Waterschapsblad van Hoogheemraadschap van Delfland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoogheemraadschap van Delfland | Waterschapsblad 2024, 25361 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoogheemraadschap van Delfland | Waterschapsblad 2024, 25361 | beleidsregel |
Richtlijn compensatie verharding
Op grond van art 4:81 AWB maakt D&H bekend dat er een nieuwe richtlijn is vastgesteld rondom compenserende maatregelen bij de toename van verharding.
Bij heftige of langdurige regenbuien is in ons dichtbebouwde gebied de kans op wateroverlast groot. Regenwater dat op bestrating en gebouwen valt, kan onvoldoende de grond in zakken. Daardoor verzamelt het zich op lage plekken. Als we dat niet snel kunnen wegpompen, kan dat leiden tot wateroverlast met mogelijk schade aan woningen of bedrijven als gevolg. De verwachting is dat in de toekomst extreme regenbuien vaker gaan voor komen. Daarom is het belangrijk dat we niet nóg meer harde oppervlakken zoals bestrating en gebouwen aanleggen in ons gebied. Of dat op zo’n manier doen dat we de kans op wateroverlast niet groter maken.
Want soms is het natuurlijk nodig om meer verhard oppervlak aan te leggen, bijvoorbeeld wanneer je je bedrijf uit gaat breiden of woningen bouwt. Dan vraagt Delfland aanvullende maatregelen te nemen, zoals het creëren van oppervlaktewater of het aanleggen van een wadi. Zo kun je gevolgen van de verharding, zoals wateroverlast, tegengaan. In de Richtlijn Compensatie Verharding staat beschreven welke maatregelen je kunt nemen en waar deze aan moeten voldoen, ook worden er voorbeelden gegeven. De Richtlijn Compensatie Verharding is een vernieuwde versie van de 'Richtlijn toepassen vasthoudmaatregelen ter compensatie van verharding in het watertoetsproces. We hebben de richtlijn aangepast op basis van ervaringen uit de praktijk en nieuwe inzichten. De nieuwe richtlijn geeft meer duidelijkheid over welke soorten maatregelen voor Delfland het meest geschikt zijn. Maatregelen die ook bijdragen aan andere uitdagingen op het gebied van klimaat, zoals droogte en hittestress hebben de voorkeur.
We willen graag weten hoe deze richtlijn werkt in de praktijk. Daarom gaan we door met het verzamelen van praktijkervaringen. Deze informatie gebruiken we om de richtlijn te actualiseren.
Delfland streeft naar het hebben en houden van een duurzaam, goed functionerend watersysteem in zowel natte als droge tijden. Initiatieven en aanpassingen van de fysieke leefomgeving kunnen impact hebben op het functioneren van het watersysteem. Als een initiatief negatieve consequenties heeft voor het watersysteem, vraagt Delfland compenserende maatregelen. Deze moeten ervoor zorgen dat het watersysteem qua functioneren bij extreme neerslag niet achteruit gaat. We noemen dit het stand still principe.
Hemelwater dat valt op verhard oppervlak stroomt veel sneller af dan hemelwater dat valt op onverhard terrein, waar het water in de bodem kan zakken. Verhard oppervlak belast het watersysteem dus zwaarder. Om dat tegen te gaan wil Delfland dat toename van verharding gecompenseerd wordt. Als gevolg van klimaatverandering neemt de kans op hevige neerslag toe. Om te zorgen dat het watersysteem ook in de toekomst blijft voldoen, vraagt Delfland om bij plannen in de fysieke leefomgeving tevens te compenseren voor de verwachte effecten van klimaatverandering tijdens de levensduur van de ontwikkeling.
Er zijn meerdere manieren om die compenserende maatregelen in te vullen. Het graven van extra oppervlaktewater wordt traditioneel veel toegepast. De toenemende verstedelijking van het gebied, klimaatverandering en daaruit voortvloeiende opgaven vragen echter om een bredere kijk op de compensatie dan alleen een invulling via extra oppervlaktewater. Goed ingepaste maatregelen op het land kunnen niet alleen de nodige compenserende waterberging bieden, maar bieden daarnaast mogelijk voordelen rondom voorkomen hittestress, bevorderen biodiversiteit, en beperken van de zoetwatervraag. Dat type maatregelen noemen we vasthoudmaatregelen. Omdat er vele vormen van vasthoudmaatregelen zijn en elk type eigen voor- en nadelen heeft, heeft Delfland een voorkeursvolgorde bepaald.
Deze richtlijn geeft handvatten voor- en de voorkeursvolgorde bij de uitwerking van compenserende maatregelen bij plannen in de fysieke leefomgeving.
