Bekendmaking projectplan waterwet ‘Realiseren aanpassing vispassage Deurningerbeek’

In de vergadering van 30 januari 2024 heeft het dagelijks bestuur het projectplan waterwet ‘Realiseren aanpassing vispassage Deurningerbeek’ vastgesteld.

 

Wat staat er in het projectplan waterwet ‘Realiseren aanpassing vispassage Deurningerbeek ’?

 

In 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht geworden. In deze richtlijn is opgenomen dat in 2015 een goede kwaliteit van grond- en oppervlaktewater moet zijn bereikt. Er is onder voorwaarden de mogelijkheid om deze termijn uit te breiden tot 2027 waarbij een aantal planperiodes worden onderscheiden (2009-2015, 2016-2021 en 2022-2027). Nederland maakt van deze mogelijkheid gebruik. Per periode wordt een Stroomgebiedbeheerplan (SGBP) opgesteld waarin de doelen en maatregelen per waterlichaam zijn opgenomen in factsheets. De ecologische kwaliteit kan worden verbeterd door ook de vismigratie weer mogelijk te maken. Daarvoor is in 2017 het vismigratienetwerk Rijndelta-Oost vastgesteld. De Deurningerbeek/Jufferbeek maakt onderdeel uit van dit netwerk.

 

Documenten bekijken (ter inzage)

Het projectplan waterwet ‘Realiseren aanpassing vispassage Deurningerbeek’ en de bijhorende documenten kunt u bekijken op de website van Vechtstromen via de volgende link: https://www.vechtstromen.nl/terinzage.

 

Alle stukken zijn in te zien, uitsluitend op afspraak, tijdens kantooruren bij waterschap Vechtstromen, Kooikersweg 1 te Almelo; maak een afspraak via telefoonnummer (088) 220 33 33.

 

U kunt deze documenten bekijken met ingang van 6 februari tot en met 19 maart 2024.

 

Vervolg

Bent u het niet eens met het projectplan? U kunt de rechtbank Overijssel (bestuursrechter) tot 20 maart 2024 laten weten dat u het niet eens bent met het projectplan. Dit heet beroep in stellen. U kunt beroep instellen als het projectplan uw belangen raakt of tegen uw belangen ingaat. U bent dan een belanghebbende.

 

Beroep instellen

Als u de rechtbank wilt laten weten dat u het niet eens bent met het projectplan, dan moet u dat schriftelijk doen bij de rechtbank Overijssel, afdeling Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. U moet daarbij de volgende gegevens vermelden:

 

  • a.

    uw naam en adres;

  • b.

    de datum (dagtekening);

  • c.

    de naam van het projectplan (het besluit);

  • d.

    waarom u het niet eens bent met projectplan (de gronden van uw beroep).

Op het projectplan is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat u de rechtbank direct moet laten weten waarom u het niet eens bent met projectplan. Het indienen van een voorlopige reactie (pro forma) en deze later aanvullen is niet mogelijk. U kunt uw reactie niet meer aanvullen na 19 maart 2024.

 

U kunt ook digitaal uw reactie indienen bij de rechtbank via https://mijn.rechtspraak.nl/keuze. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD).

Voor meer informatie kunt u de website van de rechtbank bezoeken: https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Overijssel. U kunt ook met de rechtbank bellen. Dit kan via het telefoonnummer 088 361 55 55.

Voor het indienen van uw beroep moet u een bedrag aan de rechtbank betalen (griffierecht).

 

Voorlopige voorziening

Als u bij de rechtbank beroep instelt stopt dit niet de uitvoering van het projectplan. Met een voorlopige voorziening vraagt u een voorlopige beslissing van de rechtbank als u de uitspraak van de rechtbank in de lopende procedure niet kunt afwachten vanwege een spoedeisend belang.

