U bekijkt een publicatie met

Toon versie van document

Wijzing waterschapsverordening

Dijkgraaf en hoogheemraden besluiten:

Artikel I

1. De wijziging van de volgende werkingsgebieden vast te stellen:

a. het werkingsgebied “grondwaterbeschermingsgebied of waterwingebied” zoals beschreven in artikel 2.12 Waterschapsverordening; en

b. het werkingsgebied “gebied zonder extra risico’s voor grondwateronttrekkingen” zoals beschreven in artikel 2.13, lid 2 Waterschapsverordening.

Artikel II

De wijziging van artikel 13.34 Waterschapsverordening de Rijnlandse Keur vast te stellen, waarin een verwijzing naar dempen wordt toegevoegd.

Artikel III

Verschillende redactionele wijzigingen in de Waterschapsverordening de Rijnlandse Keur vast te stellen.

Artikel IV

Daarvoor de Waterschapsverordening de Rijnlandse Keur te wijzigen zoals aangegeven in Bijlage A.

Artikel V

Deze wijzigingen op 31 mei 2024 in werking te laten treden.

Leiden, 28 mei 2024

Dijkgraaf en hoogheemraden

 

R.A.M. van der Sande, dijkgraaf

 

M. Middendorp, secretaris

Bijlage A Bijlage bij artikel IV

A

Artikel 1.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

Dit is de uitleg van de in deze verordening gebruikte begrippen:

Aanmeervoorziening

Een plek in het oppervlaktewater voor het vastleggen van boten of andere vaartuigen. Het is gemaakt van palen met een horizontale balk ertussen.

Aanvoeren

Water vanuit een oppervlaktewater naar een ander oppervlaktewater halen met een werk. Of het water op een natuurlijke manier daar naartoe laten stromen.

Afrastering

Bijvoorbeeld een hek, muurtje of schrikdraad.

Afslag

Het losslaan, wegwaaien of wegspoelen van een deel van de duinen bij een harde storm.

Afvalwaterzuivering

Een installatie waar Rijnland het stedelijk afvalwater schoonmaakt.

Afvoeren

Water vanuit een oppervlaktewater naar een ander oppervlaktewater brengen met een werk. Of het water op een natuurlijke manier daar weg laten stromen.

Archeologische monumenten

In de Omgevingswet staat: Archeologische monumenten zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet.

Belangrijk oppervlaktewater

Dit zijn de belangrijkste sloten, vaarten, plassen en meren binnen Rijnland. Ze hebben een belangrijke rol bij de aanvoer en afvoer van water, de waterberging en het onderhoud aan een waterkering. Ze zijn ook belangrijk als leefgebied voor planten en dieren.

Bemalen drainage

Een horizontale bemaling of drainage. Het grondwater wordt met een pomp afgevoerd via horizontaal geplaatste zuigbuizen. Er worden geen verticale filters gebruikt.

Bergen van water

Opslaan van water.

Berging rekening courant (BRC)

Een saldo van gedempt en gegraven oppervlaktewater. Dit saldo wordt bijgehouden in een Berging Rekening Courant (BRC).

Beschoeiing

Een bescherming van de oever. Een beschoeiing staat in het oppervlaktewater langs de waterkant. Het voorkomt dat de oever wegspoelt in het water.

Binnentalud

Het schuin aflopende deel van een dijk aan de kant van het land.

binnentalud

binnentalud

Bodemonderzoek

Een geotechnisch of milieukundig onderzoek van de bodem. Hierbij worden boringen en/of sonderingen gebruikt.

Boezem

Oppervlaktewater bedoeld voor het opvangen van water uit de polders en voor het aanvoeren en afvoeren van water uit Rijnlands gebied.

Boogzinker

Met gekromde buizen wordt een gat gespoten. Met een boogzinker kan de initiatiefnemer kabels en leidingen bijvoorbeeld onder een sloot of weg door aanbrengen.

Bouwen

In de Omgevingswet staat: plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten.

Bouwwerk

In de Omgevingswet staat: constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart.

Brandblusvoorziening

Hiermee wordt grondwater uit de bodem onttrokken en gebruikt als bluswater.

Brug

Een vaste of beweegbare verbinding tussen twee percelen die gescheiden zijn door oppervlaktewater.

Buitentalud

Het schuin aflopende deel van een dijk aan de kant van het water.

Buitentalud waterkering.PNG

Casing

Een holle stalen buis.

Chemische kwaliteit van het water

De kwaliteit van de samenstelling van het water en welke stoffen en verontreinigingen daarin zitten.

Chemische toestand

De chemische toestand van het oppervlaktewater zoals bedoeld in de Kaderrichtlijn Water.

Coupure

Een gedeelte van een waterkering dat lager is dan de rest van de waterkering. Bijvoorbeeld omdat dwars door de waterkering een weg is gemaakt. De lagere plek kan bij hoogwater worden afgesloten.

Cultureel erfgoed

In de Omgevingswet staat: monumenten, archeologische monumenten, stads- en dorpsgezichten, cultuurlandschappen en, voor zover dat voorwerp is of kan zijn van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in het omgevingsplan, ander cultureel erfgoed als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet.

Cunet

De kuil die ontstaat bij het weggraven van een gedeelte van een grondlaag. Het cunet wordt daarna weer gevuld met bijvoorbeeld zand. Dit wordt gedaan om een ondergrond te maken die stevig genoeg is voor een bepaalde activiteit.

Damwand

Een constructie die grond of water keert. Het is gemaakt van bijvoorbeeld beton, steen, hout, kunststof of staal.

De basis van het basisveen

De onderkant van een afsluitende laag basisveen.

Delfstoffen

Een goed te gebruiken materiaal dat uit de grond kan worden gehaald. Bijvoorbeeld zand, schelpen, grind, klei, kalksteen en zout.

Dempen

Het verkleinen van het bergend oppervlak van een oppervlaktewater. Het bergend oppervlak is de ruimte die beschikbaar is voor water.

Dijkgraaf en hoogheemraden

Het dagelijks bestuur van Rijnland, bedoeld in artikel 8 van het Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Rijnland en artikel 40 van de Waterschapswet.

Doelmatige bemonstering

Op een goede en handige manier een hoeveelheid water opvangen voor laboratoriumonderzoek.

Dragende functie van het watersysteem

Dit gaat over de draagkracht van de bodem. Het geeft aan hoeveel gewicht een bodem aankan zonder dat bijvoorbeeld een bouwwerk verzakt.

Drijvend voorwerp

Een voorwerp dat zelfstandig blijft drijven en een vaste ligplaats heeft aan de waterkant. Bijvoorbeeld: woonboten, woonschepen, woonarken, drijvende steigers, drijvende botenhuizen

Drooglegging

De afstand tussen het waterpeil en het gemiddeld/ de mediaan van de hoogte van het maaiveld.

Duiker

Een buis, koker of andere constructie onder bijvoorbeeld een dam, dijk of weg die oppervlaktewateren met een zelfde waterpeil met elkaar verbindt.

Duinvoet

De onderste rand van een duin, waar een duin overgaat naar het strand.

Ligging Duinvoet.png

Ecologische kwaliteit van het water

De kwaliteit van de structuur en het functioneren van het ecosysteem van het oppervlaktewater. Denk hierbij aan de planten en dieren, maar ook aan de schimmels en de algen die in het oppervlaktewater en in de waterbodem leven.

Ecologische toestand

De ecologische toestand van het oppervlaktewater zoals bedoeld in de Kaderrichtlijn Water.

Emissiebeheersingsmaatregelen

Emissiebeheersingsmaatregelen zoals bedoeld in de Kaderrichtlijn water (KRW).

Erosie

Slijtage door wind, ijs en water.

Erosiebestendig materiaal

Materiaal dat zorgt dat de grond van het talud niet wegwaait, wegspoelt of op een andere manier verdwijnt.

Freatische grondwaterstand

De hoogte van de bovenste laag grondwater gemeten vanaf het maaiveld. Deze bovenste laag grondwater komt de initiatiefnemer het eerst tegen bij graven en boren.

Fysische kenmerken

De fysische kenmerken van het oppervlaktewater zoals bedoeld in de Kaderrichtlijn Water.

Gesloten teeltvloer

Een ondergrond met een gesloten systeem voor het telen van planten. Deze systemen worden ook wel gesloten Pot Container Teelt (PCT) genoemd. Bijvoorbeeld een speciale betonvloer.

Grondwater

In de Omgevingswet staat: water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact met de bodem of ondergrond staat.

Grondwater onttrekken

Grondwater uit de bodem halen met een onttrekkingsinrichting. Dit is een inrichting of werk bedoeld om grondwater uit de bodem te halen. Vaak is dit een pomp.

Grondwater retourneren

Onttrokken grondwater terugbrengen in de bodem.

Grondwaterlichaam

In de Omgevingswet staat: Afzonderlijke grondwatermassa in een of meer watervoerende lagen.

Grondwatersanering

Het Besluit activiteiten leefomgeving zegt: het beheren, beperken of ongedaan maken van verontreiniging van het grondwater.

Grondwaterstand

De hoogte van het grondwater in de bodem.

Haaks

Loodrecht

Hard oppervlak

Een bedekking van de bodem waardoor neerslag niet of maar heel weinig in de bodem kan komen. Bijvoorbeeld bestrating, gesloten teeltvloeren en bouwwerken.