Kwantificering van compensatie
Deze richtlijn is bedoeld om inzicht te geven in hoe Delfland de compensatie bij ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving wil laten invullen. Deze richtlijn gaat niet technisch in op het bepalen van de omvang van de benodigde compensatie. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de Watersleutel. Dit is een instrument dat op basis van de toename van verhard oppervlak en gebieds- en plankarakteristieken de wateropgave uitrekent bij veranderingen in de fysieke leefomgeving. In de Watersleutel wordt rekening gehouden met klimaatontwikkeling, deze wordt regelmatig door Delfland aangepast, om aan te sluiten bij de laatste inzichten op dat gebied.
Denklijn: waarom een voorkeursvolgorde
Delfland heeft als waterbeheerder van oudsher de voorkeur voor compensatie in oppervlaktewater en stelde dit type maatregel boven vasthoudmaatregelen. Dit is in grote mate nog steeds zo, al zijn er vormen van vasthoudmaatregelen die vanwege positieve neveneffecten en praktische ervaringen eenzelfde voorkeur verdienen.
Extra oppervlaktewater is betrouwbaar op de lange termijn, omdat oppervlaktewater operationeel beheerd wordt door Delfland, zichtbaar en controleerbaar is en het onderhoud wordt geborgd in de legger en de schouw. Bovendien kan oppervlaktewater bijdragen aan een robuuste waterstructuur. Echter, het nadeel van deze compensatievorm is dat het regenwater snel op het watersysteem wordt geloosd, en vervolgens wordt afgevoerd naar buitenwater. Het water gaat daarmee verloren, terwijl er op andere momenten juist een watertekort kan ontstaan. Extra oppervlaktewater leidt in droge periodes tot een hogere watervraag, omdat dit water op peil en van goede kwaliteit moet worden gehouden. Een nadeel dat, gegeven de zoetwaterschaarste in recente zomers, steeds meer gevoeld wordt.
Vasthoudmaatregelen zijn op lange termijn onzekerder qua functioneren dan oppervlaktewater, zeker als de maatregel niet zichtbaar is. Een voordeel is echter dat vasthoudmaatregelen, naast het bieden van de gewenste hoeveelheid berging, ervoor kunnen zorgen dat hemelwater in de bodem kan infiltreren. Ze dragen daardoor niet alleen bij aan het beperken van de kans op wateroverlast, maar ook aan vermindering van de gevolgen van droogte. Daarnaast kunnen vasthoudmaatregelen van meerwaarde zijn voor toename van biodiversiteit, vermindering van hittestress, hergebruik van hemelwater en verbetering van de leefomgeving.
De groeiende inzichten rondom klimaatontwikkeling, zoals ‘de stad als spons’ en ‘water en bodem sturend’ vragen nadrukkelijk om een bredere kijk op waterberging dan oppervlaktewater alleen. Het Convenant klimaatadaptief bouwen, mede ondertekend door Delfland, geeft hier eveneens invulling aan.
Er is niet één type maatregel die altijd de beste is. Bij plannen in de fysieke leefomgeving moet goed gekeken welke maatregel het beste past binnen het plan en zijn omgeving en hoe het functioneren en de betrouwbaarheid van de maatregel op de lange termijn kan worden geborgd.
Met dit in gedachten is een voorkeursvolgorde voor vasthoudmaatregelen opgesteld. Deze is gebaseerd op zowel de betrouwbaarheid en effectiviteit van verschillende type maatregelen, als de mate waarin ze kunnen bijdragen aan verschillende aspecten van goed waterbeheer en klimaatadaptatie. Daarbij staan we open voor innovaties.
Als vasthoudmaatregelen worden toegepast, is het belangrijk dat de voorziening goed functioneert en ook op de lange termijn betrouwbaar is. De eigenaar van het perceel is zelf volledig verantwoordelijk voor de aanleg, het functioneren en passend onderhoud van de voorziening. Vanwege het belang voor de waterhuishouding hanteert Delfland bij de weging van het waterbelang een aantal algemene criteria voor omvang en type maatregel die gelden voor alle plannen en aanvullende criteria voor grotere ontwikkelingen.
Bij de keuze van het soort maatregelen wordt rekening gehouden met de kenmerken van het plangebied en de omgeving daarvan. Gebiedskenmerken zoals grondsoort, grondwaterstand, ontwateringsdiepte, afstand tot oppervlaktewater, aard en grootte van het gebied zijn bepalend voor de effectiviteit en inpasbaarheid van de maatregel.
