Besluit van het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta houdende regels omtrent mandaat, volmacht en machtiging (Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2024).

Het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta;

  • overwegende dat het ter bevordering van een doelmatige en adequate behandeling en afdoening van zaken nodig en wenselijk is een aantal bevoegdheden van het dagelijks bestuur te mandateren of in volmacht te verlenen aan de secretaris-directeur;

  • overwegende dat het ter bevordering van een doelmatige en adequate behandeling en afdoening van zaken nodig en wenselijk is dat de dijkgraaf machtigingen verleent en waar mogelijk deze bevoegdheid mandateert;

  • gelet op Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 84 eerste lid en 95 van de Waterschapswet;

BESLUIT

  • 1.

    vast te stellen de mandaat-, volmacht en machtigingsbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2024;

  • 2.

    de bevoegdheden zoals genoemd in het tot dit besluit behorende register te mandateren aan de secretaris-directeur.

     

Begripsbepalingen

Artikel 1  

  • 1.

    Besluit: een beslissing als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    Waterschap: Waterschap Drents Overijsselse Delta.

  • 3.

    Bestuursovereenkomsten: overeenkomsten tussen het dagelijks bestuur en andere bestuursorganen (van gemeenten, waterschappen of rijk) inzake de coördinatie van de uitoefening van wettelijke bevoegdheden.

  • 4.

    Leden van het directieteam: de secretaris directeur en de als zodanig benoemde functionarissen die gezamenlijk zijn belast met de leiding van de organisatie dan wel ieder voor zich die is belast met onderdelen van de organisatie.

  • 5.

    Secretaris directeur: voorzitter van de directie en geeft leiding aan de ambtelijke organisatie, secretaris van het dagelijks bestuur, de dijkgraaf en de algemene vergadering.

  • 6.

    Mandaat:

    • a.

      Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (mandaatgever) een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3 van de Awb.

    • b.

      Mandaatgever: degene die het mandaat verleent.

    • c.

      Gemandateerde: degene die het mandaat ontvangt.

    • d.

      Ondermandaat: de gemandateerde verleent mandaat aan een ander.

  • 7.

    Volmacht:

    • a.

      Volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (de volmacht verlener) tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen. Volmachtverlener: degene die de volmacht verleent.

    • b.

      Volmachtontvanger: degene die de volmacht ontvangt.

  • 8.

    Machtiging:

    • a.

      Machtiging: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (de machtigingverlener) tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

    • b.

      Machtigingverlener: degene die de machtiging verleent.

    • c.

      Machtigingverkrijger: degene die de machtiging ontvangt.

  • 9.

    Register: het Mandaat-, Volmacht- en Machtiging register, waarin de algemene, voor onbepaalde tijd afgegeven mandaten, volmachten en machtigingen zijn opgenomen.

  • 10.

    Cao: de collectieve arbeidsovereenkomst Waterschappen

Algemene bepalingen

Artikel 2  

De in de Mandaatregeling genoemde bevoegdheden worden namens en onder verantwoordelijkheid van het bevoegde bestuursorgaan uitgeoefend.

Artikel 3  

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt met de verlening van (onder-)mandaat gelijkgesteld de verlening van (onder-)volmacht en machtiging.

Artikel 4  

  • 1.

    De gemandateerde consulteert het dagelijks bestuur over de uitoefening van bevoegdheden op grond van dit besluit zoveel als dit, gelet op de aard en inhoud van de betreffende aangelegenheid waarvoor de bevoegdheid wordt uitgeoefend, noodzakelijk is. Dit betreft in ieder geval, maar niet uitsluitend 9.2 en 14.3.

  • 2.

    Als de uitoefening van mandaat een zaak betreft die naar het oordeel van de secretaris-directeur (potentieel) bestuurlijk gevoelig is, wordt die vooraf ter kennisname voorgelegd aan het dagelijks bestuur. Van een bestuurlijk gevoelige zaak is in ieder geval sprake als:

    • -

      In de fase voorafgaand aan de besluitvorming sprak was van maatschappelijke bezorgdheid of onrust over de kwestie;

    • -

      In de fase na de besluitvorming aanzienlijke kans is op maatschappelijke bezorgdheid of onrust over de kwestie;

    • -

      De kwestie extra communicatieve inspanningen vergt van de organisatie naar de buitenwereld;

    • -

      In de fase voorafgaand aan de besluitvorming sprake was van wezenlijke politieke/bestuurlijke discussie over de kwestie;

    • -

      De besluitvorming over de kwestie ingaat tegen politieke/bestuurlijke wensen met meningsverschillen als gevolg;

    • -

      Sprake is van een besluit in het kader waarvan al een gerechtelijke procedure loopt en tegen het besluit naar redelijke verwachting opnieuw een rechtsmiddel zal worden ingesteld.

