Peilbesluit Oude Korendijk en Groot Zuid-Beijerland

BESLUIT:

 

  • 1.

    Het vigerend peilbesluit De Eendragt (2015) voor peilgebieden H02.001 en H02.014 in te trekken;

  • 2.

    Het peilbesluit Oude Korendijk en Groot-Zuid-Beijerland, inclusief de Nota van Beantwoording van zienswijzen en de bijbehorende toelichtingen en waterstaatkundige kaarten vast te stellen.

Vaststelling peilbesluit Oude Korendijk en Groot Zuid-Beijerland

 

Waterschap Hollandse Delta heeft op 24 april 2024 peilbesluit Oude Korendijk en Groot Zuid-Beijerland vastgesteld.

 

Op dit peilbesluit zijn de Waterschapswet en de Omgevingswet van toepassing. Op grond van de Omgevingswet artikel 2.41, eerste lid, is het waterschapsbestuur verplicht voor daartoe aan te wijzen oppervlaktewaterlichamen, grondwaterlichamen of onderdelen daarvan die deel uitmaken van watersystemen die in haar beheer zijn één of meerdere peilbesluiten vast te stellen. Met artikel 7.5 van de provinciale omgevingsverordening Zuid-Holland zijn nadere regels gesteld met betrekking tot peilbesluiten. Artikel 83 van de Waterschapswet stelt dat alleen het algemeen bestuur van een waterschap de bevoegdheid heeft om peilbesluiten vast te stellen.

 

Het peilbesluit ligt met ingang van de dag van bekendmaking voor een periode van 6 weken ter inzage bij het Waterschap, Handelsweg 100, 2988 DC Ridderkerk. Voor het inzien van de stukken dient vooraf een afspraak gemaakt te worden. Dit kan door een emailbericht te sturen naar peilbesluiten@wshd.nl of door contact op te nemen via www.wshd.nl/contact. U kunt het peilbesluit ook inzien door de bij deze elektronische bekendmaking gevoegde bijlagen te openen.

 

Tegen het vastgestelde peilbesluit is geen bezwaar mogelijk maar staat alleen beroep bij de bestuursrechter open voor belanghebbenden die eerder zienswijzen op het ontwerp van het peilbesluit naar voren hebben gebracht en voor belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen op het ontwerp naar voren te hebben gebracht.

 

Een gemotiveerd beroepschrift kan worden ingediend bij de rechtbank Rotterdam, Postbus 50950, 3007 BM Rotterdam. Door het instellen van beroep wordt de werking van het besluit niet geschorst. Door het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening kan verzocht worden om het besluit wel te schorsen. Het verzoek kan worden ingediend bij de Voorzieningenrechter van voornoemde rechtbank. Het is ook mogelijk digitaal beroep in te stellen of een verzoek om een voorlopige voorziening in te dienen via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht.

 

Dijkgraaf en heemraden,

Namens dezen:

 

V. Bergsma, secretaris-directeur

 

1 Algemeen

1.1 Peilbeheer

Het beheergebied van waterschap Hollandse Delta is verdeeld in bemalingsgebieden. Een bemalingsgebied bestaat uit tenminste één maar vaak meerdere peilgebieden. Een peilbesluit kan één of meerdere peilgebieden bevatten en voor elk peilgebied stelt het waterschap een waterpeil vast met het besluit. In een peilbesluit worden de operationele peilen en peilregimes vastgelegd voor het regelen van de waterbeheersing waarbij de voorkomende functies en belangen in een peilgebied zo goed mogelijk worden gefaciliteerd. Te denken valt aan grondgebruik (akkerbouw, veeteelt, glastuinbouw, natuur, recreatie), bescherming van gebouwen, wegen en waterstaatswerken, waterkwaliteit, etc. Bij het vaststellen van een peilbesluit dient de waterbeheerder met verschillende (soms tegengestelde) belangen rekening te houden. Het waterschap heeft de taak om peilbesluiten in het beheersgebied actueel te houden en een inspanningsverplichting om het peilbeheer conform het peilbesluit uit te voeren.

