Waterschapsblad van Hoogheemraadschap van Rijnland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Hoogheemraadschap van Rijnland | Waterschapsblad 2024, 16880 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Hoogheemraadschap van Rijnland | Waterschapsblad 2024, 16880 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Deze publicatie bevat verschilmarkering t.o.v. eerdere regelingtekst. Tekst en afbeeldingen die worden toegevoegd zijn onderstreept en groen gemarkeerd, of van een groen kader voorzien. Tekst en afbeeldingen die worden verwijderd zijn doorgestreept en rood gemarkeerd, of van een rood kader voorzien.
De publicatie wordt standaard getoond met verschilmarkering. Door te kiezen voor ‘Was’ of ‘Wordt’ kunt u de voormalige of vernieuwde tekst op zichzelf bekijken.
Toon versie van document
Dit document bevat verschilmarkering t.o.v. eerdere regelingtekst.
Tekst en afbeeldingen die worden toegevoegd zijn onderstreept en groen gemarkeerd, of van een groen kader voorzien. Tekst en afbeeldingen die worden verwijderd zijn doorgestreept en rood gemarkeerd, of van een rood kader voorzien.
In ontwerp een verbod vast te stellen voor het maken van bestrating, een weg of een pad in de zone
voor duinaangroei alsmede een verbod op bouwen in de zone voor duinaangroei;
In ontwerp een vergunningplicht vast te stellen voor graven in de zone voor duinaangroei;
In ontwerp de nieuwe begrippen “strand op- en afrit” en “zone van duinaangroei” vast te stellen;
In ontwerp een beoordelingsregel vast te stellen voor graven in de zone voor duinaangroei;
In ontwerp een reservering vast te stellen voor het werkingsgebied zone voor duinaangroei;
In ontwerp een wijziging van het werkingsgebied “buiten bebouwde deel van de kernzone en
beschermingszone van de zeewering” vast te stellen;
Hiervoor de 'Waterschapsverordening de Rijnlandse Keur' in ontwerp te wijzigen zoals weergegeven in Bijlage A en dit ontwerp vrij te geven voor inspraak.
Leiden, 9 juli 2024
Dijkgraaf en hoogheemraden
R.A.M. van der Sande, dijkgraaf
M. Middendorp, secretaris
A
Artikel 1.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit is de uitleg van de in deze verordening gebruikte begrippen:
Een plek in het oppervlaktewater voor het vastleggen van boten of andere vaartuigen. Het is gemaakt van palen met een horizontale balk ertussen.
Water vanuit een oppervlaktewater naar een ander oppervlaktewater halen met een werk. Of het water op een natuurlijke manier daar naartoe laten stromen.
Bijvoorbeeld een hek, muurtje of schrikdraad.
Het losslaan, wegwaaien of wegspoelen van een deel van de duinen bij een harde storm.
Een installatie waar Rijnland het stedelijk afvalwater schoonmaakt.
Water vanuit een oppervlaktewater naar een ander oppervlaktewater brengen met een werk. Of het water op een natuurlijke manier daar weg laten stromen.
In de Omgevingswet staat: Archeologische monumenten zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet.
Dit zijn de belangrijkste sloten, vaarten, plassen en meren binnen Rijnland. Ze hebben een belangrijke rol bij de aanvoer en afvoer van water, de waterberging en het onderhoud aan een waterkering. Ze zijn ook belangrijk als leefgebied voor planten en dieren.
Een horizontale bemaling of drainage. Het grondwater wordt met een pomp afgevoerd via horizontaal geplaatste zuigbuizen. Er worden geen verticale filters gebruikt.
Opslaan van water.
Een saldo van gedempt en gegraven oppervlaktewater. Dit saldo wordt bijgehouden in een Berging Rekening Courant (BRC).
Een bescherming van de oever. Een beschoeiing staat in het oppervlaktewater langs de waterkant. Het voorkomt dat de oever wegspoelt in het water.
Het schuin aflopende deel van een dijk aan de kant van het land.
Een geotechnisch of milieukundig onderzoek van de bodem. Hierbij worden boringen en/of sonderingen gebruikt.
Oppervlaktewater bedoeld voor het opvangen van water uit de polders en voor het aanvoeren en afvoeren van water uit Rijnlands gebied.
