Waterschapsblad van Waterschap Rivierenland
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Reactietermijn |
|---|---|---|---|---|
| Waterschap Rivierenland | Waterschapsblad 2024, 25276 | ander besluit van algemene strekking | 09-01-2025 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Reactietermijn |
|---|---|---|---|---|
| Waterschap Rivierenland | Waterschapsblad 2024, 25276 | ander besluit van algemene strekking | 09-01-2025 |
Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024
Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland heeft op 19 november 2024 het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024 vastgesteld.
Het ontwerp-verkeersbesluit heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen. Er zijn 8 zienswijzen ontvangen betreffende 16 punten. Daarvan hebben 8 punten geleid tot een aanpassing van het ontwerp-verkeersbesluit. Dit betrof zowel het corrigeren van fouten als het verduidelijken van bepalingen. Overige zienswijzen zijn niet gehonoreerd, veelal omdat deze strijdig waren met de uitgangspunten van het verkeersbesluit.
Het college van dijkgraaf en heemraden heeft het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024 met enkele wijzigingen gebaseerd op de zienswijzen vastgesteld.
Verkeersbesluit met bijlagen ter inzage (beroepstermijn)
Het besluit tot vaststellen van het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024 met de daarbij behorende stukken ligt van 29 november 2024 tot en met 9 januari 2025 ter inzage:
Als u van plan bent het verkeersbesluit en de bijbehorende kaarten in te komen zien en u wenst uitleg te krijgen, maak dan een afspraak via het e-mailadres info@wsrl.nl.
Tegen het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024 kan gedurende zes weken na de dag van bekendmaking beroep worden ingesteld bij de rechtbank Gelderland, Team Bestuursrecht, postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Degenen die beroep in kunnen stellen, zijn:
Het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste bevatten: naam en adres, datum, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, en de gronden van het beroep. U kunt ook digitaal beroep instellen bij de rechtbank Gelderland via https://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u beschikken over een elektronische handtekening (DigiD voor particulieren en eHerkenning voor ondernemers). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Het behandelen van het beroep brengt kosten met zich mee (griffierecht).
Het indienen van beroep heeft geen schorsende werking. Het vastgestelde verkeersbesluit treedt in werking op woensdag 1 januari 2025. Om dit te verhinderen kan, indien beroep wordt ingesteld, ook een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden gedaan bij de Voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland, Team Bestuursrecht, postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank Gelderland via https://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Ook de behandeling van dit verzoek brengt kosten met zich mee (griffierecht).
Wilt u meer weten over het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024? Neem dan contact op met het waterschap via: info@wsrl.nl of bel ons op 0344-649 090
Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024
Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland;
Gelet op het gedeelte van de Linge benedenstrooms de Julianastuw te Geldermalsen tot de hefbrug Gorinchemse Kanaalsluis (bevaarbare deel van de Linge), het Kanaal van Steenenhoek en de Korne hebben een functie voor de scheepvaart. Voor dit bevaarbare gedeelte van de Linge, het Kanaal van Steenenhoek en de Korne zijn in het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2011 regels gesteld. Het is wenselijk gebleken het verkeersbesluit te actualiseren.
Dit besluit heeft betrekking op:
Waterschap Rivierenland voert het beheer over de Linge, de Korne en het Kanaal van Steenenhoek. Naast het waterstaatkundig beheer is het dagelijks bestuur op grond van artikel 2, lid 3 Scheepvaartverkeerswet aangewezen als bevoegd gezag voor deze wateren. Op grond van artikel 4 en 5 van de Scheepvaartverkeerswet kan het bevoegd gezag verkeersbesluiten nemen ter bescherming van de in artikel 3 van de Scheepvaartverkeerswet genoemde belangen.
Dit verkeersbesluit met een verbod tot ligplaats nemen wordt uitgevaardigd door middel van een bekendmaking volgens artikel 8 Scheepvaartverkeerswet en artikel 13 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer. Hiervoor is gekozen omdat het besluit van toepassing is op een vaarweg waar het (uitsluitend) plaatsen van verkeerstekens niet doelmatig is.
