Kennisgeving voornemen en participatie: Dijkverbetering Cuijk-Ravenstein

Dijkverbeteringsproject Cuijk-Ravenstein is gestart in 2020. Op 1 januari 2024 trad de Omgevingswet in werking, die voorschrijft dat de zogenaamde ‘Kennisgeving participatie’ en de ‘Kennisgeving voornemen’ worden opgesteld en gepubliceerd door het waterschap. Om te voldoen aan de Omgevingswet, wordt u via deze kennisgevingen in de gelegenheid gesteld om te reageren op de plannen tot nu toe. Deze kennisgevingen brengen geen nieuwe informatie, maar stellen u (nogmaals) in de gelegenheid om uw inbreng te leveren. In de Verkenningsfase van dit project is al volop gecommuniceerd en geparticipeerd, door middel van (digitale) nieuwsbrieven, (digitale) bijeenkomsten, werkateliers en keukentafelgesprekken. Dit project wordt verder voorbereid volgens de procedure die nodig is voor de vaststelling van een projectbesluit. Daarin zijn deze kennisgevingen de eerste formele stap.

NB. De Verkenningsfase van dit project is in 2023 afgerond.

Waterschap Aa en Maas heeft het voornemen om de dijk tussen Cuijk en Ravenstein te verbeteren. Een beschrijving vindt u in het Voorkeursalternatief Cuijk Ravenstein (https://www.aaenmaas.nl/publish/pages/1171/221018_nota_voorkeursalternatief_dijkversterking_cuijk-ravenstein_vastgesteld_small.pdf). Op grond van de huidige inzichten zal hiervoor een projectbesluit worden genomen, zoals bedoeld in artikel 5.44 van de Omgevingswet. Met deze kennisgevingen wordt u geïnformeerd en uitgenodigd om mee te denken over oplossingsrichtingen. Ook beschrijft de kennisgeving hoe u kunt reageren en waar u meer informatie kunt vinden.

De dijk langs de Maas tussen Cuijk (vanaf de spoorbrug bij Katwijk, gemeente Land van Cuijk) en Ravenstein (tot en met de onderdoorgang onder de A50, gemeente Oss) wordt verbeterd. Het versterken van deze dijk is onderdeel van het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). We verbeteren de dijk waar nodig, zodat de bewoners en bedrijven achter de dijk in de toekomst veilig blijven en de dijk aan de nieuwe, strengere normering voldoet.

Aanleiding voor deze verbetering is het besluit van het Rijk dat alle inwoners en bedrijven achter dijken of duinen in Nederland in 2050 beter beschermd moeten zijn tegen overstroming vanuit de grote rivieren of de Noordzee. Gebieden met meer inwoners, bedrijven en infrastructuur krijgen een extra hoge veiligheidsnorm. Om tijdig te voldoen aan de veiligheidsnorm moet er nog veel gebeuren. Het dijktraject Cuijk-Ravenstein is een van de trajecten met de hoogste veiligheidsnorm langs de Maas (1:10000 jaar) va nwege de gevolgen bij een dijkdoorbraak. Het gebied dat overstroomt bij een doorbraak strekt zich uit tot en met ‘s-Hertogenbosch.

De veiligheidsnormen zijn strenger geworden omdat er nu veel meer mensen achter de dijk wonen dan vroeger. Er zijn meer mensenlevens, maar ook meer woningen, bedrijven en infrastructuur die beschermd moeten worden. Daarnaast neemt de hoeveelheid water dat de Maas afvoert toe door klimaatverandering. Er komen vaker hoge waterstanden voor die ook langer kunnen duren. Als we niks doen, wordt de kans op een dijkdoorbraak groter.

De opgave

Om dijkdoorbraken te voorkomen, worden de dijken in Nederland elke twaalf jaar gekeurd. U kunt dit zien als een soort APK voor dijken. Tijdens de laatste keuring bleek dat de dijk tussen de spoorbrug bij Katwijk en de A50 bij Ravenstein - totaal ongeveer 21 kilometer - niet voldoet aan de nieuwe strengere wettelijke veiligheidsnormen. Dijkverbeteringsproject Cuijk-Ravenstein werd opgestart.

Overzichtskaart projectgebied en opgaven

Zoals ook in het Voorkeursalternatief omschreven, zijn er drie tekortkomingen op de dijk die moeten worden opgelost: de hoogte, de macro-stabiliteit en piping. De tekortkomingen spelen nagenoeg over het gehele dijktraject tussen Cuijk en Ravenstein. Hieronder worden ze kort toegelicht.

1. Hoogte

De dijk is niet hoog genoeg waardoor er bij zeer grote hoeveelheden water door de Maas, water over de dijk zal komen en de dijk verzwakt met gevaar voor instorten.

Figuur 1 Hoogte

2. Macro-stabiliteit

Bij hoogwater zorgt het grondwater voor een extra hoge waterdruk onder en achter de dijk. De sterkte van de dijk kan hierdoor afnemen. Zo kan de dijk instabiel raken en de grond aan de bewoonde of rivierzijde van de dijk afschuiven (instorten).