Met gekromde buizen wordt een gat gespoten. Met een boogzinker kan de initiatiefnemer kabels en leidingen bijvoorbeeld onder een sloot of weg door aanbrengen.
In de Omgevingswet staat: plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten.
In de Omgevingswet staat: constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart.
Hiermee wordt grondwater uit de bodem onttrokken en gebruikt als bluswater.
Een vaste of beweegbare verbinding tussen twee percelen die gescheiden zijn door oppervlaktewater.
Het schuin aflopende deel van een dijk aan de kant van het water.
Een holle stalen buis.
De kwaliteit van de samenstelling van het water en welke stoffen en verontreinigingen daarin zitten.
De chemische toestand van het oppervlaktewater zoals bedoeld in de Kaderrichtlijn Water.
Een gedeelte van een waterkering dat lager is dan de rest van de waterkering. Bijvoorbeeld omdat dwars door de waterkering een weg is gemaakt. De lagere plek kan bij hoogwater worden afgesloten.
In de Omgevingswet staat: monumenten, archeologische monumenten, stads- en dorpsgezichten, cultuurlandschappen en, voor zover dat voorwerp is of kan zijn van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in het omgevingsplan, ander cultureel erfgoed als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet.
De kuil die ontstaat bij het weggraven van een gedeelte van een grondlaag. Het cunet wordt daarna weer gevuld met bijvoorbeeld zand. Dit wordt gedaan om een ondergrond te maken die stevig genoeg is voor een bepaalde activiteit.
Een constructie die grond of water keert. Het is gemaakt van bijvoorbeeld beton, steen, hout, kunststof of staal.
De onderkant van een afsluitende laag basisveen.
Een goed te gebruiken materiaal dat uit de grond kan worden gehaald. Bijvoorbeeld zand, schelpen, grind, klei, kalksteen en zout.
Het verkleinen van het bergend oppervlak van een oppervlaktewater. Het bergend oppervlak is de ruimte die beschikbaar is voor water.
Het dagelijks bestuur van Rijnland, bedoeld in artikel 8 van het Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Rijnland en artikel 40 van de Waterschapswet.
Op een goede en handige manier een hoeveelheid water opvangen voor laboratoriumonderzoek.
Dit gaat over de draagkracht van de bodem. Het geeft aan hoeveel gewicht een bodem aankan zonder dat bijvoorbeeld een bouwwerk verzakt.
Een voorwerp dat zelfstandig blijft drijven en een vaste ligplaats heeft aan de waterkant. Bijvoorbeeld: woonboten, woonschepen, woonarken, drijvende steigers, drijvende botenhuizen
De afstand tussen het waterpeil en het gemiddeld/ de mediaan van de hoogte van het maaiveld.
Een buis, koker of andere constructie onder bijvoorbeeld een dam, dijk of weg die oppervlaktewateren met een zelfde waterpeil met elkaar verbindt.
De onderste rand van een duin, waar een duin overgaat naar het strand.
De kwaliteit van de structuur en het functioneren van het ecosysteem van het oppervlaktewater. Denk hierbij aan de planten en dieren, maar ook aan de schimmels en de algen die in het oppervlaktewater en in de waterbodem leven.
De ecologische toestand van het oppervlaktewater zoals bedoeld in de Kaderrichtlijn Water.
Emissiebeheersingsmaatregelen zoals bedoeld in de Kaderrichtlijn water (KRW).
Slijtage door wind, ijs en water.
Materiaal dat zorgt dat de grond van het talud niet wegwaait, wegspoelt of op een andere manier verdwijnt.
De hoogte van de bovenste laag grondwater gemeten vanaf het maaiveld. Deze bovenste laag grondwater komt de initiatiefnemer het eerst tegen bij graven en boren.
De fysische kenmerken van het oppervlaktewater zoals bedoeld in de Kaderrichtlijn Water.
Een ondergrond met een gesloten systeem voor het telen van planten. Deze systemen worden ook wel gesloten Pot Container Teelt (PCT) genoemd. Bijvoorbeeld een speciale betonvloer.
In de Omgevingswet staat: water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact met de bodem of ondergrond staat.
