Waterschapsblad van Hoogheemraadschap van Delfland
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Hoogheemraadschap van Delfland | Waterschapsblad 2024, 27270 | ander besluit van algemene strekking |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Gerelateerd
Printen
Delen
Peilbesluit Kerkpolder- Zuid, peilgebieden 23 en 25
Op 28 november2024 heeft de verenigde vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland, conform art.2.41 van Omgevingswet en art. 7.5 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening, de peilbesluiten cluster 2024 vastgesteld.
Deze peilbesluiten hebben betrekking op het diverse gebieden in het beheergebied van Delfland (Delft, Den Haag, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Schiedam, Vlaardingen, Westland en Rotterdam). De ligging van deze gebieden is terug te vinden op de diverse overzichtskaarten van de bekendgemaakte stukken.
In een peilbesluit worden voor een bepaald gebied de waterstanden of bandbreedtes waarbinnen waterstanden kunnen variëren vastgesteld, die gedurende daarbij aangegeven perioden zoveel mogelijk worden gehandhaafd.
Een ontwerppeilbesluit heeft vanaf 12 juli 2024 zes weken ter inzage gelegen. Hierop zijn geen zienswijzen ingediend.
De peilbesluiten treden in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking in het Waterschapsblad of op een in het peilbesluit specifieke aangegeven datum. U kunt het besluit en de daarop betrekking hebbende stukken vanaf 31 december 2024 raadplegen op internet: https://www.delfland.nl/actueel/bekendmakingen of www.officielebekendmakingen.nl/waterschapsblad/op_organisatie/hoogheemraadschap_van_delfland. Als u de stukken wilt inzien op de locatie van het hoofdkantoor van Delfland, Phoenixstraat 32 te Delft kunt u contact opnemen via onderstaande contactgegevens.
Belanghebbenden die bij de voorbereiding van dit besluit tijdig hun zienswijzen naar voren hebben gebracht, of belanghebbenden die kunnen aantonen dat zij tijdens de terinzageleggingstermijn hier redelijkerwijze niet toe in staat waren geweest, kunnen gedurende een periode van zes weken van de eerste dag, volgend op de datum van bekendmaking, in beroep gaan tegen dit besluit. Het beroepschrift moet worden gericht aan de Rechtbank te Den Haag, Sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag.
Een beroepschrift dient de gronden van beroep en een omschrijving van het besluit tegen welke het zich richt te bevatten. Verder dient het beroepschrift te worden gedateerd en te worden voorzien van naam, adres en handtekening van de belanghebbende. Indien mogelijk dient het afschrift van het besluit bij het beroep te worden gevoegd.
Een ingediend beroepschrift schorst de werking van het besluit niet. Indien u een beroepschrift heeft ingediend, kunt u zich in spoedeisende gevallen wenden tot de voorzieningenrechter van de Rechtbank te Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH, Den Haag, met het verzoek een voorlopige voorziening ter treffen als bedoeld in artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Het is ook mogelijk digitaal een verzoekschrift in te dienen bij de genoemde rechtbank via https://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden.
Indien u vragen heeft naar aanleiding van deze bekendmaking kunt u, op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur, contact opnemen met het klantcontactcentrum (KCC) van Delfland. Het KCC is bereikbaar via één centraal telefoonnummer, namelijk (015) 260 81 08, of via e-mail loket@hhdelfland.nl.
Onderwerp Diverse peilbesluiten Cluster 2024
De verenigde vergadering van Delfland,
op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van dinsdag 8 oktober 2024, dossiernummer 3208;
gelezen het positieve advies van de commissie Waterkwantiteit en Waterkwaliteit.
Niet meer actueel zijn en daarom moeten worden herzien;
- b)
- c)
de bepalingen in de Omgevingswet, de Waterschapswet, de Waterwet en de Omgevingsverordening Zuid-Holland.
- 1)
Met inachtneming van het volgende:
- a)
- b)
- c)
de overgang van zomerpeil naar winterpeil zal in de regel plaatsvinden in de loop van de maanden september en oktober, de overgang van winterpeil naar zomerpeil in de loop van de maanden maart tot en met mei. Daarbij worden weersgesteldheid en verloop van de freatische grondwaterstand ter plaatse in aanmerking genomen.