Afspraken over realisatie, beheer, onderhoud en instandhouding van de voorziening worden al bij de ontwikkeling van plannen gemaakt en vastgelegd in het juridische bindende deel van het betreffende plan voor de fysieke leefomgeving en/of de vergunning. De verantwoordelijkheid voor onderhoud, beheer en instandhouding ligt bij de initiatiefnemer of diens rechtsopvolger(s).
Er wordt rekening gehouden met de kwaliteit van het afvoerend hemelwater: verslechtering van de (grond-)waterkwaliteit is niet toegestaan. Zodoende mag alleen hemelwater dat afstroomt van schone oppervlakken naar de voorziening afstromen. Vervuiling en vermenging met vervuilde waterstromen wordt vermeden.
Specifieke criteria afhankelijk van grootte plangebied of toename van verharding
Afhankelijk van de grootte van het plangebied en de mate van toename van verharding zijn verschillende aanvullende criteria van toepassing. Dit heeft te maken met de impact van de ontwikkeling op het watersysteem. Hieronder zijn de criteria per situatie te vinden.
Is de toename van verhard oppervlak kleiner dan 500 m² én is het plangebied kleiner dan 1000 m²?
De invulling van de opgave is voor kleinere plannen vormvrij. Denk aan maatregelen zoals: wadi's, oppervlaktewater, groenblauwe daken, “slimme” regentonnen en infiltratievoorzieningen onder verharding.
Is de toename van verhard oppervlak tussen 500 m² en 5000 m² en/of is het plangebied groter dan 1000 m²?
In aanvulling op bovenstaande algemene criteria én de voorkeursvolgorde, worden aanvullende eisen gesteld, afhankelijk van de gekozen maatregel:
Voorzieningen die gericht zijn op hergebruik van water verminderen de watervraag in droge periodes. Om bij te dragen aan de compensatieopgave dient geborgd te worden dat het benodigde volume voor de opvang van hemelwater ten tijde van hevige neerslag beschikbaar is.
Indien het water wordt vastgehouden voor hoogfrequent hergebruik (bijvoorbeeld het spoelen van het toilet) kan in overleg met Delfland worden afgezien van een afvoerconstructie. Hierbij dient te worden aangetoond dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het bergingsvolume het hele jaar door, binnen een week na een neerslaggebeurtenis, weer beschikbaar is.
Waterberging in combinatie met vergroening, zoals op een groen blauw dak
Een goed doorwortelde infiltratievoorziening, zoals een wadi, draagt onder meer bij aan grondwateraanvulling, omgevingskwaliteit en biodiversiteit.
Bij het ontwerpen van de voorziening dient rekening te worden gehouden met de volgende criteria:
De vasthoudmaatregel loost met een vertraagde of gestuurde afvoer op het watersysteem of hemelwaterriolering. Meerwaarde kan worden gecreëerd door toevoegen van groene elementen, door hergebruik van water en door vergroten van de zichtbaarheid van water in de openbare ruimte.
Bij het ontwerpen van de voorziening dient rekening te worden gehouden met de volgende criteria:
Ondergrondse voorzieningen die bedoeld zijn om water te infiltreren of vast te houden en vertraagd af te voeren bevatten het gewenste bergende volume en zijn geschikt voor meervoudig ruimtegebruik. Echter de wijze waarop de voorziening in conditie wordt gehouden en het signaleren van falen van het systeem vereist extra aandacht.
Is de toename van de verharding binnen het plangebied groter dan 5000 m²?
Als de toename van de verharding binnen het plangebied groter is dan 5000 m² dan gelden eveneens de algemene criteria, de voorkeursvolgorde én de kaders van een toename van verharding tussen 500 m² en 5000 m².
Bovendien dient te worden aangetoond dat de waterhuishouding van het plangebied goed functioneert, zowel tijdens de uitvoering als na gereedkomen van de ontwikkeling. De ontwikkeling mag daarbij tevens geen nadelige effecten hebben op de waterhuishouding in omliggende gebieden. Hierbij moeten ten minste het ontwateringsplan van het gebied en het hydraulisch ontwerp van het watersysteem beschreven zijn.
De Richtlijn compensatie verharding kunt u raadplegen via de bijlagen bij deze publicatie. Het is ook mogelijk om de stukken te komen inzien bij het Hoogheemraadschap van Delfland. U kunt hiervoor een afspraak maken via onderstaande contactgegevens.
Voor het maken van een afspraak voor inzage en voor vragen naar aanleiding van deze kennisgeving kunt u op werkdagen van 9.00-16.00 uur contact opnemen met het klantcontactcentrum (KCC), te bereiken op telefoonnummer (015) 260 81 08 of via loket@hhdelfland.nl
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2024-25361.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.