Grondwater uit de bodem halen met een onttrekkingsinrichting. Dit is een inrichting of werk bedoeld om grondwater uit de bodem te halen. Vaak is dit een pomp.
Onttrokken grondwater terugbrengen in de bodem.
In de Omgevingswet staat: Afzonderlijke grondwatermassa in een of meer watervoerende lagen.
Het Besluit activiteiten leefomgeving zegt: het beheren, beperken of ongedaan maken van verontreiniging van het grondwater.
De hoogte van het grondwater in de bodem.
Loodrecht
Een bedekking van de bodem waardoor neerslag niet of maar heel weinig in de bodem kan komen. Bijvoorbeeld bestrating, gesloten teeltvloeren en bouwwerken.
Een kabel of leiding waarmee een woning of woongebouw een aansluiting krijgt op een netwerk. Bijvoorbeeld het netwerk voor elektriciteit, gas, drinkwater, warmte of media/(tele)communicatie.
Water in de bodem brengen om de grondwaterstand aan te vullen. Dit gebeurt naast het onttrekken van grondwater.
In de Omgevingswet staat: wegen en vaarwegen, waaronder routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen, spoorwegen, havens, luchthavens, energie-infrastructuur, telecommunicatie-infrastructuur, buisleidingen, openbare hemelwater- en ontwateringsstelsels en vuilwaterriolen, infrastructuur voor watervoorzieningswerken als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drinkwaterwet en andere vitale infrastructuur.
De waterdiepte die minimaal nodig is voor een oppervlaktewater. Deze diepte staat in de legger oppervlaktewateren.
De persoon die een werk of de activiteit wil gaan uitvoeren en hiervoor verantwoordelijk is. Een initiatiefnemer kan het werk of de activiteit zelf uitvoeren of hiervoor een opdracht geven aan een andere partij.
Het punt waar de schuine oever overgaat in het vlakke maaiveld of een beschoeiing.
Moment waarop de regels uit deze verordening gaan gelden.
Het centrale deel van het waterstaatswerk. De kernzone staat in de werkingsgebieden.
Een zone met het bovenste gedeelte van een waterkering. Deze zone staat in de legger regionale waterkeringen.
In het Besluit kwaliteit leefomgeving staat: oppervlaktewaterlichaam als bedoeld in artikel 2, onder 10, van de Kaderrichtlijn Water.
Een civieltechnisch werk dat nodig is om het netwerk van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen, en/of leidingen goed te laten werken. Voorbeelden zijn: een brug, dam, duiker of stuw. Zo’n kunstwerk is niet bedoeld voor permanent verblijf door mensen.
De kwantitatieve toestand van een grondwaterlichaam zoals bedoeld in de Kaderrichtlijn Water.
Grondwater dat onder drukverschil vanuit de bodem omhoog komt.
Vanaf de waterkant verder het land in.
In de Omgevingswet staat: legger als bedoeld in artikel 2.39 Omgevingswet.
Een profiel met de richting, vorm, maten en constructie van een waterkering die aan de veiligheidsnormen voldoet. Een profiel is vaak een zijaanzicht, maar kan ook bijvoorbeeld 3D zijn.
Het leggerprofiel is te vinden in:
Lang en smal.
Het spuiten van water rondom bijvoorbeeld een heipaal of damwand die uit de grond moet. Zo komt de paal makkelijker los uit de grond.
De bovenkant van de grond van een terrein. Ook de bestrating hoort bij het maaiveld. Bij het maaiveld hoort niet:
een kunstmatige verhoging zoals een talud of een berm; en
een kunstmatige verlaging.
De maatschappelijke functies van het watersysteem zijn bijvoorbeeld natuurbeleving, varen, of het goed houden van funderingen van bouwwerken. Het is een maatschappelijke functie als veel gebruikers regelmatig gebruik maken van een functie. Bij een paar gebruikers gaat het niet om een maatschappelijk functie.
In de Omgevingswet staat: maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet.
Beschermingsbuis voor kabels en leidingen.
Een paal in het oppervlaktewater om bijvoorbeeld een boot of ander vaartuig aan vast te maken.