  • 3.

    De gemandateerde rapporteert aan het dagelijks bestuur over de uitoefening van bevoegdheden op grond van dit besluit zoveel als dit, gelet op de aard en inhoud van de betreffende aangelegenheid waarvoor de bevoegdheid wordt uitgeoefend, noodzakelijk is. Dit betreft in ieder geval, maar niet uitsluitend, de volgende van het in bijlage 1 opgenomen mandaatregister neergelegde bevoegdheden;

    • a.

      Jaarlijkse rapportage; 2.5, 2.6, 3, 4, 7.1, 7.4, 8.5 (voor zover dit ziet op de toepassing van coulance boven € 5.000 per gebeurtenis incl. btw) en 9.1.

    • b.

      In de eerstvolgende vergadering van het dagelijks bestuur; 7.5 en 9.3 (voor zover dit ziet op overeenkomsten boven de € 5.000.000 incl. btw) 11.1 en 14.1.

  • Dit geldt ook voor hetgeen onder-gemandateerd is.

Reikwijdte

Artikel 5  

  • 1.

    De verlening van het mandaat geschiedt in de ruimste zin van het woord. Naast het nemen van positieve en negatieve besluiten omvat het mandaat in ieder geval, maar niet uitsluitend, de onderstaande bevoegdheden:

    • a.

      het stellen van voorschriften en nadere voorwaarden en het vaststellen van aanvraagformulieren;

    • b.

      alle werkzaamheden ter voorbereiding van het besluit;

    • c.

      het uitreiken van bewijs van ontvangst van de aanvragen e.d.;

    • d.

      verdagen en/of uitstellen van besluiten;

    • e.

      Verlenen van een termijn voor het herstellen van een verzuim;

    • f.

      het verzoeken om aanvullende informatie;

    • g.

      het voeren van correspondentie, die direct te maken heeft met de opgedragen taak;

    • h.

      het interpreteren van de regelgeving;

    • i.

      het verstrekken van bedragen in termijnen;

    • j.

      het verstrekken van voorschotten;

    • k.

      het bekend maken of mededelen (met inbegrip van het publiceren) van besluiten of beschikkingen, daar waar de verplichting daartoe in de wet is opgenomen;

    • l.

      het inschrijven van besluiten of beschikkingen;

    • m.

      het toezenden van besluiten/beschikkingen aan instanties, daar waar de verplichting daartoe in de wet is opgenomen;

    • n.

      alle andere besluiten die genomen moeten worden (waaronder het buiten behandeling laten van aanvragen) en alle andere handelingen die moeten worden verricht binnen het kader van de uitvoering van de verleende bevoegdheid.

  • 2.

    Het mandaat voor het besluit tot het aangaan van een overeenkomst omvat, tenzij specifiek anders aangegeven, tevens:

    • a.

      het wijzigen, verlengen of beëindigen van een afgesloten overeenkomst of een op grond daarvan gevestigd beperkt recht;

    • b.

      de bevoegdheid om eventuele daarmee samenhangende rechtshandelingen voor afwikkeling en transport van notariële akten te verrichten.

    • c.

      mandaten en volmachten hebben betrekking op rechtshandelingen. Als het feitelijke handelingen betreft (zoals het verstrekken van ambtelijke informatie) is elke medewerker bevoegd voor zover deze passen binnen zijn functie.

Mandaat

Artikel 6  

Het dagelijks bestuur verleent mandaat aan de secretaris-directeur voor de bevoegdheden die zijn weergegeven in het als bijlage 1 opgenomen mandateringsregister.

Artikel 7  

  • 1.

    Alleen de secretaris-directeur is bevoegd ondermandaat te verlenen. Het verlenen van ondermandaat gebeurt schriftelijk.

  • 2.

    Op ondermandaat is deze regeling van overeenkomstige toepassing. Door het verbinden van voorwaarden kan het ondermandaat worden beperkt.

