Waterschapsblad van Waterschap Vechtstromen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Waterschap Vechtstromen | Waterschapsblad 2024, 26425 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Waterschap Vechtstromen | Waterschapsblad 2024, 26425 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Deze publicatie bevat verschilmarkering t.o.v. eerdere regelingtekst. Tekst en afbeeldingen die worden toegevoegd zijn onderstreept en groen gemarkeerd, of van een groen kader voorzien. Tekst en afbeeldingen die worden verwijderd zijn doorgestreept en rood gemarkeerd, of van een rood kader voorzien.
De publicatie wordt standaard getoond met verschilmarkering. Door te kiezen voor ‘Was’ of ‘Wordt’ kunt u de voormalige of vernieuwde tekst op zichzelf bekijken.
Toon versie van document
Dit document bevat verschilmarkering t.o.v. eerdere regelingtekst.
Tekst en afbeeldingen die worden toegevoegd zijn onderstreept en groen gemarkeerd, of van een groen kader voorzien. Tekst en afbeeldingen die worden verwijderd zijn doorgestreept en rood gemarkeerd, of van een rood kader voorzien.
Het algemeen bestuur van het waterschap Vechtstromen;
gezien het advies d.d. @@;
gelet op de artikelen 56 en 77 van de Waterschapswet en artikel 2.5 van de Omgevingswet en artikel 6, lid 1, van het Delegatiebesluit waterschap Vechtstromen;
BESLUIT
De Waterschapsverordening waterschap Vechtstromen te wijzigen,
zoals is aangegeven in Bijlage A.
A. Aan artikel 1.4 Beperkingengebieden wordt een beperkingengebied toegevoegd, luidende:
De geometrische begrenzing van het beperkingengebied met betrekking tot het aanleggen van droogtestuwen in beheer bij het waterschap is opgenomen in het geometrische informatieobject droogtestuwen in de bijlage bij deze verordening.
B. Aan Bijlage II Overzicht Informatieobjecten wordt het beperkingengebied droogtestuwen toegevoegd.
C. Aan artikel 1.18 Vrijstelling activiteiten waterschap wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
In afwijking van het tweede lid zijn de hoofdstukken 2, 3 en 4 niet van toepassing op het aanleggen en in stand houden van een stuw door of namens het waterschap in een oppervlaktewaterlichaam, in het beperkingengebied droogtestuwen als bedoeld in afdeling 1.3, als de stuw wordt aangelegd tijdens droogte in de periode van 1 maart tot 1 november.
D. Na Afdeling 1.7 wordt een nieuwe Afdeling 1.8 ingevoegd, luidende:
Afdeling 1.8 Wijzigen en intrekken
Artikel 1.15 Wijzigen en intrekken omgevingsvergunning
1. Het dagelijks bestuur kan een omgevingsvergunning en de daaraan verbonden voorschriften wijzigen of intrekken.
2. Wijzigen of intrekken van een omgevingsvergunning vindt plaats met het oog op de doelen van deze verordening.
3. Het dagelijks bestuur kan de voorschriften van een omgevingsvergunning wijzigen of een omgevingsvergunning intrekken op de in de hoofdstukken 2, 3 en 4 aangegeven gronden waarop de omgevingsvergunning voor die activiteit had kunnen worden geweigerd.
4. Wijzigen of intrekken van een omgevingsvergunning vindt plaats als een voor Nederland verbindend verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie, dan wel een wettelijk voorschrift ter uitvoering daarvan, daartoe verplicht.
5. Een omgevingsvergunning wordt niet ingetrokken als kan worden volstaan met het wijzigen of aanvullen van die omgevingsvergunning.
Artikel 1.16 Wijzigen en intrekken maatwerkvoorschrift
1. Het dagelijks bestuur kan een maatwerkvoorschrift wijzigen of intrekken.
2. Wijzigen of intrekken van een maatwerkvoorschrift vindt plaats met het oog op de doelen van deze verordening.
3. Wijzigen of intrekken van een maatwerkvoorschrift vindt plaats als een voor Nederland verbindend verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie, dan wel een wettelijk voorschrift ter uitvoering daarvan, daartoe verplicht.
