Waterschapsblad van Waterschap Limburg
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Waterschap Limburg | Waterschapsblad 2024, 27154 | delegatie- of mandaatbesluit |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Waterschap Limburg | Waterschapsblad 2024, 27154 | delegatie- of mandaatbesluit |
Delegatiebesluit Waterschap Limburg 2025
Artikel 1 Overdracht van bevoegdheden
Voor zover het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg (hierna: dagelijks bestuur) hiertoe niet reeds uit anderen hoofde bevoegd is, draagt het algemeen bestuur van het Waterschap Limburg (hierna: algemeen bestuur) de bevoegdheden zoals vermeld in onderstaande lijst over aan het dagelijks bestuur.
Artikel 2 Mandaat aan de rekenkamer en de Commissie Integriteit
Het algemeen bestuur verleent aan de voorzitter van de rekenkamer mandaat voor het besluiten tot het aangaan van en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de uitvoering van de taken van de rekenkamer als bedoeld in Hoofdstuk XIIa van de Waterschapswet en de Verordening op de rekenkamer Waterschap Limburg 2024.
Het algemeen bestuur verleent aan de voorzitter van de Commissie Integriteit voor het besluiten tot het aangaan van en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de uitvoering van onderzoeken van een integriteitsmelding ten aanzien van politieke ambtsdragers.
Artikel 3 Wijziging wetgeving en dynamische verwijzingen
Ingeval van wijziging van wetgeving waarop een gedelegeerde bevoegdheid berust, blijft, voor zover de bevoegdheid aan het algemeen bestuur blijft geattribueerd, de delegatie verleend en wordt deze bevoegdheid geacht te zijn verleend op grond van de corresponderende bepalingen in de gewijzigde wetgeving, tenzij de aard van de bevoegdheid zich tegen (voortzetting van de) delegatie verzet.
Voor zover in dit Delegatiebesluit wordt verwezen naar door bestuursorganen van het Waterschap Limburg vastgestelde algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels wordt daarmee steeds bedoeld de meest actuele versie daarvan, inclusief eventueel na vaststelling van het Delegatiebesluit daarin doorgevoerde wijzigingen. Voor zover deze algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels na inwerkingtreding van het Delegatiebesluit geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken of komen te vervallen en daarvoor andere algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels in de plaats treden dan hebben de verwijzingen in dit Delegatiebesluit betrekking op die nieuwe algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels.
Artikel 4 Voorwaarden voor gebruik van gedelegeerde bevoegdheden
Indien gebruik wordt gemaakt van een gedelegeerde bevoegdheid, vindt dit in voorkomend geval plaats binnen de door het algemeen bestuur vastgestelde beleidsregels.
Artikel 5 Inlichtingenplicht gebruik gedelegeerde bevoegdheden
De krachtens delegatie genomen besluiten worden via het systeem van bestuursrapportages ter kennis van het algemeen bestuur gebracht.
Artikel 6 Inwerkingtreding en titel
Op het moment van inwerkingtreding van deze regeling vervalt het Delegatie- en mandaatbesluit Waterschap Limburg 2023. Het Delegatie- en mandaatbesluit Waterschap Limburg 2023 blijft evenwel van toepassing op besluiten die zijn genomen voorafgaand aan de inwerkingtreding van het Delegatiebesluit Waterschap Limburg 2025.
Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 27 november 2024.
De secretaris-directeur,
de voorzitter,
In 2023 is een nieuw delegatiebesluit voor het Waterschap Limburg vastgesteld en in werking getreden.
Vanwege de opheffing van het Waterschapsbedrijf Limburg zal een aantal taken – die met name samenhangen met de waterzuivering – overgaan naar het Waterschap Limburg. Dit maakt het noodzakelijk om de met die taken samenhangende bevoegdheden te integreren in het delegatiebesluit. Een herziening van het huidige delegatiebesluit biedt tevens de mogelijkheid om het besluit aan te passen aan de inmiddels in werking getreden Omgevingswet, onnodige bepalingen te schrappen en een enkele bepaling te verduidelijken zodat het delegatiebesluit nog beter aansluit op de bestaande bestuurspraktijk.
Reikwijdte van dit delegatiebesluit
Het algemeen bestuur is bevoegd tot regeling en bestuur ter behartiging van de taken die het waterschap in het reglement zijn opgedragen, voor zover deze niet bij of krachtens reglement dan wel bij wet of bij algemene maatregel van bestuur is toegekend aan het dagelijks bestuur of aan de voorzitter (artikel 56 en 77 van de Waterschapswet). Het algemeen bestuur kan aan het dagelijks bestuur bevoegdheden overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich tegen overdracht verzet (artikel 83, eerste lid, van de Waterschapswet). Het uitgangspunt is dat in beginsel alle bevoegdheden tot regeling en bestuur ter behartiging van de taken van het waterschap berusten bij het algemeen bestuur, tenzij deze bevoegdheden rechtstreeks aan het dagelijks bestuur of de voorzitter zijn geattribueerd, of het algemeen bestuur deze bevoegdheden heeft overgedragen. Van rechtstreeks aan het dagelijks bestuur toekomende bevoegdheden is bijvoorbeeld sprake bij het opleggen van een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom tot handhaving van regels welke het waterschapsbestuur uitvoert (artikel 61 Waterschapswet en artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht).