  • 3.

    De secretaris-directeur informeert het dagelijks bestuur eens in het jaar over de nieuwe onder-mandaten.

  • 4.

    De onder-gemandateerde verstrekt de secretaris-directeur op diens verzoek een rapportage over de uitoefening van de bevoegdheid.

  • 5.

    Het besluit tot ondermandaat wordt schriftelijk vastgesteld en opgenomen in een onder-mandaatregister.

  • 6.

    Het verlenen van ondermandaat aan niet-ondergeschikten is mogelijk na toestemming van de directie en instemming van de mandaathouder.

Artikel 8  

De (onder-)gemandateerde neemt bij het uitvoeren van zijn bevoegdheden de instructies in acht die worden gegeven door het dagelijks bestuur.

Artikel 9  

  • 1.

    In geval van afwezigheid van de secretaris-directeur aan wie krachtens dit besluit bevoegdheden zijn toegekend, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de daartoe aangewezen plaatsvervanger.

  • 2.

    Bij afwezigheid van de onder-gemandateerde wordt het aan hem verleende ondermandaat uitgeoefend door degene die hem vervangt. De vervanging is horizontaal.

  • 3.

    Mocht vervanging, bedoeld in de bovenstaande functies, niet mogelijk zijn, dan voert de medewerker die verticaal boven de onder-gemandateerde zit, het aan hem verleende ondermandaat uit.

Artikel 10  

De (onder)gemandateerde ondertekent het genomen besluit als volgt:

 

Hoogachtend,

 

namens het dagelijks bestuur,

 

(naam en functie van de gemandateerde)

Artikel 11  

Indien de uitoefening van een mandaat tevens het beslissen over de besteding van budgetten meebrengt, geschiedt dit overeenkomstig het bepaalde in de Verordening financieel beleid en beheer Waterschap Drents Overijsselse Delta en de Budgethoudersregeling Waterschap Drents Overijsselse Delta en wordt het werkproces op basis van het vier-ogen-principe ingericht.

Instemming

Artikel 12  

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stemt er mee in dat de dijkgraaf de secretaris-directeur aan wie overeenkomstig artikel 6 mandaat is verleend en aan de medewerking aan wie overeenkomstig het Besluit ondermandaat Waterschap Drents Overijsselse Delta ondermandaat is verleend, machtigt om overeenkomsten te ondertekenen waarvoor zij zelf het voorbereidingsbesluit mogen nemen. De machtiging van de dijkgraaf is toegevoegd als bijlage 2.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur stemt ermee in dat de dijkgraaf het afdelingshoofd Vergunningen, handhaving en grondzaken en het afdelingshoofd Financiën, Inkoop en Recht, machtigt tot het vertegenwoordigen van het waterschap bij het transport van notariële akten (bijlage 2).

  • 3.

    Het dagelijks bestuur stemt ermee in dat de dijkgraaf medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de inkoop van dienstauto’s en materieel machtigt tot tenaamstelling hiervan bij de Rijksdienst Wegverkeer op naam van het waterschap.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur stemt ermee in dat de dijkgraaf de medewerker bij wie inkoop van dienstauto’s tot het takenpakket behoort machtigt tot tenaamstelling bij de RDW van dienstauto’s op naam van het waterschap.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur stemt ermee in dat de dijkgraaf de medewerkers werkzaam als juridisch adviseur machtigt tot vertegenwoordiging van het waterschap in civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke procedures, in alle instanties zowel eisend als verwerend.

Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 13

  • 1.

    Het Mandaatbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2021, zoals vastgesteld door het dagelijks bestuur op 12 januari 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid van dit artikel genoemde datum.

  • 2.

    Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2024.

  • 3.

    Dit besluit kan worden aangehaald als Mandaatbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2024.

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta in de vergadering van 5 november 2024.

D.S. Schoonman,

dijkgraaf

E.M. van Grol,

secretaris-directeur

Bijlage 1; behorend bij het Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2024

 

Mandaatregister

Bestuursrecht 

1. Programma’s en projecten 

1.1

Vaststellen programmaplannen en organiseren uitvoering programmaplannen voortvloeiend uit de vastgestelde programmabegroting voor het betreffende jaar.

2. Procedures  

2.1 

Het voeren van bestuursrechtelijke procedures: 

  • Arbitrage, 

  • Schikking, 

  • Bindend advies, en 

  • Dading. 