 

U kunt de voorlopige voorziening vragen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel, Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. U moet daarbij de volgende gegevens vermelden:

 

  • a.

    uw naam en adres;

  • b.

    de datum (dagtekening);

  • c.

    wat het spoedeisend belang is;

  • d.

    wat de voorlopige voorziening volgens u moet inhouden.

Een voorlopige voorziening kunt u alleen vragen als u al beroep heeft ingesteld tegen het projectplan.

Voor het vragen van een voorlopige voorziening moet u ook een bedrag aan de rechtbank betalen (griffierecht).

 

Informatie

Voor meer informatie over het projectplan waterwet ‘Realiseren aanpassing vispassage Deurningerbeek’ kunt u ook bellen met het algemene telefoonnummer (088) 2203333.

 

Projectplan waterwet ‘Realiseren aanpassing vispassage Deurningerbeek

 

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

In 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht geworden. In deze richtlijn is opgenomen dat in 2015 een goede kwaliteit van grond- en oppervlaktewater moet zijn bereikt. Er is onder voorwaarden de mogelijkheid om deze termijn uit te breiden tot 2027 waarbij een aantal planperiodes worden onderscheiden (2009-2015, 2016-2021 en 2022-2027). Nederland maakt van deze mogelijkheid gebruik. Per periode wordt een Stroomgebiedbeheerplan (SGBP) opgesteld waarin de doelen en maatregelen per waterlichaam zijn opgenomen in factsheets. De ecologische kwaliteit kan worden verbeterd door ook de vismigratie weer mogelijk te maken. Daarvoor is in 2017 het vismigratienetwerk Rijndelta-Oost vastgesteld. De Deurningerbeek/Jufferbeek maakt onderdeel uit van dit netwerk.

 

 

Figuur 1 De Deurningerbeek (licht blauw), stromend van oost naar west. Ter hoogte van A en B zijn de huidige vispassages gelegen. Punt C betreft een duiker en punt D betreft de Koppelleiding.

1.2 Doelstelling

Voorliggend plan is een projectplan volgens de Waterwet. Op grond van artikel 5.4, eerste lid van de Waterwet wordt voorafgaand aan de aanleg of wijzigingen van een waterstaatswerk door of vanwege de beheerder een projectplan vastgesteld. In het projectplan worden het werk zelf, de uitvoering van de werkzaamheden en de te treffen maatregelen ter voorkoming van eventuele nadelige gevolgen voor de omgeving, beschreven.

 

In dit projectplan worden de aanpassingen aan een deel van het watersysteem van de Deurningerbeek en de effecten op de omgeving beschreven.

 

Concreet is de projectdoelstelling als volgt:

Verbeteren van de ecologische kwaliteit van de Deurningerbeek door middel van het opheffen van de huidige migratie barrières in de Deurningerbeek. Dit draagt bij aan een goede ecologische kwaliteit voor de kwaliteitselementen waterfauna en heeft als uiteindelijk doel het verbeteren van de vispasseerbaarheid van het waterlichaam Oude Bornschebeek.

1.3 Projectresultaten

Met de uitvoering van dit project worden de volgende projectresultaten beoogd:

 

  • -

    Een goed functionerende vispassage;

  • -

    De duiker dient zodanig te liggen dat deze geen belemmering vormt voor de vispasseerbaarheid.

1.4 Leeswijzer

Dit projectplan bestaat uit drie delen. In deel I wordt beschreven wat het waterschap gaat doen en hoe het werk wordt uitgevoerd. Deel II geeft een toelichting op waarom dit werk wordt uitgevoerd. Dit deel is, met andere woorden, de onderbouwing van het plan. Deel III geeft tenslotte informatie over de rechtsbescherming en de procedures.

2. Gebiedsbeschrijving

2.1 Locatie

De Deurningerbeek bevindt zich in de provincie Overijssel, geheel in de gemeente Dinkelland. Het waterlichaam maakt onderdeel uit van het Oude Bornschebeek watersysteem. Het plangebied wordt begrensd aan de zuidzijde door de Oude Postweg doorkruist door de spoorlijn Oldenzaal - Hengelo en aan de noordzijde door de A1.