Belangenafweging en motivering
We reguleren de ligplaatsen van schepen en vaartuigen, omdat we:
Ook in het kader van de waterkwaliteit is het van belang om grip te houden op de recreatiedruk op de Linge. De Linge is aangemerkt als KRW-waterlichaam. De Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt dat in alle waterlichamen geen achteruitgang van de waterkwaliteit mag plaatsvinden (stand-still-beginsel). Toename van recreatiedruk staat op gespannen voet met de KRW-doelstellingen.
Op 13 december 2011 is het voorgaande beleid voor ligplaatsen en het verkeersbesluit samengevoegd tot één nieuw verkeersbesluit. Sindsdien hebben zich ontwikkelingen voorgedaan die actualisatie van het besluit en de kaarten wenselijk maken.
Gelet op de mogelijke belangen van derden is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. Een zorgvuldige voorbereiding van het verkeersbesluit brengt met zich mee dat deze derden in de gelegenheid zijn gesteld om hun zienswijzen kenbaar te maken over het te nemen besluit.
Het ontwerpbesluit heeft van 6 juni 2024 tot en met 17 juli 2024 ter inzage gelegen. Hiervan is op 5 juni 2024 een kennisgeving gepubliceerd in het Waterschapsblad. Het ontwerp is ter voorbereiding op het definitieve besluit voor eventueel overleg aangeboden aan de bij dit besluit belanghebbende openbare lichamen en instellingen. Dit in overeenstemming met artikel 6 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer.
Gelet op het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer en het Binnenvaartpolitiereglement.
Vast te stellen het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024
Tot de volgende bekendmaking als bedoeld in artikel 8 Scheepvaartverkeerswet en artikel 13 Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer:
Artikel 1. Begripsomschrijving
In dit besluit en de bijlagen bij dit besluit wordt verstaan onder:
Artikel 2. Verbod ligplaats nemen (ankeren, meren)
Het is verboden ligplaats te nemen, te ankeren en/of meren met een schip, een drijvend voorwerp of een drijvende inrichting, ongeacht of deze met een motor worden voortbewogen.
In afwijking van het verbod van artikel 2 is ankeren toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Artikel 5b. Algemene regels die gelden per ligplaatszone
Een eerder verleende ligplaatsontheffing of op grond van voorgaande bepalingen verkregen recht daartoe, wordt gelijkgesteld met een ontheffing volgens dit besluit. Zou de eerder verleende ontheffing of verkregen recht op grond van dit besluit niet worden verleend, dan geldt de volgende beperking:
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland van 19 november 2024 te Tiel.
de secretaris-directeur,
ir. Z.C. Vonk
de waarnemend dijkgraaf,
G.V. den Hartog
Toelichting op Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024
Het dagelijks bestuur van Waterschap Rivierenland is door Provinciale Staten van Gelderland en Zuid-Holland aangewezen als bevoegd gezag voor nautisch beheer van onder andere het bevaarbare deel van de Linge, Korne en het Kanaal van Steenenhoek. Deze aanwijzing dateert voor Gelderland van 20 november 2009 en voor Zuid-Holland van 20 februari 1992. Door een herindeling, in 2019, is de provincie Utrecht voor een gedeelte van de Linge nabij Leerdam in de plaats getreden van Zuid-Holland. De nautische bevoegdheid blijft bij het waterschap. De aanwijzing van nautisch beheerder betekent dat het dagelijks bestuur bevoegd is verkeersbesluiten op grond van de Scheepvaartverkeerswet te nemen.