2.2 

Het instellen van rechtsmiddelen in alle instanties, zowel eisend als verwerend en het nemen van bijbehorende beslissingen ter: 

  • Voorbereiding, 

  • Voorkoming, en 

  • Beëindiging,  

van deze procedures. 

2.3 

Het nemen van een besluit tot kennelijk niet-ontvankelijk verklaren op grond van artikel 6.6 Algemene wet bestuursrecht. 

2.4 

Vaststellen dwangsom op grond van paragraaf 4.1.3.2 Algemene wet bestuursrecht en beroep bij niet tijdig beslissen. 

2.5 

Het besluiten op verzoeken om nadeelcompensatie tot een bedrag van € 5.000 (incl. btw) per gebeurtenis, ook als er sprake zou moeten zijn van coulance. 

2.6 

Het nemen van besluiten op bezwaar voor zover er geen advies van de commissie bezwaarschriften noodzakelijk is, in de volgende gevallen van bezwaar:  

  • Kennelijk niet ontvankelijk, of  

  • Kennelijk ongegrond is. 

3. Vergunningverlening 

3.1 

Het besluiten op aanvragen van vergunningen, inclusief het besluiten tot ambtshalve verlenen danwel wijzigen van een vergunning. 

3.2 

Het besluiten ten aanzien van ‘vergunningen eigen dienst’ tenzij daarvan een wijziging in betekenende mate van de bestaande waterstaatkundige situatie is te verwachten en waarvan het realiseren ervan niet maatschappelijk gevoelig ligt.  

3.3 

Het beoordelen van en verzoeken om een mer-rapportage zoals bedoeld in de Omgevingswet. 

3.4 

Aanvragen van vergunningen en het doen van meldingen

4. Handhaving 

4.1 

Het besluiten tot het handhaven van een wettelijk voorschrift of een vergunning en het uitvoeren van de daarmee samenhangende handhavende bevoegdheden en verplichtingen zoals neergelegd in de Algemene wet bestuursrecht, met inachtneming van 4.3. 

4.2 

Het besluiten op verzoeken tot handhaving, met inachtneming van 4.3. 

4.3 

De bevoegdheid genoemd in 4.1 en 4.2 is niet van toepassing als sprake is van: 

  • Handhaving ten opzichte van andere overheden, en 

  • Situaties waarbij bestuurders van het waterschap betrokken zijn. 

In deze gevallen overleggen dijkgraaf en SD samen over de te volgen procedure.

4.4 

Het besluiten tot het: 

  • Gedogen van een overtreding, 

  • Intrekken van een vergunning als sanctie,  

  • Opleggen last onder bestuursdwang; 

  • Opleggen last dwangsom, waarbij de te verbeuren dwangsommen gezamenlijk maximaal € 125.000 bedragen; en 

  • Opleggen van een bestuurlijke boete. 

5. Plannen, activiteiten en besluiten van derden 

5.1

Het uitoefenen van het recht van bezwaar en beroep en het indienen van inspraakreacties op (concept-) tegen besluiten of handelingen van bestuursorganen, indien een recht daartoe bij wettelijk voorschrift aan het waterschap of het waterschapsbestuur is toegekend.

6. Subsidie 

6.1 

Het doen en laten doen van een subsidieverzoek aan derden. 

6.2 

Het uitvoeren van door het bestuur vastgestelde subsidieregelingen.

7. Overig 

7.1 

Het afhandelen van klachten, met dien verstande dat de SD dit niet onder mandateert. Hieronder valt ook het beslissen over de afhandeling van een klacht na advies van een klachtadviescommissie.  

7.2

Vanuit de Archiefwet worden de volgende praktische taken gemandateerd;

  • Het opnemen van bescheiden in het archief, 

  • Het vernietigen van archiefbescheiden, 

  • Het vaststellen van archiefrapportages, 

En de daarmee samenhangende werkzaamheden. 

7.3 

Het besluiten op en toezenden van documenten bij verzoeken op grond van de: 

  • Algemene verordening gegevensbescherming, 

  • Wet politiegegevens, en 

  • Wet open overheid. 

Alsmede het reageren op het verzoek tot het indienen van zienswijzen op grond van de Wet open overheid. 