Huisaansluiting

Een kabel of leiding waarmee een woning of woongebouw een aansluiting krijgt op een netwerk. Bijvoorbeeld het netwerk voor elektriciteit, gas, drinkwater, warmte of media/(tele)communicatie.

Infiltreren

Water in de bodem brengen om de grondwaterstand aan te vullen. Dit gebeurt naast het onttrekken van grondwater.

Infrastructuur

In de Omgevingswet staat: wegen en vaarwegen, waaronder routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen, spoorwegen, havens, luchthavens, energie-infrastructuur, telecommunicatie-infrastructuur, buisleidingen, openbare hemelwater- en ontwateringsstelsels en vuilwaterriolen, infrastructuur voor watervoorzieningswerken als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drinkwaterwet en andere vitale infrastructuur.

Ingreepmaat

De waterdiepte die minimaal nodig is voor een oppervlaktewater. Deze diepte staat in de legger oppervlaktewateren.

Initiatiefnemer

De persoon die een werk of de activiteit wil gaan uitvoeren en hiervoor verantwoordelijk is. Een initiatiefnemer kan het werk of de activiteit zelf uitvoeren of hiervoor een opdracht geven aan een andere partij.

Insteek

Het punt waar de schuine oever overgaat in het vlakke maaiveld of een beschoeiing.

insteek.png

Inwerkingtreding

Moment waarop de regels uit deze verordening gaan gelden.

Kernzone

Het centrale deel van het waterstaatswerk. De kernzone staat in de werkingsgebieden.

Kruin

Een zone met het bovenste gedeelte van een waterkering. Deze zone staat in de legger regionale waterkeringen.

Ligging van de kruin op een waterkering.PNG

Krw-oppervlaktewaterlichaam

In het Besluit kwaliteit leefomgeving staat: oppervlaktewaterlichaam als bedoeld in artikel 2, onder 10, van de Kaderrichtlijn Water.

Kunstwerk

Een civieltechnisch werk dat nodig is om het netwerk van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen, en/of leidingen goed te laten werken. Voorbeelden zijn: een brug, dam, duiker of stuw. Zo’n kunstwerk is niet bedoeld voor permanent verblijf door mensen.

Kwantitatieve toestand

De kwantitatieve toestand van een grondwaterlichaam zoals bedoeld in de Kaderrichtlijn Water.

Kwel

Grondwater dat onder drukverschil vanuit de bodem omhoog komt.

Landinwaarts

Vanaf de waterkant verder het land in.

Legger

In de Omgevingswet staat: legger als bedoeld in artikel 2.39 Omgevingswet.

Leggerprofiel

Een profiel met de richting, vorm, maten en constructie van een waterkering die aan de veiligheidsnormen voldoet. Een profiel is vaak een zijaanzicht, maar kan ook bijvoorbeeld 3D zijn.

Het leggerprofiel is te vinden in:

Lijnvormig

Lang en smal.

Losspuiten

Het spuiten van water rondom bijvoorbeeld een heipaal of damwand die uit de grond moet. Zo komt de paal makkelijker los uit de grond.

Maaiveld

De bovenkant van de grond van een terrein. Ook de bestrating hoort bij het maaiveld. Bij het maaiveld hoort niet:

  • een kunstmatige verhoging zoals een talud of een berm; en

  • een kunstmatige verlaging.

Maatschappelijke functies

De maatschappelijke functies van het watersysteem zijn bijvoorbeeld natuurbeleving, varen, of het goed houden van funderingen van bouwwerken. Het is een maatschappelijke functie als veel gebruikers regelmatig gebruik maken van een functie. Bij een paar gebruikers gaat het niet om een maatschappelijk functie.

Maatwerkvoorschrift

In de Omgevingswet staat: maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet.

Mantelbuis

Beschermingsbuis voor kabels en leidingen.

Meerpaal

Een paal in het oppervlaktewater om bijvoorbeeld een boot of ander vaartuig aan vast te maken.

Moerige grond

Moerig betekent dat de grondlaag voor minimaal 15% uit organisch stof bestaat. Moerige grond heeft een moerige laag van 5 tot 40 centimeter dik. De bovenkant van de moerige laag zit niet dieper dan 40 centimeter onder het maaiveld.

NAP

Normaal Amsterdams Peil. Alle hoogtes in Nederland worden gemeten ten opzichte van met het NAP.

Natuurbeheer

Het zorgen voor de natuur.

NEN 3650
  • NEN 3650-1:2020: Eisen voor buisleidingsystemen - Deel 1: Algemene eisen, versie 2020.

  • NEN 3650-2:2020: Eisen voor buisleidingsystemen - Deel 2: Aanvullende eisen voor leidingen van staal, versie 2020.

  • NEN 3650-3:2020: Eisen voor buisleidingsystemen - Deel 3: Aanvullende eisen voor leidingen van kunststof, versie 2020.

  • NEN 3650-4:2020: Eisen voor buisleidingsystemen - Deel 4: Aanvullende eisen voor leidingen van beton, versie 2020.

  • NEN 3650-5:2020: Eisen voor buisleidingsystemen - Deel 5: Aanvullende eisen voor leidingen van gietijzer, versie 2020.

NEN 3651

NEN 3651:2020: Aanvullende eisen voor buisleidingen in of nabij belangrijke waterstaatswerken, versie 2020.

NEN 6600-1

NEN 6600-1:2019: Water - Monsterneming - Deel 1: Afvalwater, versie 2019.

NEN 6646

NEN 6646/C1:2015: Water - Fotometrische bepaling van het gehalte aan ammoniumstikstof en van de som van de gehalten aan ammoniumstikstof en organisch gebonden stikstof volgens Kjeldahl, door mineralisatie met seleen, met behulp van een doorstroomanalysesysteem - Ontsluiting met zwavelzuur, seleen en kaliumsulfaat, versie 2015 + C1:2015.

NEN 6966

NEN 6966:2006: Milieu - Analyse van geselecteerde elementen in water, eluaten en destruaten – Atomaire emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma, versie 2006.

NEN-EN 12566-1

NEN-EN 12566-1:2016: Kleine afvalwaterzuiveringsinstallaties ≤ 50 IE - Deel 1: Geprefabriceerde septictanks, versie 2016.

NEN-EN 13284-1

NEN-EN 13284-1:2001: Europese norm voor Emissies van stationaire bronnen – Bepaling van massaconcentratie van stof in lage concentraties – Deel 1: Manuele gravimetrische methode, versie 2001.

NEN-EN 872

NEN-EN 872:2005: Water – Bepaling van het gehalte aan onopgeloste stoffen – Methode door filtratie over glasvezelfilters, versie 2005.

NEN-EN-ISO 10301

NEN-EN-ISO 10301:1997: Water - Bepaling van zeer vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen - Gaschromatografische methoden, versie 1997.

NEN-EN-ISO 11732

NEN-EN-ISO 11732:2005: Water - Bepaling van ammonium stikstof - Methode voor doorstroomanalyse (CFA en FIA) en spectrometrische detectie, versie 2005;

NEN-EN-ISO 11885

NEN-EN-ISO 11885:2009: Water - Bepaling van geselecteerde elementen met atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES), versie 2009.

NEN-EN-ISO 12846

NEN-EN-ISO 12846:2012: Water - Bepaling van kwik - Methode met atomaire-absorptiespectrometrie met en zonder concentratie, versie 2012.

NEN-EN-ISO 13395

NEN-EN-ISO 13395:1997: Water - Bepaling van het stikstofgehalte in de vorm van nitriet en in de vorm van nitraat en de som van beide met doorstroomanalyse (CFA en FIA) en spectrometrische detectie, versie 1997.

NEN-EN-ISO 15587-1

NEN-EN-ISO 15587-1:2002: Water - Ontsluiting voor de bepaling van geselecteerde elementen in water - Deel 1: Koningswater ontsluiting, versie 2002.

NEN-EN-ISO 15587-2

NEN-EN-ISO 15587-2:2002: Water - Ontsluiting voor de bepaling van geselecteerde elementen in water - Deel 2: Ontsluiting met salpeterzuur, versie 2002.

NEN-EN-ISO 15680

NEN-EN-ISO 15680:2003: Water - Gaschromatografische bepaling van een aantal monocyclische aromatische koolwaterstoffen, naftaleen en verscheidene gechloreerde verbindingen met ‘purge-and-trap’ en thermische desorptie, versie 2003.

NEN-EN-ISO 15681-1

NEN-EN-ISO 15681-1:2005: Water - Bepaling van het gehalte aan orthofosfaat en het totale gehalte aan fosfor met behulp van doorstroomanalyse (FIA en CFA) - Deel 1: Methode met een doorstroominjectiesysteem (FIA), versie 2005.

NEN-EN-ISO 15681-2

NEN-EN-ISO 15681-2:2018: Water - Bepaling van het gehalte aan orthofosfaat en het totale gehalte aan fosfor met behulp van doorstroomanalyse (FIA en CFA) - Deel 2: Methode met een continu doorstroomanalysesysteem (CFA), versie 2018.

NEN-EN-ISO 15682

NEN-EN-ISO 15682:2001: Water - Bepaling van het gehalte aan chloride met doorstroomanalyse (CFA en FIA) en fotometrische of potentiometrische detectie, versie 2001.