4. Een maatwerkvoorschrift wordt niet ingetrokken als kan worden volstaan met het wijzigen of aanvullen van dat maatwerkvoorschrift.
Dit besluit kan worden aangehaald als: 2de wijziging Waterschapsverordening: droogtestuwen en wijzigings- en intrekkingsgronden.
Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. @@.
Het algemeen bestuur,
dr. S.M.M. Kuks, watergraaf drs. R.I. Andringa, secretaris
A
Artikel 1.4 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De geometrische begrenzing van het beperkingengebied met betrekking tot het beheergebied in beheer bij het waterschap is opgenomen in het geometrische informatieobject Beheergebied Vechtstromen in de bijlage bij deze verordening.
De geometrische begrenzing van het beperkingengebied met betrekking tot waterstaatswerken in beheer bij het waterschap is opgenomen in het geometrische informatieobject waterstaatswerken in de bijlage bij deze verordening.
De geometrische begrenzing van het beperkingengebied met betrekking tot oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het waterschap is opgenomen in het geometrische informatieobject oppervlaktewaterlichamen in de bijlage bij deze verordening.
De geometrische begrenzing van het beperkingengebied met betrekking tot de waterkeringen in beheer bij het waterschap is opgenomen in het geometrische informatieobject waterkeringen in de bijlage bij deze verordening.
De geometrische begrenzing van het beperkingengebied met betrekking tot het onttrekken van oppervlaktewater voor beregening en bevloeiing in het door het bestuur aangewezen gebied in beheer bij het waterschap is opgenomen in het geometrische informatieobject onttrekken oppervlaktewater in de bijlage bij deze verordening.
De geometrische begrenzing van het beperkingengebied met betrekking tot het onttrekken van grondwater voor beregening en bevloeiing in het door het bestuur aangewezen gebied in beheer bij het waterschap is opgenomen in het geometrische informatieobject onttrekken grondwater in de bijlage bij deze verordening.
De geometrische begrenzing van het beperkingengebied met betrekking tot het winterbed van de Vecht in beheer bij het waterschap is opgenomen in het geometrische informatieobject winterbed Vecht in de bijlage bij deze verordening.
De geometrische begrenzing van het beperkingengebied met betrekking tot de Boven Dinkel in beheer bij het waterschap is opgenomen in het geometrische informatieobject boven Dinkel in de bijlage bij deze verordening.
De geometrische begrenzing van het beperkingengebied met betrekking tot aangewezen oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het waterschap is opgenomen in het geometrische informatieobject aangewezen oppervlaktewaterlichamen in de bijlage bij deze verordening.
De geometrische begrenzing van het beperkingengebied met betrekking tot niet-aangewezen oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het waterschap is opgenomen in het geometrische informatieobject Niet-aangewezen oppervlaktewaterlichamen in de bijlage bij deze verordening.
De geometrische begrenzing van het beperkingengebied met betrekking tot het aanleggen van droogtestuwen in beheer bij het waterschap is opgenomen in het geometrische informatieobject Droogtestuwen in de bijlage bij deze verordening.
B
Na afdeling 1.7 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
Het dagelijks bestuur kan een omgevingsvergunning en de daaraan verbonden voorschriften wijzigen of intrekken.
Wijzigen of intrekken van een omgevingsvergunning vindt plaats met het oog op de doelen van deze verordening.
Het dagelijks bestuur kan de voorschriften van een omgevingsvergunning wijzigen of een omgevingsvergunning intrekken op de in de hoofdstukken 2, 3 en 4 aangegeven gronden waarop de omgevingsvergunning voor die activiteit had kunnen worden geweigerd.
Wijzigen of intrekken van een omgevingsvergunning vindt plaats als een voor Nederland verbindend verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie, dan wel een wettelijk voorschrift ter uitvoering daarvan, daartoe verplicht.
Een omgevingsvergunning wordt niet ingetrokken als kan worden volstaan met het wijzigen of aanvullen van die omgevingsvergunning.
Het dagelijks bestuur kan een maatwerkvoorschrift wijzigen of intrekken.
Wijzigen of intrekken van een maatwerkvoorschrift vindt plaats met het oog op de doelen van deze verordening.
Wijzigen of intrekken van een maatwerkvoorschrift vindt plaats als een voor Nederland verbindend verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie, dan wel een wettelijk voorschrift ter uitvoering daarvan, daartoe verplicht.