7.4 

Het uitoefenen van de bevoegdheden en handelingen uit de Avg en/of Wpg i.v.m. het nemen van besluiten over:  

  • De in de Avg en Wpg opgenomen rechten, 

  • De kennisgevingsplicht inzake de uitvoering van deze rechten, 

  • Het bijhouden van een waterschap breed verwerkingsregister, 

  • Het nemen van beslissingen tot het melden van datalekken aan de AP, 

  • Het bijhouden van een register over datalekken, en 

  • Het vaststellen van een gegevensbeschermingseffectbeoordeling (DPIA). 

7.5 

Het instellen van een vaarverbod bij vorst op wateren waarvan het waterschap het vaarwegbeheer heeft. De secretaris-directeur doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan het dagelijks bestuur. 

7.6 

Correspondentie inzake wettelijk verplicht vooroverleg over omgevingsplannen (inclusief weging waterbelang). 

Privaatrecht 

8. Procedures

8.1

Beslissen voeren civielrechtelijke procedures: 

  • Arbitrage, 

  • Mediation,  

  • Schikking, 

  • Bindend advies, en

  • Dading. 

8.2

 

Het instellen van rechtsmiddelen in alle instanties, zowel eisend als verwerend en het nemen van bijbehorende beslissingen ter: 

  • Voorbereiding, 

  • Voorkoming, en 

  • Beëindiging,  

van deze procedures. 

8.3

Het besluiten tot aansprakelijk stellen van personen of rechtspersonen.     

8.4

Het nemen van conservatoire maatregelen en maatregelen ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit. 

8.5

Het besluiten op aansprakelijkstelling/schadevergoeding tot een bedrag van € 125.000 (incl. btw) per gebeurtenis, ook als er sprake zou moeten zijn van coulance.

8.6

Het ondertekenen van verwerkersovereenkomst op basis van de AVG.

9. Financiën 

9.1 

Het besluiten tot het doen van nieuwe en vervangingsinvesteringen ten behoeve van infrastructuur en bedrijfsvoering, die in de investeringslijst bij de begroting door het algemeen bestuur zijn aangewezen om te worden afgedaan en waarvan het dagelijks bestuur (door tweede oormerking van de lijst) vervolgens heeft bepaald dat deze mogen worden afgedaan door de secretaris-directeur. 

9.2

Het opstellen en het uitvoeren van de budgethoudersregeling, binnen de kaders gesteld door het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur.

9.3 

Het besluiten omtrent overeenkomsten tot een bedrag van € 5.000.000 (incl. btw). Deze begrenzing geldt niet als door het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur al een budget is vastgesteld.

9.4

Het afsluiten en verstrekken van geldleningen, voortvloeiend uit de jaarbegroting, meerjarenbegroting, of een besluit van het algemeen bestuur.  

9.5

Het aangaan van overeenkomsten aangaande aanlevering van afvalwater per as bij de RWZI, in geval dat het om gebiedseigen water gaat. 

9.6

Aangaande inkoop en aanbestedingen: 

  • Aanpassen van het inkoop- en aanbestedingsbeleid indien veranderde wet- en regelgeving (inclusief rechtspraak) deze aanpassingen vereisen. Het dagelijks en algemeen bestuur dient over deze aanpassingen te worden geïnformeerd 

  • Vaststelling inkoopplan en/of contractering-, aanbesteding en contractbeheersingstrategie (keuze uitnodigen offerte), 

  • Besluitvorming aanbestedingsdossier (starten aanbesteding), 

  • Besluitvorming tot afwijking van het inkoopbeleid, tenzij deze bestuurlijk gevoelig is,

  • Besluitvorming gunningsadvies, en 

  • Verstrekken definitieve gunning (ondertekenen opdrachtbrief en/of overeenkomst). 

9.7

Het vaststellen, intrekken en wijzigen van algemene waterschapsinkoopvoorwaarden. 

9.8 

Het vaststellen van tarieven voor derden als bedoel in artikel 5 van de Verordening Financieel beleid en beheer. 

10. Personeel 

10.1

Inrichten organisatiemodel. 

10.2

Het vaststellen van:  

  • Generieke functiebeschrijvingen en waarderingen als bedoeld in de cao Werken voor waterschappen, 

  • Personele regelingen, zoals het personeelshandboek, en 

  • Kwantiteit en kwaliteit formatie. 

10.3 

Het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten met ambtenaren van het waterschap (met uitzondering van de secretaris directeur, directieleden en de concerncontroller). 