NEN-EN-ISO 17294-2

NEN-EN-ISO 17294-2:2016: Water - Toepassing van massaspectrometrie met inductief gekoppeld plasma - Deel 2: Bepaling van geselecteerde elementen inclusief uranium isotopen, versie 2016.

NEN-EN-ISO 17852

NEN-EN-ISO 17852:2008: Water - Bepaling van kwik - Methode met atomaire fluorecentiespectometrie, versie 2008.

NEN-EN-ISO 17993

NEN-EN-ISO 17993:2004: Water - Bepaling van 15 polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) in water met HPLC met fluorescentiedetectie na vloeistof-vloeistof extractie, versie 2004.

NEN-EN-ISO 5667-3

NEN-EN-ISO 5667-3:2018: Water - Monsterneming - Deel 3: Conservering en behandeling van watermonsters, versie 2018.

NEN-EN-ISO 5815-1

NEN-EN-ISO 5815-1:2019: Water - Bepaling van het biochemisch zuurstofverbruik na n dagen (BZVn) - Deel 1: Verdunning en enting onder toevoeging van allylthioureum, versie 2019.

NEN-EN-ISO 5815-2

NEN-EN-ISO 5815-2:2003: Water - Bepaling van het biochemisch zuurstofverbruik na n dagen (BZVn) - Deel 2: Methode voor onverdunde monsters, versie 2003.

NEN-EN-ISO 6878

NEN-EN-ISO 6878:2004: Water - Bepaling van fosfor - Ammoniummolybdaat spectometrische methode, versie 2004.

NEN-EN-ISO 9377-2

NEN-EN-ISO 9377-2:2000: Water - Bepaling van de minerale-olie-index -Deel 2: Methode met vloeistofextractie en gas-chromatografie, versie 2000.

NEN-ISO 15705

NEN-ISO 15705:2003: Water - Bepaling van het chemisch zuurstofverbruik (ST-COD) - Kleinschalige gesloten buis methode, versie 2003.

NEN-ISO 15923-1

NEN-ISO 15923-1:2013: Waterkwaliteit - Bepaling van de ionen met een discreet analysesysteem en spectrofotometrische detectie - Deel 1: Ammonium, chloride, nitraat, nitriet, ortho-fosfaat, silicaat en sulfaat, versie 2013.

NEN-ISO 5663

NEN-ISO 5663:1993: Water - Bepaling van het gehalte aan Kjeldahl-stikstof - Methode na mineralisatie met seleen, versie 1993.

Niet versneld

Niet sneller dan de snelheid waarmee neerslag op een natuurlijke manier in de bodem zakt en via de bodem naar oppervlaktewater stroomt.

Oever

Het gebied tussen de waterbodem en het maaiveld.

Oeverbescherming

Een bescherming van de oever tegen losslaan en wegspoelen van de grond.

Oeverlijn

De grens tussen oppervlaktewater en land.

Omgevingswaarde

In de Omgevingswet staat: omgevingswaarde als bedoeld in afdeling 2.3afdeling 2.3.

Ondersteunend kunstwerk

Een kunstwerk dat nodig is voor het goed laten werken van het watersysteem. Bijvoorbeeld een stuw om het waterpeil op goede hoogte te houden, zodat een dijk niet uitdroogt. Of een damwand die het water tegenhoudt.

Ontgrondingskuil

Het gat in de bodem dat ontstaat wanneer een boom of struik omvalt.

Onttrekkingsinrichting

Een inrichting of werk bedoeld om grondwater uit de bodem te halen. Vaak is dit een pomp.

Rijnland ziet meerdere inrichtingen of werken als één onttrekkingsinrichting als ze zijn geplaatst in opdracht van één opdrachtgever en/of vanwege één project en samen één geheel vormen.

Rijnland ziet meerdere inrichtingen of werken niet als één onttrekkingsinrichting als:

Opbarsten

Het omhoog komen en scheuren van bodemlagen die slecht water doorlaten. Bijvoorbeeld lagen klei, leem of veen. Door de scheuren in de bodem komt water omhoog. Mogelijke oorzaken zijn:

  • Een daling van de gronddruk door bijvoorbeeld een ontgraving.

  • Een stijging van de waterdruk in een watervoerende zandlaag die eronder ligt.

Oppervlaktewater

De sloten, vaarten, plassen, meren, rivieren, kanalen. Ook droogstaande taluds en greppels die wel in verbinding staan met ander oppervlaktewater.

Oppervlaktewaterlichaam

In de Omgevingswet staat: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, en de bijbehorende bodem en oevers, alsmede flora en fauna.

Oppervlaktewatersysteem

Oppervlaktewateren die met elkaar in verbinding staan.

Peilbesluit

In dit document staat:

  • het waterpeil in een gebied, of de bandbreedten waarbinnen het waterpeil kan variëren.

  • in welke periode en in welke situatie dit waterpeil zo veel mogelijk in stand wordt gehouden.

Het peilbesluit is door de verenigde vergadering vastgesteld.

Peilbuis

Een buis in de bodem waarmee de hoogte van het grondwater in de bodem kan worden gemeten.

Peilgrens

De grens tussen peilvakken.

Peilvak

Een bepaald gebied dat is vastgesteld in een peilbesluit. In dit gebied probeert Rijnland één waterpeil te houden. In het peilbesluit staat welk peil dat is.

Perceel

Een stuk grond of een terrein met vaste grenzen die door het Kadaster zijn bepaald.

Primaire waterkering

In de Omgevingswet staat: waterkering die bescherming biedt tegen overstroming door water van een oppervlaktewaterlichaam waarvan de waterstand direct invloed ondergaat van hoge stormvloed, hoog water van een van de grote rivieren, hoog water van het IJsselmeer of het Markermeer, of een combinatie daarvan, en van het Volkerak-Zoommeer, het Grevelingenmeer, het getijdedeel van de Hollandsche IJssel en de Veluwerandmeren.

De primaire waterkeringen binnen Rijnland staan in de legger primaire keringen.

Profiel van vrije ruimte

Een ruimte (lengte, breedte, hoogte) in de grondmassa aan beide kanten van een regionale waterkering. Het is een reservering voor toekomstige versterking of uitbreiding van de waterkering. Het profiel van vrije ruimte staat in de legger regionale waterkeringen.

Pulsen

Een manier van boren.

Regionale waterkering

Beschermt de polders binnen Rijnland tegen overstroming vanuit hoger gelegen oppervlaktewater dat daaromheen ligt. De regionale waterkeringen staan in de legger regionale waterkeringen.

Rijnland

Het hoogheemraadschap van Rijnland.

Seismisch onderzoek

Bij dit onderzoek worden geluidsgolven de grond ingestuurd. De aardlagen kaatsen deze golven terug. Dit geeft veel informatie over hoe de bodemlagen eruitzien.

Seizoensgebouwen

Bouwwerken die alleen tussen 1 februari en 1 november op het strand staan. Bijvoorbeeld een strandtent of surfpaviljoen.

Sleuf

Een in de grond gegraven geul.

Sleufloze techniek

Een manier om een kabel, leiding of mantelbuis in de bodem te brengen zonder een sleuf te graven.

Sondering

Het in de bodem drukken van een conus loodrecht op het maaiveld. Het doel is de draagkracht van de bodem bepalen.

Spanningsbemaling

Het wegpompen van dieper grondwater om de grondwaterdruk kleiner te maken. Het doel is het opbarsten van de bodem voorkomen.

Specie

Materiaal dat de initiatiefnemer krijgt bij graven of baggeren

Steiger

Een bouwwerk in het oppervlaktewater dat bestaat uit palen en een gedeelte waar mensen op kunt lopen.

Stijghoogte

Hoe hoog het grondwater maximaal zou kunnen staan. Dit wordt gemeten vanaf een bepaald niveau, meestal het NAP.

Stoffen

Chemische elementen en verbindingen.

Straatmeubel

Bijvoorbeeld straatverlichting, naamborden, wegwijzers, bankjes en vuilnisbakken.

Strand

Het deel van de kuststrook tussen de duinvoet en de zee.

Strategische voorraad zoet grondwater

Een voorraad van zoet grondwater die beschikbaar moet blijven voor de toekomst. Bijvoorbeeld voor drinkwater. De Kaderrichtlijn Water (KRW) noemt dit de zoete grondwaterlichamen.

Stuw

Een constructie die water tegenhoudt en waarmee het waterpeil in een oppervlaktewater wordt geregeld.

Talud

Dit is het schuine deel van een dijk, of de schuine oever tussen de waterbodem en het maaiveld.

Verenigde vergadering

het algemeen bestuur van Rijnland, bedoeld in artikel 8 van het Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Rijnland en artikel 12 van de Waterschapswet.

Verzilting

Het zouter worden van de bodem en het water.

Voorspuiten

Het spuiten van water rondom bijvoorbeeld een boorfilter, heipaal of peilbuis die al in de grond zit. Zo kan de buis of paal verder in de grond zakken.

Waterbodem

De grond van een oppervlaktewater onder de waterspiegel.

Waterkerendheid

Hoe goed de waterkering het water kan tegenhouden.

Waterkering

Een waterkering houdt water tegen en beschermt tegen een overstroming. Het zijn waterscheidingen, kunstmatige hoogten en (gedeelten van) natuurlijke hoogten of hooggelegen gronden. Vaak wordt dit een dijk genoemd.