Een maatwerkvoorschrift wordt niet ingetrokken als kan worden volstaan met het wijzigen of aanvullen van dat maatwerkvoorschrift.
C
Het opschrift van afdeling 1.8 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
D
Het opschrift van artikel 1.15 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
E
Het opschrift van artikel 1.16 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
F
Het opschrift van afdeling 1.9 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
G
Het opschrift van artikel 1.17 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
H
Het opschrift van afdeling 1.10 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
I
Artikel 1.18 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De hoofdstukken 2, 3 en 4 zijn niet van toepassing op activiteiten die het waterschap uitvoert of laat uitvoeren, in het belang van de aan het waterschap opgedragen taken op grond van artikel 1 van de Waterschapswet en die vallen onder beheer, zijnde onderhoud en herstel van waterstaatswerken.
De hoofdstukken 2, 3 en 4 zijn niet van toepassing op het aanleggen, wijzigen en in stand houden van waterstaatswerken door of namens het waterschap, als er geen effect is op het streefpeil en:
het waterstaatswerk niet meer dan 10 meter wordt verplaatst;
de aanleg of de wijziging van het waterstaatswerk een oppervlakte van niet meer dan 15m2 boven het maaiveld, gemeten ter hoogte van het waterstaatswerk, betreft;
de aanleg of de wijziging van het waterstaatswerk niet hoger dan 3 m boven het maaiveld, gemeten ter hoogte van het waterstaatswerk, betreft; of
de wijziging van het waterstaatswerk alleen de materiaalsoort betreft.
In afwijking van het tweede lid zijn de hoofdstukken 2, 3 en 4 niet van toepassing op het aanleggen en in stand houden van een stuw door of namens het waterschap in een oppervlaktewaterlichaam, in het beperkingengebied droogtestuwen als bedoeld in afdeling 1.3, als de stuw wordt aangelegd tijdens droogte in de periode van 1 maart tot 1 november.
J
Bijlage II wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
/join/id/regdata/ws0663/2024/giod377ad2c-2981-436c-9c1a-75d51241f045/nld@2024‑10‑28;80
/join/id/regdata/ws0663/2024/gio24048f3b-7dc6-4bd0-bfea-51c866ac0afa/nld@2024‑10‑28;37
/join/id/regdata/ws0663/2024/gioa7bcaaff-20c4-4522-ba1e-0c9fc38f2e31/nld@2024‑10‑28;87
/join/id/regdata/ws0663/2024/gioe32f6b6d-5e42-418f-8a41-9d8de656419e/nld@2024‑10‑28;95
/join/id/regdata/ws0663/2024/giob3015ae3-a2ce-4566-a0c7-a98516daca0d/nld@2024‑10‑28;33
/join/id/regdata/ws0663/2024/gio8c123411-0996-44bd-a4c4-88cd11e07e04/nld@2024‑10‑28;89
/join/id/regdata/ws0663/2024/gio64db70b1-af57-4b8d-90db-5a4f69ead2a1/nld@2024‑10‑28;99
/join/id/regdata/ws0663/2024/gio2f594c0b-24a0-49da-a97f-3550c0d2f755/nld@2024‑10‑28;97
/join/id/regdata/ws0663/2024/gio7abc640b-582a-4d06-ae95-e84e9cfa65ca/nld@2024‑10‑28;101
/join/id/regdata/ws0663/2024/gio65b09ac7-3f5a-4213-a596-6c321e49536a/nld@2024‑10‑28;93
[Vervallen]
K
Na bijlage I wordt een bijlage ingevoegd, luidende:
/join/id/regdata/ws0663/2024/giod377ad2c-2981-436c-9c1a-75d51241f045/nld@2024‑10‑28;80
/join/id/regdata/ws0663/2024/gio24048f3b-7dc6-4bd0-bfea-51c866ac0afa/nld@2024‑10‑28;37
/join/id/regdata/ws0663/2024/gioa7bcaaff-20c4-4522-ba1e-0c9fc38f2e31/nld@2024‑10‑28;87
/join/id/regdata/ws0663/2024/giofb38154e-4634-49ff-96d9-356014130b00/nld@2024‑12‑11;102
/join/id/regdata/ws0663/2024/gioe32f6b6d-5e42-418f-8a41-9d8de656419e/nld@2024‑10‑28;95
/join/id/regdata/ws0663/2024/giob3015ae3-a2ce-4566-a0c7-a98516daca0d/nld@2024‑10‑28;33
/join/id/regdata/ws0663/2024/gio8c123411-0996-44bd-a4c4-88cd11e07e04/nld@2024‑10‑28;89
/join/id/regdata/ws0663/2024/gio64db70b1-af57-4b8d-90db-5a4f69ead2a1/nld@2024‑10‑28;99
/join/id/regdata/ws0663/2024/gio2f594c0b-24a0-49da-a97f-3550c0d2f755/nld@2024‑10‑28;97
/join/id/regdata/ws0663/2024/gio7abc640b-582a-4d06-ae95-e84e9cfa65ca/nld@2024‑10‑28;101
/join/id/regdata/ws0663/2024/gio65b09ac7-3f5a-4213-a596-6c321e49536a/nld@2024‑10‑28;93
L
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het eerste hoofdstuk bevat begripsomschrijvingen. Hierbij is aangesloten bij de begrippen in de Omgevingswet en de daarop gebaseerde regelgeving.