 

De voorgenomen werkzaamheden beschreven in onderhavig projectplan richting zich specifiek op het vispasseerbaar maken van het plangebied, zie figuur 1, die hieronder nader worden toegelicht.

 

De huidige vispassage bestaat uit een tweetal passages die in verschillende tijdspaden zijn gerealiseerd. Beide passages werken niet conform de hedendaagse inzichten en zijn aan renovatie/vervanging toe. Hieronder worden beide passages en de duiker beschreven.

 

Locatie A Bovenstroomse vispassage:

 

 

De bovenstroomse passage, zuidzijde spoorlijn, is niet meer werkzaam en de houten damwanden zijn dusdanig aangetast dat vervanging noodzakelijk is.

 

Locatie B Benedenstroomse Vispassage:

 

 

De benedenstroomse passage, noordzijde spoorlijn, heeft een grote mate van variatie in de openingen en een te grote verhanglijn. Deze is in de huidige situatie eveneens niet passeerbaar.

 

Locatie C Duiker in de Deurningerbeek:

 

De duiker is zo gepositioneerd dat de, verhanglijn plus de stroomsnelheden te hoog zijn voor o.a. de vissen. Deze vormt momenteel een barrière in het watersysteem.

2.2 Landschap

De Deurningerbeek stroomt door een afwisselend gesloten en open landschap. In het plangebied stroomt de Deurningerbeek door een halfopen landschap, met eenzijdig bos en agrarische gronden of tweezijdig in het bos.

 

HOOGTELIGGING

De hoogteligging van het maaiveld varieert van bovenstrooms 28,20m tot 26,50m + NAP benedenstrooms. De bodem van de Deurningerbeek varieert in hoogte van 27,00m +NAP tot 25,26m + NAP.

 

Figuur 2 Hoogteligging

2.3 Bodem

Op de bodemkaart (zie figuur 3) is de Deurningerbeek weergegeven. De bodem is gekarteerd als een beekeerdgrond met lemig fijn zand, hoge zwarte enkeerdgronden met leemarm en zwak lemig fijn zand en veldpodzolgronden met leemarm en zwak lemig fijn zand. Gezien de aard van de werkzaamheden (ondiepe grondroering in het talud) waarop dit projectplan van toepassing is, blijft de diepere ondergrond ongemoeid.

 

Figuur 3 Bodemkaart inclusief topografische kaart

2.4 Watersysteem

De Deurningerbeek (figuur 4, gele lijn) is een van de bovenlopen van de Oude Bornschebeek en ontspringt bovenstrooms de Enschedesestraat (N733) ter hoogte van Golf- en Countryclub ‘t Sybrook. Het traject tot aan de spoorlijn Oldenzaal-Hengelo wordt ook wel Jufferbeek genoemd. Via de natuurterreinen Lonnekerberg en het Holthuis (Landschap Overijssel) komt het water terecht bij de spoorlijn. Vlak bovenstrooms de spoorlijn zit aan de bovenstroomse zijde van de bestaande vispassage een eenvoudig verdeelwerk (met schotbalken) dat bij hevige neerslag een deel van de afvoer de Koppelleiding in stuurt. Bij reguliere afvoeren stroomt al het water onder het spoor door, naar de Deurningerbeek. Hier stroomt de beek verder door in noordwestelijke richting. Vlak bovenstrooms Hertme komen Deurningerbeek en Gammelkerbeek samen waarna de beek doorgaat als Oude Bornschebeek.

 

Figuur 4 Stroomgebied

3. Beschrijving van het werk

Het optimaliseren van de vispasseerbaarheid van de Deurningerbeek, past bij de opgaven die het waterschap heeft in kader van de Kaderrichtlijn Water en het vismigratienetwerk. In dit hoofdstuk worden de werkzaamheden ten behoeve van de vispasseerbaarheid nader toegelicht.