Bij de waterkering horen ook sommige kunstwerken die daarin of daaraan zijn gemaakt. Het gaat om kunstwerken die (ook) een waterkerende functie hebben. Bijvoorbeeld een sluis.

Waterlichaam

In de Omgevingswet staat: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, en de bijbehorende bodem en oevers, alsmede flora en fauna.

Watermonster

Een kleine hoeveelheid water. Dit wordt vaak verzameld voor laboratoriumonderzoek.

Waterpeil

De hoogte van de bovenkant van het oppervlaktewater. De hoogte wordt gemeten ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil (NAP). Het waterpeil gaat dus niet om de diepte van het water.

Waterspiegel

Het grensvlak tussen water en lucht. Een ander woord is wateroppervlak.

Waterstaatswerk

In de Omgevingswet staat: Oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk.

Watersysteem

In de Omgevingswet staat: Samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken.

Watervoerende pakket

Een laag in de bodem (bijvoorbeeld zand) waar langzaam grondwater doorheen stroomt. Deze bodemlaag heeft aan de bovenkant en de onderkant een ondoorlatende laag (bijvoorbeeld klei) of een vrije waterspiegel.

Werk

Een door de mens gemaakte of nog te maken constructie of inrichting met alles wat daarbij hoort.

Werkingsgebied

Het deel van het beheergebied van Rijnland waar bepaalde regels gelden.

Wettelijk voorschrift

een regeling van een orgaan dat aan de Grondwet of een wet in formele zin regelgevende bevoegdheid ontleent. Denk hierbij aan regels van het Rijk, provincies, gemeenten of Rijnland.

Winterpeil

Het waterpeil dat in de winter wordt gebruikt. Het juiste winterpeil staat in het peilbesluit.

Zeewering

De waterkeringen die ons beschermen tegen overstroming door de zee. Denk hierbij aan de duinen, dijken en duin-in-dijk-constructies.

Zetting

Water en lucht wordt uit de grond geperst door het samendrukken van de grond.

Zomerpeil

Het waterpeil dat in de zomer wordt gebruikt. In het peilbesluit staat wat het zomerpeil is. Meestal geldt het zomerpeil van ongeveer maart/april tot ongeveer september/oktober.

Zwelklei

Een bodemsoort die redelijk veel water kan opnemen en daardoor opzwelt. Bentoniet is een bekend voorbeeld van zwelklei.

B

Artikel 4.6 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 4.6 Beoordelen van de vergunningaanvraag

Bij het beoordelen van een vergunningaanvraag, gelden naast de beoordelingsregels uit afdeling 3.3 de volgende aanvullende beoordelingsregels:

  • afdeling 3.3

  • artikel 4.7

  • artikel 4.8

  • artikel 39.2

  • artikel 39.3

  • artikel 39.4

  • artikel 40.2

C

Artikel 5.5 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 5.5 Beoordelen van de vergunningaanvraag

Bij het beoordelen van een vergunningaanvraag, gelden naast de beoordelingsregels uit afdeling 3.3 de volgende aanvullende beoordelingsregels:

  • afdeling 3.3

  • artikel 5.6

  • artikel 5.7

D

Artikel 6.6 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 6.6 Beoordelen van de vergunningaanvraag

Bij het beoordelen van een vergunningaanvraag, gelden naast de beoordelingsregels uit afdeling 3.3 de volgende aanvullende beoordelingsregels:

  • afdeling 3.3

  • artikel 6.7

  • artikel 6.8

  • artikel 39.2

  • artikel 39.3

  • artikel 39.4

  • artikel 40.2

E

Artikel 6.9 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 6.9 Beoordelingsregel Beoordelen van de vergunningaanvraag

Bij het beoordelen van een vergunningaanvraag, gelden naast de beoordelingsregels uit afdeling 3.3 de volgende aanvullende beoordelingsregels:

  • afdeling 3.3

  • artikel 6.10

  • artikel 6.11

  • artikel 39.2

  • artikel 39.3

  • artikel 39.4

  • artikel 40.2

F

Artikel 7.11 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 7.11 Beoordelen van de vergunningaanvraag

Bij het beoordelen van een vergunningaanvraag, gelden naast de beoordelingsregels uit afdeling 3.3 de volgende aanvullende beoordelingsregels:

  • afdeling 3.3

  • artikel 7.12

  • artikel 7.13

  • artikel 7.14

  • artikel 7.15

  • artikel 41.2a

  • artikel 41.3

  • artikel 41.4

  • artikel 41.5

  • artikel 41.6

  • Artikel 41.6a

  • artikel 41.7

  • artikel 41.8

  • artikel 41.9

  • artikel 41.10

  • artikel 41.11

  • artikel 41.12

G

Artikel 9.19 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 9.19 Beoordelen van de vergunningaanvraag

Bij het beoordelen van een vergunningaanvraag, gelden naast de beoordelingsregels uit afdeling 3.3 de volgende aanvullende beoordelingsregels:

  • afdeling 3.3

  • artikel 9.20

  • artikel 9.21

  • artikel 9.22

  • artikel 9.23

  • artikel 9.24

  • artikel 9.25

  • artikel 9.26

  • artikel 9.27

  • artikel 9.28

  • artikel 9.29

  • artikel 9.30

  • artikel 9.31

  • artikel 9.32

  • artikel 9.33

  • artikel 9.34

  • artikel 9.35

  • artikel 9.36

  • artikel 39.2

  • artikel 39.3

  • artikel 39.4

  • artikel 40.2

  • artikel 41.2a

  • artikel 41.3

  • artikel 41.4

  • artikel 41.5

  • artikel 41.6

  • artikel 41.6a

  • artikel 41.7

  • artikel 41.8

  • artikel 41.9

  • artikel 41.10

  • artikel 41.11

  • artikel 41.12

H

Artikel 9.31 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 9.31 Nieuw bouwwerk binnen bebouwde deel waterkering

Binnen het bebouwde deel kernzone en beschermingszone van de waterkering wordt een nieuw bouwwerk:

I

Artikel 9.41 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 9.41 Tussen 500 m² en 5000 m² hard oppervlak maken in andere gebieden

De voorwaarden uit afdeling 41.2 gelden voor het maken van één of meer bouwwerken, als:

J

Artikel 11.3 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 11.3 Beoordelen van de vergunningaanvraag

Bij het beoordelen van een vergunningaanvraag, gelden naast de beoordelingsregels uit afdeling 3.3 de volgende aanvullende beoordelingsregels:

  • afdeling 3.3

  • artikel 11.4

  • artikel 11.5

K

Artikel 12.40 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 12.40 Beoordelen van de vergunningaanvraag

Bij het beoordelen van een vergunningaanvraag, gelden naast de beoordelingsregels uit afdeling 3.3 de volgende aanvullende beoordelingsregels:

  • afdeling 3.3

  • artikel 12.41

  • artikel 12.42

  • artikel 12.43

  • artikel 12.44

  • artikel 12.45

  • artikel 12.46

  • artikel 12.47

  • artikel 12.48

  • artikel 12.49

L

Artikel 13.15 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 13.15 Beoordelen van de vergunningaanvraag

Bij het beoordelen van een vergunningaanvraag, gelden naast de beoordelingsregels uit afdeling 3.3 de volgende aanvullende beoordelingsregels:

  • afdeling 3.3

  • artikel 13.16

  • artikel 13.17

  • artikel 13.18

  • artikel 13.19

  • artikel 13.20

  • artikel 13.21

  • artikel 13.22

  • artikel 13.23

  • artikel 13.24

  • artikel 13.25

  • artikel 39.2

  • artikel 39.3

  • artikel 39.4

M

Artikel 13.34 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 13.34 Oppervlaktewater breder maken voor een waterberging

Een bestaand oppervlaktewater moet minimaal 50 centimeter breder worden, als een initiatiefnemer dat oppervlaktewater gaat gebruiken als nieuwe waterberging om zo te voldoen aan de verplichting uit hoofdstuk 41.:

N

Artikel 14.9 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 14.9 Beoordelen van de vergunningaanvraag

Bij het beoordelen van een vergunningaanvraag voor graven, gelden naast de beoordelingsregels uit afdeling 3.3 de volgende aanvullende beoordelingsregels:

  • afdeling 3.3

  • artikel 14.10

  • artikel 14.11

  • artikel 14.12

  • artikel 14.13

  • artikel 14.14

  • artikel 14.15

O

Artikel 16.6 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 16.6 Beoordelen van de vergunningaanvraag

Bij het beoordelen van een vergunningaanvraag, gelden naast de beoordelingsregels uit afdeling 3.3 de volgende aanvullende beoordelingsregels:

  • afdeling 3.3

  • artikel 16.7

  • artikel 16.8

  • artikel 16.9

  • artikel 16.10

  • artikel 39.2

  • artikel 39.3

  • artikel 39.4

  • artikel 40.2

P

Artikel 18.7 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 18.7 Beoordelen van de vergunningaanvraag

Bij het beoordelen van een vergunningaanvraag, gelden naast de beoordelingsregels uit afdeling 3.3 de volgende aanvullende beoordelingsregels:

  • afdeling 3.3

  • artikel 18.8

  • artikel 18.9

  • artikel 39.2

  • artikel 39.3

  • artikel 39.4

Q

Artikel 19.5 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 19.5 Beoordelen van de vergunningaanvraag

Bij het beoordelen van een vergunningaanvraag, gelden naast de beoordelingsregels uit afdeling 3.3 de volgende aanvullende beoordelingsregels:

  • afdeling 3.3

  • artikel 19.6

  • artikel 19.7

  • artikel 19.8

R

Hoofdstuk 27 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Hoofdstuk 27 Lozen uit gemeentelijke voorzieningen voor inzameling en transport van afvalwater

Artikel 27.1 Lozen van afvalwater vanuit gemeentelijke rioolstelsels

Met het oog op het doelmatig beheer van afvalwater kan het afvalwater afkomstig uit een openbaar ontwateringsstelsel, een openbaar hemelwaterstelsel of een openbaar vuilwaterriool worden geloosd op een oppervlaktewaterlichaam, als dat stelsel of dat riool voorkomt op het in het gemeentelijk rioleringsplan of een gemeentelijk rioleringsprogramma opgenomen overzicht van voorzieningen en maatregelen als bedoeld in artikel 2.16artikel 2.16, eerste lid, onder a, onder 1° tot en met 3°, van de Omgevingswet, eerste lid, onder a, onder 1° tot en met 3°, van de Omgevingswet, en dat stelsel of dat riool volgens dat plan of programma is uitgevoerd en wordt beheerd.