De Linge stroomt zowel in de provincie Gelderland, Zuid-Holland als Utrecht. In het gedeelte van Doornenburg tot Geldermalsen is het niet mogelijk om te varen. In het gedeelte van Geldermalsen tot Gorinchem is de Linge wél bevaarbaar. Voor dit gedeelte is het dan ook wenselijk regels op te stellen voor een veilig en vlot verloop van het scheepvaartverkeer. Overigens spreken we formeel over de gekanaliseerde Linge vanaf Arkel tot de Hefbrug Gorinchemse Kanaalsluis. In dit verkeersbesluit bedoelen wij met Linge ook het gekanaliseerde gedeelte.
Volgens de Scheepvaartverkeerswet mag bij het nemen van het verkeersbesluit tevens rekening gehouden worden met een aantal andere belangen. De toenemende recreatiedruk op de Linge heeft niet alleen invloed op de doorvaart. Ook de natuurwaarden van de Linge en de nabije omgeving ondervinden daarvan de gevolgen. Gelet op de recreatie-ontwikkelingen en de waterkwaliteitsdoelen heeft het bestuur van het waterschap in 2000 besloten dat er geen verdere uitbreiding van het aantal permanent gemeerde vaartuigen mag plaatsvinden.
Met het oog op de doelstellingen, blijft dit uitgangspunt ook in het nieuwe verkeersbesluit onverkort gelden. Dit betekent echter niet dat een wenselijk geachte verruiming van de meermogelijkheden geheel onmogelijk is. Samenvoegen van categorieën vaartuigen, aanpassen van bepaalde ligplaatszones en actualiseren van het besluit doet aan het uitgangspunt geen afbreuk. Naast tekstuele aanpassingen en een andere indeling zijn de belangrijkste wijzigingen:
Een vrijwel aaneengesloten lint van ligplaatszones voor motorschepen dat wordt onderbroken door een enkel perceel zonder zone kan onder voorwaarden worden verbonden. Van belang is onder andere het type oeverbeschoeiing. Ter voorkoming van aantasting van natuur- en landschappelijke waarden wordt de mogelijkheid beperkt tot gebieden binnen de bebouwde kom.
Bereik van het verkeersbesluit
Op de kaarten staat expliciet aangegeven (grijze zones) dat bepaalde gedeelten van de Linge niet onder dit verkeersbesluit vallen. Deze grijze vlakken zijn al in eerdere versies van het verkeersbesluit aangewezen en liggen buiten de vaargeul. De algemene regels uit dit verkeersbesluit zijn daarop dan ook niet van toepassing. Deze gedeelten zijn op de kaarten aangemerkt als "verkeersbesluit niet van toepassing. Hierop zijn wel de regels van de Waterschapsverordening van toepassing.
Relatie met Waterschapsverordening Waterschap Rivierenland
De wateren die onder dit besluit vallen, hebben zowel een functie voor het waterbeheer als een functie als vaarweg. Waterschap Rivierenland is voor beide functies aangewezen als bevoegd gezag. Ter bescherming van onder meer die belangen heeft het waterschap regels gesteld in de Waterschapsverordening Waterschap Rivierenland. Dat betekent dat naast de verkeersregels en-verkeersbesluiten voor het varen en ligplaats nemen, ook rekening gehouden moet worden met de Waterschapsverordening. Daarnaast kunnen er nog andere handelingen zijn die te maken hebben met het ligplaats nemen of varen die onder de bepalingen van de Waterschapsverordening vallen. Zoals het plaatsen van een steiger of andersoortige meervoorziening, een loopplank tussen woonschip en oever, of het lozen vanaf een vaartuig op het water.
Verder kunnen op het ligplaats nemen andere wettelijke regelingen van andere instanties van toepassing zijn. Zo moet bijvoorbeeld een ligplaats voldoen aan planologische regels van provinciale- en gemeentelijke regelgeving en moet er toestemming zijn van de eigenaar van het water.
Ad artikel 1. Begripsomschrijving/Enkele betekenissen van begrippen in dit besluit
Voor de begripsomschrijvingen is zoveel mogelijk aangesloten bij de Scheepvaartverkeerswet en het Binnenvaartpolitiereglement.