10.4

Het uitvoeren van de door het DB vastgestelde kaders aangaande intern onderzoek en het uitvoeren van de Regeling voor de melding van een vermoeden van een misstand Waterschap Drents Overijsselse Delta 2024.

11. Eigendommen 

11.1 

Het besluiten tot het verrichten van (on)roerende zaak transacties tot en met een bedrag van € 1.000.000 (incl. btw). 

11.2 

Het besluiten tot het in gebruik geven/nemen, (ver)huren of verpachten van onroerende zaken. Hieronder wordt ook begrepen het aangaan, wijzigen en beëindigen van pacht-, jacht- en visrechtovereenkomsten en de verkoop van rietgewas. 

11.3 

Het besluiten tot het vestigen dan wel afstand doen van zakelijk rechten of het op een ander wijze verlenen van toestemming of de intrekking daarvan. 

12. Algemeen

12.1

Digitale gegevenslevering aan derden. 

12.2 

Vaststellen van onderliggende planvorming bij het calamiteitenplan zoals bedoeld in artikel 19.14 Omgevingswet: uitvoeringsdocumenten zoals crisisbestrijdingsplannen, werkdocumenten en gegevensdocumenten. 

12.3 

Het inwinnen en bijhouden (muteren) van de gegevens in de basisregistraties BGT en BRO, het borgen van de kwaliteit van die gegevens en het vaststellen van de wettelijk voorgeschreven rapportages. 

12.4 

Het nemen van alle noodzakelijke besluiten in de vergadering van de Vereniging van Eigenaren van het pand Dokter van Deenweg 186 te Zwolle. 

Strafrecht 

12. Procedures 

13.1 

Het voeren van verweer bij een strafproces. 

13.2 

Het beslissen om te voegen in het strafproces. 

Benoemen, aanwijzen en machtigen 

14.

14.1

Het benoemen van: 

  • Functionaris gegevensbescherming (FG), 

  • Bevoegd functionaris (BF)

  • Chief Information Security Officer (CISO), 

  • Information Commissioner's Office (ICO), 

  • Vertrouwenspersoon, 

  • Calamiteiten coördinator (CO), en 

  • Klachten coördinator. 

14.2

Het aanwijzen van de contactpersoon Woo. 

14.3 

Het machtigen van medewerkers tot:  

  • Het vertegenwoordigen van het waterschap bij het transport van notariële akten, inclusief de bevoegdheid om onder machtiging te verlenen aan iedere medewerker van een door het waterschap ingeschakeld notariskantoor ten behoeve van passering van notariële akten die, op basis van het Besluit onder mandaat WDODelta, ondermandaat is verleend tot het ondertekenen van overeenkomsten waarvoor zij zelf het voorbereidingsbesluit mogen nemen,

  • Machtigingsbeheerder voor het uitgeven van eHerkenning, 

  • Tenaamstelling bij de Rijksdienst Wegverkeer (RDW) van materieel op naam van het waterschap, 

  • Tenaamstelling bij de RDW van dienstauto’s op naam van het waterschap, en

  • De ondertekening van de conformiteitsverklaring in het kader van CE. 

 

Bijlage 2; behorend bij het Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2024 - Machtiging

Het dagelijks bestuur besluit om mandaat te verlenen aan de dijkgraaf om op grond van artikel 95 van de Waterschapswet anderen te machtigen om

  • -

    het Waterschap Drents Overijsselse Delta in en buiten rechte te vertegenwoordigen,

  • -

    overeenkomsten te ondertekenen.

Aangaande het machtigen van derden om in en buiten rechte het waterschap te vertegenwoordigen, dient het dagelijks bestuur achteraf geïnformeerd te worden.

5 november 2024

 

D.S. Schoonman,

dijkgraaf

 

E.M. van Grol

secretaris directeur

 

Machtiging vertegenwoordiging in rechte

  • 1.

    De dijkgraaf machtigt de medewerkers die werkzaam zijn als adviseur juridische zaken, tot vertegenwoordiging van het (dagelijks) bestuur, ter hoorzitting of terechtzitting met betrekking tot bestuursrechtelijke procedures, in alle instanties zowel eisend als verwerend.

  • 2.

    De dijkgraaf machtigt de medewerkers die werkzaam zijn als adviseur juridische zaken, tot vertegenwoordiging van het waterschap in civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke procedures, in alle instanties zowel eisend als verwerend.