Artikel 27.2 Lozen van huishoudelijk afvalwater vanuit andere systemen

Met het oog op het doelmatig beheer van afvalwater kan huishoudelijk afvalwater afkomstig uit een systeem als bedoeld in artikel 2.16artikel 2.16, derde lid, van de Omgevingswet, derde lid, van de Omgevingswet, worden geloosd op een oppervlaktewaterlichaam, als dat systeem voorkomt op het in het gemeentelijk rioleringsplan of een gemeentelijk rioleringsprogramma opgenomen overzicht van die systemen en volgens dat plan of programma is uitgevoerd en wordt beheerd.

S

Artikel 28.2 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 28.2 Werkinstructie bij verontreinigde waterbodem

Met het oog op het voorkomen of beperken van verontreiniging van een oppervlaktewaterlichaam is bij ontgravingen of baggerwerkzaamheden in een waterbodem met de kwaliteitsklasse ‘sterk verontreinigd’, bedoeld in artikel 25dartikel 25d, derde lid, onder a, van het Besluit bodemkwaliteit, derde lid, onder a, van het Besluit bodemkwaliteit, een werkinstructie opgesteld, waarin in ieder geval is opgenomen:

  • a.

    de toe te passen baggertechniek, en

  • b.

    de bij het gebruik van die techniek gehanteerde werkwijze.

T

Artikel 28.5 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 28.5 Gegevens en bescheiden

  • 1

    Ten minste vier weken voor het begin van de lozingsactiviteit, bedoeld in artikel 28.1, worden aan het dagelijks bestuur van het waterschap de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:

  • 2

    Ten minste vier weken voordat de lozingsactiviteit wijzigt, worden de gewijzigde gegevens verstrekt aan het dagelijks bestuur van het waterschap.

  • 3

    Dit artikel is niet van toepassing als de ontgraving of baggerwerkzaamheden plaatsvinden door de beheerder of ter uitvoering van een onderhoudsverplichting als bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet.

U

Artikel 31.3 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 31.3 Lozen bij sorteren van biologisch geteelde gewassen

  • 1

    In aanvulling op artikel 4.773artikel 4.773, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, kan, met het oog op het doelmatig beheer van afvalwater, te lozen afvalwater afkomstig van het sorteren van biologisch geteelde gewassen ook op een oppervlaktewaterlichaam worden geloosd.

  • 2

    Voor het te lozen afvalwater zijn de emissiegrenswaarden de waarden, bedoeld in tabel 31.2, gemeten in een steekmonster.

    Tabel 31.2 Emissiegrenswaarden

    Stof

    Emissiegrenswaarde in mg/l

    Onopgeloste stoffen

    100 mg/l

    Biochemisch zuurstofverbruik

    60 mg/l

    Chemisch zuurstofverbruik

    300 mg/l

V

Artikel 31.4 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 31.4 Lozen bij omgekeerde osmose en ionenwisselaars

  • 1

    Met het oog op het doelmatig beheer van afvalwater kan afvalwater afkomstig van het zuiveren van water door omgekeerde osmose of ionenwisselaars voor agrarische activiteiten, worden geloosd op een oppervlaktewaterlichaam.

  • 2

    Voor het te lozen afvalwater zijn de emissiegrenswaarden de waarden, bedoeld in tabel 31.3, gemeten in een steekmonster.

    Tabel 31.3 Emissiegrenswaarden

    Stof

    Emissiegrenswaarde in mg/l

    Chloride

    200 mg/l

    IJzer

    2 mg/l

  • 3

    De artikelen 4.801 en 4.804 van het Besluit activiteiten leefomgeving zijn niet van toepassing.

    Artikel 4.801 van het Besluit activiteiten leefomgeving en artikel 4.804 van het Besluit activiteiten leefomgeving zijn niet van toepassing.

W

Artikel 32.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 32.1 Uitzondering voorgeschreven lozingsroute

Als in het omgevingsplan voor afvalwater afkomstig van het reinigen van installaties en voorzieningen voor het maken van betonmortel, het inwendig reinigen van voertuigen waarin betonmortel is vervoerd of het uitwassen van beton een andere lozingsroute is toegestaan, wordt, in afwijking van deartikel 4.140, eerste lid van het Besluit activiteiten leefomgeving artikelen 4.140, eerste lid, en 4.158artikel 4.158, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, het te lozen afvalwater, bedoeld in die artikelen, geloosd op een oppervlaktewaterlichaam of via die andere route.

X

Artikel 37.4 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 37.4 Beoordelingsregel omgevingsvergunning lozingsactiviteit

Op het beoordelen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam of een lozingsactiviteit op een zuiveringtechnisch werk is artikelartikel 8.88 van het Besluit kwaliteit leefomgeving 8.88 van het Besluit kwaliteit leefomgeving van overeenkomstige toepassing.

Y

Artikel 37.5 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 37.5 Voorschriften omgevingsvergunning lozingsactiviteit

Op het verbinden van voorschriften aan een omgevingsvergunning voor een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam of een lozingsactiviteit op een zuiveringtechnisch werk zijn de artikelenartikel 8.92 8.92 en 8.93artikel 8.93 van het Besluit kwaliteit leefomgeving van het Besluit kwaliteit leefomgeving van overeenkomstige toepassing.

Z

Bijlage II wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Bijlage II Overzicht Geografische Informatieobjecten

Aangewezen oppervlaktewater

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/f43e0fe8-bcaa-4cfa-95e6-6b6b45c2c7ef/nld@2023‑11‑02;1

aangewezen oppervlaktewaterlichaam

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/f43e0fe8-bcaa-4cfa-95e6-6b6b45c2c7ef/nld@2024‑05‑28;2

bebouwde deel kernzone en beschermingszone van de waterkering

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/070a41f7-3fa3-4f2b-9045-95a7ab24da36/nld@2023‑11‑02;1

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/070a41f7-3fa3-4f2b-9045-95a7ab24da36/nld@2024‑05‑28;2

bebouwde deel van de kernzone en beschermingszone van de zeewering

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/ef45989b-7291-4a3c-abf5-2398451e1b25/nld@2023‑11‑02;1

Beheergebied van Rijnland

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/6b6b2f15-c808-437c-b921-6498bd5e781c/nld@2023‑11‑02;1

beheergebied van Rijnland

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/6b6b2f15-c808-437c-b921-6498bd5e781c/nld@2024‑05‑28;2

Belangrijk oppervlaktewater kernzone

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/fab8f24e-c30b-41af-9c42-833288654284/nld@2023‑11‑02;1

buiten een kwetsbaar kwelgebied

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/b8eed631-f897-42ea-96f4-dc9fb2211006/nld@2024‑05‑28;2

Belangrijk oppervlaktewater kernzone en beschermingszone

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/490dc685-2af3-4a34-ab6d-75ffd3fdcd12/nld@2023‑11‑02;1

buiten het bebouwde deel van de kernzone en beschermingszone van de waterkering

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/252fc30d-b8f7-4cd6-ab73-33bb0d4e4526/nld@2023‑11‑02;1

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/252fc30d-b8f7-4cd6-ab73-33bb0d4e4526/nld@2024‑05‑28;2

buiten het bebouwde deel van de kernzone en beschermingszone van de zeewering

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/9ea9941c-a246-4712-a33a-6890d51a963e/nld@2023‑11‑02;1

buiten kwetsbaar kwelgebied

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/b8eed631-f897-42ea-96f4-dc9fb2211006/nld@2023‑11‑02;1

dijk in duin

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/d35b0d62-0eee-4376-8fa8-d67c8b8db279/nld@2024‑05‑28;2

Dijk in duin met buitenbeschermingszone

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/0cb6a53a-fc6a-4795-9021-e7afc35c1251/nld@2023‑11‑02;1

dijk-in-duin constructies in de kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone van de zeewering

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/0cb6a53a-fc6a-4795-9021-e7afc35c1251/nld@2024‑05‑28;2