Verder zijn er het toepassingsgebied, de doelen en beperkingengebieden bepaald. Ook is hier bepaald tot wie de bepalingen in de verordening zijn gericht en welke zorgplicht hier bij hoort en wanneer er maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld.
De algemene indieningsvereisten voor een melding en vergunning zijn in afdeling 1.6 opgenomen. Net als de gegevens die verstrekt moeten worden in geval van een informatieverplichting en wat gedaan moet worden als er gegevens wijzigen.
In afdeling 1.7 is de algemene beoordelingsregel opgenomen. Dit is de grondslag om een beslissing op een aanvraag voor een omgevingsvergunning te kunnen nemen. Dit artikel is identiek aan artikel 8.84 van het Besluit kwaliteit leefomgeving.
Afdeling 1.8
1.9
gaat over ongewone voorvallen en Hoofdstuk 1 eindigt met een afdeling over calamiteiten.
M
Na sectie 1.14 worden twee secties ingevoegd, luidende:
Voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet stonden de gronden om een watervergunning in te trekken of te wijzigen in de Waterwet. Met de Omgevingswet zijn de gronden om een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit in te trekken of te wijzigen op verschillende plekken geregeld.
§ 5.1.5 Actualisering, wijziging, intrekking en revisievergunning van de Omgevingswet geeft in eerste instantie het kader voor het wijzigen of intrekken van omgevingsvergunningen voor wateractiviteiten. De artikelen uit deze paragraaf zijn overgenomen uit de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) en de Waterwet.
In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) wordt hier verder invulling aan gegeven. Afdeling 8.10 Actualisering, wijziging en intrekking van het Bkl geeft de gevallen en gronden voor het wijzigen of intrekken van omgevingsvergunningen weer. De wijzigings- en intrekkingsgronden genoemd in het Bkl hebben (vooral) betrekking op lozingsactiviteiten op oppervlaktewaterlichamen of lozingsactiviteiten op zuiveringtechnische werken.
In § 18.1.3 Intrekking begunstigende beschikking van de Omgevingswet regelt wanneer een Omgevingsvergunning kan worden ingetrokken als het gaat om handhaving.
De waterschapsverordening heeft een eigen beoordelingskader bij het verlenen van omgevingsvergunningen voor wateractiviteiten. De waterschapsverordening moet op grond van artikel 5.39 en 5.40 Omgevingswet dan ook eigen gronden bevatten om een vergunning in te trekken of te wijzigen.
Deze gronden stonden niet in de Bruidsschat waterschapsverordening en zijn nu ook niet opgenomen in de Waterschapsverordening waterschap Vechtstromen. Het is van belang zelf wijzigings- en intrekkingsgronden in de waterschapsverordening op te nemen.