  • 3.

    Het in de vorige leden benoemde begrip vertegenwoordiging omvat niet alleen de bevoegdheid om het woord tevoren bij de rechter, maar ook alle handelingen die nodig zijn ten aanzien van een bepaalde procedure, zoals het ondertekenen en insturen van correspondentie of processtukken en het indienen van een verweerschrift.

Machtiging ondertekening overeenkomsten

De dijkgraaf machtigt de secretaris-directeur aan wie overeenkomstig artikel 6 van het Mandaatbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2024 mandaat is verleend en de medewerkers aan wie overeenkomstig het Besluit ondermandaat Waterschap Drents Overijsselse Delta ondermandaat is verleend tot het ondertekenen van overeenkomsten waarvoor zij zelf het voorbereidingsbesluit mogen nemen.

 

De dijkgraaf machtigt het afdelingshoofd Vergunningen, handhaving en grondzaken en het afdelingshoofd Financiën, Inkoop en Recht, tot het vertegenwoordigen van het waterschap bij het transport van notariële akten. Onder deze machtiging is tevens de bevoegdheid begrepen om onder-machtiging te verlenen aan iedere medewerker van een door het waterschap ingeschakeld notariskantoor ten behoeve van passering van notariële akten.

 

Het dagelijks bestuur heeft door middel van vaststelling van dit besluit met bovenstaande machtigingen ingestemd. Deze machtigingen worden verwerkt in het register van de Kamer van Koophandel.

5 november 2024

 

D.S. Schoonman,

 

dijkgraaf

 

Memorie van toelichting

Dit mandaatbesluit sluit aan op het geactualiseerde Delegatiebesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2024 en verschaft overzicht en duidelijkheid over welke functionarissen, eventueel in combinatie met rollen, binnen het waterschap onder welke voorwaarden namens de organen van het Waterschap Drents Overijsselse Delta (algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de dijkgraaf) of de rechtspersoon Waterschap Drents Overijsselse Delta publiekrechtelijke rechtshandelingen (mandaat), privaatrechtelijke rechtshandelingen (volmacht) en feitelijke handelingen (machtiging) mogen verrichten. Verderop in deze toelichting zal nader worden ingegaan op het onderscheid tussen mandaat, volmacht en machtiging. Hierna zal echter doorgaans in het algemeen van ‘mandaat’ worden gesproken.

 

Uitgangspunten

Aan het mandaatbesluit ligt een aantal uitgangspunten ten grondslag. Deze uitgangspunten worden kort toegelicht.

 

Wettelijke beperkingen

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft als hoofdregel dat mandaat geoorloofd is, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet. Deze hoofdregel is derhalve ook van toepassing op het onderhavige mandaatbesluit en geeft als zodanig de uiterste grenzen aan waarbinnen dit besluit kan worden toegepast. Nu de wet zelf beperkingen stelt ten aanzien van de bevoegdheid om van mandaat gebruik te maken, zijn deze beperkingen niet nogmaals in het mandaatbesluit opgenomen.

 

Vertrouwen en bestuurlijke sensitiviteit

Het mandaatbesluit berust op het vertrouwen dat de gemandateerden hun bevoegdheden uitoefenen met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving en in overeenstemming met het beleid van het Waterschap Drents Overijsselse Delta. Het mandaatbesluit berust daarnaast op het vertrouwen dat de gemandateerden over voldoende bestuurlijke sensitiviteit beschikken om in voorkomend geval te kunnen beoordelen of uitoefening van een bevoegdheid niet door de gemandateerde maar door de mandaatgever of het verantwoordelijke bestuursorgaan zelf moet worden uitgeoefend.

 

Verantwoordelijkheid

Ondanks dat de feitelijke bevoegdheidsuitoefening in veel gevallen komt te liggen bij degene die het mandaat heeft, blijft de mandaatgever daarvoor naar buiten toe ten volle verantwoordelijk. De mandaatgever kan daarom altijd algemene en specifieke instructies geven of het mandaat doorbreken en de bevoegdheid zelf uitoefenen. Naar buiten toe zal altijd duidelijk moeten zijn dat de gemandateerde de bevoegdheid uitoefent onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever en de burger moet kunnen nagaan of de gemandateerde wel bevoegd namens het bestuursorgaan optreedt.

