Waterschapsblad van Waterschap Drents Overijsselse Delta
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Drents Overijsselse Delta | Waterschapsblad 2024, 141 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Drents Overijsselse Delta | Waterschapsblad 2024, 141 | ander besluit van algemene strekking |
Projectplan “Inrichtingsmaatregelen t.b.v. Project Waterschapszorg deelgebied – Zuidwolde Project KWK”
Het afdelingshoofd Vergunningen, handhaving en grondzaken van het Waterschap Drents Overijsselse Delta besluit, gelet op artikel 5.4, eerste lid, van de Waterwet, namens het dagelijks bestuur het onderhavige projectplan vast te stellen.(*)
Dit projectplan bestaat uit vier delen. In deel I wordt beschreven wat het waterschap gaat doen en hoe het werk wordt uitgevoerd. Deel II geeft een toelichting op waarom dit werk wordt uitgevoerd. Dit deel is, met andere woorden, de onderbouwing van het plan. Deel III geeft informatie over de rechtsbescherming en de procedures, en deel IV bevat rapporten en onderzoeken die voor het plan van belang zijn.
Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) heeft in 2017 nieuwe hydrologische criteria vastgesteld waarmee watergangen worden ingedeeld. Dit was nodig vanwege de fusie in 2016 en vanwege de wettelijke eis om het beheer en onderhoud van het watersysteem op hydrologische criteria te baseren. Er zijn drie categorieën, namelijk A-, B- en C-watergangen. Ook wel de primaire watergangen (A), secundaire watergangen (B) en overige watergangen (C) genoemd. Het gevolg van deze nieuwe indeling is dat sommige watergangen van status gaan wijzigen en daarmee ook het beheer en onderhoud. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat WDODelta stopt met het schouwen van een bepaalde sloot, in het geval van een wijziging van een B- naar een C-status. Ook kan het zijn dat WDODelta het onderhoud van een watergang overdraagt aan een aanliggende eigenaar of andersom. De komende jaren voert WDODelta de nieuwe indeling van watergangen in het gehele beheergebied in. Dit wordt de invoering van Waterschapszorg genoemd. Meer informatie over Waterschapszorg is te vinden in deel II, hoofdstuk 2 van dit Projectplan.
Uit de nieuwe hydrologische criteria volgt een nieuwe indeling van watergangen. Door de nieuwe indeling van watergangen, wijzigen voor een deel ook de onderhoudsplichtigen. Om het voor de toekomstige onderhoudsplichtigen mogelijk te maken het onderhoud aan de watergang uit te voeren, past WDODelta daar waar nodig de onderhoudsinrichting aan. Deze werkzaamheden bestaan uit o.a. het verplaatsen van afrastering, het weghalen en vervangen van dammen en duikers en het frezen en inzaaien van voormalige onderhoudspaden.
De nieuwe indeling van watergangen wordt per deelgebied stapsgewijs ingevoerd. Voor deelgebied Zuidwolde (deelgebied 17) is eerder een Projectplan Waterwet vastgesteld en zijn de werkzaamheden inmiddels uitgevoerd. In de projecten worden ook werkzaamheden meegenomen die nodig zijn om kleine waterhuishoudkundige knelpunten (KWK) op te lossen. Dit zijn knelpunten die geconstateerd worden in het gebied, maar niet gerelateerd zijn aan een wijziging van status van een watergang. De werkzaamheden die leiden tot een wijziging van een waterstaatswerk zijn beschreven in dit Projectplan Waterwet.
Deelgebied Zuidwolde ligt oostelijk in het beheergebied van WDODelta. In dit deelgebied zijn de volgende organisatie / gemeenten betrokken: De Staat (Infrastructuur & Waterstaat), Staatsbosbeheer, Provincie Overijssel, gemeenten Staphorst, Hoogeveen, Hardenberg en De Wolden. Dit betreffen dan ook belanghebbenden in dit deelgebied.
3. Inrichtingswerkzaamheden t.b.v. project Waterschapszorg.
3.1 Inrichtingsmaatregelen om kleine waterhuishoudkundige knelpunten op te lossen
In de volgende tabel staan de werkzaamheden die nodig zijn om kleine waterhuishoudkundige knelpunten op te lossen. Dit zijn knelpunten die geconstateerd worden in het gebied, maar niet gerelateerd zijn aan een wijziging van status van een watergang.
Een overzichtskaart met de locaties van de maatregelen is opgenomen in bijlage 1.1.
Watergang WH2-2-02_D bevindt zich ten westen van Zuidwolde en ten noordwesten van Oud Veeningen. Hier ligt een dam met grote duiker die verwijderd kan worden.
Een kaart met de locatie van knelpunt 242, en een detaillering van werkzaamheden, is te vinden in bijlage 1.2.