3.1 Ontwerp

In deze paragraaf wordt het ontwerp en de werking van de vispasseerbaarheid beschreven.

 

HET ONTWERP VAN DE VISPASSAGE

 

Figuur 5 Ontwerp van de vispassage

In het ontwerp, figuur 5 en bijlage 1, worden de huidige vispassages gesloopt en wordt de ruimte benut voor het realiseren van één lange vispassage. Het verval, 27,52m +NAP tot 26,12m +NAP, wordt opgelost door het aanleggen van een twintigtal bekkens. Er worden 5 bekkens voor de duiker en 15 bekkens achter de duiker gerealiseerd. Per bekken wordt er een hoogte van zeven centimeter overbrugt. De duiker onder de spoorlijn, in afstemming met Prorail, wordt aangevuld om de bodem te verhogen, dit betreft een verhoging van 47 cm van 26,70 naar 27,17+NAP.

 

Figuur 6 Detail van de vispassage

 

DE WERKING VAN DE CONSTRUCTIE:

Door de variatie aan afvoeren in de Deurningerbeek is ervoor gekozen om de openingen van 10 cm hoge dorpels te voorzien, hierdoor wordt meer opstuwing gecreëerd wat zich in hogere waterdieptes uitdrukt. De overlaten zijn 40 cm hoog en worden door zwerfstenen gevormd. De zwerfstenen dienen minimaal 20 cm diep in de bodem van het profiel verankert te zijn om uitspoeling of erosie te voorkomen. De ruimtes tussen de stenen worden dichtgesmeerd om waterverlies in de ruimtes tussen de stenen te voorkomen. De openingen worden verspringend aangelegd om de energie volledig in de bekken af te bouwen.

 

DUIKER (LOCATIE C):

De duiker op locatie C, wordt opgenomen en teruggeplaatst. De bodem rondom de duiker wordt vlak aangelegd, waardoor er geen verval meer wordt overbrugd door de duiker. Hierdoor wordt de duiker passeerbaar.

 

EFFECTEN

De effecten van het plan zijn nader beschreven in hoofdstuk 6. De volgende hoofdstukken geven eerst aan in welke mate de gronden beschikbaar zijn en de wijze waarop het werk wordt uitgevoerd.

4. Beschikbaarheid gronden

De beschreven werkzaamheden, het realiseren van de vispasseerbaarheid constructies, kan gerealiseerd worden op de gronden die in eigendom zijn van waterschap Vechtstromen.

5. Wijze van uitvoering

Voor het realiseren van de vispassage en het opnemen en plaatsen van de duiker zijn de volgende werkzaamheden nodig.

 

Onderstaand zijn de werkzaamheden beschreven:

 

  • Slopen van de huidige passages;

  • Opname van de duiker (locatie C)

  • Opvullen van de spoorduiker;

  • Het realiseren van de vispassage met o.a. het plaatsen van damwanden, aanbrengen beton en de steenbestorting.

5.1 Technische uitvoering

Na het doorlopen van de inspraakprocedure en vaststelling van dit projectplan volgt de verdere voorbereiding van het project. De uitvoering zal naar verwachting vanaf het voorjaar 2024 plaatsvinden en neemt ongeveer een maand in beslag. Tijdens de uitvoering van het werk worden de gebruikelijke voorwaarden gehanteerd met betrekking tot ecologie, het beperken van overlast voor de omgeving (wegafzettingen, geluid e.d.). Vanzelfsprekend wordt tijdens de uitvoering de veiligheid in acht genomen. Toezicht op de uitvoering vindt plaats door een toezichthouder van waterschap Vechtstromen.

5.2 Afwijkingsmogelijkheden uitvoering

In de uitvoering kunnen kleine afwijkingen ontstaan. De afwijkingen doen geen afbreuk aan de uitgangspunten en leiden voor belanghebbenden niet tot andere, dan in dit projectplan, beschreven effecten.