Schepen met een elektromotor worden mechanisch voortbewogen en vallen in principe in de categorie motorschip. Voor dit verkeersbesluit zullen schepen met een elektromotor worden beschouwd als door spierkracht voortbewogen schepen als het maximumvermogen van de elektromotor niet groter is dan 3 kW (de maximale snelheid bij een dergelijk vermogen is ongeveer 6 à 8 km/u). Hiervoor worden de navolgende redenen gegeven: Het gebruik van schepen met een elektromotor, ook wel "fluisterboten" genoemd, neemt toe. De status van deze vaartuigen is niet altijd even duidelijk. Gelet op de met dit verkeersbesluit beoogde doelen, zoals verzekering van een veilig en vlot verloop van het scheepvaartverkeer, het voorkomen of beperken van schade door het scheepvaartverkeer aan het aquatisch leefmilieu, oevers en waterkeringen en de bescherming van de landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden van de omgeving kan worden gesteld dat schepen met een elektromotor over het algemeen genomen geringe invloed hebben op de genoemde doelen. Zeker ten opzichte van motorschepen. Dit vanwege hun geringe snelheid en geluid. In die zin zijn ze te vergelijken met door spierkracht voortbewogen schepen. Bovendien neemt hierdoor het aantal door spierkracht voortbewogen schepen af dat met een aangehangen benzine-/dieselmotor aan de scheepvaart deelneemt.
Ad artikel 2. Verbod ligplaats innemen
Ligplaats nemen: hieronder wordt ook verstaan: ankeren en meren.
Drijvend voorwerp: bijvoorbeeld een vlot.
Drijvende inrichting: drijvend bouwsel dat vanwege zijn bestemming in de regel niet wordt verplaatst. Bijvoorbeeld een woonschip.
Het verbod geldt niet voor ankeren wanneer een afstand van minimaal 2 meter van de oever aangehouden wordt. Daarbij mag dit voor ten hoogste 24 uur. De reden dat onder voorwaarden ankeren/meren is toegestaan, is dat op gedeelten van de Linge een vaarverbod in de nacht geldt. Daarom moet er worden voorzien in een mogelijkheid tot tijdelijk ligplaats nemen voor die gevallen. Bij het ankeren moeten de daarvoor geldende bepalingen uit het Binnenvaartpolitiereglement worden opgevolgd.
Door het instellen van zogenaamde zones is exact bepaald waar ligplaats mag worden ingenomen. Daarbuiten is het verboden, voor zover dit binnen de reikwijdte van dit verkeersbesluit valt. Op grond van artikel 7 van de Scheepvaartverkeerswet kan in bepaalde gevallen ontheffing worden verleend. Al dan niet met voorschriften of beperkingen. De uitgangspunten van het verkeersbesluit blijven ook bij het beoordelen van een verzoek om ontheffing gelden. Dat wil zeggen dat het aantal permanent gemeerde vaartuigen niet wordt uitgebreid. Ook de overige belangen die beschermd worden door dit verkeersbesluit moeten worden betrokken. In ieder geval zal geen ontheffing worden verleend als dat zou leiden tot een vaste uitbreiding van het aantal gemeerde vaartuigen op de vaarweggedeelten waar dit besluit betrekking op heeft. Vaarweggedeelten die op de bijbehorende kaarten zijn aangegeven en geen deel uitmaken van het besluit, tellen daarbij dus niet mee. Een ruiling van ligplaats die plaatsvindt tussen de onder dit besluit vallende vaarweggedeelten, zou per definitie geen uitbreiding hoeven te betekenen. Een verzoek daartoe wordt getoetst aan het belangenkader van dit besluit. Een verzoek tot ruiling van ligplaats binnen de bebouwde kom tegen een ligplaats daarbuiten zal vanwege het belangenkader niet gehonoreerd worden. Het tegengaan van uitbreiding richt zich op permanent meren. Dat wil niet alleen zeggen ononderbroken of voortdurend meren gedurende het jaar. Hieronder valt bijvoorbeeld ook het meren voor een seizoen. Dus niet kortstondig. Het gaat erom dat op een willekeurig tijdstip niet meer ligplaatsen worden ingenomen dan ten tijde van de vaststelling van de ligplaatsenkaarten.