- 2)
In te trekken de peilbesluiten voor de delen die herzien worden en aangegeven zijn op de voornoemde peilenkaarten van de Aalkeet Buitenpolder, vastgesteld 26 september 2013; Babberspolder en polder Vlaardingen-Oost, vastgesteld 23 mei 2013; Delflands Boezem, vastgesteld 26 september 2019; Dijkpolder (Poeldijk), vastgesteld 23 november 2006; Holierhoekse en Zouteveense polder, vastgesteld 29 november 2012; Harnaschpolder en Hooipolder, vastgesteld 25 september 2014; Abtswoude, vastgesteld 29 november 2012; Kralingerpolder, vastgesteld 23 april 2020; Kralingerpolder, vastgesteld 4 juni 2015; Oranjepolder en Steendijkpolder, vastgesteld 23 november 2006; Oude Lierpolder, vastgesteld 23 mei 2013; Oude Polder van Pijnacker, vastgesteld 15 september 2011; Polder van Nootdorp, vastgesteld 25 september 2014; Poldervaartpolder, vastgesteld 23 mei 2013; Schieveen, vastgesteld 15 september 2011; Wippolder, vastgesteld 4 juni 2015 en Woudse polder, vastgesteld 25 september 2014.
Aldus besloten in de openbare vergadering van donderdag 28 november 2024.
De verenigde vergadering voornoemd,
de secretaris,
ir. P.C. Janssen
de voorzitter,
dr. P.H.W.M. Daverveldt
Toelichting op het peilbesluit Kerkpolder-Zuid peilgebieden 23 en 25 langs de Tramkade
Het beheergebied van Delfland heeft een oppervlakte van ongeveer 40.000 hectare en bestaat uit circa 75 polders met circa 700 peilgebieden. Voor elk peilgebied is een waterpeil vastgelegd in een peilbesluit. Voor de Kerkpolder-Zuid, peilgebied 23 en 25 (1 hectare) wijzigt dit vastgestelde peil vanwege een zogenaamde ambtshalve correctie. Dat houdt in dat voor een klein gebied een waterpeil wordt vastgelegd dat al langere tijd wordt aangehouden, geen knelpunt veroorzaakt en waarbij geen maatregelen nodig zijn.
Het gebied waar dit nieuwe peilvoorstel voor geldt, bevindt zich in de gemeente Midden-Delfland, ten westen van de Rijksweg A4 en ten oosten van, ten oosten van waterlichaam de Gaag. Voor dit gebied is in 2012 het peilbesluit Abtswoude vastgesteld. Tijdens een nadere analyse van het watersysteem zijn twee onderdelen aan het licht gekomen.
Voor peilgebied 23 van Kerkpolder-Zuid geldt dat het gehanteerde peil in werkelijkheid lager ligt dan het vastgestelde peil. Het werkelijke peil is 1,80 m onder NAP, waar het vastgestelde peil 1,60 m onder NAP is. Daarnaast is uit de inventarisatie gebleken dat een enkele watergang in het zuid-westelijke deel van het peilgebied 23 in werkelijkheid bij peilgebied 25 hoort.
Vanwege deze twee onderdelen dient het peilbesluit geactualiseerd te worden. Deze actualisatie is een ambtshalve correctie.
Als eerste is onderzocht welke redenen er zijn voor de afwijking van het peil. Er is geconstateerd dat het huidige peil al langere tijd zonder problemen wordt aangehouden. Daarnaast is relevante achtergrondinformatie verzameld. Dit is beschreven in de aanleiding van hoofdstuk 1 en de gebiedsbeschrijving van hoofdstuk 2.
Daarna is in hoofdstuk 3 het peil afgewogen aan de hand van de functies en belangen. Dit leidt tot een onderbouwde peilkeuze. Bij de peilenkeuze hoort een peilenkaart om de begrenzing van het peilgebied aan te geven. Deze peilenkaart is als bijlage aan de toelichting toegevoegd.
Het gebied, waar dit nieuwe peilvoorstel voor geldt, bevindt zich binnen de gemeente Midden-Delfland, ten westen van Delft. Het gebied is ingeklemd tussen de A4 en de Gaag. Het gebied bestaat voornamelijk uit enkele woningen en een klein bedrijventerrein met bouwjaren variërend tussen 1864 en 2011. De bodem bestaat voor de eerste 2 meter voornamelijk uit klei. De bodem is daarmee matig zakkingsgevoelig. De archeologische waarde voor de bovenste bodemlagen in het gebied is hoog, wat komt door historische zee- en geulafzettingen in het gebied.