6. Effecten van het plan

6.1 Watersysteem

Onderstaand zijn de hydrologische effecten van het plan beschreven.

 

OPPERVLAKTEWATERSYSTEEM

Het optimaliseren van de constructie voor de vispasseerbaarheid heeft geen effect op de peilen in de Jufferbeek omdat de hoogte van de bovenste trede van de huidige vispassage hetzelfde is als de hoogte van de bovenste trede van de nieuwe vispassage.

 

  • De peilen in de Koppelleiding worden gestuurd met de eerst benedenstrooms gelegen stuw in de Koppelleiding (Stuw Oude Postweg, ST01608). De instelling van deze stuw blijft hetzelfde; de stuw stuurt automatisch op peil 27,7 m NAP.

GRONDWATERSTANDEN

Het optimaliseren van de vispasseerbaarheid aan het systeem heeft geen invloed op de grondwaterstanden. Zoals hierboven beschreven is er geen effect op het watersysteem. Daarmee is het ook uitgesloten dat er invloed is op de grondwaterstanden.

6.2 Ecologische effecten

Door het realiseren van dit project wordt de (vis)passeerbaar in ere herstelt. De positieve ecologische effecten hebben betrekking op de (migrerende) vissen zoals:

 

  • Bermpje

  • Riviergrondel

  • Driedoornige stekelbaars

  • Rivierdonderpad

  • Serpeling

  • Tiendoornige stekelbaars

  • Vetje

  • Beekprik

en andere organismen, deze kunnen na realisatie verder het Deurningerbeek-systeem optrekken richting de bovenlopen en de bron van het systeem. In bijlage 3 is het ecologische werkprotocol bijgevoegd.

6.3 Stikstof

Voor de werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de constructie is een Aerius berekening uitgevoerd. Deze is toegevoegd als bijlage 2. Als gevolg van de aanleg van de vispassage wordt een maximale toename in stikstofdepositie van 0,00 mol/ha/jaar berekend. Hiermee zijn significant negatieve effecten op de natuurwaarden (habitats) van de omliggende Natura 2000-gebieden uitgesloten. Hiermee zijn de werkzaamheden niet vergunningsplichtig. Op 3-11-2023 is er een correctie doorgevoerd in de AERIUS calculator, deze is reeds verwerkt in de bijgevoegde berekening d.d. 07-11-2023, Bijlage 2. Indien voor realisatie de AERIUS calculator wordt voorzien van een update wordt de huidige berekening eveneens geüpdatet. Eventuele mitigerende maatregelen worden dan opgenomen en getroffen.

7. Legger, beheer, onderhoud en monitoring

7.1 Legger

Na uitvoering worden de nieuwe gerealiseerde werken ingemeten en opgetekend in een revisietekening. De legger wordt vervolgens hierop aangepast met een leggerbesluit. Dit besluit wordt voorbereid en ter inzage gelegd conform de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht.

7.2 Beheer en onderhoud

Het beheer en onderhoud van het Deurningerbeek verandert niet naar aanleiding van realisatie van dit project. De aan te leggen constructies voor de vispasseerbaarheid komen in beheer van het waterschap.

 

Deel 2 – Verantwoording

In deel 2 wordt het projectplan getoetst aan de regelgeving en het relevante beleid. Er is kort weergegeven wat de relatie van dit projectplan is met het betreffende beleid of wet en waarom deze regelgeving een rechtvaardiging is van dit projectplan. Wanneer het beleid of een wet een beperking vormt, is aangegeven op welke wijze het plan daarop anticipeert.

8. Wet- en regelgeving

In deel II wordt het projectplan getoetst aan het relevante beleid. Telkens is kort weergegeven wat de relatie van dit projectplan is met het betreffende beleid of met de desbetreffende wet en waarom deze regelgeving een rechtvaardiging is van onderhavig projectplan. Wanneer het beleid of de wet een beperking vormt, is aangegeven op welke wijze het plan daarop is aangepast.