Doordoor Rijnland aangewezen gebied met andere manier voor waterberging

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/287c0896-0ecb-4276-8241-22abda3d7cfb/nld@2023‑11‑02;1

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/287c0896-0ecb-4276-8241-22abda3d7cfb/nld@2024‑05‑28;2

gebied dat kwetsbaar is voor grondwateronttrekkingen

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/3bf453ba-6189-4d18-9c53-f1d1428de0f5/nld@2023‑11‑02;1

gebied buiten een kwetsbaar kwelgebied dat niet bestaat uit veengrond of kleigrond op veen

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/290242df-79ab-4ebd-8049-044e85631190/nld@2024‑05‑28;2

gebied dat niet kwetsbaar is voor kwel en niet bestaat uit veengrond of kleigrond op veen

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/290242df-79ab-4ebd-8049-044e85631190/nld@2023‑11‑02;1

gebied dat kwetsbaar is voor grondwateronttrekkingen

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/3bf453ba-6189-4d18-9c53-f1d1428de0f5/nld@2023‑11‑02;1

Gebiedgebied waar Rijnland terughoudender is met andere manieren voor waterberging

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/4c6e0c4b-b4c1-4825-bf1e-a6a53c9a01b9/nld@2023‑11‑02;1

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/4c6e0c4b-b4c1-4825-bf1e-a6a53c9a01b9/nld@2024‑05‑28;2

gebied zonder extra risico’s voor grondwateronttrekkingen

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/6f2723c1-ec0e-417f-a447-37d0902caa7e/nld@2023‑11‑02;1

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/6f2723c1-ec0e-417f-a447-37d0902caa7e/nld@2024‑05‑28;2

Gebiedgebied zonder hoger gelegen zandgrond

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/4eea8d4a-413b-4011-b797-da16c3c2933e/nld@2023‑11‑02;1

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/4eea8d4a-413b-4011-b797-da16c3c2933e/nld@2024‑05‑28;2

gebieden met hoogwatervoorziening

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/b046ca3c-671e-4947-bf9b-62f58222908e/nld@2023‑11‑02;1

gebieden waar Rijnland terughoudend is met hoogwatervoorziening

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/01294f65-0f64-491a-a900-02b69a2d00f9/nld@2023‑11‑02;1

grondwaterbeschermingsgebied of waterwingebied

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/8bf0e11a-9d18-4967-b2e7-a51ae2622c99/nld@2023‑11‑02;1

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/8bf0e11a-9d18-4967-b2e7-a51ae2622c99/nld@2024‑05‑28;2

Hogerhoger gelegen zandgrond

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/589c651a-422e-4c0d-90b4-6d5068791aa4/nld@2023‑11‑02;1

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/589c651a-422e-4c0d-90b4-6d5068791aa4/nld@2024‑05‑28;2

kernzone en beschermingszone van belangrijk oppervlaktewater

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/490dc685-2af3-4a34-ab6d-75ffd3fdcd12/nld@2024‑05‑28;2

Kern en Beschermingszone Waterkering & Kwetsbaar Kwelgebied

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/14007487-e11b-468e-8cd7-2789ab6f994f/nld@2023‑11‑02;1

kernzone en beschermingszone van de waterkering

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/6bf19282-3352-4a36-9b2d-6a4cd91cdb8c/nld@2024‑05‑28;2

kernzone en beschermingszone van de zeewering

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/4bccbff8-2633-4ec5-8ec2-1ea286303b80/nld@2024‑05‑28;2

kernzone en beschermingszone van overig oppervlaktewater

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/1066213f-f2fb-46d6-be2f-21261e984df8/nld@2024‑05‑28;2

kernzone van belangrijk oppervlaktewater

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/fab8f24e-c30b-41af-9c42-833288654284/nld@2024‑05‑28;2

kernzone van breed overig oppervlaktewater

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/641c0e66-32ec-488b-885c-26afdd615a1e/nld@2024‑05‑28;2

kernzone van de waterkering

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/fd102c03-73b9-4c99-bd81-d5c407624db2/nld@2024‑05‑28;2

Kernzonekernzone van de zeewering

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/35e11fe9-3062-4505-98b8-5a93461e43ea/nld@2023‑11‑02;1

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/35e11fe9-3062-4505-98b8-5a93461e43ea/nld@2024‑05‑28;2

kernzone van overig oppervlaktewater

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/8e5ecfa8-6f01-4249-9751-290bfa9eba11/nld@2024‑05‑28;2

kernzone van overig oppervlaktewater in een kwetsbaar kwelgebied

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/409ff4b0-4395-469e-8a77-2c0180b8de12/nld@2023‑11‑02;1

Kwetsbaar Kwelgebied

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/9515baa6-512b-4056-b843-4b2cef7b6568/nld@2023‑11‑02;1

kernzone van smal overig oppervlaktewater

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/be509b21-58ea-4467-bf1f-bce14ca722dc/nld@2024‑05‑28;2

kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone van de waterkering

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/7912b13c-4bb9-46e6-8262-c5263bf5dfcf/nld@2024‑05‑28;2

Ligging Dijk In Duin Constructies

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/d35b0d62-0eee-4376-8fa8-d67c8b8db279/nld@2023‑11‑02;1

kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone van de zeewering

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/b1b0c621-7765-4ef6-a61f-51bc8dcb25e0/nld@2024‑05‑28;2

Niet aangewezen oppervlaktewater

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/48350dff-d419-4817-ae47-bdb65d8941dc/nld@2023‑11‑02;1

kwetsbaar kwelgebied

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/9515baa6-512b-4056-b843-4b2cef7b6568/nld@2024‑05‑28;2

Nietniet dynamische kustgebieden

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/7718727b-d92d-41ee-9bdb-9fac98d043dd/nld@2023‑11‑02;1

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/7718727b-d92d-41ee-9bdb-9fac98d043dd/nld@2024‑05‑28;2

Oppervlaktewater met belangrijke doorstroming

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/457d7724-f898-4836-87bf-058fbe828403/nld@2023‑11‑02;1

niet-aangewezen oppervlaktewaterlichaam

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/48350dff-d419-4817-ae47-bdb65d8941dc/nld@2024‑05‑28;2

Overig oppervlaktewater breder dan 8 Meter

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/641c0e66-32ec-488b-885c-26afdd615a1e/nld@2023‑11‑02;1

oppervlaktewater met een belangrijke doorstroming

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/457d7724-f898-4836-87bf-058fbe828403/nld@2024‑05‑28;2

Overig oppervlaktewater kernzone

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/8e5ecfa8-6f01-4249-9751-290bfa9eba11/nld@2023‑11‑02;1

Overig oppervlaktewater kernzone en beschermingszone

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/1066213f-f2fb-46d6-be2f-21261e984df8/nld@2023‑11‑02;1

Overig oppervlaktewater smaller of gelijk aan 8 Meter

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/be509b21-58ea-4467-bf1f-bce14ca722dc/nld@2023‑11‑02;1

overige vaarwegen

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/efb8df1b-acc7-49fb-b400-a806f901868f/nld@2023‑11‑02;1

Profielprofiel van vrije ruimte

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/a1f1835f-fd77-4456-97d9-b54618c535b9/nld@2023‑11‑02;1

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/a1f1835f-fd77-4456-97d9-b54618c535b9/nld@2024‑05‑28;2

Vaarweg de Drecht

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/bb048a58-18d1-4a40-a90b-162c51a8791c/nld@2023‑11‑02;1

vaarweg de Drecht

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/bb048a58-18d1-4a40-a90b-162c51a8791c/nld@2024‑05‑28;2

Vaarwegen

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/d5562f5e-3668-485a-aa4a-200da95441b1/nld@2023‑11‑02;1

vaarwegen

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/d5562f5e-3668-485a-aa4a-200da95441b1/nld@2024‑05‑28;2

Veengrondenveengronden en kleigronden op veen

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/c25e12f4-d8c4-4813-aea4-5f6fb4032b99/nld@2023‑11‑02;1

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/c25e12f4-d8c4-4813-aea4-5f6fb4032b99/nld@2024‑05‑28;2

waardevolle oever

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/6bcc966a-c025-4b6c-af2c-088b7744723b/nld@2023‑11‑02;1

Waterkering kernzone

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/fd102c03-73b9-4c99-bd81-d5c407624db2/nld@2023‑11‑02;1

Waterkering kernzone en beschermingszone

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/6bf19282-3352-4a36-9b2d-6a4cd91cdb8c/nld@2023‑11‑02;1

Waterkering kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/7912b13c-4bb9-46e6-8262-c5263bf5dfcf/nld@2023‑11‑02;1

zeewering kernzone en beschermingszone

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/4bccbff8-2633-4ec5-8ec2-1ea286303b80/nld@2023‑11‑02;1

Zeewering kernzone, beschermingszone, buitenbeschermingszone

/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/b1b0c621-7765-4ef6-a61f-51bc8dcb25e0/nld@2023‑11‑02;1

AA

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 1.8: Invulling zorgplicht lozen

Dit artikel is nieuw en is toegevoegd om rechtszekerheid te geven. Het geldt ook naast de algemene voorwaarden of voorschriften uit de vergunningen.

