Kennisgeving van het voornemen tot algehele herziening van de beleidsregel ‘compensatie toename verharding en versnelde afvoer’ van Waterschap Zuiderzeeland

Verharding leidt tot een versnelde afvoer van water naar het watersysteem. Dit leidt tot snellere en grotere peilstijgingen en soms tot wateroverlast. Om dit te voorkomen, hanteert het waterschap de beleidsregel dat initiatiefnemers van bouw- en inrichtingsprojecten de nadelige gevolgen van verharding moeten compenseren. Deze regel is niet meer gebaseerd op de meest actuele gegevens over maatgevende buien en houdt nog geen rekening met nieuwe mogelijkheden voor het bergen van water. In het Waterbeheerpogramma 2022-2027 is opgenomen dat het waterschap deze beleidsregel gaat herzien.

 

Vooruitlopend op de algehele herziening van de beleidsregel is in de eerste helft van 2024 gewerkt aan de actualisatie van artikel 3 (de bergingsnorm). De bergingsnorm is geactualiseerd op basis van de meest recente KNMI-klimaatscenario’s en de bijhorende neerslagstatistieken die op dat moment beschikbaar waren (2019).

 

Op 24 april 2024 heeft het college van Dijkgraaf en Heemraden deze geactualiseerde norm ter inzage gelegd. De ingekomen zienswijzen geven aanleiding om het vervolgtraject anders in te richten. Dit betekent dat aanpassing van de norm zijn beslag gaat krijgen bij de algehele herziening van de beleidsregel. Het streven is om deze herziening in 2026 door het Algemeen Bestuur vast te stellen en afhankelijk van de formele besluitvorming in 2027 in werking te laten treden.

 

In de Waterschapsverordening is een vergunningplicht opgenomen voor activiteiten die leiden tot een toename van verharding, zoals bijvoorbeeld bouw- en inrichtingsprojecten. De vergunningsaanvraag voor deze activiteiten wordt daarvoor getoetst aan de beleidsregel compensatie toename verharding en versnelde afvoer.

 

Activiteiten waar de beleidsregel op van toepassing is, die voor de formele inwerkingtreding in 2027 tot een vergunningaanvraag komen, worden getoetst aan de huidige bergingsnorm uit de op dit moment geldende beleidsregel. Projecten die na de inwerkingtreding van de herziene beleidsregel tot aanvraag komen, worden aan de geactualiseerde bergingsnorm getoetst.

 

De herziening van de beleidsregel betreft:

  • 1.

    Het wijzigen van de bergingsnorm, gebaseerd op de regenduurlijnmethodiek. De KNMI-klimaatscenario’s van 2023 met zichtjaar 2085 en de bijbehorende neerslagstatistieken zullen daarbij van toepassing zijn. Met de toepassing van deze gegevens bedraagt de geactualiseerde norm 10,2 m3 per 100 m2 toename verhard oppervlak. Daarnaast wordt de mogelijkheid verkend om nieuwe klimaatscenario’s en neerslagstatistieken (elke circa 6-8 jaar) rechtstreeks in de beleidsregel door te laten werken.

  • 2.

    Het wijzigen van het toepassingsbereik van de beleidsregel (de zogenaamde drempelwaarde en de grens voor grote plannen, welke onder maatwerk vallen). Het toepassingsbereik van de beleidsregel kan groter worden: daarmee zullen er meer plannen onder deze beleidsregel vallen.

  • 3.

    Het opnemen van alternatieve vormen van waterberging. Door ook alternatieve vormen van berging in de beleidsregel op te nemen, ontstaan er meer mogelijkheden voor het creëren van de gevraagde waterberging

 

Het proces van de herziening van de beleidsregel doen we samen met de gemeenten in ons beheergebied. Te zijner tijd wordt de ontwerp beleidsregel ter inzage gelegd, alvorens het Algemeen Bestuur van Waterschap Zuiderzeeland de beleidsregel vaststelt.

 

 

Naar boven