Moerig betekent dat de grondlaag voor minimaal 15% uit organisch stof bestaat. Moerige grond heeft een moerige laag van 5 tot 40 centimeter dik. De bovenkant van de moerige laag zit niet dieper dan 40 centimeter onder het maaiveld.
Normaal Amsterdams Peil. Alle hoogtes in Nederland worden gemeten ten opzichte van met het NAP.
Het zorgen voor de natuur.
NEN 3650-1:2020: Eisen voor buisleidingsystemen - Deel 1: Algemene eisen, versie 2020.
NEN 3650-2:2020: Eisen voor buisleidingsystemen - Deel 2: Aanvullende eisen voor leidingen van staal, versie 2020.
NEN 3650-3:2020: Eisen voor buisleidingsystemen - Deel 3: Aanvullende eisen voor leidingen van kunststof, versie 2020.
NEN 3650-4:2020: Eisen voor buisleidingsystemen - Deel 4: Aanvullende eisen voor leidingen van beton, versie 2020.
NEN 3650-5:2020: Eisen voor buisleidingsystemen - Deel 5: Aanvullende eisen voor leidingen van gietijzer, versie 2020.
NEN 3651:2020: Aanvullende eisen voor buisleidingen in of nabij belangrijke waterstaatswerken, versie 2020.
NEN 6600-1:2019: Water - Monsterneming - Deel 1: Afvalwater, versie 2019.
NEN 6646/C1:2015: Water - Fotometrische bepaling van het gehalte aan ammoniumstikstof en van de som van de gehalten aan ammoniumstikstof en organisch gebonden stikstof volgens Kjeldahl, door mineralisatie met seleen, met behulp van een doorstroomanalysesysteem - Ontsluiting met zwavelzuur, seleen en kaliumsulfaat, versie 2015 + C1:2015.
NEN 6966:2006: Milieu - Analyse van geselecteerde elementen in water, eluaten en destruaten – Atomaire emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma, versie 2006.
NEN-EN 12566-1:2016: Kleine afvalwaterzuiveringsinstallaties ≤ 50 IE - Deel 1: Geprefabriceerde septictanks, versie 2016.
NEN-EN 13284-1:2001: Europese norm voor Emissies van stationaire bronnen – Bepaling van massaconcentratie van stof in lage concentraties – Deel 1: Manuele gravimetrische methode, versie 2001.
NEN-EN 872:2005: Water – Bepaling van het gehalte aan onopgeloste stoffen – Methode door filtratie over glasvezelfilters, versie 2005.
NEN-EN-ISO 10301:1997: Water - Bepaling van zeer vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen - Gaschromatografische methoden, versie 1997.
NEN-EN-ISO 11732:2005: Water - Bepaling van ammonium stikstof - Methode voor doorstroomanalyse (CFA en FIA) en spectrometrische detectie, versie 2005;
NEN-EN-ISO 11885:2009: Water - Bepaling van geselecteerde elementen met atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES), versie 2009.
NEN-EN-ISO 12846:2012: Water - Bepaling van kwik - Methode met atomaire-absorptiespectrometrie met en zonder concentratie, versie 2012.
NEN-EN-ISO 13395:1997: Water - Bepaling van het stikstofgehalte in de vorm van nitriet en in de vorm van nitraat en de som van beide met doorstroomanalyse (CFA en FIA) en spectrometrische detectie, versie 1997.
NEN-EN-ISO 15587-1:2002: Water - Ontsluiting voor de bepaling van geselecteerde elementen in water - Deel 1: Koningswater ontsluiting, versie 2002.
NEN-EN-ISO 15587-2:2002: Water - Ontsluiting voor de bepaling van geselecteerde elementen in water - Deel 2: Ontsluiting met salpeterzuur, versie 2002.
NEN-EN-ISO 15680:2003: Water - Gaschromatografische bepaling van een aantal monocyclische aromatische koolwaterstoffen, naftaleen en verscheidene gechloreerde verbindingen met ‘purge-and-trap’ en thermische desorptie, versie 2003.
NEN-EN-ISO 15681-1:2005: Water - Bepaling van het gehalte aan orthofosfaat en het totale gehalte aan fosfor met behulp van doorstroomanalyse (FIA en CFA) - Deel 1: Methode met een doorstroominjectiesysteem (FIA), versie 2005.