In de artikelen 5.39 en 5.40 Omgevingswet worden een aantal wijzigings- en intrekkingsgronden geregeld:
in gevallen of op gronden die bij algemene maatregel van bestuur worden bepaald (= Afdeling 8.10 Actualisering, wijziging en intrekking van het Bkl);
als gedurende een jaar of een in de vergunning bepaalde langere termijn geen activiteiten zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning;
op verzoek van de vergunninghouder;in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob (= Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur);
voor een milieubelastende activiteit en daarmee samenhangende lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam of een zuiveringtechnisch werk die gecoördineerd zijn verleend: als de omgevingsvergunning voor de samenhangende wateractiviteit respectievelijk de milieubelastende activiteit is ingetrokken;
in gevallen of op gronden die in de waterschapsverordening zijn bepaald.
In artikel 1.15 worden de (overige) wijzigings- en intrekkingsgronden voor omgevingsvergunningen voor wateractiviteiten geregeld in de waterschapsverordening. Voor de leden 1, 2, 4 en 5 is aangesloten bij de wijze waarop deze eerst in artikel 6.22 van de Waterwet waren geregeld. Op deze wijze is er sprake van een beleidsneutrale overgang. Voor lid 3 is aangesloten bij het huidige artikel 8.97, lid 1, Bkl. De leden 1, 2 en 3 zijn facultatief geschreven (‘kan-bepaling’). Dit betekent dat er sprake is van een bevoegdheid en geen verplichting. Lid 4. is imperatief geschreven (‘dwingend’). Hier is dus sprake van een verplichting en geen bevoegdheid.
In artikel 1.16 worden de wijzigings- en intrekkingsgronden voor maatwerkvoorschriften geregeld. Maatwerkvoorschriften maken geen onderdeel uit van een omgevingsvergunning. Maar worden apart beschikt. Vandaar ook een aparte wijzigings- en intrekkingsgrond. Hiervoor is weer aangesloten bij de leden van artikel 1.15, maar dan voor maatwerkvoorschriften.
N
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
O
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
P
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Q
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In artikel 1.18 zijn de regels opgenomen over de vrijstellingen voor activiteiten van het waterschap als initiatiefnemer.
Allereerst is dat de vrijstelling voor activiteiten van het waterschap als beheerder van het watersysteem en waar het gaat om onderhoud en herstel van waterstaatswerken. Het betreft de werkzaamheden die niet de ligging, vorm, afmeting en constructie van het waterstaatswerk volgens de legger van het waterschap veranderen (de normatieve toestand).
Ten tweede wordt vrijstelling verleend voor het uitvoeren van activiteiten door het waterschap als initiatiefnemer het aanleggen of wijzigen van waterstaatswerken van beperkte omvang. Het betreft hier werkzaamheden, waarbij wel de normatieve toestand van het waterstaatswerk wordt aangepast. Deze vrijstelling wordt als volgt vormgegeven.
Het waterschap als initiatiefnemer krijgt een vrijstelling voor:
het aanleggen of wijzigen van waterstaatswerken;
niet zijnde beheer en onderhoud (want al vrijgesteld);
waarbij de aanleg of wijzigingen aan het waterstaatswerk van beperkte van omvang is:
het waterstaatswerk wordt niet meer dan 10 meter verplaatst;
het nieuw aan te leggen of te wijzigen deel van het waterstaatswerk heeft een oppervlakte kleiner dan 15m2 (gemeten boven het maaiveld, dus niet onder de waterlijn, ter hoogte van het waterstaatswerk);
het nieuw aan te leggen of te wijzigen deel van het waterstaatswerk is niet hoger dan 3 meter (gemeten boven het maaiveld, dus niet onder de waterlijn, ter hoogte van het waterstaatswerk); of
de wijziging van het waterstaatswerk betreft alleen de materiaalsoort (hout wordt bijvoorbeeld beton); én
er geen effect is op het vastgestelde streefpeil zoals dat geld voor de bestaande watergang/streefpeilgebied.
In het derde lid krijgt het waterschap een vrijstelling voor het aanleggen van tijdelijks stuwen in de oppervlaktewaterlichamen, zoals aangegeven in het beperkingengebied ‘droogtestuwen’.
Eén van de drie belangrijkste opgaven voor het waterschap is de toenemende droogte als gevolg van klimaatverandering (Watervisie 2050).