Voor peilgebieden 23 en 25 is in 2012 het peilbesluit ‘Peilbesluit Abtswoude’ vastgesteld met een vast peil van 1,60 m onder NAP in peilgebied 23 en 3,00 m onder NAP in peilgebied 25. Dit is weergegeven in Figuur 1.
Figuur 1: Vastgestelde peilen ‘Peilbesluit Abtswoude ’ met een luchtfoto uit 2012.
2.2.2 Waterhuishoudkundige belangen
Langs de Gaag loopt een regionale waterkering. Peilgebied 23 heeft een inlaat bij de Gaag, en via peilgebied 23 wordt ook het oostelijk gelegen lagere peilgebied 1 van water voorzien (dit betreft de watergangen langs de A4).
2.2.3 Watersysteem in de praktijk
De praktijksituatie van de waterhuishouding is weergegeven in Figuur 2. Uit recente inmetingen blijkt dat het gebied een vast praktijkpeil heeft van 1,80 m onder NAP. Daarmee wijkt het waterpeil structureel 20 cm af van het peilbesluit. Deze peilen zijn in 2018 en 2022 ingemeten. Aan de oostzijde van het gebied bevinden zich enkele hoogwatervoorzieningen (stuwende duikers) en stroomt het water via deze watergangen trapsgewijs in oostelijke richting naar het lagere peilgebied 1 (met vast peil 3,32 m onder NAP). De duikers zijn in 2015, 2018 en 2022 geïnventariseerd en over deze periode is de ligging van de duikers stabiel. Uit navraag bij de bewoners in het gebied blijkt dat het watersysteem al langere tijd niet gewijzigd is en dat er ook geen sprake is van verzakkingen van de duikers. Het watersysteem is dus al langere tijd ongewijzigd.
Aan de zuidzijde van peilgebied 23 bevindt zich een enkele kwelsloot. Uit de inventarisatie is gebleken dat deze watergang verbonden is met het watersysteem van peilgebied 25, en verbonden is met de watergangen van peilgebied 23. Het peil in deze watergang is 3,00 m onder NAP.
Binnen peilgebied 23 is geen peilschaal of automatisch meetpunt aanwezig en er zijn dan ook geen overige metingen beschikbaar. De waterstanden zijn in november 2018 en juli 2022 ingemeten. Figuur 3 laat een samenvatting van deze inmetingen zien. De metingen laten zien dat de waterstanden stabiel gehandhaafd worden. Omdat ook de stuwende duikers een stabiele ligging hebben kan ervan uit worden gegaan dat in dit gebied een vast peil wordt gehandhaafd.
Figuur 2 – Kaart met de praktijksituatie van de waterhuishouding
Figuur 3 Overzicht gemeten waterpeilen in november 2018 (boven) en 12 juli 2022 (onder)
2.2.4 Waterkwaliteit en ecologie
De waterkwaliteit en ecologie van het gebied worden beschreven aan de hand van de Ecologische Sleutelfactoren.
Ecologische Sleutelfactor 1- Productiviteit van het water
- •
- •
In de meetresultaten in en rondom het gebied zijn verhoogde nutriëntgehaltes teruggevonden. In peilgebied 23 is de norm met een factor 5 hoger dan toegestaan (meetpunt OW112EX04). Het inlaatwater heeft een betere kwaliteit dan het water in het peilgebied zelf, en is een factor 1 tot 2 hoger dan toegestaan (meetpunt OW028-004). Door dit inlaatwater worden de paar watergangen van peilgebied 23 goed doorgespoeld, wat ook de eventuele (maar onbekende) invloed van (zoute) kwel vermindert;
- •
Ecologische Sleutelfactoren 4 - habitat-geschiktheid en 5- verspreiding
- •
- •
In dit hoofdstuk wordt afgewogen welk waterpeil het beste is voor de voorkomende gebiedsfuncties en (waterhuishoudkundige) belangen. Daarbij wordt gekeken hoe negatieve effecten zo klein mogelijk kunnen blijven.
Deze peilafweging heeft betrekking op het peil van peilgebied 23 en een gedeelte van peilgebied 23 wat in de praktijk onderdeel is van peilgebied 25.