NEN-EN-ISO 15681-2:2018: Water - Bepaling van het gehalte aan orthofosfaat en het totale gehalte aan fosfor met behulp van doorstroomanalyse (FIA en CFA) - Deel 2: Methode met een continu doorstroomanalysesysteem (CFA), versie 2018.
NEN-EN-ISO 15682:2001: Water - Bepaling van het gehalte aan chloride met doorstroomanalyse (CFA en FIA) en fotometrische of potentiometrische detectie, versie 2001.
NEN-EN-ISO 17294-2:2016: Water - Toepassing van massaspectrometrie met inductief gekoppeld plasma - Deel 2: Bepaling van geselecteerde elementen inclusief uranium isotopen, versie 2016.
NEN-EN-ISO 17852:2008: Water - Bepaling van kwik - Methode met atomaire fluorecentiespectometrie, versie 2008.
NEN-EN-ISO 17993:2004: Water - Bepaling van 15 polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) in water met HPLC met fluorescentiedetectie na vloeistof-vloeistof extractie, versie 2004.
NEN-EN-ISO 5667-3:2018: Water - Monsterneming - Deel 3: Conservering en behandeling van watermonsters, versie 2018.
NEN-EN-ISO 5815-1:2019: Water - Bepaling van het biochemisch zuurstofverbruik na n dagen (BZVn) - Deel 1: Verdunning en enting onder toevoeging van allylthioureum, versie 2019.
NEN-EN-ISO 5815-2:2003: Water - Bepaling van het biochemisch zuurstofverbruik na n dagen (BZVn) - Deel 2: Methode voor onverdunde monsters, versie 2003.
NEN-EN-ISO 6878:2004: Water - Bepaling van fosfor - Ammoniummolybdaat spectometrische methode, versie 2004.
NEN-EN-ISO 9377-2:2000: Water - Bepaling van de minerale-olie-index -Deel 2: Methode met vloeistofextractie en gas-chromatografie, versie 2000.
NEN-ISO 15705:2003: Water - Bepaling van het chemisch zuurstofverbruik (ST-COD) - Kleinschalige gesloten buis methode, versie 2003.
NEN-ISO 15923-1:2013: Waterkwaliteit - Bepaling van de ionen met een discreet analysesysteem en spectrofotometrische detectie - Deel 1: Ammonium, chloride, nitraat, nitriet, ortho-fosfaat, silicaat en sulfaat, versie 2013.
NEN-ISO 5663:1993: Water - Bepaling van het gehalte aan Kjeldahl-stikstof - Methode na mineralisatie met seleen, versie 1993.
Niet sneller dan de snelheid waarmee neerslag op een natuurlijke manier in de bodem zakt en via de bodem naar oppervlaktewater stroomt.
Het gebied tussen de waterbodem en het maaiveld.
Een bescherming van de oever tegen losslaan en wegspoelen van de grond.
De grens tussen oppervlaktewater en land.
In de Omgevingswet staat: omgevingswaarde als bedoeld in afdeling 2.3.
Een kunstwerk dat nodig is voor het goed laten werken van het watersysteem. Bijvoorbeeld een stuw om het waterpeil op goede hoogte te houden, zodat een dijk niet uitdroogt. Of een damwand die het water tegenhoudt.
Het gat in de bodem dat ontstaat wanneer een boom of struik omvalt.
Een inrichting of werk bedoeld om grondwater uit de bodem te halen. Vaak is dit een pomp.
Rijnland ziet meerdere inrichtingen of werken als één onttrekkingsinrichting als ze zijn geplaatst in opdracht van één opdrachtgever en/of vanwege één project en samen één geheel vormen.
Rijnland ziet meerdere inrichtingen of werken niet als één onttrekkingsinrichting als:
de invloedsgebieden van onttrekkingen of infiltraties elkaar niet raken; en/of
er een periode van minstens zes maanden zit tussen de beëindiging van een onttrekking en de start van een volgende onttrekking; en/of
is aangetoond dat de grondwaterstand en de stijghoogte in de diepere watervoerende pakketten zich hebben hersteld tot het natuurlijk niveau voordat de volgende onttrekking begint.