Watergang W1_50_10A bevindt zich ten westen van Groot Oever langs de Groot Oeverweg. De aanwezige houten dam is verrot. Houten damwand moet vervangen worden en er moet een stortebed worden aangebracht beneden- en bovenstrooms.
Een kaart met de locatie van knelpunt 244, en een detaillering van werkzaamheden, is te vinden in bijlage 1.2.
Watergang WH3-2-50_A bevindt zich ten zuidoosten van Hollandscheveld en ten zuidwesten van zwemplas Schoonhoven. Zes dammen met duikers worden vervangen en verplaatst zodat er een tussenruimte ontstaat van minimaal 10 meter. In de huidige situatie is er weinig ruimte tussen de dammen.
Een kaart met de locatie van knelpunt 256, 257 en 258, en een detaillering van werkzaamheden, is te vinden in bijlage 1.2.
Watergang WH2-2-70_E bevindt zich ten zuidwesten van Zuidwolde, langs de Zuiderweg. Hier liggen twee duikers (H02-02-70-E-48) onder een dam. Deze duikers liggen te laag. De twee bestaande duikers dienen vervangen te worden door één nieuwe duiker.
Een kaart met de locatie van knelpunt 265, en een detaillering van werkzaamheden, is te vinden in bijlage 1.2.
Voor efficiënt onderhoud dient er een dam aangelegd te worden. Momenteel is er geen dam aanwezig waardoor de onderhoudsvoertuigen een behoorlijk stuk dienen om te rijden.
Een kaart met de locatie van knelpunt 267, en een detaillering van werkzaamheden, is te vinden in bijlage 1.2.
Watergang W9057 bevindt zich langs de Keppelweg. Een aanwezige stuw wordt verwijderd.
Een kaart met de locatie van knelpunt 270, en een detaillering van werkzaamheden, is te vinden in bijlage 1.2.
4. Uitvoering (wijze waarop het werk zal worden uitgevoerd)
Na vaststelling van dit Projectplan staat uitvoering van maatregelen gepland voor het eerste en tweede kwartaal van 2024. De snelheid waarmee het werk kan worden uitgevoerd, is afhankelijk van de weersomstandigheden.
Voorafgaand aan de uitvoering zal vanuit het waterschap afstemming plaatsvinden met de eigenaren, aanwonenden en andere belanghebbenden. Hiermee kunnen afspraken gemaakt worden over bereikbaarheid en het minimaliseren van overlast tijdens uitvoering. Ook zal er afstemming zijn met betrokken overheden en nutsbedrijven. Indien nodig worden meldingen/vergunningen aangevraagd.
WDODelta stelt alle direct belanghebbenden zo snel mogelijk op de hoogte van een calamiteit of een ongewoon voorval en de maatregelen die getroffen worden om de nadelige gevolgen te beperken. Het waterschap houdt een logboek bij van alle ongewone voorvallen en calamiteiten.
5. Voorzieningen gericht op het beperken van nadelige gevolgen
5.1 Beperken nadelige gevolgen van het plan
Het realiseren van maatregelen zoals beschreven in dit Projectplan heeft geen nadelige gevolgen voor belanghebbenden of aanliggend eigenaren.
5.2 Beperken nadelige gevolgen van de uitvoering
Om nadelige gevolgen van de uitvoering te voorkomen is overleg gevoerd met aanliggende eigenaren. Eventuele schade aan rij- en werkstroken wordt hersteld. Uitvoeringsschade is nu niet voorzien, maar mocht die toch optreden, dan wordt die vergoed. Ook gewasderving en/of inkomstenschade als gevolg van de uitvoering van dit projectplan wordt vergoed.
Als gevolg van dit projectplan is geen financiële schade voorzien die aan de uitvoering van het project in de weg staat. Indien een belanghebbende ten gevolge van dit besluit toch schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en ten aanzien waarvan de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, kan op grond van artikel 7.14 van de Waterwet een verzoek om schadevergoeding worden ingediend. Voor de wijze van indiening van een dergelijk verzoek en voor de procedure wordt verwezen naar de Procedureverordening nadeelcompensatie Waterschap Drents Overijsselse Delta.
Als een waterschap een waterstaatswerk wil aanleggen of wijzigen, dient op grond artikel 5.4 Waterwet een projectplan te worden vastgesteld, met daarin een beschrijving van het werk en de wijze waarop dat zal worden uitgevoerd en een beschrijving van de voorzieningen om nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk ongedaan te maken of te beperken. Het werk dient bij te dragen aan de doelstellingen van de Waterwet. Daaronder valt:
De maatregelen zoals beschreven in dit Projectplan richten zich met name op punt a).