Peilgebied 23 heeft in de huidige situatie een peil van 1,80 m onder NAP en deze situatie is gewenst. Het peil is al langere tijd in het peilgebied aanwezig en volgens de bewoners is het peil al tenminste enkele tientallen jaren ongewijzigd. Dit peil heeft voor zover bekend niet tot overlast geleid, er zijn geen meldingen van problemen vanuit de omgeving bekend. Het is niet gewenst dat het peil teruggaat naar 1,70 m onder NAP, aangezien hierdoor een groter risico is dat er grondwateroverlast bij woonhuizen of andere panden optreedt. Omdat de situatie al lange tijd zo is wordt ervan uitgegaan dat het lagere peil geen problemen oplevert voor de funderingen van de panden. Dit geldt ook voor de archeologie, aangezien de situatie al lange tijd zo aanwezig is, tenminste ten tijde van het vorige peilbesluit, is het waarschijnlijk dat de peilwijziging hier geen invloed op heeft. Daarnaast is getoetst of het lagere peil heeft invloed op de stabiliteit van de kering en dat is niet het geval. De wijziging van het peil heeft geen invloed op de waterkwaliteit en de ecologie; het gebied is in de huidige situatie versnipperd en niet ingericht als leefgebied en deze situatie verslechtert niet door de peilwijziging. Daarnaast zijn er geen andere functies in de omgeving waar het hogere peil voor gewenst is.
Het gebied in het zuidwesten van peilgebied 23 heeft in de huidige situatie een peil van 3,00 m onder NAP (het peil van peilgebied 25) en deze situatie is gewenst. Dit betreft een kwelsloot langs de Gaag. Er is geen open verbinding tussen dit gebied en peilgebied 23. De situatie is vermoedelijk lange tijd op deze manier aanwezig, waarschijnlijk langer dan 10 jaar. In dit gebied wordt dan ook al langere tijd het peil van 3,00 m onder NAP gehandhaafd. Er zijn geen meldingen van overlast bekend op deze locatie. De waterkering is beoordeeld en afgekeurd op het peil NAP -3,00 m. Delfland neemt het huidige peil NAP -3,00 m mee in de vorming van maatregelen. De waterkwaliteit in dit deel van het peilgebied is onbekend, maar zal niet wijzigen door instellen van het peil NAP -3,00 m. In het geval er een ander peil dan dit peil wordt gehandhaafd betekent dit dat er een extra kunstwerk aangelegd moet worden, wat zorgt voor versnippering. Een ander peil dan NAP -3,00 m is voor de ecologie dan ook onwenselijk.
Daarnaast zijn er geen overige belangen rondom deze kwelsloot waar het lagere peil van negatieve invloed op is. In het geval dat het peil in deze watergang teruggebracht wordt naar vigerend peil, dan zijn er aanpassingen aan het watersysteem nodig (een extra inlaat of doorstroming vanaf peilgebied 23) om dit peil te kunnen handhaven.
Gezien de bovenstaande afweging wordt gekozen voor een vast peil van 1,80 m onder NAP voor peilgebied 23. Ten opzichte van het vorige peilbesluit wordt het peil 0,20 m lager. Dit betekent een formalisering van de praktijksituatie. Het schouwpeil van peilgebied 23 wordt daarmee ook 1,80 m onder NAP.
Daarnaast wordt gekozen dat de peilgrens tussen 23 en 25 wordt gewijzigd zodat de zuidelijke kwelsloot van peilgebied 23 onderdeel wordt van peilgebied 25. Dit betekent een formalisering van de praktijksituatie. Het peil van deze watergang wijzigt daarmee van het vastgestelde peil 1,60 m NAP naar 3,00 m onder NAP. Ten opzichte van het vorige peilbesluit wordt het peil 1,40 m lager.
Voor het vaststellen van het peil en het peilbeheer zijn geen maatregelen nodig.
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
Peilbesluit: Besluit van het Algemeen Bestuur van een waterschap, waarin de te handhaven peilen van de oppervlaktewateren ten opzichte van het NAP, de ligging van de peilgebieden en plaats van de peilschalen zijn aangegeven. Aan de gemaakte keuze ligt een integrale afweging van belangen en beleid ten grondslag.
- •
- •
- •
- •
Permanente link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2024-27270.html