Het omhoog komen en scheuren van bodemlagen die slecht water doorlaten. Bijvoorbeeld lagen klei, leem of veen. Door de scheuren in de bodem komt water omhoog. Mogelijke oorzaken zijn:
De sloten, vaarten, plassen, meren, rivieren, kanalen. Ook droogstaande taluds en greppels die wel in verbinding staan met ander oppervlaktewater.
In de Omgevingswet staat: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, en de bijbehorende bodem en oevers, alsmede flora en fauna.
Oppervlaktewateren die met elkaar in verbinding staan.
In dit document staat:
het waterpeil in een gebied, of de bandbreedten waarbinnen het waterpeil kan variëren.
in welke periode en in welke situatie dit waterpeil zo veel mogelijk in stand wordt gehouden.
Het peilbesluit is door de verenigde vergadering vastgesteld.
Een buis in de bodem waarmee de hoogte van het grondwater in de bodem kan worden gemeten.
De grens tussen peilvakken.
Een bepaald gebied dat is vastgesteld in een peilbesluit. In dit gebied probeert Rijnland één waterpeil te houden. In het peilbesluit staat welk peil dat is.
Een stuk grond of een terrein met vaste grenzen die door het Kadaster zijn bepaald.
In de Omgevingswet staat: waterkering die bescherming biedt tegen overstroming door water van een oppervlaktewaterlichaam waarvan de waterstand direct invloed ondergaat van hoge stormvloed, hoog water van een van de grote rivieren, hoog water van het IJsselmeer of het Markermeer, of een combinatie daarvan, en van het Volkerak-Zoommeer, het Grevelingenmeer, het getijdedeel van de Hollandsche IJssel en de Veluwerandmeren.
De primaire waterkeringen binnen Rijnland staan in de legger primaire keringen.
Een ruimte (lengte, breedte, hoogte) in de grondmassa aan beide kanten van een regionale waterkering. Het is een reservering voor toekomstige versterking of uitbreiding van de waterkering. Het profiel van vrije ruimte staat in de legger regionale waterkeringen.
Een manier van boren.
Beschermt de polders binnen Rijnland tegen overstroming vanuit hoger gelegen oppervlaktewater dat daaromheen ligt. De regionale waterkeringen staan in de legger regionale waterkeringen.
Het hoogheemraadschap van Rijnland.
Bij dit onderzoek worden geluidsgolven de grond ingestuurd. De aardlagen kaatsen deze golven terug. Dit geeft veel informatie over hoe de bodemlagen eruitzien.
Bouwwerken die alleen tussen 1 februari en 1 november op het strand staan. Bijvoorbeeld een strandtent of surfpaviljoen.
Een in de grond gegraven geul.
Een manier om een kabel, leiding of mantelbuis in de bodem te brengen zonder een sleuf te graven.
Het in de bodem drukken van een conus loodrecht op het maaiveld. Het doel is de draagkracht van de bodem bepalen.
Het wegpompen van dieper grondwater om de grondwaterdruk kleiner te maken. Het doel is het opbarsten van de bodem voorkomen.
Materiaal dat de initiatiefnemer krijgt bij graven of baggeren
Een bouwwerk in het oppervlaktewater dat bestaat uit palen en een gedeelte waar mensen op kunt lopen.
Hoe hoog het grondwater maximaal zou kunnen staan. Dit wordt gemeten vanaf een bepaald niveau, meestal het NAP.
Chemische elementen en verbindingen.
Bijvoorbeeld straatverlichting, naamborden, wegwijzers, bankjes en vuilnisbakken.
Het deel van de kuststrook tussen de duinvoet en de zee.
Een toegang naar en van het strand.
Een voorraad van zoet grondwater die beschikbaar moet blijven voor de toekomst. Bijvoorbeeld voor drinkwater. De Kaderrichtlijn Water (KRW) noemt dit de zoete grondwaterlichamen.
Een constructie die water tegenhoudt en waarmee het waterpeil in een oppervlaktewater wordt geregeld.
Dit is het schuine deel van een dijk, of de schuine oever tussen de waterbodem en het maaiveld.
het algemeen bestuur van Rijnland, bedoeld in artikel 8 van het Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Rijnland en artikel 12 van de Waterschapswet.
Het zouter worden van de bodem en het water.