Bevoegdheden die aan het algemeen bestuur zijn geattribueerd kunnen door het algemeen bestuur worden overgedragen aan het dagelijks bestuur. De basis voor een dergelijke overdracht wordt gevormd door artikel 83 van de Waterschapswet. Dat artikel heeft niet alleen betrekking op bevoegdheden tot het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, maar ziet ook op privaatrechtelijke en feitelijke bevoegdheden in het kader van water- en waterkwaliteitsbeheer.
Onder “delegatie” wordt verstaan het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (artikel 10:13 van de Algemene wet bestuursrecht). Afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht inzake delegatie is van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan zijn bevoegdheid tot het verrichten van andere handelingen dan besluiten overdraagt aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (artikel 10:21 van de Algemene wet bestuursrecht). Dit besluit ziet op het overdragen van bevoegdheden in zijn algemeenheid, dus ook de bevoegdheden tot het verrichten van privaatrechtelijke (rechts)handelingen en bevoegdheden tot het verrichten van feitelijke handelingen. Om te komen tot een voor de praktijk hanteerbare titel, wordt dit besluit aangeduid als het delegatiebesluit. Technisch gezien omvat het echter niet alleen de overdracht van de bevoegdheden om besluiten te nemen (‘delegatie’), maar ook de overdracht van feitelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden in het kader van het water- en waterkwaliteitsbeheer.
Wijzigingen vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn enkele bevoegdheden die bij het Algemeen bestuur berustten, rechtstreeks geattribueerd aan het dagelijks bestuur. Deze bevoegdheden berusten dan ook al bij het dagelijks bestuur en hoeven niet langer in delegatiebesluit genoemd te worden.
Het betreft allereerst de bevoegdheid tot het besluiten omtrent aanleg of wijziging van een waterstaatswerk, overeenkomstig een vast te stellen voorkeursbeslissing en/of projectbesluit op grond van afdeling 5.2 van de Omgevingswet. Op grond van artikel 5.46 van de Omgevingswet is het dagelijks bestuur het bevoegde gezag om een projectbesluit te nemen. Het bevoegd gezag – en dus het dagelijks bestuur – is op grond van artikel 5.47 van de Omgevingswet ook het orgaan dat (voor zover dit niet verplicht is) besluit een voorkeursbeslissing te nemen.
Tevens komt de term “waterakkoord” niet meer voor in de Omgevingswet. De bevoegdheid tot het besluiten tot het vaststellen van waterakkoorden is dan ook uit dit delegatiebesluit verwijderd. In de praktijk kan het voorkomen dat een overeenkomst wel aangeduid wordt als “waterakkoord”. Het besluiten tot (en het) aangaan van deze overeenkomst vallen onder de algemene bevoegdheid tot het besluiten tot en het uitoefenen van alle privaatrechtelijke rechtshandelingen namens het Waterschap Limburg (nummer 26).
Een derde wijziging ziet op de bevoegdheid tot het aanwijzen van ambtenaren belast met toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften ten aanzien waarvan het waterschapsbestuur met het toezicht op de naleving is belast. Op grond van artikel 18.6 van de Omgevingswet berust de bevoegdheid tot het aanwijzen van toezichthouders die zijn belast met toezicht op de naleving van de Omgevingswet bij het dagelijks bestuur. Indien en voor zover het Waterschap Limburg belast is met het toezicht op de naleving van andere wettelijke voorschriften dan de Omgevingswet, blijft het algemeen bestuur bevoegd tot het aanwijzen van ambtenaren belast met het toezicht. Deze bevoegdheid wordt door middel van dit delegatiebesluit overgedragen aan het dagelijks bestuur.
Vereenvoudiging van de delegatie van de bevoegdheid tot het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen
Voorts bleek het Delegatiebesluit 2023 bij nadere beschouwing in de praktijk tot onduidelijkheid te leiden voor zover het betreft de bevoegdheid om te besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen. Met het Delegatiebesluit 2023 was bedoeld om deze bevoegdheid in beginsel volledig te delegeren aan het dagelijks bestuur, met uitzondering van – kort gezegd – besluiten tot het oprichten van of deelnemen in privaatrechtelijke rechtspersonen. In het Delegatiebesluit 2023 was dit tot uiting gebracht door van een aantal specifieke privaatrechtelijke rechtshandelingen expliciet te benoemen dat de bevoegdheid om daartoe te besluiten werd overgedragen aan het dagelijks bestuur. Daarnaast voorzag het Delegatiebesluit 2023 in een algemene vangnetbepaling op grond waarvan ook de bevoegdheid om te besluiten tot het verrichten van niet expliciet genoemde privaatrechtelijke rechtshandelingen aan het dagelijks bestuur werd overgedragen. Deze systematiek leidde er onbedoeld toe dat het niet voor iedereen evident was dat het dagelijks bestuur ook bevoegd was te besluiten tot het verrichten van niet expliciet in het Delegatiebesluit genoemde privaatrechtelijke rechtshandelingen. Om die reden wordt in dit delegatiebesluit daarom uitsluitend bepaald dat de bevoegdheid om te besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen volledig wordt gedelegeerd aan het dagelijks bestuur, met uitzondering van het oprichten van of deelnemen in privaatrechtelijke rechtspersonen en het sluiten van overeenkomsten ten behoeve van de werkzaamheden van de rekenkamer en de Commissie Integriteit. Dit komt zowel de duidelijkheid als de leesbaarheid van het delegatiebesluit ten goede.