Bij dit besluit behoren kaarten. Op deze kaarten is aangegeven hoe, waar en met wat er een ligplaats mag worden ingenomen. Formele wijzigingen waar een rechtsmiddel tegen open heeft gestaan, worden periodiek of jaarlijks bijgewerkt op de kaarten. Voor bepaalde zones is expliciet aangegeven dat zij niet vallen onder de regels van dit verkeersbesluit. Deze zijn aangemerkt op de kaarten als "Verkeersbesluit niet van toepassing".
Ad artikel 5a. Algemene bepalingen, geldend voor alle ligplaatszones
Onder een deugdelijke meervoorziening wordt verstaan een constructie waaraan een schip deugdelijk en vrijwel onbeweeglijk vastgemaakt kan worden aan oever of kade. Bijvoorbeeld aan bolders, meerpalen, muurpotten, meerring.
Lid 7: Wanneer een recht is verleend vanuit het belang van bijvoorbeeld een horecabestemming, vervalt het ligplaatsrecht als de bestemming horeca vervalt. Zo geldt dat ook als een jachthaven, een ligplaatszone voor horeca of passanten, of een jachtwerf de functie verliest. Hernieuwde invulling van vrijkomende ruimte kan worden overwogen na een ingediende aanvraag daartoe. Dit gebeurt mede onder afweging van de met dit verkeersbesluit te beschermen belangen.
Ad artikel 5b Algemene regels die gelden per ligplaatszone
Bij het inwerkingtreden van dit verkeersbesluit geldt de bepaling over het haaks meren in de Waterschapsverordening: In Artikel 5.4.13 wordt een verwijzing gemaakt naar ligplaatsen die zijn vastgelegd in een verkeersbesluit. In de toelichting bij dit artikel in de Waterschapsverordening wordt vermeld dat hiermee bedoeld wordt het Verkeersbesluit Ligplaatsen Linge. De verwijzing strekt ertoe aan te geven dat haaks meren slechts is toegestaan binnen de in het verkeersbesluit vastgelegde ligplaatszones. Het gemeerde vaartuig mag bij haaks meren niet langer zijn dan de meerzone volgens dit besluit breed is.
Ad I Ligplaatszones met breedte maximaal 4 meter voor door spierkracht voortbewogen schepen
Een ligplaatszone voor door spierkracht voortbewogen schepen mag door de rechthebbende op het aangrenzende perceel worden ingenomen door een of meerdere door spierkracht voortbewogen schepen als dit binnen de zone en lengte van de oever mogelijk is. De ligplaatszone voor door spierkracht voortbewogen schepen heeft een breedte van maximaal 4 meter.
Ad II Ligplaatszone met breedte maximaal 4 meter voor motorschepen
In een ligplaatszone voor een motorschip zijn een motorschip en tevens een of meerdere door spierkracht voortbewogen schepen toegestaan als dit binnen de zone en lengte van de oever mogelijk is.
Als een insteekhaven openstaat voor het openbaar verkeer met schepen, maakt deze deel uit van de vaarweg. Uitgangspunt is dan ook dat insteekhavens deel uitmaken van de vaarweg. Hiermee wordt aangesloten bij de definitie van het begrip vaarweg in het Binnenvaartpolitiereglement (BPR), namelijk: "elk voor het openbaar verkeer met schepen openstaand water".
Wanneer een ligplaats wordt ingenomen in een zogenaamde insteekhaven, geldt de beperking ten aanzien van de maximale lengte van 90% van de perceelsbreedte niet. Ook het evenwijdig aan de oever meren is in het geval van een insteekhaven niet verplicht. De overige bepalingen blijven onverminderd van kracht.