Het spuiten van water rondom bijvoorbeeld een boorfilter, heipaal of peilbuis die al in de grond zit. Zo kan de buis of paal verder in de grond zakken.
De grond van een oppervlaktewater onder de waterspiegel.
Hoe goed de waterkering het water kan tegenhouden.
Een waterkering houdt water tegen en beschermt tegen een overstroming. Het zijn waterscheidingen, kunstmatige hoogten en (gedeelten van) natuurlijke hoogten of hooggelegen gronden. Vaak wordt dit een dijk genoemd.
Bij de waterkering horen ook sommige kunstwerken die daarin of daaraan zijn gemaakt. Het gaat om kunstwerken die (ook) een waterkerende functie hebben. Bijvoorbeeld een sluis.
In de Omgevingswet staat: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, en de bijbehorende bodem en oevers, alsmede flora en fauna.
Een kleine hoeveelheid water. Dit wordt vaak verzameld voor laboratoriumonderzoek.
De hoogte van de bovenkant van het oppervlaktewater. De hoogte wordt gemeten ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil (NAP). Het waterpeil gaat dus niet om de diepte van het water.
Het grensvlak tussen water en lucht. Een ander woord is wateroppervlak.
In de Omgevingswet staat: Oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk.
In de Omgevingswet staat: Samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken.
Een laag in de bodem (bijvoorbeeld zand) waar langzaam grondwater doorheen stroomt. Deze bodemlaag heeft aan de bovenkant en de onderkant een ondoorlatende laag (bijvoorbeeld klei) of een vrije waterspiegel.
Een door de mens gemaakte of nog te maken constructie of inrichting met alles wat daarbij hoort.
Het deel van het beheergebied van Rijnland waar bepaalde regels gelden.
een regeling van een orgaan dat aan de Grondwet of een wet in formele zin regelgevende bevoegdheid ontleent. Denk hierbij aan regels van het Rijk, provincies, gemeenten of Rijnland.
Het waterpeil dat in de winter wordt gebruikt. Het juiste winterpeil staat in het peilbesluit.
De waterkeringen die ons beschermen tegen overstroming door de zee. Denk hierbij aan de duinen, dijken en duin-in-dijk-constructies.
Water en lucht wordt uit de grond geperst door het samendrukken van de grond.
Het waterpeil dat in de zomer wordt gebruikt. In het peilbesluit staat wat het zomerpeil is. Meestal geldt het zomerpeil van ongeveer maart/april tot ongeveer september/oktober.
Een zone direct gelegen zeewaarts van het duin bestemd voor duinaangroei. Uitgezonderd hiervan zijn op- en afritten.
Een bodemsoort die redelijk veel water kan opnemen en daardoor opzwelt. Bentoniet is een bekend voorbeeld van zwelklei.
B
Artikel 2.7 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit is de kaart van het werkingsgebied: kernzone van de zeewering
Dit is de kaart van het werkingsgebied: kernzone en beschermingszone van de zeewering.
Dit is de kaart van het werkingsgebied: kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone van de zeewering.
Dit is de kaart van het werkingsgebied: bebouwde deel van de kernzone en beschermingszone van de zeewering.
Dit is de kaart van het werkingsgebied: buiten het bebouwde deel van de kernzone en beschermingszone van de zeewering.
Dit lid is gereserveerd voor de kaart van het werkingsgebied: zone voor duinaangroei.
C
Na afdeling 7.1 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
D
Na afdeling 9.1 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
Het is verboden om in de zone voor duinaangroei te bouwen.
E
Artikel 9.42 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De voorwaarden uit deze subparagraaf gelden voor het plaatsen en het hele jaar liggen of achterlaten van paalconstructies, niet-onderheide funderingsplaten, vloeren en terrassen als dit gebeurt:
binnen de kernzone en beschermingszone van de zeewering; en
buiten de zone voor duinaangroei: en
op het strand; en
voor seizoensgebouwen.