8.1 Toets Waterwet

Als een waterschap een waterstaatswerk wil aanleggen of wijzigen, dient op grond van artikel 5.4 Waterwet een projectplan te worden vastgesteld. Daarin is opgenomen een beschrijving van het werk, de wijze waarop dat zal worden uitgevoerd en een beschrijving van de voorzieningen om nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk ongedaan te maken of te beperken. Het werk dient bij te dragen aan de drie doelstellingen van de Waterwet waaronder:

 

  • 1.

    Voorkoming en waar nodig beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste (waterkwantiteit).

  • 2.

    Bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen (waterkwaliteit).

  • 3.

    Vervulling van overige maatschappelijke functies van het watersysteem.

Met onderhavig plan wordt invulling gegeven aan bovenstaande doelstellingen.

 

Ad 1.

Ondanks dat het geen hoofddoel van het project is om invulling aan deze doelstelling te geven, is deze doelstelling wel beschouwd. Er zijn geen negatieve effecten als gevolg van het project te verwachten.

 

Ad 2.

De Deurningerbeek wordt door deze maatregel (lokaal) migreerbaar, hierdoor zal in het plangebied de ecologische kwaliteit verbeteren.

 

Ad 3.

Ondanks dat het geen hoofddoel van het project is om invulling aan deze doelstelling te geven, is deze doelstelling wel beschouwd. Er zijn geen negatieve effecten als gevolg van het project te verwachten.

9. Beleidskaders

KADERRICHTLIJN WATER (KRW)

De KRW is in 2000 in werking getreden. Voor het waterbeheer is deze richtlijn kaderstellend omdat deze boven het landelijk beleid en de waterwetgeving op Europees niveau staat. De richtlijn beoogt een goede kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. De Deurningerbeek valt onder het KRW-waterlichaam Oude Bornschebeek welke is omschreven als een R5-type: Langzaam stromende middenloop/benedenloop.

 

Voor het waterbeheer is deze richtlijn maatgevend. De KRW is opgenomen in de waterwetgeving conform Europese richtlijnen. De 'chemische toestand' wordt beoordeeld aan de hand van 33 Europees vastgestelde prioritaire stoffen. De 'ecologische toestand ' is opgebouwd uit beoordelingen van onder andere de 'biologische kwaliteit' en de 'algemene fysisch-chemische kwaliteit', die in Nederland voornamelijk wordt bepaald door de nutriënten fosfor en stikstof. In de praktijk is de biologische kwaliteit, die bestaat uit maatlatten voor algen, vissen, macrofauna en waterplanten, meestal bepalend voor de ecologische toestand.

 

Deel 3 – Rechtsbescherming

 

10. Inspraaktermijn

Op grond van artikel 3 van de Inspraak- en participatieverordening Waterschap Vechtstromen wordt dit projectplan zes weken ter inzage gelegd. In die periode kunnen belanghebbenden een zienswijze over het ontwerp van het projectplan bij het dagelijks bestuur van het waterschap indienen. Na deze periode wordt het projectplan, met eventueel daarbij gevoegd de zienswijzen en de reactie van het waterschap daarop vastgesteld.

 

VERGUNNING EN ONTHEFFING

Na vaststelling van het projectplan wordt het plan verder uitgewerkt in een uitvoeringsdocument, zodat het werk aanbesteed en uitgevoerd kan worden. Hieraan voorafgaand worden de benodigde omgevingsvergunningen en ontheffingen aangevraagd.

 

CRISIS- EN HERSTELWET

Op dit projectplan is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat een belanghebbende in zijn beroepschrift tegen het besluit tot vaststelling van het projectplan moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken, kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Vermeld in het beroepschrift dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.

Bijlage 1: Technische Ontwerp

 

Bijlage 2: Aerius berekeningen realiseren vispasseerbaarheid Deurningerbeek

 

Bijlage 3: Ecologisch werkprotocol

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven