven aan de hand van de Ecologische Sleutelfactoren (literatuurlijst punt 5).
Ecologische Sleutelfactor 1- Productiviteit van het water
In de buurt van de Kansjesmolensloot zijn twee waterkwaliteitsmeetpunten die de waarden van fosfaat en stikstof van het boezemwater monitoren. Dit zijn de locaties OW047-001 en OW048-001 en geven het volgende aan:
Ecologische Sleutelfactoren 4 - habitat-geschiktheid en 5- verspreiding
Door de aanleg van de extra watergang is het leefgebied voor de vis in de Delflandse boezem vergroot. Deze watergang in gericht als vispaaiplaats.
In dit hoofdstuk wordt afgewogen welk waterpeil het beste is voor de voorkomende gebiedsfuncties en (waterhuishoudkundige) belangen. Daarbij wordt gekeken hoe negatieve effecten zo klein mogelijk kunnen blijven.
Deze peilafweging heeft betrekking op het gedeelte van de Boezem peilgebied 1 ter hoogte van de Kansjesmolensloot wat door de ruimtelijke ontwikkeling “Uitbreiding van de Kansjesmolensloot” is gewijzigd.
Het nieuwe ingerichte gebied is afgestemd op de aangepaste waterhuishouding en de nieuwe waterpeilen. Het huidige waterpeil sluit aan bij de nieuwe gebiedsfunctie als waterberging. Door de uitbreiding van de Kansjesmolensloot heeft de Boezem een grotere bergingscapaciteit en is een verbinding ontstaan tussen de Boezem en het Molenvlietpark dat als waterberging kan worden ingezet. Door de grotere capaciteit en het kunnen inzetten van Molenvlietpark als waterberging verkleind de kans op wateroverlast.
Voor de uitbreiding van de Kansjesmolensloot zijn de waterkeringen verlegd, waarbij rekening is gehouden met het nieuwe waterpeil. De bestaande boezemkade met daarop het Molenslootpad is blijven liggen. In de nieuwe situatie staat aan beide zijde van de Molenslootpad water. Om de stabiliteit van de kade en het Molenslootpad te waarborgen is de kade verbreed en verhoogd.
Voor de aanleg van de watergang is archeologisch onderzoek gedaan. Daarna is het gehele gebied vergraven. Een trefkans op archeologie resten in de bovengrond is dus erg klein. Daarnaast zal de nieuwe watergang zorgen voor een hogere grondwaterstand. Eventuele archeologische resten blijven hiermee dus onder water staan.
De uitbreiding van de Kansjesmolensloot draagt bij aan een betere waterkwaliteit en biodiversiteit onder water. De watergang is natuurvriendelijk ingericht en heeft de functie als vispaaiplaats. Het extra water zorgt voor een groter leefgebied draagt bij aan het behoud en de bevordering van de vispopulatie.
Uit bovenstaande effectbeschrijving blijkt dat het nieuwe peil positieve effecten heeft. Daarom wordt gekozen dit gebied aan te laten sluiten bij boezempeilgebied 1 met een vast peil van NAP -0,43 m. Het schouwpeil is NAP -0,43 m.
Ten opzichte van het vorige peilbesluit is het peil 1,02 m hoger.
Het vorige peilbesluit wordt ingetrokken voor het gebied waarvoor een nieuw peil wordt vastgesteld. Het gebied maakte deel uit van peilgebied 6 van peilbesluit Tedingerbroekpolder.
Voor het vaststellen van het peil zijn de geen maatregelen nodig.
Peilbesluit: Besluit van het Algemeen Bestuur van een waterschap, waarin de te handhaven peilen van de oppervlaktewateren ten opzichte van het NAP, de ligging van de peilgebieden en plaats van de peilschalen zijn aangegeven. Aan de gemaakte keuze ligt een integrale afweging van belangen en beleid ten grondslag.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2024-27361.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.