 

Informatie en overleg

Omdat het dagelijks bestuur en de dijkgraaf, ook al hebben zij mandaat verleend, verantwoordelijk blijven voor de 'in mandaat' genomen beslissing, is het van belang dat zij tijdig op de hoogte worden gesteld van die beslissingen of handelingen waarvan kennisneming door hen van belang is. In het mandaatbesluit is daarom voorzien in een actieve informatieplicht voor de functies en rollen van functionarissen die over (onder)mandaat beschikken.

 

Mandaat en ondertekeningsmandaat

Het mandaatbesluit hanteert als uitgangspunt dat de gemandateerde die het besluit neemt dit ook ondertekent. Op die manier beschikken de verschillende functionarissen binnen hun werkterrein over de benodigde bevoegdheden.

 

Reikwijdte

Het mandaatbesluit heeft uitsluitend betrekking op de verlening van mandaat met betrekking tot bevoegdheden van het dagelijks bestuur en de dijkgraaf aan de secretaris-directeur. De secretaris-directeur verleent vervolgens ondermandaat aan de directeuren, waarna verder ondermandaat wordt verleend aan managers, teamleiders en functionarissen zover de gemandateerde bevoegdheden passen binnen hun werkterrein. In de mogelijkheid van afdelingsmandaten aan rollen en medewerkers binnen een cluster is tevens voorzien.

 

Mandaat, volmacht en machtiging

Dit besluit heeft naast mandaat ook betrekking op het verlenen van volmacht en van machtiging voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen respectievelijk het verrichten van handelingen die niet een privaatrechtelijke rechtshandeling of een publiekrechtelijke rechtshandeling inhouden.

 

Mandaat

Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Een besluit is op grond van artikel 1:3 Awb: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan het verlenen van een vergunning of een subsidie.

 

Volmacht

Volmacht heeft betrekking op privaatrechtelijke rechtshandelingen. Een voorbeeld daarvan is het sluiten van een overeenkomst tot de levering van diensten, goederen of werken aan het Waterschap Drents Overijsselse Delta. De gevolmachtigde handelt niet namens een (bestuurs)orgaan, zoals bij mandaat, maar namens een rechtspersoon. In dit geval is dat de rechtspersoon ‘Waterschap Drents Overijsselse Delta’. Overeenkomsten worden dus aangegaan door de rechtspersoon ‘Waterschap Drents Overijsselse Delta’. Het aangaan van een overeenkomst moet overigens worden onderscheiden van het besluit tot het aangaan van de overeenkomst. Dat besluit wordt genomen door het daartoe bevoegde bestuursorgaan (in dit geval: het dagelijks bestuur). De bevoegdheid om te besluiten om een overeenkomst aan te gaan valt dus onder het mandaat en niet de volmacht. Volmacht is geregeld in Boek 3, titel 3, van het Burgerlijk Wetboek (BW). De daarin opgenomen bepalingen gelden echter voor volmacht aan ondergeschikten van het Waterschap Drents Overijsselse Delta slechts voor zover zij niet in strijd zijn met de artikelen 10:2 t/m 10:11 Awb.

 

Machtiging

Machtiging ziet op andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling. Hierbij kan gedacht worden aan niet-schriftelijke beslissingen en aan feitelijke handelingen. Voorbeelden daarvan zijn het feitelijk uitvoeren van bestuursdwang of het doen van mededelingen.

 

Bevoegdheid mandaatverlener

Het verlenen van mandaat (volmacht en machtiging) betekent niet, dat het dagelijks bestuur of de dijkgraaf niet meer bevoegd is de betrokken bevoegdheid uit te oefenen en dat nog slechts de gemandateerden die bevoegdheid zouden kunnen uitoefenen. Het dagelijks bestuur of de dijkgraaf blijft altijd bevoegd de bevoegdheid zelf uit te oefenen (artikel 10:7 Awb). Het dagelijks bestuur of de dijkgraaf kan het mandaat ook te allen tijde intrekken (artikel 10:8 Awb). Verder is de gemandateerde gehouden om het dagelijks bestuur inlichtingen te verschaffen over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden en om door het dagelijks bestuur of de dijkgraaf gegeven instructies op te volgen (artikel 10:6 Awb). Die instructies kunnen algemeen zijn of per geval gegeven worden.

 

 

Naar boven