Bij het innemen van de ligplaats in een insteekhaven moet wel de maximale lengte van het vaartuig van 15 meter en de breedte van de ligplaatszone in acht worden genomen.
Dit betekent dat een motorschip vanuit een insteekhaven maximaal 4 meter de vaarweg mag insteken, de ligplaatszone voor motorschepen (zone II) heeft immers een breedte van maximaal 4 meter. Voor de aanleg van een insteekhaven, zijnde een dwars op de vaarweg gesitueerde inham, bedoeld voor het innemen van een ligplaats met een vaartuig, is een watervergunning vereist. Mogelijk ook een omgevingsvergunning.
Voor het ligplaats mogen nemen met een woonschip is een toestemming op grond van het verkeersbesluit ligplaatsen Linge vaak niet voldoende. Volgens de Waterschapsverordening worden geen woonarken toegestaan in de waterstaatszone. Een woonark in bijvoorbeeld een A-watergang wordt aangemerkt als object dat niet wordt toegestaan. Vrijwel altijd moet er naast regelgeving van het waterschap ook nog toestemming zijn op grond van provinciale- en gemeentelijke regelgeving. Zo zal bijvoorbeeld de ligplaats moeten passen in het bestemmingsplan. Ook zal de eigenaar van het water toestemming moeten geven voor gebruik van het eigendom. De eigenaar of rechthebbende van het woonschip is daarvoor zelf verantwoordelijk.
In navolging op het verkeersbesluit uit 2011 wordt ook voor dit besluit het jaar van vaststelling aangehouden.
Ad artikel 7. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025. De bekendmaking vindt voorafgaand plaats in het Waterschapsblad.
In het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2011 was overgangsrecht opgenomen voor situaties die niet meer pasten binnen de regels van het toen vast te stellen nieuwe verkeersbesluit in 2011. Het overgangsrecht bepaalde dat als onder het nieuwe verkeersbesluit geen ontheffing meer verleend zou worden, de ontheffing op een bepaald moment de geldigheid zou verliezen. Namelijk:
voor de ligplaatsen in zone I t/m III zal de ontheffing slechts gelden zolang de ontheffinghouder rechthebbende is op het aangrenzende perceel. Als ontheffinghouder het recht op het perceel verliest, zal de ontheffing van rechtswege vervallen of zal de ontheffing worden ingetrokken. Dat is echter afhankelijk van het feit of de ontheffing ook is verleend aan eventueel rechtverkrijgenden.
voor de woonschepen in zone VII zal de ontheffing slechts gelden zolang de ontheffinghouder eigenaar is van het woonschip. Gaat de eigendom van het woonschip over op een ander, maar is de ontheffing niet verleend aan rechtverkrijgenden, dan vervalt de ontheffing van rechtswege. Is deze wel verleend aan eventuele rechtverkrijgenden, dan zal het proces van intrekken van de ontheffing gevolgd moeten worden.
Onder het nieuwe verkeersbesluit 2024 moet dit overgangsrecht worden voortgezet voor zover de daaronder vallende situaties nog bestaan. De ontheffingen onder het voorgaande verkeersbesluit zijn verleend en die niet onder deze overgangsregels vallen, zijn verwerkt op de kaarten bij dit verkeersbesluit van 2024.
Het besluit wordt niet aangegeven door middel van borden omdat dit niet doelmatig is. Volgens artikel 13 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer kunnen verkeerstekens voor scheepvaartwegen waar verkeerstekens die een gebod of een verbod dan wel een aanbeveling of een inlichting bevatten niet doelmatig zijn, worden vervangen door bekendmakingen met dezelfde strekking als een verkeersteken. De loswallen van het waterschap zijn voorzien van borden met betrekking tot meren. Waterschap Rivierenland plaatst echter geen borden op eigendommen van anderen. In de wateralmanak is opgenomen waar gemeerd mag worden. Niet waar geankerd mag worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2024-25276.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.