De aan het dagelijks bestuur overgedragen bevoegdheid omvat, op twee expliciet genoemde uitzonderingen na, dus alle denkbare privaatrechtelijke rechtshandelingen. Zonder uitputtend te zijn gaat het onder andere om:
Het besluiten tot het aangaan, wijzigen of beëindigen van vaststellingsovereenkomsten en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van deze vaststellingsovereenkomsten, voor zover het vaststellingsovereenkomsten betreft die gesloten worden om afspraken met betrekking tot (het gebruik van) onroerende zaken vast te leggen ter voorkoming van onteigening of het opleggen van gedoogplichten.
Het besluiten tot het vestigen dan wel afstand doen van zakelijk rechten of het bij overeenkomst vestigen, wijzigen of beëindigen van kwalitatieve rechten en verplichtingen ten behoeve van onder meer het leggen van kabels en leidingen en het aanbrengen van andere werken van openbaar nut of de liquidatie daarvan;
Het aangaan van samenwerkingsverbanden, zijnde een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste twee deelnemers waaronder in ieder geval (een bestuursorgaan van) het Waterschap Limburg, dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van activiteiten, niet zijnde (1) de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, (2) deelneming in een vennootschap of (3) het treffen van een regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen voor zover het gaat om taken van het algemeen bestuur;
Het binnen bestaande beleidskaders benoemen van bestuurders van en het bepalen van het standpunt van respectievelijk het uitoefenen van bevoegdheden namens het Waterschap Limburg in de hoedanigheid van deelnemer aan rechtspersonen, vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen of andere samenwerkingsverbanden en
Mandaat aan de rekenkamer en de Commissie Integriteit
De rekenkamer en de Commissie Integriteit dienen in het kader van de door hen te verrichten onderzoeken de mogelijkheid te hebben om bijvoorbeeld externe deskundigen te kunnen inschakelen. Daartoe dienen door het Waterschap overeenkomsten te worden gesloten. Om de onafhankelijke positie van de rekenkamer en de Commissie Integriteit ten opzichte van het dagelijks bestuur te waarborgen, is het niet wenselijk dat het dagelijks bestuur bevoegd wordt om over het verrichten van dergelijke privaatrechtelijke rechtshandelingen te besluiten.
Dit past ook bij de bepalingen uit de Waterschapswet over de positie van de rekenkamer. De bevoegdheden omtrent de instelling en positie van de rekenkamer zijn door de wetgever expliciet aan het algemeen bestuur geattribueerd. De wettelijke rol van het dagelijks bestuur is daarbij beperkt tot het op voordracht van de rekenkamer sluiten van arbeidsovereenkomsten met ambtenaren die de rekenkamer voor de uitoefening van haar taken noodzakelijk oordeelt. Het is gelet op die bepalingen het meest zuiver om de bevoegdheid om te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten voor het leveren van (met name) diensten niet aan het dagelijks bestuur te delegeren voor zover het aangelegenheden van de rekenkamer betreft. Om de rekenkamer wél in staat te stellen voortvarend te kunnen besluiten omtrent het aangaan van overeenkomsten met externe partijen, wordt daartoe een algemeen mandaat aan de rekenkamer verstrekt.
Voor de Commissie Integriteit gelden vergelijkbare overwegingen. Om de onafhankelijke positie van de Commissie Integriteit te waarborgen, is het meest zuiver om de bevoegdheid om te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten voor het leveren van (met name) diensten niet aan het dagelijks bestuur te delegeren. Om de Commissie Integriteit wél in staat te stellen voortvarend te kunnen besluiten omtrent het aangaan van overeenkomsten met externe partijen, wordt daartoe een algemeen mandaat aan de Commissie Integriteit verstrekt.
Nadere (tekstuele) verduidelijkingen
Het Delegatiebesluit 2023 bleek verder op een aantal punten nog (tekstueel) verduidelijkt te kunnen worden om het delegatiebesluit nog beter aan te laten sluiten op de bestaande bestuurspraktijk. Zo is bijvoorbeeld in de bevoegdheid tot besluitvorming omtrent subsidies verduidelijkt dat het gaat om alle bevoegdheden ten aanzien van alle subsidies (met grondslag in de Algemene Subsidieverordening Waterschap Limburg, een daarop gebaseerde subsidieregeling of in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2024-27154.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.