Figuur 2 Macro-stabiliteit (voorbeeld afschuiving aan bewoonde zijde)

3. Piping

Piping kan voorkomen als het hoogwater is. Door het grote verschil in waterstand vóór en achter de dijk ontstaan grote verschillen in de waterdruk. Door die drukverschillen kan water ónder de dijk doorstromen en achter de dijk weer tevoorschijn komen. Hier ontstaat een wel, een plek waar (kwel)water uit de grond omhoog komt.

Dit is op zich een normaal verschijnsel en niet direct een probleem, maar wanneer het hoge water en het verschil in waterdruk aanhouden, kan het stromend water zanddeeltjes meenemen. Zo kan een kanaal (pipe) onder de dijk door ontstaan. Als dit proces langer doorgaat, kan uitslijting van het kanaal uiteindelijk leiden tot het instorten van de dijk.

Figuur 3 Piping

Projectprocedure

Tijdens de planuitwerking worden de formele besluiten uitgewerkt. Volgens de Omgevingswet zijn we voor dit project verplicht een projectbesluit (voorheen projectplan Waterwet) te nemen met de bijbehorende verplichte projectprocedure. Waterschap Aa en Maas is initiatiefnemer voor deze procedure. Voor de projectprocedure is de provincie Noord-Brabant het coördinerend bevoegd gezag.

In het projectbesluit omschrijven wij onder andere:

  • Hoe het project eruitziet. Dit doen we door inzicht te geven in de maatregelen en voorzieningen voor de omgeving, die nodig zijn om het project te laten slagen.

  • Hoe we eventuele nadelige gevolgen voor de omgeving zo klein mogelijk maken of compenseren.

  • Hoe we inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen hebben betrokken bij de voorbereiding.

  • Welke oplossingen zijn aangedragen in het participatieproces en wat het advies van deskundigen hierover is.

Voor het vaststellen van het projectbesluit moeten we de projectprocedure van afdeling 5.2 van de Omgevingswet volgen. De procedure onder de Omgevingswet start officieel met de ‘Kennisgeving voornemen’ en ‘Kennisgeving participatie’.

Projectbesluit

Het projectbesluit is het eindproduct waarin de uiteindelijke aanpak voor de dijkverbetering staat beschreven. Dit besluit stelt het waterschap vast aan het einde van de planuitwerkingsfase. Daarna moeten Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant het besluit goedkeuren.

Het waterschap stelt het projectbesluit vast zonder een zogenoemde voorkeursbeslissing, zoals bedoeld in de Omgevingswet in artikel 5.47 lid 1 onder a. Er is een mogelijkheid tot een beroepsprocedure over het goedkeuringsbesluit en het projectbesluit bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Voorkeursalternatief

Om te komen tot dit projectbesluit is als eerste stap een voorkeursalternatief (hierna: VKA)(  https://www.aaenmaas.nl/publish/pages/1171/221018_nota_voorkeursalternatief_dijkversterking_cuijk-ravenstein_vastgesteld_small.pdf) vastgesteld aan het einde van de verkenningsfase in 2022. Dit is een plan op hoofdlijnen voor de uiteindelijke dijk. Bij de afwegingen die we daarbij maken, spelen naast de milieueffecten, ook draagvlak, kosten, ruimtelijke kwaliteit, vergunbaarheid, technische haalbaarheid en beheerbaarheid een belangrijke rol.

Er is geen formele inspraakprocedure en aanzien van het VKA. Het waterschap stelde wel iedereen in de gelegenheid om vragen te stellen en opmerkingen in te dienen en betrok deze bij de vaststelling van het VKA.

Tijdens het participatieproces in de verkenningsfase kon u meedenken en praten over de ontwikkeling van de alternatieven. Hierover leest u meer in de tekst over hoe u kunt meedenken en meedoen . Tegen het VKA kan geen beroep worden ingesteld.

Hoewel het VKA het plan op hoofdlijnen is voor het gehele dijktraject, zijn er enkele locaties waarvan de gekozen oplossing nog nader dient te worden uitgewerkt. Daarnaast zijn er locaties waar mogelijk zogenaamde ‘meekoppelkansen’ kunnen worden ingepast. Ook deze worden nog nader uitgewerkt en hier kan nog op gereageerd worden.