F
Na artikel 13.7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
G
Artikel 13.8 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In uitzondering op artikel 13.6 en, artikel 13.7 en artikel 13.7a is er geen vergunning nodig voor het graven als:
dit gebeurt voor het plaatsen van een kabel, leiding en/of mantelbuis; en
tot een diepte van maximaal 80 centimeter wordt gegraven; en
tot een breedte van maximaal 50 centimeter wordt gegraven; en
de gegraven sleuf voor maximaal 5 dagen achter elkaar open ligt; en
aan het einde van het werk de gegraven sleuf wordt gevuld met grond met dezelfde samenstelling en/of verdichting.
H
Na artikel 13.20 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
I
Bijlage II wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/f43e0fe8-bcaa-4cfa-95e6-6b6b45c2c7ef/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/070a41f7-3fa3-4f2b-9045-95a7ab24da36/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/ef45989b-7291-4a3c-abf5-2398451e1b25/nld@2023‑11‑02;1
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/6b6b2f15-c808-437c-b921-6498bd5e781c/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/b8eed631-f897-42ea-96f4-dc9fb2211006/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/252fc30d-b8f7-4cd6-ab73-33bb0d4e4526/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/9ea9941c-a246-4712-a33a-6890d51a963e/nld@2023‑11‑02;1
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/9ea9941c-a246-4712-a33a-6890d51a963e/nld@2024‑08‑06;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/d35b0d62-0eee-4376-8fa8-d67c8b8db279/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/0cb6a53a-fc6a-4795-9021-e7afc35c1251/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/287c0896-0ecb-4276-8241-22abda3d7cfb/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/290242df-79ab-4ebd-8049-044e85631190/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/3bf453ba-6189-4d18-9c53-f1d1428de0f5/nld@2023‑11‑02;1
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/4c6e0c4b-b4c1-4825-bf1e-a6a53c9a01b9/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/6f2723c1-ec0e-417f-a447-37d0902caa7e/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/4eea8d4a-413b-4011-b797-da16c3c2933e/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/b046ca3c-671e-4947-bf9b-62f58222908e/nld@2023‑11‑02;1
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/01294f65-0f64-491a-a900-02b69a2d00f9/nld@2023‑11‑02;1
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/8bf0e11a-9d18-4967-b2e7-a51ae2622c99/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/589c651a-422e-4c0d-90b4-6d5068791aa4/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/490dc685-2af3-4a34-ab6d-75ffd3fdcd12/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/6bf19282-3352-4a36-9b2d-6a4cd91cdb8c/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/4bccbff8-2633-4ec5-8ec2-1ea286303b80/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/1066213f-f2fb-46d6-be2f-21261e984df8/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/fab8f24e-c30b-41af-9c42-833288654284/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/641c0e66-32ec-488b-885c-26afdd615a1e/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/fd102c03-73b9-4c99-bd81-d5c407624db2/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/35e11fe9-3062-4505-98b8-5a93461e43ea/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/8e5ecfa8-6f01-4249-9751-290bfa9eba11/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/409ff4b0-4395-469e-8a77-2c0180b8de12/nld@2023‑11‑02;1
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/be509b21-58ea-4467-bf1f-bce14ca722dc/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/7912b13c-4bb9-46e6-8262-c5263bf5dfcf/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/b1b0c621-7765-4ef6-a61f-51bc8dcb25e0/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/9515baa6-512b-4056-b843-4b2cef7b6568/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/7718727b-d92d-41ee-9bdb-9fac98d043dd/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/48350dff-d419-4817-ae47-bdb65d8941dc/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/457d7724-f898-4836-87bf-058fbe828403/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/efb8df1b-acc7-49fb-b400-a806f901868f/nld@2023‑11‑02;1
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/a1f1835f-fd77-4456-97d9-b54618c535b9/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/bb048a58-18d1-4a40-a90b-162c51a8791c/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/d5562f5e-3668-485a-aa4a-200da95441b1/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/c25e12f4-d8c4-4813-aea4-5f6fb4032b99/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/6bcc966a-c025-4b6c-af2c-088b7744723b/nld@2023‑11‑02;1
J
Na sectie 'Toelichting op artikel 2.7: Zeewering' wordt een sectie ingevoegd, luidende:
K
Voor sectie 'Toelichting op afdeling 7.2: Vergunning' wordt een sectie ingevoegd, luidende:
L
Voor sectie 'Toelichting op afdeling 9.2: Vergunning' wordt een sectie ingevoegd, luidende:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2024-16880.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.