Beste beschikbare techniek

In artikelartikel 6.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving 6.1 van ‘het Besluit kwaliteit leefomgeving’ schrijft de rijksoverheid de waterschappen voor aan welke eisen de regels voor lozingen moeten voldoen. Het gaat om de eisen uit de Kaderrichtlijn Water die staan in artikel 10 en 11, derde lid aanhef en onder g. Rijnland voldoet hieraan omdat het toepassen van ‘de beste beschikbare techniek’ onderdeel is van de zorgplicht. De verontreiniging door een lozing wordt zoveel als technisch mogelijk beperkt met de ‘beste beschikbare techniek’.

Doelmatige bemonstering

Bij het lozen van water is het belangrijk dat er een goed watermonster wordt genomen. Dan kan de chemische samenstelling van het te lozen water goed worden onderzocht.

Watermonsters niet verdunnen

Rijnland wil een goed beeld krijgen van de chemische samenstelling van het te lozen water. Daarom is het belangrijk dat voor het bemonsteringspunt de verschillende waterstromen niet met elkaar vermengen. Vermenging met ander water zorgt namelijk voor verdunning, waardoor een onjuist beeld wordt verkregen.

Verstoren van de goede werking van de afvalwaterzuiveringen en transportleidingen

Sommige stoffen verstoren de goede werking van de afvalwaterzuivering en transportleidingen. Het is belangrijk dit te voorkomen.

BB

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 2.11: Profiel van vrije ruimte

Het profiel van vrije ruimte is een ruimte (lengte, breedte, hoogte) in de grondmassa aan beide kanten van een regionale waterkering. Het is een reservering voor toekomstige versterking of uitbreiding van de waterkering.

  • Deze kaart laat het profiel van vrije ruimte als bovenaanzicht zien. Op de kaart staat de lengte en de breedte van de ruimte.

  • In de Legger Primaire waterkeringen en de Legger regionale waterkeringen staat het profiel van vrije ruimte als doorsnede. Daar staat ook de hoogte van de ruimte.

Profiel van vrije ruimte (oranje lijn).png

Provinciale instructie

In artikelartikel 7.87 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening 7.4.4 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening staat een instructie voor de waterschappen. Elk waterschap moet de plek van het profiel van vrije ruimte en de grenzen van het profiel bepalen. Daarmee reserveert een waterschap die plek voor een toekomstige versterking of uitbreiding van de waterkering. Met dit artikel voldoet Rijnland aan deze provinciale instructie.

CC

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 3.27: De grondwaterkwaliteit

Artikel 6.2 van het Besluit kwaliteit leefomgeving is een instructieregel van het Rijk. Hierin staat dat Rijnland in de waterschapsverordening beoordelingsregels moet opnemen. Die beoordelingsregels staan in lid 1, lid 2 en lid 3 van dit artikel.

Rijnland noemt in dit artikel ook omgevingswaarden. Die zijn te vinden in artikel 2.14 van het Besluit kwaliteit leefomgeving.

ArtikelArtikel 7.88 van de Zuid-Hollandse omgevingsverordening 7.87 van de Zuid-Hollandse omgevingsverordening is een instructieregel van de provincie Zuid-Holland. Hierin staat dat Rijnland in de waterschapsverordening beoordelingsregels moet opnemen. Die beoordelingsregels staan in lid 4 en lid 5 van dit artikel.

Toelichting op artikel 6.9: BeoordelingsregelBeoordelen van de vergunningaanvraag

DD

Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

EE

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 9.2: Meer dan 5000 m² hard oppervlak maken in hoger gelegen zandgrond

Gaat een initiatiefnemer een woonwijk bouwen met meer dan 10 woningen, dan tellen de nog niet verharde tuinen voor 75% mee als hard oppervlak.

[Vervallen]

FF

Voor sectie 'Toelichting op artikel 9.4: Waterberging niet in oppervlaktewater' wordt een sectie ingevoegd, luidende:

Toelichting op artikel 9.1a: Hoe tellen tuinen mee als hard oppervlak

De Omgevingswet en de daarbij horende AMvB’s geven geen grens van het begrip ‘stedelijke ontwikkeling’. In artikel 5.129g, lid 1 Besluit kwaliteit leefomgeving stelt dat een ontwikkeling ‘voldoende substantieel’ moet zijn om als stedelijke ontwikkeling te worden aangemerkt. De huidige lijn in de jurisprudentie is dat dit het geval is bij meer dan 11 woningen. Rijnland sluit aan bij deze landelijke lijn.

Wij constateren dat tuinen, in tegenstelling tot wat we graag willen, vaak grotendeels verhard worden. Met name in hoog stedelijke gebieden zorgt dat voor versnelde afvoer van water, terwijl wij juist inzetten op zoveel mogelijk vasthouden van water. In de meer landelijke woonomgevingen zal het percentage verharding lager zijn. Daarom maken we onderscheid in verhardingspercentage op basis van het tuinoppervlak, aangezien kleine tuinen in de praktijk vaak een hoog percentage verharding hebben.

GG

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 9.3: Meer dan 5000 m² hard oppervlak maken in een ander gebied

Gaat een initiatiefnemer een woonwijk bouwen met meer dan 10 woningen, dan tellen de nog niet verharde tuinen voor 75% mee als hard oppervlak.

[Vervallen]

HH

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 21.1: Lozen van afvloeiend hemelwater

Dit artikel heeft betrekking op het lozen van afvloeiend hemelwater dat niet afkomstig is van een verplichte bodembeschermende voorziening. Het gaat met name om afvloeiend hemelwater van daken en van verhardingen, waar geen bodembedreigende activiteiten plaatsvinden. Dit artikel is wel van toepassing op afvloeiend hemelwater afkomstig van bodembeschermende voorzieningen die vrijwillig zijn aangebracht. Onder afvloeiend hemelwater wordt niet verstaan het hemelwater van een kas als bedoeld in paragraafparagraaf 4.78 van het Besluit activiteiten leefomgeving 4.78 van het Bal of drainagewater als bedoeld in paragraaf 4.77 van dat besluitparagraaf 4.77 van het Besluit activiteiten leefomgeving.

De regeling voor het lozen van afvloeiend hemelwater heeft de voorkeursvolgorde voor het beheer van afwater (artikel 10.29a van de Wet milieubeheer) als uitgangspunt. Over het algemeen kan afvloeiend hemelwater zonder problemen lokaal in het milieu teruggebracht worden. De beheerder van het terrein of oppervlak waar het hemelwater is neergekomen is verantwoordelijk voor het nemen van deze preventieve maatregelen en kan vervolgens op grond van de specifieke zorgplicht worden aangesproken op het nemen daarvan. De maatregelen kunnen bijvoorbeeld inhouden het schoonhouden van het terrein, het dusdanig omgaan met milieugevaarlijke stoffen dat verontreiniging van het hemelwater wordt voorkomen, het bij de keuze van materialen die aan hemelwater zijn blootgesteld rekening houden met het feit dat bij contact van hemelwater met deze materialen verontreinigende stoffen in het hemelwater kunnen geraken (uitloging), of een zodanige wijze van onkruidbestrijding dat onnodige verontreiniging van het hemelwater wordt voorkomen. In deze verordening is ervoor gekozen deze preventieve maatregelen niet in concrete voorschriften te vertalen.

In het tweede lid is het lozen van afvloeiend hemelwater vanaf rijkswegen en provinciale wegen buiten de bebouwde kom geregeld. Tot die wegen behoren eveneens de daarbij behorende bruggen, viaducten en andere kunstwerken, en overig openbaar gebied. In het verleden is veel onderzoek verricht naar verontreinigingen in afvloeiend hemelwater van wegen en overige openbare ruimte. Afhankelijk van de intensiteit van het verkeer kan het in meer of mindere mate verontreinigd zijn met straatvuil, waarin PAK’s, zware metalen of minerale olie voorkomen. Buiten de bebouwde kom is het lozen van afvloeiend hemelwater vanaf rijkswegen en provinciale wegen in een gemeentelijk rioolstelsel veelal niet mogelijk, omdat daar geen rioolstelsels of rioolstelsels, die niet bestemd zijn voor afvoer van regenwater, zijn aangelegd. Dit afvloeiend hemelwater vloeit buiten de bebouwde kom meestal af naar de bodem of een eventueel aanwezig oppervlaktewaterlichaam. Hemelwater afkomstig van rijkswegen en provinciale wegen wordt buiten de bebouwde kom bij voorkeur geloosd op de bodem. De regels hierover staan in het omgevingsplan. Als lozen in de bodem niet (of niet volledig) mogelijk is, kan lozing (deels) plaatsvinden in een aangewezen oppervlaktewaterlichaam. Als laatste mogelijkheid is het lozen in een niet-aangewezen oppervlaktewaterlichaam aangegeven. Dit is alleen toegestaan wanneer het lozen via een andere route niet mogelijk is.

II

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 28.2: Werkinstructie bij verontreinigde waterbodem

Bij ontgravingen of baggerwerkzaamheden, waarbij de kwaliteit van de te ontgraven of te baggeren waterbodem in de kwaliteitsklasse ‘sterk verontreinigd’, bedoeld in artikelartikel 25d, derde lid, onder a, van het Besluit bodemkwaliteit 29, derde lid, onder a, van het Besluit bodemkwaliteit valt, is het gewenst dat het ontgraven of baggeren met een grotere zorgvuldigheid gebeurt dan wanneer de kwaliteit in een andere (minder schadelijke) kwaliteitsklasse valt. De kwaliteitsklasse ‘sterk verontreinigd’ komt overeen met een waterbodem die volgens het oude recht de interventiewaarden overschreed. In dat geval is het opstellen van een werkinstructie verplicht.

