Besluit tot wijziging van het Reglement van orde voor het college van dijkgraaf en hoogheemraden Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2016

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

 

gelezen het voorstel van 23 januari 2024, 24.0007877

 

gelet op artikel 56 en 78, eerste lid, van de Waterschapswet;

 

b e s l u i t :

 

Artikel I  

Het Reglement van orde voor het college van dijgraaf en hoogheemraden Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2016 wordt gewijzigd als volgt.

 

Artikel 11 komt te luiden:

  • 1.

    Voor het einde van de vergadering beslist het college of omtrent informatie op grond van een artikel 55b van de Waterschapswet een verplichting tot geheimhouding wordt opgelegd.

  • 2.

    De besluiten die zijn genomen omtrent stukken of voorstellen waarover geheimhouding is opgelegd worden door de voorzitter zo spoedig mogelijk daarna bekendgemaakt, tenzij het college heeft besloten dat ook daarvoor, al dan niet voor een bepaalde termijn, geheimhouding zal gelden.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

 

de secretaris, M.J. Kuipers

de voorzitter, ir. R.P.G. Bosma

Bijlage Toelichting

Regels omtrent geheimhouding van informatie zijn met de wijziging van de Waterschapswet bij wet van 9 december 2022 ondergebracht in een nieuw hoofdstuk VIIIa van de Waterschapswet. In artikel 55b Wsw is bepaald dat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter en een commissie van het waterschap op grond van een belang, genoemd in artikel 5.1, eerste en tweede lid, van de Wet open overheid, een verplichting tot geheimhouding kunnen opleggen ten aanzien van informatie die bij dat orgaan berust.

Het is niet wenselijk regels die al in de wet zelf zijn opgenomen te herhalen in het reglement van orde. In het reglement orde worden alleen aanvullende bepalingen opgenomen.

Het geheim verklaren van informatie is in de Waterschapwet nadrukkelijker losgekoppeld van het aan anderen verstrekken van die informatie.

Na het besluit om informatie geheim te verklaren kan in een aantal gevallen die informatie met een ander bestuursorgaan gedeeld worden. Dat is geregeld in het nieuwe artikel 55c Waterschapswet. Bij het verstrekken van geheime informatie vermeldt het orgaan dat de geheimhouding oplegt, dat op die informatie een verplichting tot geheimhouding rust. Degene die informatie ontvangt waarop een verplichting tot geheimhouding rust, dient die geheimhouding in acht te nemen en mag de informatie derhalve niet delen met anderen (artikel 55d, tweede lid Waterschapswet). Het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, is ook als enige bevoegd die informatie met andere organen te delen. Deze regel kent een uitzondering, namelijk voor het geval waarin geheime informatie met het algemeen bestuur is gedeeld. In dat geval is enkel nog het algemeen bestuur bevoegd om die informatie te delen met anderen. Artikel 55c, vijfde lid, tweede zin, Waterschapswet laat echter ruimte om te bepalen dat het orgaan dat informatie geheim heeft verklaard, na het verstrekken van die informatie aan het algemeen bestuur, alsnog zelf de kring van geheimhouders mag uitbreiden.

Het algemeen bestuur kan over dit laatste ook in algemene zin regels stellen, bijvoorbeeld om het college in staat te stellen stukken waarop geheimhouding is opgelegd, onder geheimhouding met anderen te delen als dit voor het dagelijks bestuur noodzakelijk is. Eveneens kan op deze wijze aandacht worden besteed aan de duur van de geheimhouding. Indien valt te voorzien dat de toetsing aan artikel 5.1 Woo na een bepaalde tijd tot een andere uitkomst leidt, kan hier ook bij het opleggen van de geheimhouding rekening mee worden gehouden.

Nu de bevoegdheid tot het opheffen van de geheimhouding exclusief bij het algemeen bestuur berust, wanneer de informatie met de raad is gedeeld, zal ook op een verzoek tot het opheffen van de geheimhouding door de raad moeten worden beslist. Een Woo-verzoek dat bij het college wordt ingediend, zal dus net als nu het geval is, moeten worden doorgeleid naar het algemeen bestuur.

De verplichting om geheimhouding in acht te nemen duurt voort totdat het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, de geheimhouding weer opheft. Deze regel kent twee uitzonderingen, namelijk voor het geval een commissie de geheimhouding heeft opgelegd en voor het geval geheime informatie met het algemeen bestuur is gedeeld. Als een commissie de geheimhouding heeft opgelegd, kan de geheimhouding ook worden opgeheven door het orgaan dat de commissie heeft ingesteld (artikel 55d, derde lid, Waterschapswet). Is geheime informatie met het algemeen bestuur gedeeld, dan is dit bestuur altijd exclusief bevoegd de geheimhouding op te heffen.

Bekrachtiging

Het vereiste van bekrachtiging wordt is met eerdergenoemde wijziging van de Waterschapswet losgelaten. Vanaf het moment dat informatie waarop geheimhouding rust met het algemeen bestuur wordt gedeeld, is het algemeen bestuur degene die beslist over het voortduren of opheffen van de geheimhouding en over de mogelijkheid stukken waarop geheimhouding rust aan anderen te verstrekken. Die bevoegdheden vervangen de bekrachtiging.

 

Naar boven