Het waterschap is als beheerder verplicht vanuit artikel 5.1 van de Waterwet om voor de in beheer zijnde waterstaatswerken een legger vast te stellen en bij te houden. In deze legger staan de waterlopen (sloten, kanalen en rivieren) en de kunstwerken (zoals stuwen en gemalen) die belangrijk zijn voor de waterhuishouding in. In de legger staat waaraan ze moeten voldoen, wie onderhoudsplichtig is en wat de beschermingszones zijn. Het waterschap mag op basis van eigen beleid criteria vaststellen op basis waarvan watergangen een bepaalde status krijgen en als zodanig op de legger worden opgenomen.
WDODelta heeft in 2017 nieuwe criteria vastgesteld op basis waarvan de watergangen opnieuw worden ingedeeld. Deze criteria zijn zo vastgesteld dat WDODelta de functies in een gebied zoals landbouw en natuur, zo optimaal mogelijk kan bedienen met het aan- en afvoeren van water. Op basis van deze criteria worden watergangen opnieuw ingedeeld in A-, B- en C-watergangen. De A-watergangen worden onderhouden door WDODelta, de B- en C- watergangen door de (aanliggende) perceeleigenaren. Met de nieuwe A-watergangen beheert en onderhoudt WDODelta een systeem van watergangen waarmee wateroverlast en –schaarste kan worden voorkomen of beperkt.
De maatregelen zoals beschreven in dit Projectplan komen voort uit de invoering van het beleid Waterschapszorg dat in 2017 is vastgesteld door het Algemeen Bestuur van het waterschap. Waterschapszorg gaat over de zorg voor het water: wie beheert en onderhoudt welke watergang? WDODelta wil water zo goed mogelijk aan- en afvoeren. Op die manier bedient het waterschap de functies in een gebied (zoals landbouw en natuur) zo optimaal mogelijk. Om dat te kunnen doen, wil het waterschap de grote, regionaal belangrijke watergangen zelf onderhouden. De kleinere watergangen en de individuele perceelsloten worden onderhouden door de aanliggende perceeleigenaren.
Het klimaat verandert echter. Perioden van droogte worden afgewisseld door intense regenbuien waarbij veel water in korte tijd valt. In de toekomst lijken de verschillen tussen nat en droog ook nog eens steeds extremer te worden. Goed onderhouden watergangen die dit extra water kunnen afvoeren in de natte tijden en water kunnen aanvoeren in droge perioden zijn daarbij cruciaal.
Om beter voorbereid te zijn op de uitdagingen van de toekomst, heeft het waterschap daarom nieuwe criteria vastgesteld op basis waarvan watergangen worden ingedeeld. Het waterschap is verplicht om hydrologische uitgangspunten te gebruiken als basis voor deze criteria. Dus: de hoeveelheid water die door een watergang stroomt is bepalend voor de status van de watergang. Deze nieuwe indeling wordt in vier jaar tijd ingevoerd in het gehele beheergebied van WDODelta. Het gevolg van deze nieuwe indeling is dat voor sommige watergangen de onderhoudsplichtige wijzigt. Een aantal watergangen wil het waterschap zelf in onderhoud nemen, het onderhoud van andere watergangen wil het waterschap juist overdragen. De maatregelen zoals beschreven in dit projectplan zijn nodig, zodat de nieuwe onderhoudsplichtigen het onderhoud aan de watergangen kunnen uitvoeren. Daarnaast stopt het waterschap met de jaarlijkse controle op onderhoud bij een deel van de zogenaamde schouwwatergangen. Zie voor meer informatie: www.wdodelta.nl/waterschapszorg.
De werkzaamheden zijn getoetst aan onze algemene beleidsregels over dam met duikers, vergraven watergangen en aanleg natuurvriendelijke oevers. De beschreven werkzaamheden zijn niet in afwijking van deze beleidsregels.
Na de realisatie van de plannen zal het gebied conform het beleid ‘Inrichting, Beheer en Onderhoud Op Maat’ (IBOOM) worden uitgevoerd. Hieronder wordt verstaan dat het beheer en onderhoud wordt afgestemd op de functies in een gebied, zoals landbouw en natuur. Bij dit maatwerk wil het waterschap ook rekening houden met de gebiedskenmerken, wensen en ideeën van de inwoners.
De te realiseren maatregelen hebben als doel dat de watergangen effectief en efficiënt beheerd en onderhouden kunnen worden. Dit betekent dat de onderhoudsplichtige in de nieuwe situatie de watergang goed moet kunnen onderhouden (maaien / schoon maken) en dat het waterpeil in de watergang goed beheerd moet kunnen worden. Alle keuzes die gemaakt zijn die geleid hebben tot de maatregelen zoals beschreven in dit Projectplan, zijn voortgekomen vanuit deze voorwaarde. Na realisatie van de inrichtingsmaatregelen worden de aanpassingen aan waterstaatswerken vastgelegd in de Legger van het waterschap.