 

1.2 Beleid en juridisch kader

Op dit peilbesluit is de Waterwet 1 , de Omgevingsverordening Zuid-Holland2 en de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Op grond van artikel 5.2 van de Waterwet is een waterbeheerder verplicht voor daartoe aan te wijzen oppervlaktewater- of grondwaterlichamen onder zijn beheer één of meer peilbesluiten vast te stellen. Bij provinciale verordening zijn nadere regels gesteld met betrekking tot peilbesluiten. Eén van de regels betreft dat het algemeen bestuur van het waterschap zorg draagt voor actuele peilbesluiten. De betekenis van bovenstaande wetgeving en beleidskaders voor de methode waarmee het waterschap peilbesluiten opstelt en bestuurlijk bestendigt, is uitgewerkt in het beleidsdocument Nota Peilbesluiten (2013).

 

Met het vaststellen van peilbesluiten geeft het bestuur van het waterschap rechtszekerheid aan de ingelanden welk peil gehandhaafd wordt in een peilgebied. De ingelanden kunnen hun activiteiten afstemmen op het waterpeil. De keuze voor een waterpeil komt tot stand door weging van alle belangen die in een peilgebied spelen. De te volgen procedure is bovendien ter waarborging dat dergelijke belangen inzichtelijk worden en worden afgewogen met een peilafweging.

 

Peilbesluiten worden voorbereid met toepassing van de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht. Daarbij staat tegen het besluit tot vaststelling van een peilbesluit rechtstreeks beroep open bij de rechtbank.

 

1.3 Toelichting

In het verleden werden peilbesluiten bij waterschap Hollandse Delta altijd in zijn geheel herzien met behulp van de GGOR-methodiek (Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime) en conform de Nota Peilbesluiten (2013). De besluitvorming kwam tot stand op basis van inventarisatie, onderzoek, gerealiseerde en toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, afwijkingen en afwegingen. De herziening van een volledig peilbesluit doorloopt hiermee een lange voorbereidingstijd en afhandelingsprocedure.

 

Een dergelijke lange en intensieve procedure blijkt niet altijd nodig te zijn om een peilbesluit actueel te maken of om een geheel nieuw peilbesluit op te stellen. Op 27 september 2018 heeft de Verenigde Vergadering besloten om peilbesluiten ook administratief en partieel te kunnen herzien (zie besluit B1803880).

 

Partiële herziening

Een partiële herziening van een peilbesluit geeft het waterschap de mogelijkheid om op onderdelen van het vigerend peilbesluit de streefpeilen en grenzen van bepaalde peilgebieden te herzien. Een partiële herziening kan plaatsvinden naar aanleiding van een gebiedsproces of onderzoek, waarbij een benodigde wijziging van het streefpeil (gedefinieerde opgave) één van de uitkomsten blijkt. Voor de peilgebieden waarbij geen wijziging van het streefpeil of grenzen heeft plaatsgevonden, blijft het vigerend peilbesluit gelden.

 

Administratieve herziening

Een administratieve peilbesluitherziening (eventueel partieel) kan nodig zijn, omdat uit veldmetingen blijkt dat het vigerend peilbesluit op onderdelen niet meer correspondeert met de werkelijkheid buiten. De peilgebiedsbegrenzingen in het vigerende peilbesluit kunnen bijvoorbeeld onjuist ingetekend zijn of in de praktijk gewijzigd zijn. Een deel van dergelijke wijzigingen in de peilgebiedsbegrenzingen heeft betrekking op (legger-)wijzigingen die reeds vergund zijn. Dit dient middels een nieuwe peilbesluitprocedure gecorrigeerd en bestendigd te worden om een actueel peilbesluit te hebben.

 

In tegenstelling tot een reguliere peilbesluitherzieningen verandert bij een administratieve herziening van een peilbesluit het peil en het peilbeheer in de praktijk per definitie niet. Het is daarom niet zinvol om een uitgebreide analyse uit te voeren, omdat in het projectplantraject of vergunningentraject al een analyse en een peilafweging heeft plaatsgevonden.