De meekoppelkansen binnen dit project zijn:

• Herstel halfbastion Blauwkop

Gemeente Land van Cuijk

• Koninginnedijk (tuimeldijk incl. fietspad

Gemeente Land van Cuijk

• Recreatieve aansluiting dijkje Klooster Velp 

Gemeente Land van Cuijk

• Recreatieve aansluiting Romeinse oversteek

Gemeente Oss

• Beerse overlaat

Waterschap Aa en Maas

• Herstel Beekmonding Raam

Waterschap Aa en Maas

• Aanbrengen fietspad 7,5 km

Gemeente Land van Cuijk

• Fietsbrug

Gemeente Land van Cuijk

• Pad Lage Wijth

Gemeente Land van Cuijk

• Pad langs Lelyzone incl. aantakkingen Gasseltse loop en Tochtsloot

Gemeente Land van Cuijk

• Pad Neerloon

Gemeente Oss

• Reconstructie N321 (+/- 1,5 km) incl. 2x2 fietspad

Provincie Noord-Brabant

• Variant Reek/Overlangel: fietspad benedendijks 3km

Gemeenten gezamenlijk

• Nieuwe recreatieve voorzieningen en verblijfsplekken op/aan de dijk

Waterschap Aa en Maas

Mer-procedure

In dit project doorlopen we ook een milieueffectrapportage-procedure (Project mer-procedure), omdat we zorgvuldig met de milieugevolgen van onze projecten willen omgaan. Deze procedure wordt gestart met een Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). De NRD is de afbakening van het MER. ‘Reikwijdte’ staat voor de onderwerpen die het MER moet bevatten, bijvoorbeeld:

  • Welke alternatieven moeten in dit geval onderzocht worden?

  • Welke milieuaspecten zijn belangrijk in dit onderzoek?

Bij ‘detailniveau' draait het om de vraag hoe uitgebreid en op welk schaalniveau de verschillende milieuaspecten onderzocht moeten worden, op welke manier en in welke fase van het project.

De NRD wordt gepubliceerd en staat open voor inspraak. Dit proces verloopt via de provincie Noord-Brabant. De provincie is namelijk het bevoegd gezag voor de mer-procedure. De provincie geeft advies aan het waterschap over het uitvoeren van de mer-procedure en de ingediende visie wordt daarbij betrokken. Er is al eerder aandacht geweest voor de mer-procedure. Het MER deel 1 is dan ook al opgeleverd in 2022. In dat rapport hebben we de kansrijke alternatieven op milieueffecten beoordeeld.

Met onder andere deze informatie bepaalden we het voorkeursalternatief. In het uit te voeren deel 2 van het MER worden de milieueffecten verder in detail uitgewerkt. Het complete MER (deel 1 en 2) wordt samen met het projectbesluit opgeleverd aan het einde van de planuitwerkingsfase.

Hoe kunt u meedenken en meedoen?

Iedereen kan meedenken over oplossingen voor de genoemde onderdelen van het project Cuijk-Ravenstein. Dat kan schriftelijk naar aanleiding van deze kennisgeving (zie hieronder) en door deelname aan ontwerpbijeenkomsten voor deelgebieden langs het traject. Ook organiseren wij informatiebijeenkomsten waarin we u op de hoogte houden over de projectvoortgang en de (tussen)resultaten uit het ontwerpproces. De eigenaren van terreinen die nodig zijn voor het onderzoek naar of het uitvoeren van oplossingen worden hierover persoonlijk benaderd.

Op onze website www.aaenmaas.nl/cuijkravenstein zijn nieuwsbrieven en al opgeleverde formele rapportages te vinden, zoals onder andere het VKA .

Heeft u specifieke kennis over landbouw, landschap, natuur, cultuurhistorie of andere informatie over waarden of belangen in het gebied?

Zijn er initiatieven in de omgeving waar we rekening mee moeten houden?

Ziet u mogelijke oplossingen voor de opgave?

We horen het graag van u. Het aandragen van mogelijke oplossingen voor de opgaven aan de dijk kunt u aandragen tot het eerste kwartaal van 2025. Uw oplossingen worden beoordeeld door waterschap Aa en Maas en eventuele andere overheden die bevoegd gezag kunnen zijn voor de door u aangedragen oplossing. Na een zorgvuldige belangenafweging kan dit mogelijk meegenomen worden in de uitwerking van het voorlopig ontwerp dat wordt opgenomen in het (ontwerp-)Projectbesluit.

Uitgangspunten zouden kunnen zijn:

  • Passen de aangedragen oplossingen binnen de scope van de opgave zoals beschreven in het VKA?

  • Bieden deze redelijkerwijs een oplossing voor de opgaven?

  • Is het technisch uitvoerbaar, kosteneffectief, vergunbaar en juridisch haalbaar?

  • Doet de oplossing geen afbreuk aan de ruimtelijke kwaliteit en de waarden in het gebied

  • Is het duurzaam en beheerbaar?

  • Past het binnen de voorgenomen planning?

Een officiële reactie geven op deze kennisgeving kan van donderdag 25 juli 2024 tot en met 22 september 2024. Stuur uw reactie dus uiterlijk 22 september 2024 in via www.aaenmaas.nl/regelen/zienswijze-indienen, per e-mail aan info@aaenmaas.nl of per post naar Waterschap Aa en Maas, Postbus 5049, 5201 GA ‘s-Hertogenbosch. Vermeld daarbij: ‘Reactie kennisgeving Cuijk-Ravenstein’.

Wat gebeurt er met uw reactie?

Uw reactie op deze kennisgeving beoordelen wij en nemen wij, indien mogelijk, mee in het project. U ontvangt persoonlijk bericht over wat we met uw inbreng gaan doen.

   

Naar boven