Waterschapsblad van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden | Waterschapsblad 2024, 12184 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden | Waterschapsblad 2024, 12184 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening commissie bezwaarschriften Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Artikel 8. Uitoefening bevoegdheden
De volgende bevoegdheden uit de hierna genoemde artikelen worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie, die de bevoegdheden kan overdragen aan de secretaris:
De commissie bepaalt de plaats, de datum en het tijdstip van de zitting waarin de bezwaarmaker, het verwerend orgaan en andere belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.
Artikel 13. Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen geen deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
De voorzitter en de secretaris waken over de wettelijke beslistermijnen. Indien naar hun inschatting de termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor het horen, het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing op bezwaar, verzoekt de voorzitter het verwerend bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.
De commissie brengt jaarlijks aan het college een openbare rapportage uit over haar werkzaamheden en bevindingen uit het voorgaande kalenderjaar.
Alleen de bepalingen die verdere toelichting nodig hebben, worden toegelicht.
Artikel 3. Samenstelling van de commissie
De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden (artikel 7:13, eerste lid, onder a, van de Awb). De voorzitter maakt geen deel uit en is niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan (artikel 7:13, eerste lid, onder b, van de Awb). Het aantal leden dat naast de voorzitter deel uitmaakt van de commissie moet tenminste twee zijn, maar dit kunnen er ook meer zijn. De Awb laat het aan het bestuursorgaan zelf of de leden deel uitmaken van en werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan of dat een of meerdere leden uit externen bestaan. In deze verordening is de keuze gemaakt om de commissie geheel uit externen te laten bestaan.
Hoewel in de Awb nergens over een secretaris wordt gesproken, is het gebruikelijk dat een commissie beschikt over een secretaris (en plaatsvervangers) ter ondersteuning van de werkzaamheden. Er kan uiteraard ook voor worden gekozen om meerdere secretarissen aan te wijzen.
Artikel 6 Vergoeding commissie
Lid 2. Het gaat hierbij om uitzonderingsgevallen. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het geval dat er geen hoorzitting plaatsvindt, omdat bezwaarmaker afziet van zijn recht om te worden gehoord en er wel advies wordt uitgebracht door de commissie. Ook kan gedacht worden aan de situatie dat een commissielid niet deelneemt aan de hoorzitting, maar wel inhoudelijk adviseert of van het horen wordt afgezien wegens een ontvankelijkheidsvraagstuk.
Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden, genoemd in dit artikel, kan de voorzitter mandateren aan de secretaris. Mandateren betekent het in naam van de mandaatgever (de voorzitter) uitoefenen van de bevoegdheden. De voorzitter is verantwoordelijk voor de in mandaat verrichte handelingen van de secretaris en blijft ook bevoegd om deze bevoegdheden zelf uit te oefenen.
Volgens artikel 15 vindt er een schriftelijk verslaglegging plaats of wordt er een digitale geluidsopname gemaakt.
Bij meerdere bestuursorganen wordt er in plaats van verslaglegging van de hoorzitting door middel van een (zakelijk) schriftelijk verslag een digitale geluidsopname gemaakt van de hoorzitting en alleen indien nodig nog een (zakelijk) schriftelijk verslag opgesteld.
Het opstellen van een schriftelijk verslag van een hoorzitting kost in de praktijk namelijk (veel) tijd, terwijl het veelal weinig toegevoegde waarde heeft. Bovendien bevat een geluidsopname al hetgeen op de hoorzitting naar voren is gebracht, terwijl een schriftelijk verslag slechts een zakelijke weergave daarvan is. Als er discussie is over wat er al dan niet op de hoorzitting naar voren is gebracht, kan middels het afluisteren van de geluidsopname daarover zekerheid worden verkregen. Dat is niet het geval als er sprake is van een (zakelijk) schriftelijk verslag.
Op grond van artikel 7:7 Awb dient van het horen een verslag gemaakt te worden. Uit de wetsgeschiedenis blijkt, zo heeft ook de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld, dat een schriftelijk verslag wordt bedoeld. Dit kan op verschillende wijzen worden vormgegeven. Zo kan ook uit de beslissing op bezwaar blijken wat op de hoorzitting is verhandeld.
Het besluit is in strijd met artikel 7:7 Awb genomen als er geen schriftelijk verslag is gemaakt en uit de beslissing op bezwaar niet blijkt wat op de hoorzitting is verhandeld. Uit de rechtspraak, o.a. van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, blijkt echter dat deze strijd met artikel 7:7 Awb hersteld als een belanghebbende (zoals bezwaarmaker) desgewenst de beschikking krijgt over de geluidsopname van de hoorzitting of als er alsnog een verslag van de hoorzitting wordt gemaakt als daartoe aanleiding is. Dit is het geval als een belanghebbende of het verwerend orgaan daarom verzoekt of als een gerechtelijke instantie daar om verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure. De grondslag daarvoor is in de verordening vastgelegd.
Artikel 17 Raadkamer en advies
Omdat het van belang is dat de commissie in alle vrijheid kan beraadslagen en beslissen, is in het eerste lid bepaald dat dit achter gesloten deuren zal plaatsvinden. De advisering (en vaak logischerwijs ook de beraadslaging) moet plaatsvinden door een commissie die voldoet aan de eisen van artikel 7:13, eerste lid, onder a, van de Awb.
Hoe het advies tot stand komt, wordt verder niet in de Awb voorgeschreven. In het vijfde lid is omwille van zorgvuldigheid bepaald dat het advies is gemotiveerd en een voorstel voor de te nemen beslissing bevat.
De commissie dient jaarlijks verslag uit te brengen over haar werkzaamheden aan het college. De invulling van dit verslag is aan de commissie gelaten. Voor de hand ligt dat wordt aangegeven hoeveel bezwaren zijn ingediend, hoeveel adviezen zijn uitgebracht, wat de adviezen inhielden (niet-ontvankelijk, (deels) gegrond, enz.), of het bestuursorgaan al dan niet overeenkomstig het advies heeft besloten, in welke gevallen beroep is ingesteld en wat de uitkomst van dit beroep is, indien dit bekend is.
Ingeval een klacht is ingediend tegen de commissie wordt dit in het jaarverslag vermeld.
Het jaarverslag is ook een instrument voor de commissie om aan de bestuursorganen adviezen te geven over de verbeterpunten op het gebied van (juridische) kwaliteit.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2024-12184.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.