 

1.4 Voorliggend peilbesluit

In voorliggend peilbesluit wijzigen de streefpeilen in de praktijk niet. Voorliggend peilbesluit betreft een administratieve peilwijziging voor twee vastgestelde peilgebieden uit peilbesluit De Eendragt (2015). Het voorliggend peilbesluit betreft daarom een administratieve, partiële peilbesluitherziening.

2 Situatiebeschrijving

2.1 Aanleiding

Met peilbesluit De Eendragt (2015) is peilgebied H02.001 gesplitst in twee nieuwe peilgebieden, te samen polder Oude Korendijk en een groot gedeelte van polder Groot Zuid-Beijerland. Het resultaat is te zien in Figuur 1 en Bijlage A. Hierdoor kon in een deel van het voormalige gebied een ander peilregime ingesteld worden. In 2020 is besloten om een deel van de benodigde effectueringsmaatregelen voor de splitsing niet uit te voeren. Met hetzelfde besluit is het proces gestart om alleen voor deze twee peilgebieden een nieuw peilbesluit vast te stellen, een zogenaamde partiele herziening van het peilbesluit uit 2015.

 

2.2 Peilgebiedscoderingen

In voorliggend peilbesluit wordt voor de betreffende peilgebieden een andere codering gehanteerd dan in peilbesluit De Eendragt (2015). In dit peilbesluit wordt de huidig gehanteerde codering van het register gebruikt. Voor de duidelijkheid is daarom een translatietabel en een overzichtskaart met de verschillende coderingen voor de betreffende peilgebieden opgesteld (Tabel 1 en Figuur 1).

 

Tabel 1. Translatietabel voor de verschillende coderingen van peilbesluit De Eendragt (2015) en Peilbesluit Oude Korendijk en Groot Zuid-Beijerland (voorliggend).

 

Poldernaam

Peilgebiedscode

 

Peilbesluit De Eendragt (2015)

Peilgebiedscode

 

Peilbesluit Oude Korendijk en Groot Zuid-Beijerland

Oude Korendijk

2.1

H02.001

(een gedeelte van) Groot-Zuid-Beijerland

2.1C

H02.014

 

 

Figuur 1. Een klein overzichtskaartje van het gebied met de twee betreffende vigerende peilgebieden. Een duidelijkere kaart zit in Bijlage A en Bijlage B. Het gehele peilgebied was gekenmerkt met code 2.1. Dit peilgebied is na vaststelling van Peilbesluit De Eendragt (2015) gesplitst is in een westelijk deel welke code 2.1 (nieuw H02.001) heeft behouden (licht blauw), en een oostelijk deel welke code 2.1C (nieuw H02.014) heeft gekregen (donker blauw). De grens is aangegeven met het kleurverschil en ligt bij de schuif van Zwartsluisje (10947DU).

 

2.3 Besluit tot stopzetten effectueringsmaatregelen

Voorliggend peilbesluit is opgesteld als vervolg op het besluit van 19 mei 2020 van college van Dijkgraaf en Heemraden om peilbesluit De Eendragt (2015) niet volledig te effectueren (B2001108). Met besluit B2001108 is het volgende besloten:

 

  • 1.

    In te stemmen met het stopzetten van de maatregelen benodigd voor de effectuering van het peilbesluit De Eendragt (Hoeksche Waard) (investering 7103100289 De Eendragt , fase 1) en daarmee de investering voortijdig af te sluiten.

  • 2.

    In te stemmen met het intrekken van KRW-maatregel Instellen flexibel peilbeheer peilvak 2.1-oost voor bemalingsgebied De Eendragt .

  • 3.

    In te stemmen met het opstarten van het proces om het vigerend peilbesluit De Eendragt (Hoeksche Waard) terug te draaien c.q. een nieuw peilbesluit vast te stellen.

  • 4.