In het Waterbeheerprogramma 2022 – 2027 is bij het onderwerp klimaatverandering de ambitie geformuleerd om meer aandacht te geven aan het vasthouden van water in de bodem. Dit betekent onder andere dat bij het beheer van het watersysteem meer aandacht wordt gegeven aan het vasthouden van water in de bodem. Klimaatverandering heeft dus gevolgen voor het beheer van het watersysteem. Met onderhoud van onze kunstwerken en watergangen, peil- en maaibeheer en baggeren zorgen we dat inwoners niet te veel maar ook niet te weinig water hebben.
Om snel in te kunnen spelen op (verwachte) perioden van droogte is de behoefte ontstaan om relatief vroeg in het voorjaar, als waterbeheerder, tijdelijke maatregelen in het watersysteem te kunnen nemen om water vast te kunnen houden. In de praktijk betekent dit het plaatsen van tijdelijke stuwen bij droogte in watergangen in beheer bij het waterschap (zogenaamde ‘droogtestuwen’).
Om deze tijdelijke droogtestuwen te mogen plaatsen heeft het waterschap een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het waterschap nodig. Door het plaatsen van tijdelijke stuwen bij droogte vrij te stellen van deze vergunningplicht kunnen droogtestuwen sneller wordt geplaatst (doorlooptijd). Daarnaast beperkt het de administratieve lasten van het waterschap.
Het waterschap wil dit water vasthouden waar dit zinvol is. Hiervoor is een kaart gemaakt. Op deze kaart is aangegeven in welke watergangen het vasthouden van water zinvol is.
Hierbij is enerzijds gekeken naar bodemgesteldheid, droogtegevoeligheid, hoogteligging en wateraanvoermogelijkheden. Anderzijds kan het aanleggen van tijdelijke stuwen strijden met andere doelen van het waterschap in stromende Kaderrichtlijn Water (KRW) waterlichamen (R-typen), beken die zijn aangewezen als waardevolle kleine wateren (WKW) en (overige) wateren die deel uit maken van het (vis)migratienetwerk. Stuwen belemmeren dan de stroming en vormen een barrière voor de migratie van soorten. De beleidsdoelen in de genoemde wateren kunnen dan niet worden gerealiseerd.
De kaart geeft duidelijkheid waar het waterschap droogtestuwen kan plaatsen en is tegelijkertijd het handelingsperspectief en handelingskader voor het waterschap om in droge jaren water vast te houden.
Met de kaart wordt voorgesteld in de Waterschapsverordening een vrijstelling voor het waterschap op te nemen om in tijde van droogte tijdelijke stuwen te plaatsen in de op de kaart aangegeven watergangen in beheer bij het waterschap.
Door het plaatsen van droogtestuwen ten tijde van droogte vrij te stellen kunnen deze droogtestuwen sneller wordt geplaatst. Daarnaast beperkt het de administratieve lasten van het waterschap. Met de vrijstelling is immers niet langer een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het waterschap (een zogenaamde vergunningen eigen dienst, v.e.d.) nodig.
De vrijstelling is zo opgebouwd dat het waterschap geen omgevingsvergunning voor een wateractiviteit hoeft aan te vragen als:
1. het waterschap de stuw aanlegt;
2. in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichamen;
3. en water vasthouden hydrologisch zinvol is;
4. en wateraanvoer in tijden van droogte mogelijk is;
5. en er geen sprake is van een opgave op grond van de Kaderrichtlijn Water
(KRW) in het betreffende oppervlaktewaterlichaam;
6. en er geen sprake is van een opgave in het kader van waardevolle kleine
wateren (wkw) in het betreffende oppervlaktewaterlichaam;
7. en het betreffende oppervlaktewaterlichaam geen onderdeel is van een
(vis)migratienetwerk;
8. en er spraken van droogte is;
9. en de stuw wordt aangelegd in de periode tussen 1 maart tot 1
november (= tijdelijk).
Bovenstaande kan ook weergegeven worden in een tabel.
Het beperkingengebied ‘droogtestuwen’ is de kaart zoals in de algemene toelichting beschreven.
De periode van 1 maart tot 1 november sluit aan bij het groeiseizoen voor gewassen.
De definitie van droogte luidt: een periode waarin sprake is van een sterk oplopend neerslagtekort in combinatie met lage grondwaterstanden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2024-26425.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.