JJ

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 30.1: Lozen bij calamiteitenoefeningen

Calamiteitenoefeningen worden uitgevoerd om bij brand of een andere calamiteit de schade tot een minimum te beperken. Het testen van een brandbestrijdingsinstallatie valt binnen het begrip ‘calamiteitenoefening’. Bij calamiteitenoefeningen kan afvalwater vrijkomen. Zo zal een oefening om een brand te bestrijden, gepaard kunnen gaan met het gebruik van grote hoeveelheden bluswater, dat tijdens de oefening in het oppervlaktewater stroomt. Om de gevolgen voor het milieu tot een minimum te beperken, wordt daarbij zoveel mogelijk gebruik gemaakt van oefenblusschuimen die geen slecht-afbreekbare organische fluorverbindingen of andere halogeenverbindingen bevatten. Deze oefenblusschuimen hebben vergelijkbare uitvloei-eigenschappen als echt blusschuim, maar bevatten niet de schadelijke werkzame stof van blusschuimen.

Om overlap met regels uit het BalBesluit activiteiten leefomgeving te voorkomen, is een afstemmingsbepaling opgenomen in dit artikel. Het artikel heeft geen betrekking op afvalwater afkomstig van een permanente voorziening voor het oefenen van brandbestrijdingstechnieken als bedoeld in artikel 3.259 van het Balartikel 3.259 van het Besluit activiteiten leefomgeving.

KK

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 31.1: Lozen vanuit andere gebouwen dan een kas

Het afvalwater dat vrijkomt bij het telen van gewassen in een gebouw, anders dan een kas, moet op grond van artikelartikel 4.795 van het Besluit activiteiten leefomgeving 4.795 van het Bal gelijkmatig worden verspreid over landbouwgronden of worden geloosd in een vuilwaterriool. Op grond van het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer was het ook mogelijk om dit afvalwater te lozen in het oppervlaktewater, als er geen vuilwaterriool aanwezig is binnen 40 meter vanaf de perceelgrens waar het afvalwater vrijkomt. Deze uitzondering is in dit artikel voortgezet. Bij lozingen die voor 2013 al plaatsvonden, wordt de afstand berekend vanaf de plek waar het vrijkomt in plaats van de perceelgrens. De afstand wordt berekend over de kortste lijn waarlangs aansluiting daadwerkelijk kan plaatsvinden. Dit is niet altijd hemelsbreed de kortste lijn. Privaatrechtelijke belemmeringen of de aanwezigheid van bijvoorbeeld een waterkering kunnen een reden zijn waarom de aansluitleiding langs een andere route moet worden aangelegd dan hemelsbreed de kortste lijn.

Het tweede lid bevat de emissiegrenswaarden die gelden voor deze lozing.

LL

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 31.2: Lozen bij spoelen van biologisch geteelde gewassen

Het afvalwater dat vrijkomt bij het sorteren van biologisch geteeld fruit moet op grond van artikelartikel 4.761 van het Besluit activiteiten leefomgeving 4.761 van het Bal gelijkmatig worden verspreid over landbouwgronden. Op grond van het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer was het ook mogelijk om dit afvalwater te lozen in een vuilwaterriool of, als er geen vuilwaterriool aanwezig is binnen 40 meter vanaf de perceelgrens waar het afvalwater vrijkomt, in het oppervlaktewater. De alternatieve lozingsroute naar het vuilwaterriool is opgenomen in het omgevingsplan. De alternatieve lozingsroute naar het oppervlaktewater is in dit artikel voortgezet. Bij lozingen die voor 2013 al plaatsvonden, wordt de afstand berekend vanaf de plek waar het vrijkomt in plaats van de perceelgrens. De afstand wordt berekend over de kortste lijn waarlangs aansluiting daadwerkelijk kan plaatsvinden. Dit is niet altijd hemelsbreed de kortste lijn. Privaatrechtelijke belemmeringen of de aanwezigheid van bijvoorbeeld een waterkering kunnen een reden zijn waarom de aansluitleiding langs een andere route moet worden aangelegd dan hemelsbreed de kortste lijn.

Het tweede lid bevat de emissiegrenswaarden die gelden voor deze lozing.

MM

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 31.3: Lozen bij sorteren van biologisch geteelde gewassen

Het afvalwater dat vrijkomt bij het wassen van biologisch geteeld fruit moet op grond van artikelartikel 4.773 van het Besluit activiteiten leefomgeving 4.773 van het Bal gelijkmatig worden verspreid over landbouwgronden. Op grond van het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer was het ook mogelijk om dit afvalwater te lozen in een vuilwaterriool of, als er geen vuilwaterriool aanwezig is binnen 40 meter vanaf de perceelgrens waar het afvalwater vrijkomt, in het oppervlaktewater. De alternatieve lozingsroute naar het vuilwaterriool is opgenomen in het omgevingsplan. De alternatieve lozingsroute naar het oppervlaktewater is in dit artikel voortgezet. Bij lozingen die voor 2013 al plaatsvonden, wordt de afstand berekend vanaf de plek waar het vrijkomt in plaats van de perceelgrens. De afstand wordt berekend over de kortste lijn waarlangs aansluiting daadwerkelijk kan plaatsvinden. Dit is niet altijd hemelsbreed de kortste lijn. Privaatrechtelijke belemmeringen of de aanwezigheid van bijvoorbeeld een waterkering kunnen een reden zijn waarom de aansluitleiding langs een andere route moet worden aangelegd dan hemelsbreed de kortste lijn.

Het tweede lid bevat de emissiegrenswaarden die gelden voor deze lozing.

NN

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 31.4: Lozen bij omgekeerde osmose en ionenwisselaars

Op grond van de artikelenartikel 4.801 van het Besluit activiteiten leefomgeving 4.801 en 4.804artikel 4.804 van het Besluit activiteiten leefomgeving van het Bal mag brijn, afkomstig van de bereiding van gietwater of drinkwater voor landbouwhuisdieren, niet worden geloosd. Op grond van het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer was het lozen van dit afvalwater in het oppervlaktewater wel toegestaan. In dit artikel wordt deze lozingsroute weer mogelijk gemaakt.

Het tweede lid bevat de emissiegrenswaarden voor dit afvalwater.

OO

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 32.1: Uitzondering voorgeschreven lozingsroute

Volgens deartikel 4.140, eerste lid van het Besluit activiteiten leefomgeving artikelen 4.140, eerste lid, en 4.158, eerste lid, van het Balartikel 4.158, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving moet afvalwater afkomstig van het maken van betonmortel en het uitwassen van beton worden geloosd op een oppervlaktewaterlichaam. Maar in sommige gevallen is dat niet mogelijk, bijvoorbeeld omdat er geen geschikt oppervlaktewaterlichaam in de directe omgeving van de betoncentrale (of ander bedrijf) ligt. Voor die gevallen is in het omgevingsplan opgenomen dat het afvalwater onder voorwaarden ook in de riolering kan worden geloosd. Maar de gemeente is niet bevoegd om de verplichte lozingsroute naar oppervlaktewater, die in deartikel 4.140, eerste lid van het Besluit activiteiten leefomgeving genoemde artikelenen artikel 4.158, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving van het Bal is opgenomen, op te heffen. Daarom bepaalt dit artikel dat die verplichte lozingsroute niet geldt als er een andere lozingsroute in het omgevingsplan is toegestaan. De initiatiefnemer heeft in dat geval de keuze tussen lozen in oppervlaktewater of lozen in de riolering.

PP

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 33.1: Afbakening met Besluit activiteiten leefomgeving

Dit hoofdstuk is van toepassing op lozingen afkomstig van (kleinschalige) voedselbereiding, ongeacht of die lozing afkomstig is van een milieubelastende activiteit die is aangewezen in hoofdstukhoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving 3 van het Bal of niet. Het betreft bijvoorbeeld bedrijfskantines of de horeca. Deze afdeling is niet van toepassing op grootschalige voedselbereiding als bedoeld in artikel 3.128 van het Balartikel 3.128 van het Besluit activiteiten leefomgeving, met uitzondering van de kantine van die bedrijven.

QQ

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 37.4: Beoordelingsregel omgevingsvergunning lozingsactiviteit

Voor de beoordeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam of op een zuiveringtechnisch werk zijn de beoordelingsregels van het BklBesluit kwaliteit leefomgeving van overeenkomstige toepassing. Dat sluit aan op de situatie die gold voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

RR

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 37.5: Voorschriften omgevingsvergunning lozingsactiviteit

Ook de voorschriften die op grond van het BklBesluit kwaliteit leefomgeving aan een omgevingsvergunning voor een lozingsactiviteit moeten worden verbonden, zijn van overeenkomstige toepassing. Dit sluit eveneens aan bij de regeling op grond van de Waterwet.

SS

De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Toelichting op artikel 42.1, derde lid

De nieuwe regels van Rijnland kunnen minder strenger zijn. In dat geval zijn de minder strenge regels nog één jaar geldig. De periode van één jaar begint op de datum dat deze verordening ging gelden . Na dit jaar gelden de strengere regels. De vergunninghouder kan dan niet langer werken via de minder strenge regels.

Naar boven