    (een administratieve afhandeling van de reeds gemaakte kosten)

Op grond van dit bestuurlijk besluit worden de benodigde effectueringsmaatregelen voor de peilwijziging niet uitgevoerd en is het vigerend peilbesluit van peilgebied H02.014 niet meer actueel, of anders gezegd nooit actueel gemaakt. Peilgebied H02.001 is nog wel actueel, omdat daar eenzelfde peilregime is vastgesteld als het al was voor 2015. De praktijkpeilen in beide peilgebieden zijn ongewijzigd gebleven en zullen met een nieuw peilbesluit moeten worden vastgesteld.

 

2.4 Juridische betekenis van het besluit

Het peilbesluit De Eendragt (2015) kan alleen geeffectueerd worden wanneer alle in het peilbesluit voorgestelde maatregelen worden gerealiseerd. De benodigde maatregelen zijn echter geen (opschortende) voorwaarde voor vaststelling van het nieuw vigerend peil. Anders gezegd, de nieuwe streefpeilen zijn niet onder voorbehoud van de te treffen maatregelen vastgesteld.

 

Het gevolg van het besluit van het college van Dijkgraaf en Heemraden om het peilbesluit voor de peilgebieden H02.001 en H02.014 niet te effectueren (B2001108), is dat het peilbesluit voor peilgebied H02.014 niet meer actueel is. Daarom werd met hetzelfde besluit ook besloten om het proces te starten om het vigerend peilbesluit voor de peilgebieden H02.001 en H02.014 in te trekken c.q. een nieuw peilbesluit vast te stellen.

3 Peilafweging en peilvoorstel

Het peilgebied 2.1 (huidig H02.001 én H02.014) met een vast streefpeil van NAP -2,00 m is ingesteld ten tijde van de ruilverkaveling in de jaren ‘70. In die tijd bestond dit peilgebied uit twee peilgebieden. De westelijk gelegen ‘Polder Oude Korendijk’ had een peil van NAP -2,00 m en de oostelijk gelegen ‘Polder Groot Zuid-Beijerland’ had een peil van NAP -1,60 m. De scheiding van de twee peilgebieden was gelegen op de Oude Nieuwlandsedijk en Hogendijk. Door de samenvoeging is vooral in de polder Groot Zuid-Beijerland een grote drooglegging ontstaan (gemiddeld 1,76 m). Het samengevoegde peilgebied en peilregime is ongewijzigd vastgesteld in het jaar 1996 en verlengd in het jaar 2006. In het jaar 2015 is de situatie, het peilgebied en het peilregime opnieuw herzien en bestendigd met peilbesluit De Eendragt (2015).

 

Voor de volledigheid is Tabel 2 opgesteld om te duiden wat de wijzigingen zijn tussen de peilbesluiten door de jaren heen. Voor peilgebied H02.001 is de vigerende situatie gelijk aan eerder vastgestelde peilbesluiten. De vigerende situatie voor peilgebied H02.014 is met peilbesluit De Eendragt (2015) gewijzigd van een vast peilregime van NAP -2,00 m naar een peilregime met een zomer en winterpeil van respectievelijk NAP -2,00 m en NAP -1,80 m.

 

Het beheer van het waterpeil is in de praktijk sinds het vaststellen van peilbesluit De Eendragt (2015) ongewijzigd gebleven. Dat komt doordat de belangrijkste maatregelen die nodig zijn voor de effectuering van het peilbesluit niet uitgevoerd zijn. Geconcludeerd wordt dat de waterbeheersing in de praktijk, zowel voor peilgebied H02.001 als H02.014 sinds de ruilverkaveling in de jaren ’70 ongewijzigd zijn gebleven.

 

Tabel 2. De relatie tussen peilbesluit en het vigerend en praktijkpeil door de jaren heen. Voor deze tabel worden de huidige peilgebiedscodes aangehouden om de vergelijking zichtbaar te maken. In werkelijkheid moet er rekening mee worden gehouden dat polder Oude Korendijk en een gedeelte van polder Groot Zuid-Beijerland vóór 2015 één peilgebied was, m.a.w. H02.014 bestond toen niet als een apart peilgebied.