4. Vergunningen, ontheffingen en meldingen
Er is een vergunningenscan uitgevoerd om te bepalen welke vergunningen aangevraagd en welke meldingen gedaan moeten worden voor de realisatie van de werkzaamheden. Voor de werkzaamheden waar een omgevingsvergunning voor nodig is, is deze bij de betreffende gemeente aangevraagd. De vergunningenscan is uitgevoerd voor alle werkzaamheden die uitgevoerd worden, dus ook de werkzaamheden die niet in dit projectplan zijn opgenomen. Deze vergunningenscan is in bijlage 1.4 van dit projectplan opgenomen.
Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt een Flora en Fauna inventarisatie uitgevoerd (inclusief toetsing aan regelgeving m.b.t. Natura 2000). Op basis hiervan stelt de aannemer een ecologische werkprotocol op en stemt deze af met het Waterschap. Mocht uit deze inventarisatie blijken dat er bijzonderheden worden geconstateerd, zal worden gewerkt conform wet- en regelgeving.
4.3 Algemene zorgplicht voor natuur
De Wet natuurbescherming eist dat schade aan de natuur zoveel mogelijk wordt beperkt. Hieraan wordt voldaan doordat het waterschap werkt volgens de vigerende natuurbeschermingswetgeving, de Gedragscode Wet natuurbescherming voor waterschappen en een maximale inspanning levert om de bestaande natuur te beschermen. De werkzaamheden hebben een lokaal en een kort durend karakter. Tijdens uitvoering van werkzaamheden heeft ook de aannemer een zorgplicht ten aanzien van Flora en Fauna.
Na uitspraak van de Raad van State is de bouwvrijstelling voor projecten komen te vervallen. Dit betekent dat de invloed van stikstof uitstoot per werk inzichtelijk gemaakt moet worden. Dit gebeurd met behulp van een Aerius-berekening. Als blijkt dat de uitvoering van werkzaamheden een significant negatief effect heeft op omliggende natuurgebieden (straal van 25 kilometer) is vervolgactie nodig. Er kan eerst gekeken worden naar passende (uitvoerings-)maatregelen die de uitstoot van stikstof voorkomen of verminderen. Als uitstoot niet kan worden voorkomen zal hiervoor een vergunning in het kader van de Wet Natuurbescherming aangevraagd moeten worden bij het bevoegd gezag.
De Aerius-berekeningen worden apart van dit projectplan opgesteld.
Als het projectplan is vastgesteld, wordt dit bekend gemaakt. Het plan ligt gedurende zes weken ter inzage. Belanghebbenden kunnen gedurende deze periode schriftelijk bezwaar tegen het projectplan indienen. Een bezwaarschrift moet vóór afloop van de termijn van zes weken bij het dagelijks bestuur van waterschap zijn ingediend.
Er kan desgewenst gebruik worden gemaakt van het e-formulier op de website: https://secure.wdodelta.nl/form/bezwaar-maken-tegen-beslissing-waterschap/over-dit-formulier-0
Binnen 6 weken na de beslissing op bezwaar staat voor belanghebbenden beroep open bij de Rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht (Postbus 150, 9700 AD, Groningen) onder overlegging van een afschrift van de beslissing op bezwaar. Geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten geen bezwaar te hebben ingediend.
Het is mogelijk digitaal beroep in te stellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet de indiener wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Op de genoemde site staan de precieze voorwaarden. Voor het indienen van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd. Tegen de uitspraak van de rechtbank kan vervolgens hoger beroep worden ingesteld bij de Raad van State.
Op de vaststelling van een projectplan is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbenden in het beroepschrift moeten aangeven welke beroepsgronden zij aanvoeren tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard, indien binnen de beroepstermijn geen gronden zijn ingediend. Belanghebbenden wordt verzocht in het beroepschrift te vermelden dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.
Het projectplan treedt na vaststelling in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Dit betekent dat de maatregelen opgenomen in het projectplan kunnen worden uitgevoerd. Om dit te voorkomen kan degene die beroep instelt gelijktijdig of na het indienen daarvan een zogenaamd verzoek om een voorlopige voorziening doen bij de Voorzieningenrechter van de Afdeling Bestuursrecht van de rechtbank Noord-Nederland (Postbus 150, 9700 AD, Groningen). Daarbij moet een kopie van het beroepschrift worden overlegd. Ook voor het doen van een verzoek om een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Zie voor het digitaal indienen van zo’n verzoek onder “Beroep”.
(* Het algemeen bestuur heeft de bevoegdheid tot vaststelling van dit projectplan gedelegeerd bij besluit van 28 juni 2016. Dit besluit is gepubliceerd op www.overheid.nl in het Waterschapsblad van 7 juli 2016, jaargang 2016, nr. 5483. Vervolgens is via mandaat en ondermandaat genoemd afdelingshoofd bevoegd geworden.)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2024-141.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.