Peilbesluit

 

H02.001

H02.014

 

Vigerend

Vigerend

Praktijksituatie

Peilbesluit

De Eendragt (2006)

Vast peil

NAP -2,00 m

[onderdeel van peilgebied H02.001]

[onderdeel van peilgebied H02.001]

Peilbesluit

De Eendragt (2015)

Vast peil

NAP -2,00 m

Winterpeil

NAP -1,80 m

 

Zomerpeil

NAP -2,00 m

Vast peil

NAP -2,00 m

Peilvoorstel Peilbesluit Oude Korendijk en Groot Zuid-Beijerland

Vast peil

NAP -2,00 m

[samengevoegd met peilgebied H02.001]

[samengevoegd met peilgebied H02.001]

 

3.1 Beheersbaarheid streefpeil in de praktijk

Het peilbeheer is sinds het vaststellen van het peilbesluit in 2015 niet gewijzigd. In het beheer heeft men de mogelijkheden om het voorgestelde peilbeheer uit te voeren. Er zijn geen klachten over te natte en te droge locaties tijdens reguliere omstandigheden bekend. De peilgebiedsgrenzen van peilgebieden H02.001 en H02.014 zijn in de praktijk niet anders dan de in 2015 vastgestelde peilgebiedsgrenzen. Sinds de laatste herziening zijn geen peilregelende kunstwerken of andere waterstaatswerken verplaatst waarmee de peilgebiedsgrens verlegd is. Het waterpeil van NAP -2,00 m faciliteert nog steeds voldoende de gebruiksfunctie.

 

De beheersbaarheid van het streefpeil in de praktijk en de actuele gegevens van de waterstaatswerken geven geen aanleiding om voor peilgebieden H02.001 en H02.014 een ander streefpeil of andere peilgebiedsbegrenzingen in te stellen dan heden aanwezig is.

 

In de jaarlijkse Peilindicator komt peilgebied H02.014 echter als ‘onvoldoende’ naar voren. Dat komt doordat de methodiek van de Peilindicator de prestatie van het waterbeheer scoort ten opzichte van de vastgestelde vigerende situatie, niet ten opzichte van de praktijksituatie.

 

3.2 Peilvoorstel

Het peilvoorstel is daarom als volgt.

 

PEILVOORSTEL

 

Op basis van bovengenoemde overwegingen wordt voorgesteld peilgebied H02.014 en H02.001 samen te voegen tot één peilgebied met kenmerk H02.001. Voor het gehele peilgebied H02.001 wordt het navolgende streefpeil en peilregime voorgesteld:

 

Waterpeil

Vast streefpeil: NAP -2,00 m

 

Beheersmarge

Bij het voorgestelde vaste peil wordt uitgegaan van na te streven peil. Dit betekent dat onder reguliere (weer)omstandigheden de gemeten waarde kan en mag afwijken van de vastgestelde streefwaarde. De marge waarin het na te streven peil onder reguliere omstandigheden kan en mag fluctueren wordt de beheermarge genoemd. Voorgesteld wordt om in peilgebied H02.001 een beheermarge te hanteren van ± 10 cm ten opzichte van het streefpeil. Dat betekent dat onder reguliere omstandigheden het waterpeil mag schommelen tussen NAP -1,90 m en NAP -2,10 m.

 

Effectuering

Voor dit specifieke peilbesluit wijzigt er in de praktijk buiten niets. Er zijn geen aanvullende maatregelen nodig om het peilbesluit te effectueren.

 

Ridderkerk, 24 april 2024

De Verenigde Vergadering voornoemd,

secretaris-direceur,

V. Bergsma

dijkgraaf,

J.F. Bonjer

Bijlage A: Vigerend waterstaatkundige kaart

 

Bijlage B: Nieuwe waterstaatkundige kaart

 

Naar boven